Vrijdag wordt met Club Brugge-RC Genk het seizoen 2003/2004 afgetrapt. Wat u moet weten voor het allemaal begint.

Heusden-Zolder

Heusden-Zolder is nieuw in eerste klasse. Dat het smalend Genk 2 wordt genoemd, is al lang niet meer grappig. Als het dat al ooit was. Maar om de inbreng van Genk in KHZ kan je toch niet heen.

Michel Vercruysse, jij bent zo goed als de enige basisspeler die nog nooit in eerste klasse voetbalde en geen overschotje is van Racing Genk. Gefeliciteerd en welkom.

Michel Vercruysse : “Dank u, maar ik ben wel in de jeugd van Genk begonnen, hoor. Ik speel nog maar zeven jaar voor Heusden-Zolder. Dat de mensen niet denken dat ik van Heusden-Zolder ben, hé ( lacht).”

Dat klinkt alsof dat erg zou zijn.

“Neen, nee, maar ik woon in Genk, vandaar ( grijnst). Maar toen ik indertijd wegging bij Genk, droomde ik er wel van om ooit nog eens tegen hen te spelen. De duels tegen elkaar zullen op het scherp van de snee gespeeld worden, want die jongens van Genk die bij ons zitten, gaan zich willen bewijzen.”

Bestaat er nog zoiets als ‘de ziel’ van Heusden-Zolder ?

“Mmm, wij zijn een gewóne club, dat is onze ziel, denk ik, en ook onze sterkte. Want ik denk dat we er niet gaan komen als we groot gaan doen. We moeten met de voeten op de grond blijven, zoals we járen gewerkt hebben. Dan is Heusden-Zolder sterk genoeg om zijn eigenheid te bewaren. Vedetten bestaan hier niet. Mochten er komen, ze zouden meteen met beide voeten op de grond gezet worden. Heusden moet het hebben van de ploég. De trainer is in ieder geval echt heel gedreven en dat geeft vertrouwen, als je ziet dat iemand er zó mee bezig is.”

Hoe groot is dat vertrouwen trouwens ? Vorig seizoen kenden jullie met de titel in zicht als ploeg zo’n terugval dat er onder andere aan de stressbestendigheid van het elftal getwijfeld werd.

“Dat is misschien wel een terechte vraag. Uit die zwakke derde periode vorig seizoen hebben we als club in ieder geval geleerd dat we niet te rap moeten panikeren, dat is het belangrijkste.”

Cercle Brugge

Rustig blijven zullen ze ook bij die andere nieuwkomer, Cercle Brugge, moeten doen. Maar gaat dat lukken ? De promotie was nog geen feit of er werd al aan Jerko Tipuric getwijfeld. Want Lieven Verschuere, samen met Duchêne junior een van de twee sportieve neuzen van de club, heeft moeite met de trainer.

Dat zeggen ze in de wandelgangen.

Lieven Verschuere : “Dat zijn dan mensen die mij niet goed gehoord hebben. Vorig jaar zeiden ze : hij kent niks van voetbal. Maar daarna vraagt iedereen naar zijn commentaar. Dan zou ik, Tipuric zijnde, gezegd hebben : ik kom niet meer. Kijk, dingen worden van buitenaf gezegd en dan sluipen de twijfels binnen. Maar hij haalt zijn Pro Licence, dus hij heeft alle mogelijkheden. Bovendien : een trainer die kampioen speelt, moet je niet vervangen, dat hebben we zo beslist. Hij is ook een goeie voor de pers, want hij doet goeie uitspraken. Dus never change a winning team. Maar ik blijf erbij dat hij problemen heeft met de taal, daar zou hij meer aan moeten doen. Hij heeft het moeilijk om zich uit te drukken, zeker in het Nederlands. Dáár zou men inspanningen moeten leveren. Maar onze trainer en hulptrainer, met Georges Leekens, hebben ook al in eerste gezeten.

“Bovendien, denk ik, kan de top van tweede mee in eerste. We staan er dus niet slecht voor. Wij zijn een van de weinige ploegen met nul komma nul schulden. Ik denk dat er dat in eerste niet veel kunnen zeggen. Ze spreken hier nu al van de records van vroegere jaren te breken : we hebben 60 procent nieuwe abonnees en 30 procent oude. De familie staat weer op.”

Charleroi

Dat de familie opstaat, is bij Charleroi hoogst onwaarschijnlijk. Abbas Bayat staat met de club op de rand van de afgrond : elke maand moet 439.239 euro aan de rsz worden betaald om de 4,8 miljoen euro schulden weg te werken, en op 26 augustus beslist de handelsrechtbank of de club failliet gaat, zoals de rsz eist. Wie een beetje geloofwaardig wil zijn, kan toch onmogelijk beweren dat het nog rap in orde kan komen ?

Hoe zal het Charleroi vergaan ?

Abbas Bayat : “Het zal rap in orde komen. Ik ben daar zeker van.”

La Louvière

Eigenlijk had Daniël Camus bij Standard moeten spelen, maar daar dachten de supporters anders over. Ze herinnerden zich hem ooit in de harde kern van Anderlecht gezien te hebben en protesteerden tegen zijn transfer. Op 27 september speelt La Louvière tegen Standard.

En ?

Daniël Camus : “Ach, wat gepasseerd is, is gepasseerd. La Louvière is het enige wat telt. Standard was één weekend, La Louvière twee seizoenen. Dit is de eerste club waar ik kom waar de voorzitter op stage komt kijken en bovendien iedereen met de voornaam aanspreekt. Alsof je elkaar al tien jaar kent. We hebben hier een goed uitgebalanceerde groep, wat ook lang geleden is dat ik dat nog eens gezien heb. Dus tegen de degradatie spelen wij honderd procent zeker niet en Europees voetbal moeten we niet doen om ook eens naar het buitenland te gaan. Waarom niet één of twee ronden ver komen ? La Louvière heeft Genk, Standard en Sint-Truiden uitgeschakeld, dus het is een bekerploeg. Waarom zou dat dan Europees niet kunnen ? Ik voel een grote solidariteit in deze club. De beker heeft een dynamiek losgemaakt en er zijn nu ook subsidies voor een nieuw stadion. Jaja, voor de respectabilité van La Louvière is die bekerwinst heel goed geweest.”

Germinal Beerschot

Marc Brijs maakt bij Germinal Beerschot zijn debuut als trainer in eerste klasse en begon de voorbereiding met het uitdelen van een vragenlijstje waarop de spelers hun wensen kenbaar konden maken.

Hebben ze je verrast ?

Marc Brijs : “Niet echt, het was voorspelbaar eigenlijk. Hoewel het wel opmerkelijk was dat er een aantal zaken geschreven had die ik niet kan zeggen omdat ze in de privé-sfeer moeten blijven. Dat bewijst toch de goodwill om mee te denken. Want als er één ding opgevallen is, dan is het wel het enthousiasme en de motivatie. Er waren wat andere signalen gekomen na vorig seizoen, maar het wij-gevoel is er.”

Zal GBA op het veld ook voorspelbaar zijn ?

“Voor de discipline is er een aantal vuistregeltjes, maar binnen die lijnen heeft iedereen de vrijheid. Ook op het veld. Bij balverlies gelden er strakke lijnen, maar in balbezit wordt ruimte gelaten voor creativiteit. Ik zag in de voorbereiding nog wat een gebrek aan dat creatieve, dat opportunisme voor doel, slordig inspelen bijwijlen en te veel hetzelfde denken en zo dezelfde ruimtes invullen en daardoor tekortkomen in andere zones. Maar bij momenten zag je ook dat ze bewust bezig zijn met wat we hebben ingeoefend. Er zit toch wat intelligentie in de ploeg.

“Er zal komend seizoen uiteraard argwanend naar mij gekeken worden, maar daarin liggen nu eenmaal de uitdagingen in het leven. Want ik heb uiteraard nog niks bewezen.”

Wat opvallend bescheiden is voor een Antwerpenaar.

“( Lacht.) Maar ik meen het echt, hoor.”

Moeskroen

In het verleden haalde Georges Leekens Excelsior Moeskroen van tweede klasse naar de top van de rangschikking in eerste.

Hoe groot is de kans dat zich een herhaling van Leekens 1 voordoet ?

Steve Dugardein : “Ah, waarom niet ? Je weet nooit. De ploeg van nu is wel veel jonger, dus het zal moeilijker worden. Bovendien zijn Brugge, Standard en Anderlecht ook beter gewapend voor de titel.”

Wat is er veranderd onder hem ?

“Op sommige momenten respecteerden we vroeger ook onze plaats op het veld niet. Lorenzo Staelens was heel vriendelijk en ondanks zijn palmares nooit een grosse tête, maar hij miste de ervaring. Leekens heeft vooral de discipline veranderd en er is weer die envie de gagner. Vorig seizoen lieten we soms wat te snel de armen hangen. Dat zal nu niet gebeuren, denk ik. Voor elkaar vechten, compact spelen, dat zullen we meer doen. Je ziet dat we sterker zijn in de duels, de bal wíllen winnen, ons niet meer laten doen. Dat karakter zal af en toe wel eens le beau jeu vervangen. Want nu komt misschien een van de moeilijkste jaren van Moeskroen, want we konden niet kopen zoals we wilden. Sportief is het wel goed dat Mbo ( Mpenza) en Marcin ( Zewlakow) zijn gebleven. Van de andere kant : niemand verwacht ons, dus daardoor kunnen we misschien verrassen.”

Als Leekens niet vroegtijdig vertekt.

“( Lacht.) Dat is voetbal, hé.”

Antwerp

Met René Desaeyere wordt Antwerp nog eens getraind door een echte Antwerpenaar.

Wat betekent dat ?

William Verbeeck : “Je moet als trainer toch een beetje het publiek kunnen bespelen en in Antwerpen staan de supporters dicht bij de ploeg, dus dan helpt het als je Antwerpenaar bent. Desaeyere is verbaal ook niet van de minste. Hij heeft hier trouwens wel gespeeld, hé. Met Karl Kodat en zo, daar heeft hij ons al over verteld, over hoe het toen van amateurisme naar professionalisme ging. Die tijden zouden moeten terugkomen, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan, hé.”

En de derby met Germinal Beerschot…

“… staat nog altijd met stip genoteerd. Gelukkig vallen die twee wedstrijden in een goeie periode : bij de start en bij het begin van de tweede ronde. Dat geeft toch wat extra piment, want uiteindelijk speel je dan nog voor iets ook. Ik denk dat hun trainer nog wat nageniet van het oefenduel dat hij met Berchem tegen ons won in april. Dat was heel vernederend, tegen weliswaar de kampioen, maar toch van derde klasse. Dat is een reden te meer om straks van Germinal Beerschot te winnen.”

Met ander voetbal ?

“Er zal wat meer organisatie komen. In tegenstelling tot vorig jaar heeft de trainer er nu de pees op gelegd. Er is weer discipline, één rechte lijn. Vorig jaar speelden we met drie spitsen, maar nu zal het verdedigen op de eerste plaats komen. We zullen, ik zal niet zeggen counteren, maar de nul eerst houden en op kansen loeren.”

Beveren

In Beveren werken ze met hulp uit Ivoorkust. De kapitein, Gilles Yapi Yapo, komt er ook vandaan.

Je bent pas 21 en nu al kapitein van de ploeg. Da’s sterk.

Gilles Yapi Yapo : “Geen probleem, ça va. Ik voel me op mijn gemak, want ik was al eens één seizoen kapitein in Ivoorkust en vorig seizoen was ik onderkapitein. Of ik het gráág doe, weet ik eigenlijk niet, maar het is altijd goed kapitein te zijn. Men respecteert je in de ploeg en je komt dichter bij de technische staf te staan. De trainer deelt mij beslissingen mee en ik deel ze mee aan de groep. Ik weet dat ik mij daar geen groot werk mee op de hals haal, want Beveren heeft een hele gedisciplineerde groep én er heerst een goeie sfeer.”

Herman Helleputte laat daartoe graag de discipline zoveel mogelijk aan de spelers zelf. Zullen jullie daar geen misbruik van maken ?

“Geen probleem. Herman Helleputte is een goeie trainer. Hij begrijpt ons en dat is het belangrijkste. Ik bedoel : hij stelt zich in onze plaats en hij wint ons advies in. Voor ons is hij een beetje een vader. Ecoutez, muziek in de kleedkamer voor de wedstrijd, dat ontspant, dat is de Engelse stijl. Bovendien moet je geconcentreerd zijn tijdens de wedstrijd, niet twintig minuten ervoor. Maar de spelers van Beveren zijn serieus, dus dat is geen probleem om te presteren. Vorig seizoen was het niet altijd makkelijk, maar nu moet ons objectief zijn om beter te doen. Zézéto is weg, maar de andere jongens die klaar staan, zullen nu wel proberen om in beeld te komen. Wij hebben nog veel kwaliteit over, dus het zal zeker goed gaan. Pas de problèmes.”

Westerlo

Ploeg waar de trainer sinds lang niet ter discussie staat, is Westerlo. Sterker zelfs : Jan Ceulemans begint er aan zijn vijfde seizoen en is daarmee de langst dienende trainer in eerste klasse.

Waarom houdt hij het zolang vol ?

Mario Verheyen : “Er is eerst en vooral zijn rustige aanpak die een ploeg als Westerlo nodig heeft, en hij weet perfect wat zijn groep kan. Dat is een sterkte. Vorig seizoen ontstond er ook geen paniek als het eens wat minder ging en die houding breng je als trainer over op je spelers. Als groep straal je dat dan ook uit. En Danny ( hulptrainer Vlayen, nvdr) en hij, die twee hebben mekaar echt gevonden. Just dezelfde zijn dat. Als Ceulemans zijn pintje kan drinken en het resultaat is navenant, dan… En denDanny is ook zo. Spelers en trainers die na elke thuiswedstrijd in de kantine bij de supporters staan, waar vind je dat nog ? Als die samenhorigheid hier wegvalt, dan presteren wij dertig procent minder. Daarom staat Ceulemans ook heel dicht bij de groep. Hij kaart ’s middags mee en dan is het bij wijze van spreken gewoon Jan, maar eens de training begint is het trainer. En hij is wel grappig, zonder dat hij dat zelfs soms wil ( lachje).”

Bergen

In Bergen moet trainer Marc Grosjean het doen zonder topschutter Cédric Roussel, vorig seizoen goed voor 22 doelpunten. Gewis een moeilijke oefening.

Hoe ga je dat aanpakken ?

Marc Grosjean : “Wel, met Gomis hebben we een minder ervaren speler met dezelfde eigenschappen aangetrokken en ik wilde er nog een tweede aanvaller bij met snelheid en diepgang – ook als Roussel gebleven was – om variatie te kunnen vinden. Eigenlijk zochten we vorig seizoen te veel Roussel zonder andere oplossingen te zoeken. Iedereen zal nu wat inventiviteit moeten tonen.”

Zal Roussel het ook in Genk maken ?

“Alle kwaliteiten zijn daar aanwezig om als speler een goeie carrière te maken en er zijn plaatsen vrij in het elftal door het vertrek van Sonck en Dagano. Dat is een belangrijk gegeven, want Roussel is iemand die moét spelen. Dat geldt voor elke speler, natuurlijk, maar vooral hij is geen spits die je af en toe eens kan laten inkomen. Hij moet echt voortdurend bezig zijn om te renderen. Pas op : de nationale ploeg, dat is iets anders, hé ( lacht), maar hij moet vertrouwen voelen. Dat heb je in het tussenseizoen ook gemerkt û door die vele déclarations maladroite. Je moet dus ook in dienst van hem spelen. Bij ons was dat een 4-5-1 die een 4-3-3 werd als we goed in de match zaten. Maar ik ben er zeker van dat hij ook tot zijn recht kan komen in een 4-4-2 zoals bij Genk.”

AA Gent

Gaby Mudingayi werd vorig seizoen verrassend international, maar nu kocht Gent met Davy Theunis en Matthieu Verschuere nog twee centrale middenvelders.

Horen we straks nog wel van Gaby ?

Gaby Mudingayi : “Ah, ja, er zijn nu wel meer goeie verdedigende middenvelders, maar dat is concurrentie, hé. Want wij zijn een ploeg die bij de beste vier van België moet kunnen zijn : met De Brul, die heel veel praat op het veld, Zézéto, Theunis en enkele jongeren zijn er heel goeie keuzes gemaakt. Ik zal ervoor moeten werken. Ik ben, moet ik zeggen, daar wel veel door veranderd. Ik heb nu meer vertrouwen in mijzelf. Als je kan spelen met voetballers als Mbo of Baseggio, dan doet dat veel met je. Ik heb nu geleerd wat mijn rol is als verdedigende middenvelder. Ik moet het leven niet moeilijk maken, maar gewoon recupereren en afgeven. Vroeger recupereerde ik de bal, maar wou ik te veel doen, ook nog eens dribbelen, de laatste pass geven. Jan, de trainer ( Olde Riekerink), heeft veel gepraat met mij. Nu ik dat simpel spelen heb geleerd, ben ik een betere voetballer. En wie het best werkt, speelt. Voilà. Maar voor de nationale ploeg was niks zeker en nu nog niet.”

Standard

Jurgen Cavens is de enige Vlaming bij Standard en hoe dat voelt, is hem precies nog al gevraagd.

Hoe voelt dat ?

Jurgen Cavens : “Het is zeker geen nadeel, want dat vragen ze dan altijd. Ik kende het huis al : het is nu het derde jaar dat ik hier de voorbereiding meemaak en de groep is nu echt één geheel.”

Zal je ook het einde van het seizoen meemaken ?

“Ik hoop het : drie clubs op twee jaar tijd is een beetje te veel. Ik hou ervan om me ergens te nestelen en zo meer vertrouwen op te doen.”

Kan dat bij Standard ?

“Dat zeggen ze over Standard altijd, maar ik voel me hier goed in mijn vel. Je merkt aan de aankopen en de serieuze manier waarop de trainingen aangepakt worden, dat ze nu echt op zoek zijn naar de plaats waar ze thuishoren : zeker bij de topdrie. Zelf heb ik het afgelopen jaar ook heel veel geleerd, waardoor ik de zaken toch wat nuchterder en realistischer bekijk.”

Dat zeggen ze ook altijd.

“Dat is ook zo. Maar ik zit nu acht jaar in het profvoetbal en dan leer je jezelf toch beter kennen en begin je over bepaalde zaken na te denken. Ik weet nu dat je eerst moet zorgen dat je zelf 100 procent bent en dat de rest dan wel volgt. Mentaliteit in het veld gooien, mij niet zomaar laten vallen, en vertrouwen hebben in mezelf en het vertrouwen van de trainer krijgen : zo wil ik mij manifesteren. Sterk op mijn benen staan en stilletjes een vaste waarde worden, dat is mijn ambitie. Want Standard dat goed draait, dat blijft toch iets speciaals.”

RC Genk

Wist het in de transferperiode degelijk geachte voetballers aan te trekken en hield het geld over om zijn stadion af te betalen, Genk raakte met Suzuki, Sonck, Skoko en Dagano wel vier tot de verbeelding sprekende uithangborden kwijt.

Hoe groot is dat verlies commercieel gezien ?

Stéphane Poelmans : “Voor Suzuki heb je natuurlijk geen Japanner in de plaats, maar voor Sonck, Skoko en Dagano zijn er andere spelers. Op de opendeurdag hebben we gemerkt dat Kpaka tot de verbeelding van de mensen spreekt en er veel zijn truitje willen kopen. Vandenbergh bleek ook heel populair. Dus ik verwacht dat het nu wat anders gespeeld gaat worden. Vorig jaar had je eigenlijk in grote lijnen maar twee spelers voor shirts : Sonck en Skoko. Nu zal dat waarschijnlijk wat vervangen worden door het totaal. Ook op het veld zie je wel eens dat als er in een groep één dominant is, de rest niet aan de bak komt. Misschien voelen er zich nu anderen geroepen om op te staan. Ik zeg wel eens : kwamen er nog maar meer nieuwe spelers bij, want dat is de kracht van Vergoossen : dat hij een ploeg kan vormen.

“Net als in die belangstelling voor spelers, willen we ook voor de rest van de commerciële activiteiten heel breed gaan. We brengen nu in de merchandising ook een collectie voor dames, met shirtjes en trainingspakken die wat verfijnder zijn. Daarnaast lopen de tv, een halfuur per maand, de radio, straks zes uur op wedstrijddagen, de website en ons magazine dat alle abonnees één keer per maand gratis krijgen zeer goed. Daarmee proberen we ook te communiceren met onze passieve klanten in de community.”

Lierse

Lierse doet het dit seizoen met Gaston Peeters, die sinds Herman Van Holsbeeck naar Anderlecht vertrok, de voorbereiding van het nieuwe seizoen mocht doen.

Tevreden, Gaston Vets ?

Gaston Vets : “Uiteraard vergt het een aanpassing als een kracht vertrekt en zeker nu voel je dat extra, maar we hebben dat toch vrij goed opgevangen. Met Herman heb ik vier jaar zo intens samengewerkt, dat we aan een blik naar elkaar soms genoeg hadden en er een blindelings vertrouwen was. Die automatismen moeten met Gaston nog aangescherpt worden, maar het loopt gesmeerd en dat kan alleen maar beter worden.”

Zeker nu u met de paardensport een gemeenschappelijke interesse blijkt te hebben.

“We kennen elkaar van in de Profliga. Dat we allebei in de paardenwereld zitten, hebben we pas achteraf gemerkt. Wij rijden met onze paarden in de nationale bond en hij zit in de regionale bond, waar ze eigenlijk de afval van ons kopen. Wij noemen dat ‘klein spel’. In die wereld bleek hij toch goed bekend te zijn.”

Dus doet hij bij Lierse ook het ‘klein spel’ ?

“Verre van. Zijn taak is enorm belangrijk. Het is wel zo dat alle beslissingen via mij gaan. We krijgen honderden telefoontjes in verband met transfers, maar die doe ik pas van het ogenblik dat het interessant wordt. In tegenstelling tot bij Lommel praten wij hier elke week twee of drie keer. Maar dat houdt niet in dat hij geen verantwoordelijkheid draagt. Herman deed de transfers ook niet honderd procent zelf, ik doe al tien jaar de financiële afhandeling.

“De paardensport is wel gemakkelijker : een goed paard kopen heeft meer met geluk dan met geld te maken. Bovendien zijn er daar geen managers en een paard kan niet spreken, dus het dwingt geen contracten af en is altijd content ( grijnst). Terwijl spelers altijd een mening hebben, hé. Maar, pas op, terecht ook, hé.”

Sint-Truiden

STVV maakte van de zomerstop gebruik om zijn stadion te verbouwen. Op 28 augustus, vóór de eerste thuismatch, moet het klaar zijn.

Jullie gaan toch niet in dezelfde val lopen als Genk, waar ze moeten transfereren om hun stadion af te betalen ?

Geert Smets : “Ik denk dat de vernieuwing van ons stadion een noodzakelijk stap is in de evolutie van de club. Wij hadden maar 3000 zitplaatsen, dat is niet meer van deze tijd. De winkel eronder is al voor twaalf jaar verhuurd aan een projectontwikkelaar, de stad heeft een stuk betaald en de rest wordt goed gemaakt door de exploitatie.”

Jullie waren geïnteresseerd in Suzuki. Hoe concreet was die interesse ?

“Er was één voorwaarde : dat er een Japanse sponsor gevonden werd. Ondanks diverse contacten is dat niet gelukt.”

En dan gaat hij uitgerekend naar Heusden-Zolder.

“Chapeau dat zij daar wel in geslaagd zijn. Maar het was ook niet echt moeilijk natuurlijk. Meneer Suzuki zou er beter aan gedaan hebben naar ons te komen, denk ik, want zit je beter bij een ploeg die de bekerfinale heeft gespeeld of bij een B-ploeg ? Want ik heb óók vastgesteld dat het effectief een B-ploeg is van Genk : als je dezelfde spelersgroep en dezelfde sponsor hebt, zie je dat het een en dezelfde club is. Maar wij zijn bijzonder tevreden met ons transferbeleid : met Jochen Janssen hebben we de grote, kopbalsterke spits die we zochten. Suzuki had het toetje kunnen zijn. Verder is er niks weg, dus wij zijn een van de weinige ploegen die zich echt versterkt hebben. Zesduizend abonnees halen is nu onze doelstelling en dan is die 2,5 miljoen euro van de tribune al bijna terugbetaald.”

Lokeren

Alleen Sambegou Bangoura zijn ze kwijt in Lokeren, maar het vertrek van de spits hangt als een vraagteken over de ploeg.

Tevreden over de transferperiode tot nog toe ?

Roger Lambrecht : “Waarom niet ? We zijn in de breedte goed uitgebouwd : tien dezelfde van vorig jaar met vier jonge talenten erbij. En het is niet omdat Bangoura niet meedoet, dat Lokeren niet meer bestaat, hé. Zo kleinzerig moeten we niet zijn. We hebben volgens mij goed materiaal.”

De trainer klonk aanvankelijk nochtans eerder argwanend.

“Dat is normaal, hé. Welke trainer klaagt er niet ? Maar het is waar, we hebben een periode zwak gespeeld. Onze IJslanders en sommige van die nieuwe draaiden nog niet op volle toeren. In het begin was het triestig, want we werken zeer slecht af. Zeer slecht. Maar we moeten nu ook geen algemeen alarm slaan, het ging alle weken beter en dat scoren kan van vandaag op morgen veranderen.”

Want jullie willen onder andere nog een spits aantrekken.

“Ik weet het niet. Als we iemand zeer degelijk op de kop kunnen tikken, zullen we dat doen, maar echt zoeken is dat niet.”

Paul Put klaagde dat hij zijn systeem van vorig seizoen niet meer kon spelen.

“Hij probeert nog altijd hetzelfde te spelen, zie ik. Maar men moet zich aanpassen aan het materiaal dat er is.”

Hoe moet hij dan voetballen ?

“Dat moet hij zelf weten, maar hij speelt nog altijd hetzelfde.”

Anderlecht

Filip De Wilde is het kwijt, waardoor Daniel Zitka voortaan de nummer 1 is in het doel van Anderlecht.

Volgens Hugo Broos moet dat als een bevrijding werken voor jou.

Daniël Zitka : “Voor mij is het de eerste keer in België dat ik echt de nummer 1 ben. Ik hoop dat ik er klaar voor ben. Voor mij was het schitterend met Filip te kunnen trainen. Ik heb daar veel van geleerd, van zijn karakter, kleine technische details die ik liever niet noem, want dat zijn mijn zwakke punten ( lacht). Maar ik werk eraan. Ik heb veel gezien wat mij helpt. Dit jaar gaat het veel beter ; vorig seizoen raakte ik geblesseerd toen ik zijn niveau probeerde te volgen op training. Nu ben ik toch rustiger.”

Heeft Anderlecht met Zetterberg een tijdbom in huis gehaald ?

“Wat ik alleen maar kan zeggen, is wat ik tijdens de rust en voor en na de wedstrijd in Rapid Boekarest heb ik gezien, hoe hij naast het veld reageerde toen hij niet speelde. Schitterend ! Hij wenste iedereen geluk, zorgde voor de goede ambiance in de kleedkamer. Volgens mij absoluut geen mens die jaloers wordt en rommel maakt.”

Hoe hoog schat je de titelkansen van Anderlecht in ?

“Mmm… Na de wedstrijd tegen Brugge zullen we dat pas kunnen zeggen, denk ik.”

Club Brugge

Met drie nieuwkomers versterkte Club Brugge onder andere zijn verdediging, maar laat dat nu net het onderdeel zijn dat Brugge kopzorgen baarde in de voorbereiding.

Hoe kan dat ?

Philippe Clement : “Het was, vind ik, meer een collectief probleem door een gebrek aan frisheid, want in andere wedstrijden, zoals tegen Lissabon, waar toch ook Portugese internationals spelen, hadden we die problemen niet. We hebben misschien wel een vlottere voorbereiding gespeeld dan het voorbije seizoen, maar die negatieve resultaten springen blijkbaar meer in het oog dan de positieve dingen.”

Hoe hoog schat je de titelkansen van Club Brugge in ?

“Als we een kampioenschap spelen zoals vorig jaar, haal je een aantal punten waarmee je kampioen kan worden, en dan is het afwachten wat de concurrentie doet. Ik denk dat het tussen ons en Anderlecht zal gaan en ik verwacht een spannender strijd dan vorig seizoen. De concurrentie is groter. We zullen weinig steken mogen laten vallen, want ik verwacht dat Anderlecht een betere heenronde zal spelen dan vorig seizoen. Dus ik denk dat we niet opnieuw zo’n kloof zullen kunnen slaan.”

Reken je ploegen als Genk of Standard niet tot de titelkandidaten ?

“Dat zal, denk ik, afwachten worden, want ze hebben toch weer veel aanpassingen moeten doorvoeren. Maar als Lierse en Lokeren, dat het wat moeilijk heeft, bevestigen, verwacht ik een spannender competitie dan vorig seizoen.”

door Raoul De Groote

‘Volgens mij is Pär absoluut geen mens die jaloers wordt en rommel maakt.’ (Daniel Zitka)

‘Heusden-Zolder en Genk : dat is één en dezelfde club.’

(Geert Smets)

‘Paarden hebben geen manager en ze spreken niet. Dat is makkelijker.’

(Gaston Vets)

‘Het wij-gevoel is er en er zit toch wat intelligentie in de ploeg.’

(Marc Brijs)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content