De Congolese spits is een van de meest opvallende spelers in de hel van Sclessin. Hij bereidt zich al voor op een gigantische kampioenenviering.
De ober van de Bouquin, een brasserie in het centrum van Luik, is zeker van zijn stuk. “Dit keer zal het niet meer misgaan. Tegen Beerschot, na een eerste helft die de beste was die de Rouches dit seizoen speelden, had het aan de rust 0-4 moeten staan.” Een halfuurtje later komt Dieumerci Mbokani aanschuiven. Nadat hij wat buikspieroefeningen is gaan doen in een fitnesszaal legt hij onder het genot van een fruitsapje nog eens de troeven van dit Standard op tafel. Een groep die zo goed aan elkaar hangt, dat iedereen zelfs liedjes van elkaar leert. Als Milan Jovanovic in de spelersbus de hit uit het vroegere Joegoslavië Wodka en gin aanheft, zingen zelfs Michel Preud’homme en de hele technische staf mee in het Servo-Kroatisch. Iedereen heeft er nu al de mond van vol welk gigantisch feest het straks in Luik wordt als Standard mathematisch zeker is van de titel. De drie aanvallers zullen daar in ieder geval een groot aandeel in hebben gehad. Want door de snelheid en de dribbels van Jovanovic, het kopspel en de collectieve ingesteldheid van Igor De Camargo en de techniek en de kwaliteiten als targetman van Mbokani beschikt de trainer van Standard in het offensieve compartiment over tal van variatiemogelijkheden om verdedigingen van tegenstanders te ontwrichten.
Tomislav Ivic verklaarde onlangs in Het Laatste Nieuws dat jullie het seizoen zonder nederlaag zullen afsluiten. Wat kan er eigenlijk nog misgaan?
Dieumerci Mbokani: “Normaal gezien niets. We kunnen inderdaad het hele seizoen ongeslagen blijven, al is dat natuurlijk niet het belangrijkste. We spreken daar zelf weinig over, al is het natuurlijk na een wedstrijd altijd prettig als je kan zeggen: ‘Weer een tegenstander die ons niet klein heeft gekregen .‘ Maar Ivic heeft gelijk. Normaal gezien zullen we het niet meer laten liggen, maar dat betekent niet dat we onze aandacht mogen laten verslappen. Maar dat Standard kampioen zal worden, heb ik al bij het begin van het seizoen voorspeld.”
Ik heb het nagetrokken en het klopt. Waarom was je toen al zo zeker?
“Omdat ik meteen gezien had dat de kern enorm veel talent heeft. En omdat we daar enorm veel werkkracht aan toegevoegd hebben. Het is geen sinecure om zonder Steven Defour te moeten spelen. Maar door hard te werken en eindeloos bepaalde spelsituaties in te oefenen, kunnen we dat opvangen. Zelf heb ik dit seizoen ook veel progressie gemaakt, omdat ik enorm hard werk op de Académie Robert Louis-Dreyfus. En dat geldt voor iedereen. Club Brugge had verwacht dat we bij Germinal Beerschot pluimen zouden laten, maar door onze uitstekende voorbereiding, is dat niet gebeurd. Ik moet ook zeggen dat de sfeer in de groep werkelijke fantastisch is. Iedereen voelt dat de titel nadert en wil daar volop van genieten.”
Mijn vriend Djo
Nu heb je weer een brede glimlach, maar in januari had je het toch even moeilijk …
“Ik wil daar niet meer op terugkomen. Tijdens de stage in Portugal heb ik mijn mening gezegd, maar dat ligt al lang achter de rug. Volgens mij speelde ik toen te weinig. Ik weet dat ik de groep heel veel kan bijbrengen en ik ben dat nu ook aan het bewijzen. Eerste klasse en Europees voetbal waren niet nieuw voor mij. Mijn leerproces had ik al bij Anderlecht achter de rug. Voetballers hebben geen tien jaar nodig om door te hebben wat ze een groep kunnen bijbrengen. Op het einde van het seizoen 2006/07 stond ik bij Anderlecht in de basis, weliswaar mede door de blessures van Mémé Tchité en Mbo Mpenza, maar eigenlijk had ik al vaker moeten spelen. Bij Anderlecht is het echter niet de gewoonte om jongeren een kans te geven.”
Zal een titel met Standard voor jou een revanche zijn op Anderlecht?
“Helemaal niet.”
Meen je dat?
“Natuurlijk. De bladzijde Anderlecht is voor mij omgeslagen. Maar misschien hebben ze het er in Brussel wel moeilijk mee dat ik in Luik slaag, want daar hebben ze me toch wat aan mijn lot overgelaten. Dat ik bij paars-wit weg moest omdat ik mijn appartement niet goed onderhield, is totaal uit de lucht gegrepen. Ik denk dat ze dat als excuus gebruiken om niet te moeten toegeven dat ze me meer vertrouwen hadden moeten schenken. Dat ik bij Standard wel het vertrouwen krijg en meedraai in het collectief, volstaat voor mij. Het is niet Anderlecht dat me weg wilde. Ik heb zelf die beslissing genomen, omdat ik nood had aan speeltijd, maar ook aan dialoog en begrip. Dat heb ik bij Preud’homme allemaal gevonden en niet bij Frankie Vercauteren. Meer wil ik er niet meer over zeggen.”
Dacht je er in december 2007 ook zo over?
“Ik moet toegeven dat ik toen wat twijfels had. Ik voelde me nogal eenzaam en had ook last van een blessure en weigerde mee te gaan met de groep naar Dender. Maar tijdens de stage in Portugal heb ik alles op een rijtje gezet en heb ik me herpakt. Ik wist dat mijn tweede ronde beter zou worden. Dat is mee te danken aan mijn vriend Djo. Ik heb met hem nog samen gespeeld in Kinshasa. Hij woont nu in Brussel en komt me regelmatig opzoeken. Dan kijken we samen naar het voetbal op televisie en praten we bepaalde wedstrijdfasen door. Dat betekent voor mij een grote steun. Net als de vriendschap met de andere Congolese spelers in de eerste klasse: Lutula, Zola, Mbayo, … Lutula zie ik het vaakst. Ook met hem speelde ik nog samen in Congo. Als we samen optrekken, spreken we over ons land en eten we gerechten van bij ons. Ik besef ook dat ik moet slagen in het voetbal om mijn familie – twee zussen en vier broers in Congo en een grote broer in Parijs – voort te kunnen helpen. Ik ben zeer gelovig: in een klein kerkje dichtbij huis bid ik geregeld opdat het goed zou blijven gaan.”
Anders dan Jova
Waarin ligt het geheim van het succes van het offensieve trio van Standard?
“We zijn erg complementair.”
Speel je het liefst samen met Jova of met Igor?
“Het is de trainer die beslist. Ik kan met allebei spelen. We kunnen ook alle drie op het veld staan. Ik vind dat we van alle ploegen in de eerste klasse veruit de beste aanval hebben.”
Toch heeft Cercle Brugge meer goals gemaakt dan Standard …
“Ja, maar dat wil niet zeggen dat hun offensieve compartiment beter is. Ik vind groen-zwart een sympathieke ploeg, die wat geprofiteerd heeft van het verrassingseffect. Maar de tegenstanders nemen nu meer defensieve voorzorgen en Tom De Sutter is geblesseerd, zodat Cercle veel moeilijker tot scoren komt. Wij moeten al sinds het begin van het seizoen optornen tegen goed vergrendelde defensies. In een aantal wedstrijden hadden we ook heel wat pech en konden we jammer genoeg het slot niet openbreken. Zonder die pech en sommige fantastische reddingen van de doelmannen hadden we minstens tien keer meer gescoord. Maar echte problemen met de afwerking hebben we niet. Het spektakel verzorgen, aanvallen en toch kansen missen hoort nu eenmaal bij het voetbal.”
De spitsen mogen al eens een kans missen, want jullie hebben een granieten verdediging …
“Mja … maar je mag een team niet opsplitsen in drie compartimenten. Het is één geheel. We weten dat we vertrouwen kunnen hebben in de jongens achteraan, maar dat komt ook door het werk van de aanvallers en de middenvelders. Dit Standard verdedigt en valt aan in blok. Dat is juist onze grote sterkte.”
Heel wat waarnemers vinden jou de meest complete spits van Standard met een techniek die aan de legendarische Erwin Kostedde doet denken en dezelfde manier om in volle sprint af te remmen als Milan Galic. Ken je die twee legendarische aanvallers van de Rouches?
“Neen. Dat zal van lang voor mijn tijd zijn. Maar eigenlijk is het eenvoudig: afhaken, de bal aannemen, ruimte maken voor de maats en weer goed inspelen. Dat is de essentie van het voetbal. Ik train daar elke dag op en ik heb altijd zo gespeeld. Ik denk in de eerste plaats aan het collectief.”
Wat moet er nog aan je spel verbeteren?
“Eigenlijk niets. Ik moet gewoon zo vaak mogelijk spelen om van de kwaliteiten die ik al heb nog sterkere troeven te maken.”
Zou je durven zeggen dat je beter bent dan Jovanovic?
“Beter? Neen, ik voetbal anders. Elke speler is uniek: Milan, Igor, Marouane, Steven, Momo, Sira, Axel, … maar dat vormt uiteindelijk een geheel. Ik voel Milan goed aan en weet hoe ik hem in de diepte moet aanspelen en ruimte voor hem moet creëren. Met Igor is het wat anders spelen, want die draait rond mij. Ik kan ook op hun positie spelen, ik bezit veel van hun kwaliteiten, maar heb ook nog troeven die zij minder hebben.”
En daarom heb je jezelf nu onmisbaar gemaakt voor de ploeg …
“Dat heb ik niet gezegd. Ik beweer alleen dat ik me nu erg goed voel en dat eigenlijk iedereen van de groep onmisbaar is om de titel binnen te halen.”
Oranje streep
Als je naar de andere ploegen kijkt, wie is dan de spits die volgens jou de meeste kwaliteiten heeft?
” Ahmed Hassan is grote klasse, hij kan alles met een bal. Congo moet binnenkort tegen Egype een kwalificatiewedstrijd spelen voor het volgende WK. Daar kijk ik geweldig naar uit.”
Jij zal straks wel kampioen worden en hij niet …
“Hij heeft natuurlijk geen palmares meer nodig. Hij heeft er al één. Hij won drie keer de Afrikaanse landenbeker. Misschien lukt het ons in de toekomst ook wel met het talent dat we nu bij Congo hebben. Ondertussen probeer ik prijzen te pakken in Europa.”
In de eerste plaats dus de landstitel met Standard …
“Ja, maar ik ben wellicht de enige in onze kern die al een keer kampioen was: in 2006 in Congo. Dat zorgde ook voor een groot feest.”
Dat wordt hier ook het geval. Espinoza heeft al gezegd dat hij in de Maas zal duiken om de titel te vieren. Spring je hem achterna?
“Ik denk er niet aan. Ik kan niet zwemmen. Heeft Espinoza dat echt gezegd? Ik geloof er niets van. Het water is veel te diep. Zelf zal ik, denk ik, niets speciaals doen om het te vieren. Misschien van aan het stadion tot in het centrum van de stad stappen in voetbalplunje. Dat is vijf kilometer, dat moet te doen zijn.”
Dat is minder opvallend dan je oranje of je gele schoenen en het streepje oranje in je haar …
“Ach, ik hou gewoon van die kleur, omdat ze ook in de Congolese vlag zit. Ik heb een contract met Nike en in die schoenen voel ik me goed. En dat haar is maar een gimmick natuurlijk. Straks verf ik het wit. Dat vind ik ook een toffe kleur.”
Zal je bij Standard blijven tot je contract in 2012 afloopt?
“Neen. Ik denk het niet. Ik droom eigenlijk van Spanje en Engeland. Sira, Sarr en de anderen zeggen me vaak dat ik heel ver kan komen. En dat wil ik proberen. Het is toch niet meer dan normaal dat een sportman ambitie heeft. Ik denk trouwens niet dat ik problemen zal hebben met het feit dat er in die competities meer druk zou zijn. In Kinshasa spelen we ook voor 80.000 toeschouwers. Als ik op het veld sta, hoor ik die niet. En bij Anderlecht heb ik al ervaring opgedaan in de Champions League.”
Wanneer denk je hier te vertrekken?
“Tijdens de mercato van volgende winter. Na de titel en een geslaagde Europese campagne. Dat lijkt me een goed plan. Ik vind dat je altijd ambitieus moet zijn.” S
door pierre bilic – beelden: reporters / gouverneur
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier