Met zeven Vlamingen in de eerste zeven en een tweede wereldtitel van zandkoning Niels Albert zal 29 januari de geschiedenis ingaan als de échte Belgische feestdag van 2012. Een sfeerverslag van vier dagen WK-gekte in Koksijde.

Donderdag 26/1

Het WK is nog niet begonnen, maar de huiszoeking bij Bart Wellens – breed uitgesmeerd in Het Nieuwsblad – legt al een eerste bom onder de festiviteiten. Hét gespreksonderwerp bij iedereen die op en rond het parcours rondloopt, al kan het nieuws honderden joelende kinderen uit zes Koksijdse basisscholen gestolen worden. Op de zogenaamde x-duin openen ze om 13 uur een vlaggenpark. De volledige Belgische ploeg zou acte de présence geven, maar van de profs dagen alleen Rob Peeters en Bart Aernouts op. Dat kan de pret echter niet drukken: wanneer Peeters ‘Waar is da feestje’ in de microfoon brult, davert de duin van het lawaai. “Wat zal dat zondag niet zijn”, lacht hij.

Kevin Pauwels en Niels Albert duiken even later wel op voor een eerste parcoursverkenning. Net als Zdenek Stybar, die zijn succesrecept van vorig jaar in Sankt Wendel opnieuw wil toepassen door een doorgedreven training in te lassen. De Tsjech raast als een stoomtrein over het zand, maar het is vooral Albert die indruk maakt. Zonder dat Stybar het merkt, volgt hij hem spelenderwijs op een kleine achterstand. “Albert is héél goed”, zeggen verschillende waarnemers.

Van Sven Nys is er geen spoor. Hij heeft nochtans een geheim wapen: speciale Dugasttubes voor in het zand, geproduceerd door de Nederlandse bandenkoning Richard Nieuwhuis. “Twee millimeter hoger dan de normale slicks, waardoor ze tijdens de wedstrijd ietsje breder worden dan de maximale toegelaten 33 millimeter. Want hoe breder de tube, hoe gemakkelijker je door het zand klieft”, zegt een insider. Tot verbazing van Nys’ mecaniciens blijkt echter dat ook Pauwels, Vantornout, Stybar én Albert een speciaal setje gekregen hebben. “Iedereen heeft een contract ondertekend waarin stond dat niemand iets mocht lossen”, vertelt een ploegleider. “Wij zullen de tubes niet gebruiken, want eigenlijk zijn ze niet reglementair. Voor de start wel, maar tijdens de cross niet meer. Kunt u aan Peter Van Den Abeele niet vragen of de UCI ook na de wedstrijd de banden controleert?” De psychologische oorlogvoering lijkt nu al begonnen.

’s Avonds vindt in het Casino van Koksijde de prijsuitreiking van de Wereldbeker plaats, met aansluitend een galadiner. Sven Nys lijkt de dresscode aan zijn laars te lappen en komt binnen in een training. “Mooie smoking, Sven”, roept een collega. De Belgische kampioen kan erom lachen: “Ik heb geen uitnodiging gekregen en was er niet op voorzien. Ik heb zelfs geen jeansbroek bij me …” Ook Kevin Pauwels wist van geen uitreiking, maar vond in zijn koffer nog een hemd en een broek. Net als Zdenek Stybar die – heel opmerkelijk – Nys en Pauwels geen blik gunt.

Hoewel de twee Belgen naast elkaar zitten, wisselen ook zij amper een woord. Terwijl Nys met de Nederlandse belofte Lars van der Haar keuvelt, leunt Pauwels onbewogen en met de armen gekruist achterover. Opvallend: wanneer de presentator de laureaten op het podium roept, omschrijft hij de Belgische kampioen als ‘Meneer Sven Nys’, een predicaat dat hij bij wereldbekerwinnaar Pauwels achterwege laat. Die laat het niet aan zijn hart komen: het enige wat hem interesseert, is zo snel mogelijk terug naar het hotel gaan.

Vrijdag 27/1

’s Morgens organiseert de Belgische wielerbond, zoals de traditie het voorschrijft, een persconferentie. Deze keer in hotel Ter Duinen in Oostduinkerke. Geen toeval: ook in 1994 logeerde de nationale ploeg hier. En wie dat WK won, weet ondertussen iedereen.

De persconferentie verloopt zoals gewoonlijk: de Belgische profs verspreiden zich over de ontbijtzaal en worden gebombardeerd met vragen. Nys doet er alles aan om zo zelfverzekerd mogelijk over te komen. “Ik denk dat de waardeverhoudingen van de voorbije maanden gerespecteerd zullen worden. Pauwels en ik zullen de twee sterksten zijn.” Met Stybar houdt de Belgische kampioen, net als de opvallend ontspannen Niels Albert, weinig rekening. “Zdenek heeft nog geen enkele keer indruk gemaakt.” Iets wat Pauwels dan weer tegenspreekt: “Stybar is mijn topfavoriet.” In tegenstelling tot Nys en Albert probeert de wereldbekerwinnaar ook de druk af te houden. “Na zo’n superseizoen hoeft die wereldtitel voor mij niet.” Ingefluisterd door ploegleider Mario De Clercq?

Nog een traditie op vrijdag is de voorstelling van het volgende wereldkampioenschap. Een speciale editie, want voor het eerst trekt het WK-circus over de plas, naar het Amerikaanse Louisville. In zijn speech heeft UCI-voorzitter Pat McQuaid een boodschap voor de Amerikaanse organisatoren: “Zondag zullen jullie iets zien wat jullie nog nooit hebben gezien: sixty thousand crazy and beerdrinking Belgian sports fans. Als jullie aan de helft zouden raken, zou dat al een succes zijn.” Aan het enthousiasme van organisator Bruce Fina en zijn team zal het alleszins niet liggen: “Ons doel is om het veldrijden voorgoed te veranderen! We’re going to impress you!”

Zaterdag 28/1

De WK-koorts neemt stilaan toe, al valt de volkstoeloop tijdens de juniorenrace nog mee. De Belgen starten sterk, in tegenstelling tot een bijzonder zenuwachtige Mathieuvan der Poel. “Mathieu zou niet de eerste topfavoriet zijn die kapotgaat van de stress”, hoopt bondscoach Rudy De Bie, die een bekentenis doet. “Ik heb de junioren beloofd dat ik in de zee duik als een van hen wint.” “Dan ga ik mee, maar niet vanavond, ik wil morgen niet ziek zijn”, lacht Telenet-Fideamanager Hans van Kasteren, die zijn poulain Wout Van Aert de leiding ziet nemen.

Halfweg koers stormt Van der Poel echter onweerstaanbaar naar voren. Van Aert blijft tot in de laatste ronde op een aantal seconden hangen, maar de Nederlander blijft feilloos en behaalt als eerstejaarsjunior zijn eerste wereldtitel. Bij vader Adrie van der Poel is de opluchting bijzonder groot. “Mijn vader heeft veel langer moeten wachten ( tot zijn 36e, nvdr) op zijn eerste wereldtitel, hé”, lacht Mathieu achteraf op de persconferentie.

Na de juniorenwedstrijd verkennen de Belgische profs nogmaals het parcours, Albert en Pauwels beperken zich tot losrijden, Sven Nys legt er de pees op. Coach Paul Van Den Bosch is, samen met ploegleider Jan Verstraeten en Sven Vanthourenhout, een aandachtig toeschouwer. Hij chronometreert elke ronde en ziet zijn poulain na een halfuur stoppen. Nys zet zich op de bovenbuis van zijn fiets, blaast van de inspanning, maar glimlacht. “Sven voelde zich prima. Normaal zou hij drie ronden stevig doorfietsen, maar hij heeft er vier afgelegd. De frisheid is terug”, zegt Van Den Bosch.

Ook Zdenek Stybar test nog een laatste keer. Tot jolijt van zijn supporters, uitgedost met roze hoedjes. “Generale repetitie voor morgen, want dan zullen alle Tsjechische en Belgische fans van Zdenek bijna volledig in het roze – de kleur van zijn nieuwe Specia-lizedfiets – gekleed zijn: vesten, brillen, paraplu’s… We willen het zwart-geel-rood doorbreken”, zegt Konni Ribbens, secretaris van de supportersclub Go Styby Go.

Voor het belofte-WK stromen er steeds meer supporters toe. Zij zien topfavoriet Lars van der Haar een kanonstart maken. Wietse Bosmans sluit vlug aan en rijdt als beste door het zand, maar wordt later in de tang genomen door Van der Haar en zijn landgenoot Michiel van der Heijden. In de sprint moet de BKCP-renner het afleggen tegen de snellere Van der Haar. “Typisch Lars”, lacht vader René. “Hij is explosief, raakt nooit in paniek en kan als geen ander een finale rijden. Ment zegt dat hij een type Mario De Clercq is. Sinds ik de Flandriens van het Veld op Canvas gezien heb, begrijp ik waarom.” ( lacht)

Hoewel hij op het podium luid toegejuicht wordt, kijkt Bosmans sip. De Kempenaar beseft dat hij een unieke kans gemist heeft. Wanneer Van der Haar zijn regenboogtrui krijgt, overstemmen de Nederlandse fans hun zuiderburen. “Wie lust een pilsje? Lars lust een pilsje!” De Rabobankrenner lacht breeduit, ook wanneer Belgische journalisten hem op de persconferentie zeggen dat hij niet de sterkste was. “In het zand niet, neen, maar ik was over de hele koers de snelste, en dát telt.”

Zondag 29/1

Om 9 uur ’s morgens staat het volk op de Herijgersduin al twee rijen dik. “Kunt u naar Sven Nys bellen en zeggen dat hij al mag beginnen? Dan hoeven we zo lang niet te wachten”, grapt Stefaan Van Cauter uit Opwijk die hier om 8.20 uur een van de laatste vrije plekjes innam. “We zullen niet veel eten en drinken, zodat we niet naar het toilet hoeven”, lacht zijn vrouw Veronique. Hun buurman uit Aalst, Steven Matthys, heeft daar iets op gevonden: “Twee imodiums bij het ontbijt! Je moet op alles voorbereid zijn, hé.”

Even verder tikt Brook Watts, organisator van de cross in Las Vegas en drie weken op veldritvakantie in België, ons op de schouders: “Waarom zijn jullie Belgen zo gefascineerd door het nummer Sweet Caroline? Ik hoor niets anders in de tenten. Het lijkt wel jullie volkslied!”, lacht de Amerikaan, duidelijk onder de indruk van de tienduizenden toeschouwers. “Als iedereen vandaag op hetzelfde moment naar het toilet gaat en doortrekt, zal de zee leegstromen.”

Als wat later het dames-WK van start gaat, lijkt half België al op de Koksijdse duinen te staan. Die hebben reden om al een eerste keer te juichen, want na een ongenaakbare Marianne Vos, lijkt Sanne Cant onverwacht op weg naar een medaille. “Nooit zo zenuwachtig geweest”, zucht haar broer Kevin in de materiaalpost. In de laatste ronde blaast hij veertien keer, zet hij zijn muts af en weer op, gaat hij op de hurken zitten, staat hij weer recht en houdt hij zijn hoofd vast, waarna een ongelofelijke ontlading volgt als zijn zus als derde over de streep rijdt. “Jaaaa!!!”

Ook aan de finish vloeien er bij winnares Marianne Vos en vooral bij vader Henk tranen: “Het is Mariannes negende wereldtitel in totaal en toch went het niet. Ik hoop dat het nooit went”, stamelt hij, waarna iemand van de Nederlandse bond meldt dat ze net de adjudant van koningin Beatrix aan de lijn had. “Marianne mag straks een telegram met felicitaties verwachten.”

Na de vrouwenwedstrijden stoppen Nys en co tijdens hun opwarming een voor een bij Renaat Schotte. Ook nu valt op hoe rustig de Grote Vier uiterlijk zijn. “Genieten van de sfeer.” “Geen stress.” “Heel relaxed.” “Vol vertrouwen.” Woorden die telkens terugkeren, ook bij de entourage. Al steken in het Stybarkamp twijfels de kop op: “Zdenek wist de voorbije twee jaar perfect wat hij zou doen, maar nu houdt hij met te veel verschillende situaties rekening. Wat als dit? Wat als dat?”, bekent een intimus van de Tsjech.

De vrees lijkt onterecht wanneer de tweevoudige wereldkampioen samen met Niels Albert in de eerste ronde de discotheek van de Herijgersduin induikt. “Nu ga ik een uurtje tijdrijden”, had de Tremelonaar gezegd toen hij van de rollen stapte en hij houdt woord. Stybar moet vlug afhaken en ook Nys en Pauwels kunnen zijn tempo niet volgen.

In de materiaalpost holt manager ChristophRoodhooft van de ene plek naar de andere, voortdurend achtervolgd door een cameraploeg van de VRT. Elke ronde schrijft hij op een bord een boodschap voor zijn poulain: “Juist verzet!”, “14 seconden! Super!”, “Niets te zeggen!”, “35 seconden!” Of Albert een superdag heeft, vraagt Radio 1-journalist Carl Berteele. “Als Niels vandaag geen superdag heeft, zal hij er nooit meer een hebben”, antwoordt Roodhooft zenuwachtig, terwijl Albert als een briesende stier door de duinen blijft stuiven. De concurrentie heeft het begrepen. Al twintig minuten voor het einde feliciteert Sunweb-Revorploegleider Mario De Clercq zijn collega. En ook bij de massa op de Herijgersduin slaat de gelatenheid toe: de bruisende discotheek is een luidruchtig café geworden.

De aangekondigde bloedstollende vierstrijd blijft uit en mondt uit in de saaiste cross van het seizoen, maar dat kan Roodhooft geen barst schelen. Tijdens de laatste ronde rollen de tranen over zijn wangen en wanneer Albert na de finish in zijn armen rijdt, knuffelt en kust de doorgaans koele manager hem bijna plat. Enkele meters verder wil een ontgoochelde Sven Nys – pas zevende – meteen doorrijden, tot een VRT-medewerker hem kan overtuigen zijn verhaal bij Karl Vannieuwkerke te vertellen.

Ondertussen ruimt de staatsveiligheid de baan voor koning Albert, die wat later zijn naamgenoot een tweede regenboogtrui ziet aantrekken. Naast het podium wachten premier Elio Di Rupo en minister-president Kris Peeters geduldig hun beurt af. Wat Di Rupo, die zijn allereerste cross bijwoont, het meest is opgevallen, vragen we. “Dat een uur door het zand rijden heel hard is. En ook het aantal mensen natuurlijk.” “En dat veldrijden de enige sport ter wereld is waarin zeven Vlamingen de eerste zeven plaatsen op het WK bezetten”, treedt Peeters hem bij. ” Oui, c’est impressionnant“, zegt Di Rupo, die zijn grootste glimlach opzet wanneer hij de kersverse wereldkampioen de hand schudt. “Is het een beetje gegaan?” “Jaja”, lacht Albert.

Wat volgt, is de traditionele procedure na een WK: interview in de VRT-studio, persconferentie voor de schrijvende pers, dopingcontrole, receptie van de Belgische wielerbond, live-interview voor Sportweekend en het VTM-nieuws. “Het kan mij niet schelen waar ze mij overal naartoe brengen. Ik zal er zo veel mogelijk van genieten”, vertelt de Tremelonaar, terwijl hij het hotel verlaat.

Wanneer Roodhooft even op zich laat wachten, monsteren hij en Paul Herijgers nog eens zijn Colnagofiets. “Ik denk niet dat ik hem ooit nog zal wassen. Ieder spatje modder of streepje zand mag erop blijven”, zegt Albert. Herijgers tast ondertussen aan de tubes en schrikt zich plots een hoedje: “Verdomme, uw achterband staat bijna plat.” “Ja, al van in de tweede ronde voelde ik dat hij heel langzaam aan het leeglopen was, maar het heeft me niet gehinderd. Integendeel”, lacht Albert. Wat later komt ook Roodhooft aangestormd. ” Ernesto Colnago ( baas van Alberts fietsenfabrikant, nvdr) heeft zonet gebeld. Hij was in de wolken. Complimenti! Complimenti!”

Roodhooft en Albert vertrekken richting thuisbasis Tremelo, Herijgers kijkt hen mijmerend achterna. “Twee uur voor de start zei ik tegen Niels: ‘Succes, broer!’ Hij had het niet door, maar met ‘broer’ bedoelde ik dat hij mijn opvolger zou worden. Zo zeker was ik.” Als een volleerde waarzegger had de eerste wereldkampioen van Koksijde immers de voortekenen gezien. “Het was alsof het zo moest zijn: de Belgen sliepen in hetzelfde hotel met dezelfde bazin, Niels droeg hetzelfde rugnummer 9, reed net als ik met een Colnago én had ook een chaletje op het parcours.” Daar zat Herijgers zélf voor iets tussen, bekent hij. “Christoph Roodhooft herinnerde zich dat ik in 1994 zo’n huisje gehuurd had en vroeg me een jaar geleden of ik als ereburger van Koksijde iets kon regelen. Dus heb ik met de organisator en de burgemeester gebeld …” ( lacht)

En zo herhaalde zich het scenario van 1994. “Ik had het ook Nys of Pauwels gegund, maar dat Niels nu naast mij staat, als tweede lid van het ‘Broederschap van het Zand’, stemt me oeverloos gelukkig”, aldus een emotionele Herijgers. Geen mens die het hem, of Albert, misgunt.

DOOR JONAS CRETEUR

“Als iedereen vandaag op hetzelfde moment naar het toilet gaat en doortrekt, zal de zee leegstromen.”

Brook Watts

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content