Na drie jaar Turkije zijn Karel D’Haene en Ine Verstaen terug in Waregem, maar definitief op zolder staan hun koffers niet. Karel : ‘Ik wil nog eens voetballen in Nederland. ‘ Ine : ‘Ik dacht eerder aan Portugal.’

Het appartement van Karel D’Haene en Ine Verstaen kijkt uit op de renbaan én het centrum van Waregem. Vorig jaar keek het paar uit op de bergen bij Manisa, daarvoor op de Zwarte Zee. Nog te zien op de verzorgde website van het koppel (www.karelenine.tk), de voorbije jaren dé link voor wie in België wilde weten hoe het Karel en Ine verging in Turkije.

In Waregem werd Karel D’Haene door toenmalig eersteklasser Antwerp FC ontdekt bij vierdeklasser SV Waregem, waar hij aan de zijde van Pieter Merlier en Nathan D’Haemers voetbalde. D’haene zette zich door in de eerste klasse, werd opgemerkt door een scout van Trabzonspor die Yattara bij Antwerp volgde en voetbalde drie jaar in de hoogste Turkse klasse : twee jaar bij Trabzonspor en één jaar bij de neo-eersteklasser Manisaspor in Manisa, een stad in de buurt van Izmir. Twee jaar geleden verzorgde Ine Verstaen een column voor dit blad, waarbij ze om de twee weken haar eigen indrukken uit Turkije zelf neerpende.

Bij Zulte Waregem vind je met Merlier en D’Haemers spelers terug met wie je nog in de vierde klasse voetbalde. Zij bleven in Waregem, terwijl jij al wat afgereisd hebt.

Karel D’Haene : “Het cliché klopt : in het voetbal moet je heel veel geluk hebben om opgemerkt te worden. Als je dan een kans krijgt, moet het meteen raak zijn. Toen Antwerp me opmerkte in de vierde klasse, twijfelde ik om die stap te zetten. Waregem deed me een heel goed voorstel naar vierdeklassenormen. Ik studeerde toen ook aan de unief : eigenlijk was bij Waregem blijven en voetbal in de vierde klasse combineren met studeren geen onaantrekkelijke optie. Ik ging toch en raakte in de ploeg. Terwijl D’Haemers, die ik een veel te goeie voetballer vond voor bevordering, langer in die reeks bleef hangen.”

Valt het mee om na drie jaar buitenland weer op een steenworp van het ouderlijke huis te wonen ?

Karel D’Haene : “Vorige week waren we met Zulte Waregem op oefenkamp : drie, vier dagen aan zee. Dat was voor mij even wennen. Want in Turkije waren we voor het seizoen gemiddeld vijf weken op oefenkamp. Toch waren er een paar spelers bij Zulte Waregem die nu al zuchtten : zo lang van huis.”

Ine Verstaen : “In het begin is het even wennen om weer overal West-Vlaams te horen. Om een warenhuis om de hoek te hebben en overal waar je komt je eigen taal te kunnen spreken.”

Wanneer besliste je naar België terug te keren ?

Karel : “Tijdens de winterstop in Turkije pikte ik hier Zulte Waregem tegen Gent mee. Na de wedstrijd vroeg iemand van het bestuur me of ik niet wilde terugkeren. Later informeerden Sint-Truiden en Brussels ook nog, maar toen had ik hier al getekend. Nu zijn we terug bij vrienden en familie. Dat woog de voorbije drie jaar het zwaarste : het afscheid nemen bij het vertrek.”

Kwijnden jullie weg van heimwee ?

Karel : “Nee. Het laatste jaar was het mooiste. Manisa ligt vak bij Izmir, dat is een toeristische streek, dicht bij Kusadasi, erg Europees.”

Ine : “Ik had er ook werk, als industrieel ontwerpster (de job waarvoor ik studeerde) bij Vestel, de hoofdsponsor van de ploeg, te vergelijken met wat Philips voor PSV en Eindhoven betekent. In Trabzon vond ik géén werk.”

Kreeg je een job omdat je het juiste profiel had, of omdat je de vriendin van Karel was ?

Ine : “Waarschijnlijk het laatste. Toen ik tijdens mijn eerste interview met de CEO van Vestel zei dat geld me niet interesseerde, dat ik vooral ervaring wilde opdoen, begonnen zijn ogen te fonkelen. De volgende dag mocht ik voor een tweede gesprek naar de afdeling. Die man was geïnteresseerd in mijn profiel, niet in het feit dat ik een voetballersvrouw was. Ik werkte voltijds. De voertaal was Turks, met een beetje Engels. Op meetings was dat soms een probleem, mijn Turks was niet zo goed. De meeste energie stopte ik in het taalprobleem, maar ik kon me er wel nuttig maken. In Trabzon voelde ik me nutteloos. Ik was net afgestudeerd, klaargestoomd om aan de slag te gaan. Ineens had ik niets te doen. Het eerste halfjaar was frustrerend. Ik wilde iets doen. Van miserie ben ik dan maar columns gaan schrijven (lacht). Dat viel heel erg mee, ook al had ik geen enkele ervaring met schrijven. Of toch. Ik hield wel een dagboek bij.”

Karel : “We hadden dat onderschat, we gingen er van uit dat Ine er wel iets zou vinden, maar dat lukte niet. Zelfs mensen van Trabzon vinden daar geen werk, zwermen uit over gans Turkije, gaan zelfs naar het buitenland. We dachten ook dat men daar wel wat Engels of Frans zou praten, maar dat viel heel erg tegen. Ik dacht dat op zijn minst de manager van Trabzonspor wat Engels zou kennen. Tenslotte spelen ze toch elk jaar Europees. Maar het enige zinnetje wat hij over de lippen kreeg, was : ‘ Karel, how are you ?’Als ik antwoordde : ‘I’m fine‘, zag je hem al met een blik kijken die verraadde dat hij dat al niet begreep.”

Ine : “Ik ging er een paar weken naar de plaatselijke universiteit, als vrije studente binnenhuisarchitectuur, maar daar moest ik afhaken : alles was in het Turks. Nu spreken we een mondje Turks. Vorig jaar gaven we zelfs een interview op de Turkse sportzender die een cameraploeg bij ons thuis stuurde. De perschef van Manisaspor verzekerde ons dat die reporter Engels kende, maar verder dan ‘ how are you‘ raakte ook hij niet. Toen hebben we alles in het Turks gedaan, daar waren we best fier op.”

Het blijft opmerkelijk hoe een topploeg uit Turkije bij een jonge voetballer terechtkomt die zelfs in eigen land relatief onbekend was.

Karel : “Trabzonspor was geïnteresseerd in Yattara : zo volgden ze verscheidene wedstrijden van Antwerp. Daar zagen ze in mij een type dat ze nog konden gebruiken. Op een dag kreeg ik een telefoontje van een Turkse makelaar : of ik geïnteresseerd was om naar Trabzonspor te gaan ?”

Veel Belgische spelers zouden, gealarmeerd door berichten over wanbetalingen, bedanken voor de eer en veilig voor het vertrouwde kiezen.

Karel : “Ik vond het een interessante uitdaging, ik had niets te verliezen. Ik sta open voor zulke dingen. Even heb ik getwijfeld, omdat ik de voetballerij bij Antwerp combineerde met universitaire studies aan de EHSAL in Brussel. Ik zat toen in mijn derde jaar handelswetenschappen. Uiteindelijk bedacht ik dat ik later altijd die draad weer kon oppakken. Dat wil ik trouwens dit jaar ook doen, verder studeren. Bij Zulte Waregem heb je daar tijd voor.

“In het laatste jaar middelbaar kreeg ik de kans om via een uitwisselingsproject een paar maanden naar Napels te gaan. Ik vond dat maar niets, maar mijn vader raadde me aan toch te gaan. Dat werd zo’n meevaller dat ik me voornam om, als ik ooit de kans kreeg om in het buitenland te gaan werken, het op zijn minst te proberen. Ik schakelde met Willy Hox wel een Belgische manager in om die transfer af te handelen. Het leverde me een uitstekend contract op. Tot ik ginder van de Turkse spelers hoorde hoeveel zij verdienden. Toen bleek ik een wel erg modaal loon te hebben. Bij Manisaspor had ik wél een goed contract. Toen wist ik dat wanneer ik zou terugkeren naar België, ik op financieel vlak flink zou moeten inleveren.”

Had je langer in Turkije kunnen blijven ?

Karel : “Ja. Er was interesse van Kayserispor en Antalyaspor, maar mijn besluit om terug te keren stond vast. Vorig jaar wilde ik graag weg uit Trabzon, maar nog niet uit Turkije. Een eenjarig contract bij Manisa, dat net van tweede naar eerste was gestegen en dat in een toeristische streek lag, kwam me perfect uit.”

Ben je nu een bekende naam in Turkije ?

Ine : “Buitenlanders zijn heel erg geliefd in Turkije. Hier in België is dat niet altijd het geval. Turken zijn erg naar het Westen gericht. Ze kijken erg op naar Europa, willen er zo graag bij horen. Zowel in Trabzon als Manisa voelden we ons gerespecteerd. Het zijn enorm vriendelijke, eerlijke mensen. Turken zijn mensen met een goed hart. Als familie en vrienden op bezoek kwamen, werden die mee uitgenodigd bij mensen thuis.”

Werd jij er als vrouw au sérieux genomen ?

Ine : “Toch wel.”

Karel : “Qua taken in het huishouden doet de Turkse vent niets. Als ik zei dat ik de strijk had gedaan, trokken ze zulke ogen. Dan vroegen de mannen me wat me bezielde.”

Ine : “Als we Turks bezoek kregen en Karel ging naar de keuken om hapjes en drank, vroegen de mannen meteen waarom hij dat deed, waarom ik dat niet deed. De meeste andere spelersvrouwen snapten ook niet dat ik uit ging werken terwijl we dat financieel niet nodig hadden. Hun basisidee was : als je het je kan permitteren om als vrouw thuis te blijven, waarom doe je dat dan niet ?'”

Welke les draag je mee na drie jaar buitenland ?

Ine : “Onze blik op de wereld is verruimd. We hebben geleerd dat alle mensen gelijk zijn, dezelfde behoeften hebben, door dezelfde angsten gekweld worden. Wij zijn bang dat zij van ons moslims willen maken, maar net zo hebben zij schrik dat wij, christenen, hen gaan bekeren. De meesten zijn even veel of weinig moslim als wij katholiek zijn. Ze zijn minder fanatiek dan wij van hieruit dachten.”

Karel : “Op afzondering bidden alle moslims op vrijdag wel allemaal. Yattara was ook moslim, maar niet praktiserend. Maar de andere spelers haalden hem wel uit zijn kamer voor het gebed. Ze drongen wel aan om eens de koran te lezen. Maar ik heb nog niet eens de bijbel gelezen. Een paar spelers wilde me graag overtuigen : ‘Kijk eens naar buiten, naar de zon en de bomen : wie heeft dat gemaakt ? Allah toch ?” Toen ik repliceerde dat zoiets wetenschappelijk te verklaren valt, via de oerknal, zag je ze denken : wat een hopeloos geval.”

Ine : “Op mijn werk waren veel collega’s tegen de strenge beleving van de islam. Die waren helemaal niet te spreken over het dragen van een hoofddoek. In Trabzon zag je ongeveer de helft van de vrouwen met een hoofddoek, in Izmir bijna geen. Izmir wordt in Turkije ook de ongelovige stad genoemd.”

Is de voetbalbeleving anders in Turkije ?

Karel : “Voor elke wedstrijd ga je in afzondering : bij Trabzonspor twee dagen, bij Manisaspor één dag. Op een enkele uitzondering na doe je alle verplaatsingen met het vliegtuig. Van Trabzon naar Samsun ging met de bus, dat is naar Turkse normen een korte verplaatsing : zes uur heen en zes uur terug. Op gewone trainingsdagen ben je de hele dag op de club : ’s ochtends trainden we om tien uur en nog eens om vijf uur.”

Kon je als modale voetballer uit België makkelijk mee in het Turkse eersteklassevoetbal ?

Karel : “Dat viel beter mee dan ik verwachtte. Tenslotte mogen Turkse clubs maar zes buitenlanders aanwerven, waarvan er vijf op het veld mogen staan. Trabzonspor is een van de vier grote clubs in Turkije, die buitenlanders zijn allemaal internationals. Op een dag waren alle buitenlanders weg omdat er interlandvoetbal geprogrammeerd stond. Toen ik op training kwam, zetten alle Turken grote ogen op : moest ik niet in België zijn voor de nationale ploeg ? Ze gaan er van uit dat een buitenlander die een transfer naar Turkije kan afdwingen in zijn eigen land al een vedette is.”

Viel het voetbalniveau mee ?

Karel : “Individueel ligt het niveau van bijna elke speler hoger dan in België. Tactisch probeert iedereen zelf een actie te maken en zijn tegenspeler te passeren, terwijl in België combinatievoetbal primeert. Eigenlijk vond ik het als middenvelder in Turkije niet zo plezant, omdat je veel één-tegen-éénsituaties krijgt. Als je vrij staat en de bal vraagt, proberen ze eerst te dribbelen en hem dan te geven. Pas als ze zelf niet weg kunnen, geven ze de bal, wat dikwijls te laat is. Daarom voelde ik me beter achterin. Als verdediger bleef ik overeind in de Turkse eerste klasse. Ik debuteerde er ook Europees. Tegen Villarreal stond ik tegen Riquelme, ik vond hem toen niet eens zo goed. Het tweede jaar verloren we van Dynamo Kiev. In de UEFA-beker sneuvelden we tegen Bilbao.”

Hoe reageert het publiek als je thuis verliest ?

Karel : “De busrit van het stadion naar het trainingscomplex verliep hectisch na een thuisnederlaag. Er werd van alles naar de bus gegooid.”

Ine : “Mijn eerste match in het stadion was Trabzon-Fenerbahçe, dé match van het jaar. Het stadion zat stampvol, zoals gebruikelijk braken er relletjes uit. Men begon met stoelen te gooien, een stoeltje belandde op het hoofd van de persoon voor mij. Toen wilde ik absoluut meteen naar buiten. Toen men de sleutel van het poortje niet meteen vond, nam ik me voor om geen enkele wedstrijd meer bij te wonen. Maar een paar weken later ging ik toch weer kijken.

“Als ik dan zag hoe het publiek bij thuismatchen van Zulte Waregem reageerde, snapte ik niet waarom iedereen gewoon braaf op zijn stoeltje bleef zitten.”

Heb je Erik Gerets ontmoet toen je tegen Galatasaray speelde ?

Karel : “Ik ben hem voor de wedstrijd een hand gaan geven, maar aan zijn reactie merkte ik dat hij me niet kende. Wat hij daar neerzette, de titel, was mooi werk, als je weet dat ze bij Galatasaray maanden niet betaald werden.”

Werd jij altijd correct betaald ?

Karel : “Altijd. Bij Trabzon duurde het soms een maand of twee, maar ik heb elke lire gekregen. Bij Manisaspor werden we zelfs stipt op tijd betaald.”

Blijf je nu in België of wil je ooit terug naar het buitenland ?

Ine : “Ik was aanvankelijk niet enthousiast om nu al naar België terug te keren, terug onder de kerktoren. Nu zie ik het wel zitten. Ik solliciteer volop, ik wil opnieuw aan de slag als industrieel ontwerper. Maar van mij mag Karel over een paar jaar weer naar het buitenland. Portugal bijvoorbeeld lijkt me wel interessant.”

Karel (negeert de ontzette blik in Ines ogen) “Mij spreekt het Nederlandse voetbal enorm aan.”

Ine : “Misschien moet ik dan maar opnieuw een column gaan schrijven.”

Doen, Ine !

GEERT FOUTRé

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content