Bij Club Brugge zijn het vreemde dagen. Ondanks al het verdriet moet het terug aan de toekomst beginnen denken. Voor general manager Filips Dhondt is dat niet anders. ‘Het verwerkingsproces is zich aan het afwikkelen en nu groeit het besef: we moeten vooruit.’

Vrijdag gingen de spelers van Club Brugge met vakantie. Het werd een ingetogen afscheid van een seizoen vol emoties, waarbij de sportieve afwikkeling werd overschaduwd door het drama in de laatste rechte lijn. Wie even omkeek bij het verlaten van het Jan Breydelstadion kon nog de foto van François Sterchele groeten, op groot formaat opgehangen aan de achterkant van de tribune waar de Blue Army hem zo vaak bejubelde. In de hall van het businessgebouw van Club staat nog een andere foto van de spits, een glimlach met een zwarte rand. Maar bloemen en andere rouwbetuigingen werden eerder op de week discreet weggehaald, mede op vraag van de familie. Langzaam verwerkt men het trauma dat de dood van de spits veroorzaakte, gebukt onder leed richt men traag maar zeker de blik op de toekomst.

Filips Dhondt, general manager van de ploeg, tracht in een sereen gesprek waarin de emoties nog vaak opspelen, te verwoorden wat zich in Brugge heeft afgespeeld. Dat begon al met het nieuws, dat op donderdagochtend 8 mei in alle vroegte met een mokerslag iedereen wakker schudde. Dhondt: “De manier waarop diverse mensen dat tragische nieuws te weten zijn gekomen … Iemand van de club werd wakker gebeld door een journalist van de radio met de vraag: wat is uw reactie op het overlijden van François Sterchele? Die wist nog van niks, het was twintig voor zeven. Zelf ben ik wakker geworden met het radionieuws, waarbij ik het begin had gemist. Ik hoorde iets van: “… de wagen reed rechtdoor tegen een boom.” En dan de volgende zin: “François Sterchele werd 26 jaar…”

En zo had iedereen wel zijn eigen verhaal. Dhondt: “Vanaf zeven uur zijn we zelf mensen beginnen opbellen om hen het nieuws te melden. Om acht uur zaten we hier allemaal rond de tafel, verslagen. Voorzitter, trainer, persverantwoordelijke, Luc Devroe, de assistent-trainer … Een stuk of acht mensen. Allemaal met de vraag: en nu, wat moeten we doen? Individueel, collectief … Het emo-tionele is één element, maar je moet als club ook onmiddellijk in actie treden. Je weet dat er massaal veel mensen zullen reageren, dat er veel rouwende supporters gaan komen. In de grootst mogelijke sereniteit hebben we geprobeerd alles te kanaliseren. Alles laten doorgaan, de hele verwerking, maar tegelijk ook geprobeerd om het te doen op een aantal ankerplaatsen en ankermomenten. Want je weet: twee dagen later is er al een wedstrijd.”

Moest je die laten doorgaan, vroeg menig voetballiefhebber zich in een eerste reactie af. Dhondt: “Dat waren ook onze vragen. Jacques De Nolf keek onmiddellijk naar de reglementaire mogelijkheden en we hebben nog voor tien uur contact opgenomen met Herman Wijnants van Westerlo, onze tegenstander.”

Vanaf het eerste moment was er ook contact met de familie. Dhondt: “In dergelijke situaties, vind ik, bepaalt de familie wat er gaat gebeuren. Wij hebben niks willen organiseren of laten doorgaan, zonder medeweten of akkoord van de familie. Dat was een van de basispunten. Als zij vond dat alles in intieme kring moest gebeuren, moest je dat respecteren.”

En dan klinkt het, even stil: “Het is cru om zeggen: maar hier heb je geen draaiboeken voor. Voor al de rest heb je ervaring of een draaiboek, maar voor zoiets niet. Gelukkig maar.”

Twaalfduizend mensen

In de communicatie naar buiten werd eerst even gevraagd om een pauze en volgde daarna een mededeling. De website werd gesloten, op een sereen portret van Sterchele op de homepagina na. Ook werd beslist om een rouwkapel te bouwen op het oefenveld, een ankerplaats waar de supporters hun verdriet even kwijt konden.

Dhondt: “Die gaf de mogelijkheid om op een zeer serene manier een rouwbetuiging te doen. We hebben 12.000 kaartjes laten drukken en daarvan zijn er 70 over. Er zijn dus op twee dagen tijd ongeveer 12.000 mensen gepasseerd, vrijdag en zaterdag. Het rouwregister op de website is getekend door 50.000 mensen, je ziet wat voor een impact het gebeuren op de supporters had.”

Een tweede ankerplaats was de wedstrijd. Dhondt: “Daar wisten we echt niet hoe de massa, bijna 28.000 man, zou reageren. We hebben even gespeeld met de gedachte om niet aan te treden, maar dat bleek geen optie. Achteraf gezien is de wedstrijd in het rouwproces van de mensen belangrijk geweest. Zowel voor spelers, staf, bestuur, sponsors als supporters.

“De wedstrijd. Het respect van iedereen was fenomenaal. Ik kwam hier aan zoals altijd, zo’n 2,5 uur voor de wedstrijd. Het liep hier vol. De spontane steunbetuigingen aan de hekkens … Je moet de mensen een mogelijkheid bieden om zich te uiten.”

Voor de spelers was er opvang vanaf het eerste moment. Dhondt: “Zij zitten tenslotte dag in dag uit bij mekaar, leefden met François. De opvang kwam in eerste instantie vanuit Club Brugge zelf, maar de mogelijkheid tot externe opvang was er en is er, nu ze met vakantie zijn, nog steeds. Spelers kregen allemaal een telefoonnummer, hen aangereikt vanuit de medische staf van de club. Het nummer van iemand van het AZ Sint Jan, hier in Brugge, omdat wij zelf geen psycholoog in dienst hebben.”

Op zaterdagmorgen, een paar uur voor de wedstrijd, belde de familie. Dhondt: “Rond negen uur, dat ze onderweg waren naar Brugge. Zijn moeder met haar vriend, zijn grootvader. We hebben die mensen opgevangen, begeleid naar de kleedkamer, naar zijn kastje, naar de rouwkamer. Er is dan ook overleg geweest over de begrafenis. Zijn mama vroeg of ze zijn schoenen mocht meenemen. Die stonden klaar voor de wedstrijd. Zijn lievelingsjas hing er nog, die heeft ze ook meegenomen. Niet gewoon, echt niet gewoon …”

Een permanent aandenken

Maar een mens moet door, de toekomst in, al beseft Dhondt goed genoeg dat het nog lang zal nazinderen. Dhondt: “Een rouwpe-riode afsluiten gebeurt voor iedereen individueel. Maar je moet het ook als club en daar is het zoeken naar een delicaat evenwicht. We hebben geopteerd om dinsdagavond op de website een bericht te zetten dat eindigde met ‘ Rust nu in vrede François.’ Ergens om aan te geven dat je ook als Club vooruit moet. Op verzoek van de familie hebben we alle rouwbetuigingen aan de hekkens weggenomen. We overleggen nu met de familie wat ermee gaat gebeuren. De website is woensdag weer met andere informatie achter een serene opening gestart. De vlaggen hangen niet langer halfstok.

In zijn bureau laat hij alles verzamelen: foto’s, souvenirs, … Dhondt: “Ik heb de allerlaatste shirts van François naar hier laten brengen. Voor de materiaalmeester is dat anders niet te doen. Nu kan hij zeggen: ik heb niks meer en kan men de man niet meer onder druk zetten. Het kastje van François maken we nu ook verder leeg, de inhoud bezorgen we aan de familie. De foto buiten blijft nog zeker een tijdje hangen, we geven de mensen nog steeds de mogelijkheid om te rouwen, de herinnering moet levendig blijven. Hoe of wat weet ik op dit moment nog niet, maar er zal iets permanents blijven, uiteraard. Maar daarvoor moeten we opnieuw de koppen bij mekaar steken, in overleg met de familie en de spelers. Als de jongens oordelen dat in de kleedkamer dit niet of dat wel kan, gaan wij als bestuur niet opleggen wat er moet gebeuren. Het definitieve intrekken van het nummer 23 is op dit moment nog geen formele beslissing, maar dat zit eraan te komen.”

‘Iedereen een behouden thuiskomst’

Op twee dagen van een belangrijke wedstrijd ’s nachts nog zo laat op de weg, en zo snel in het verkeer. Kan je spelers begeleiden om zulke dingen te voorkomen?

Dhondt zucht: “Contractueel kan je dingen laten opnemen, maar die zijn wat ze zijn. Je kan niet iemand op alle punten controleren. Je kan begeleiden als je dingen ziet gebeuren, mensen toespreken, advies geven, je kan in een contract laten opnemen dat ze niet sneller dan 120 km per uur mogen rijden, maar dat staat al in de wet. En het blijven jonge mensen die je onmogelijk 24 uur lang kan achtervolgen. Ik hoop dat ieder voor zich er lessen uit heeft getrokken. In het recente verleden zijn er nog ongevallen gebeurd. Emile Mpenza heeft crashes overleefd, gelukkig voor hem. Maar uiteindelijk was het een gelijkaardig verhaal. Spelers, supporters, we doen allemaal wel eens dingen. Daarom ook hebben we na de wedstrijd tegen Westerlo aan het einde bewust één boodschap meegegeven: iedereen een behouden thuiskomst. Want er is niemand vrij van. Spelers niet, supporters evenmin.”

Dat aureool van onaantastbaarheid …

Dhondt: ” TheUntouchables. Dat is zo. Want het is uiteindelijk een auto-ongeval geweest, zoals er zoveel gebeuren. Peter Vandenbempt heeft het zo goed verwoord in zijn column ‘François en alle anderen’. Gelijk heeft hij. Maar daar gaan wij als Club niet op in, die zaak neemt toch geen keer meer. We hopen alleen dat iedereen nu nadenkt. Dat er mensen zijn die veel om je geven, mensen die achterblijven.”

Sportieve consequenties

Emotioneel was het overlijden een klap, sportief ook. Dhondt: “Absoluut, een aderlating, het is duidelijk dat de ploeg van volgend jaar voor een stuk rond François ging gebouwd worden. De flanken zouden worden versterkt, zodat François centraal zou kunnen spelen, echt in punt. Morgen (zaterdag, nvdr) is er een al langer geplande strategievergadering, die nu qua inhoud ergens wordt verlegd. Nu moet je plots een nieuwe positie invullen. Daaromtrent is overleg gepland, met de trainer, de manager, de technische staf … Maar ook hier pleit ik voor sereniteit, het heeft geen zin om te overhaasten. De transferperiode moet nog beginnen en loopt tot eind augustus. Je moet eerst evalueren wat er is, de kwaliteiten van de huidige kern en de situatie rustig bekijken. Want ook dat is geen bespreking die je kan voeren als het verdriet nog immens is.”

Hebben managers al alternatieven aangereikt? Dhondt: “Faxen lopen altijd binnen, maar ik denk niet dat er van die kant geen medeleven noch begrip is. We spreken doorlopend met mensen, maar we mogen zeker niet zeggen dat er nu plat opportunisme is, helemaal niet. Er is zelfs een zekere schroom.”

Verandert het iets aan de situatie van de spitsen? Salou Ibrahim leek op weg naar een nieuwe club.

Dhondt: “Er is hier altijd gezegd: als er interesse is voor een speler, wordt dat altijd individueel bekeken. We gaan dat nu ook weer doen, maar, en dat is duidelijk, binnen de nieuwe situatie. De basiscontext is veranderd. Meer kan je daar niet op zeggen.”

Financieel heeft het overlijden ook gevolgen. Kan een club zich verzekeren tegen zoiets? Dhondt: “Daar kan ik weinig over zeggen. We hebben aangifte gedaan van het ongeval bij onze makelaar en nu zien we wat er gebeurt.”

Dus ja, Club is verzekerd?

Dhondt: “Meer gaan wij daar echt niet over zeggen.”

Zo’n speler vertegenwoordigt wel wat in het budget. Er is transfergeld betaald, hij heeft op zijn 26ste nog een groeimarge en dus een zekere doorverkoopwaarde …

Dhondt: “Absoluut, zo is dat. Ook dit is een element in onze strategie die we moeten uitstippelen. Iets waarmee we moeten leven. Een systematiek in een voetbalclub is dat je hoopt van zo’n speler dat je die misschien een paar jaar later kan doorverkopen. Je lijdt dus uiteraard een economisch verlies, naast het emotionele en sportieve verlies. François was nog jong, zijn integratiejaar voorbij, op dat punt stuikte het hele kaartenhuisje in mekaar. En dus is het voor een stuk je strategie die je al een hele tijd in het hoofd had weggooien en opnieuw herbeginnen, of de beschikbare kaarten anders leggen. Als we in september geen enkel doelpunt hebben gemaakt, zal men nog wel eens zeggen: jammer van François, maar zullen de fans ook wel anderen willen zien scoren. Dus: niet te snel, niet te emotioneel reageren, het verwerkingsproces zich rustig laten afwikkelen, maar wel met het besef: we moeten vooruit.” S

door peter t’kint – beelden reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content