Zaterdag gaat Mark Cavendish (HTC-Columbia) op zoek naar een tweede opeenvolgende overwinning in Milaan-Sanremo. Het was in Vlaams-Brabant dat de Britse cannonball ooit de eerste stappen van zijn wegcarrière zette.

Op het dressoir in de woonkamer van een ruim herenhuis in Tielt-Winge staat een bos zegebloemen van ruim vijf jaar oud. Ze kwamen Mark Cavendish toe, toen hij als negentienjarige knaap een kermiskoers in Diest won. Het was de eerste overwinning van Cavendish in België, waar hij in 2007 zijn blitzcarrière voorgoed zou lanceren met een overwinning in de Scheldeprijs.

Het herenhuis is eigendom van Tim Harris, een 47-jarige Engelsman die tussen 1985 en 1996 van wielrennen zijn beroep maakte. Zijn gloriemoment als renner beleefde Harris in 1989: hij veroverde toen de nationale titel. Zijn woning is omgetoverd tot een gastenverblijf voor wielrenners. De voorbije maanden vonden jonge Amerikaanse en Canadese veldrijders er onderdak. Nu zijn de nationale wegselecties van Canada en Nieuw-Zeeland bij hem te gast.

Vijf jaar geleden verbleven acht Britse renners bij Harris. Drie ervan zouden het tot prof schoppen. Mark McNally is tegenwoordig ploegmaat van Niko Eeckhout bij het Ierse An Post. Ed Clancy reed een paar jaar in het shirt van Landbouwkrediet en werd olympisch kampioen ploegenachtervolging in Peking. De derde jongeman maakte naam als Mark Cavendish.

Hoe kwamen ze bij jou terecht?

Tim Harris: “Op verzoek van oud-renner Rod Ellingworth, net als ik afkomstig uit het oosten van Engeland. Hij is tegenwoordig race coach bij Team Sky, maar was destijds verantwoordelijk voor de opleiding van jonge renners bij de Britse wielerbond. Hij was als coach verbonden aan de British Cycling Academy, een leerschool voor beloften die in 2005 vanuit Manchester werd opgericht. Rod en ik kenden elkaar al vijftien jaar. Hij wilde met zijn renners naar België komen om in de kermiskoersen te zien wat ze waard waren. Hij belde me op: ‘Kunnen er zes renners bij jou komen logeren?’ Tot die eerste lichting behoorde Cavendish. Zonder Rod Ellingworth was er in de wielerwereld nu geen sprake van Mark Cavendish. Hij heeft hem getraind.”

Grote kampioen?

Welke indruk maakte Cavendish toen hij op zijn negentiende bij je introk?

“Tegenover mij was hij in het begin eigenlijk redelijk verlegen. Maar ik herinner me vooral zijn lef. Mark was niet groot, had als wegrenner nog niks gewonnen, maar hij was ongelooflijk zelfverzekerd. Hij dacht en zei toen al dat hij de beste was en dat niemand hem kon verslaan. In zijn hoofd was het al een uitgemaakte zaak dat hij tot de wereldtop zou doorstoten. Hij kwam daardoor een beetje arrogant over, maar hij was wel graag gezien. De bewoners van het eiland Man hebben altijd voor alles een goede uitleg, je moet ze kennen om ze te kunnen appreciëren. Hun reputatie kan je vergelijken met die van de Antwerpenaren in Vlaanderen.”

Kon je vermoeden dat Cavendish later zijn woorden in daden zou omzetten?

“De kermiskoers die hij in Diest won, was een van zijn allereerste wedstrijden in België. Hij bewees dus meteen zijn talent. Maar veel meer dan zijn talent vielen echter zijn doorzettingsvermogen en wilskracht op: hij ging door de muur om te winnen. Uit allerlei tests bleek dat hij geen topbelofte was. Het vermogen dat hij trapte, was absoluut niet super. Gerald Ciolek, die bij de profs zijn ploegmaat zou worden, was een veel grotere belofte. Zijn resultaten waren duidelijk beter. Toen Ciolek wereldkampioen werd in Salzburg, vond Cavendish dat best vervelend. Hij had liever zelf gewonnen.”

Toch heb je de bloemen bewaard die hij in die kermiskoers kreeg.

“Ja, omdat hij bij mij logeerde toen hij zijn eerste koers in België won. Ik vind het een mooie herinnering. Er zijn mensen in het leven die voorbestemd zijn om bovennormale prestaties te leveren. Cavendish is zo iemand. Er zijn veel renners die in grootspraak vervallen en hun woorden nooit kunnen waarmaken. Bij Mark echter voelde ik dat hij iets speciaals had. Ik zag dat hij een degelijke prof kon worden. Maar dat hij een grote kampioen zou worden en dat het allemaal zo snel zou gaan? Nee, dat had ik niet durven te denken.”

Niet voor flauwe mensen

Werkte Cavendish harder dan zijn huisgenoten?

“Nee, zijn stelling was: ‘Als ik prof word, dan zal ik trainen als een prof. Zolang ik amateur ben, train ik als een amateur.’ Mark stond ook een stuk zwaarder dan later bij de profs. Maar hij had het voordeel dat hij niet opgebrand was toen hij overstapte naar de profs en nog een groeimarge had.

“Marks levensstijl was niet anders dan die van zijn huisgenoten. Ze gingen trainen, keerden terug naar Tielt-Winge, aten iets en surften nog wat op het internet. Meer moet je je er niet bij voorstellen. Rod Ellingworth was verantwoordelijk voor hun trainingen. Maar anders moesten ze alles zelf zien te beredderen: koken, poetsen, hun fiets onderhouden. Ze leerden zo verantwoordelijkheid te nemen. Als ze wilden meedoen aan een kermiskoers, moesten ze ernaartoe fietsen en met de fiets terugkeren. Alleen het vervoer van Manchester naar hier en hun deelname aan wedstrijden werd voor hen geregeld. Ja, het ging er redelijk hard aan toe. Maar dat moet, want de wielersport is niet voor flauwe mensen.”

Had Cavendish geen last van heimwee?

“Als Brit weet je van tevoren dat je naar het vasteland moet komen, wil je wielrenner worden. Heimwee staat dus niet in ons woordenboek. Als je iets wil bereiken, moet je ervoor gaan. Weet je, die jonge gasten hebben hier ook veel plezier kunnen maken en kattenkwaad uithalen. Ze vormden een hechte groep vrienden in het buitenland. Bovendien was Cavendish het van kindsbeen af gewend om van huis te zijn. Als tiener nam hij op vrijdag de boot van Man naar Liverpool: drie uur varen. Dan bracht hij de nacht door bij kennissen om zo te kunnen deelnemen aan een wielerwedstrijd op het Engelse vasteland. Zondagavond reisde hij per schip terug naar Man. De stap om naar België te komen was nadien voor hem dus niet meer zo groot.”

Hoe lang heeft hij in jouw woonst verbleven?

“Eén jaar. Het jaar erop, in 2006, heeft de British Cycling Academy een basis opgericht in het Toscaanse Quarrata. Cavendish en zijn gezellen zijn toen naar daar verhuisd. Ze werden er opgevangen door Max Sciandri ( de tot Brit genaturaliseerde Italiaan die in 1995 een rit won in de Tour, nvdr), die in Quarrata woont. In Italië zouden ze minder wedstrijden rijden. Maar ze konden deelnemen aan wedstrijden van een hoger niveau en ook meer etappekoersen rijden dan in Vlaanderen. De Giro voor beloften bijvoorbeeld. In het najaar van 2006 heeft Cavendish dan een stagecontract versierd bij T-Mobile, waar hij prof zou worden. Zo gaat het in zijn werk bij de Academy: na twee jaar is het een kwestie van een profploeg te vinden. Anders moet je stoppen, want dan is het tijd om de volgende lichting junioren te laten doorstromen.”

Vlaanderens mooiste

Is het traject dat Cavendish heeft afgelegd vergelijkbaar met het jouwe?

“Ik was zeventien toen ik naar Italië trok om renner te worden. Maar in die tijd stelde de Engelse wielersport helemaal niets voor. Er waren af en toe enkele toppers, zoals Chris Boardman en David Millar, maar wij moesten zelf onze weg maken. De Cycling Academy is er maar later kunnen komen met geld van het baanwielrennen. Die academie is nu wel de kweekschool van Sky.”

Stel dat Cavendish volgend jaar naar Sky verhuist, dan keert hij feitelijk dus terug naar de stal. Een logische carrièrewending?

“Ja en nee. Het zou voor iedere Brit mooi zijn om Cavendish in de trui van Sky te zien en natuurlijk willen ze bij Sky al de beste Britse renners in hun rangen. Maar aan de andere kant, de doelstelling van Sky is om de Tour de France te winnen. In het huidige wielrennen is het onmogelijk om zowel voor de groene als voor de gele trui te gaan. Het zou niet evident zijn om met de helft van de ploeg de sprint aan te trekken voor Cavendish en met de andere renners Bradley Wiggins bij te staan in het gebergte. Dus is het maar de vraag of het verstandig zou zijn van Cavendish om naar Sky te gaan.”

Laat het ons eerst over dit voorjaar hebben. Wat verwacht je in Milaan-Sanremo van hem?

“Mark heeft achterstand opgelopen door een tandinfectie. Zijn voorbereiding is dus niet zoals de andere jaren verlopen. Misschien komt Milaan-Sanremo nog te vroeg, al mag je Cavendish nooit afschrijven. Als hij met de eerste groep over de Poggio komt, dan zal hij 99 van de 100 keer winnen.”

Hij wil straks debuteren in de Ronde van Vlaanderen.

“Hoe sneller hij deelneemt aan de Ronde van Vlaanderen, hoe meer kans hij maakt om ze in de toekomst te winnen. In de Ronde moet je immers heel veel parcourskennis hebben. Het wringwerk zal hem liggen, hij ontwikkelde zijn behendigheid op de piste. Hij heeft ook de explosiviteit voor de hellingen. Als hij de Ronde van Vlaanderen wil winnen, moet hij er een echt doel van maken. Cavendish kennende, zal hij dat doen. Hij heeft bewezen dat hij de snelste sprinter is. Hij wil meer. Ik ben ervan overtuigd dat hij het potentieel heeft om de Ronde ooit te winnen. Tot nu toe heeft hij alle doelen bereikt die hij voor zichzelf gesteld heeft. Wie zegt dat Cavendish Vlaanderens Mooiste nooit kan winnen, is niet slim.”

Vriendin in Paraguay

Er wordt ook gezegd dat hij deze winter minder hard voor zijn vak geleefd heeft.

“Omdat hij nu een vriendin uit Paraguay heeft? Als de overwinningen inderdaad uitblijven, dan zal er nog tijd genoeg zijn om te zeggen dat hij niet ernstig bezig is geweest. Maar hoe zal ik dat uitleggen? Hij leeft al zes jaar twaalf maanden op twaalf voor de wielersport. Hij heeft op de weg gekoerst, zesdaagsen gereden en aan wereldbekerwedstrijden op de piste deelgenomen. Ik heb altijd gevonden dat hij eigenlijk te veel hooi op zijn vork nam. Ik denk dat het nodig was dat hij eens wat rust inbouwde. Stel dat hij inderdaad wat minder hard getraind heeft, dan zal dat op lange termijn voor zijn mentale paraatheid goed uitpakken. Als het dit jaar wat langer duurt voor hij in conditie is, mag dat dus geen ramp heten.

“Cavendish heeft jaren hard moeten werken om het hoogste niveau te bereiken. Hij gaat niet zomaar afgeven wat hij heeft opgebouwd. Hij staat heel stevig in zijn schoenen en weet heel goed waar hij mee bezig is. Eén ding is zeker: het verhaal Cavendish is nog lang niet afgelopen.”

door benedict vanclooster

Als hij met de eerste groep over de Poggio komt, dan zal hij 99 van de 100 keer winnen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content