Fabian Cancellara wilde zondag voor de derde keer Parijs-Roubaix winnen. Een val in de Ronde van Vlaanderen doorkruist dat plan. Het zal zijn populariteit niet verminderen. De Zwitserse journalist Christof Gertsch schreef samen met zijn collega Benjamin Steffen een boek over Cancellara. Een bijzonder portret.

C hristof Gertsch: “Als je Fabian Cancellara in twee woorden moet typeren, dan is dat eigenlijk simpel: zelfverzekerd en ijdel. Zeer ijdel zelfs. Hij weet dat, hij zegt het ook, sterker zelfs: hij is er trots op. Het maakt deel uit van zijn persoonlijkheid. En het is niet iets dat stoort, omdat daartegenover zijn gemoedelijkheid staat, een karaktertrek die de mensen uit Bern kenmerkt. Fabian is een echte Berner: hij kan met veel passie vertellen over de sfeer van die stad, over de gezelligheid, hij voelt zich erg verbonden met Bern, het geeft hem een soort geborgenheid om daar tussen de koersen door telkens weer terug te keren.

“Fabian is altijd iemand geweest die heel goed wist wat hij wou. Als je er interviews op naleest die hij als junior in de regionale pers gaf, dan bleek dat de ambitie om een toprenner te worden al heel vroeg in hem brandde. In de jeugdcategorieën overvleugelde hij iedereen. Hij bezat toen al dat wapen dat hem groot zou maken: die explosiviteit, der schnelle Antritt, waarmee hij een kloof kan slaan. Al deed hij dat aanvankelijk niet altijd, want hij won even gemakkelijk in de sprint. En het opmerkelijke is dat hij toen niet veel trainde, soms stopte hij zelfs halfweg omdat hij geen zin meer had en ging dan iets drinken. Hij volgde geen bepaald schema, er was totaal geen masterplan, het gebeurde allemaal op gevoel. Als je andere renners toen vroeg waarin hij van hen verschilde, zeiden ze altijd hetzelfde: Fabian rijdt gewoon sneller, hij trapt harder. ’s Avonds na school moest zijn vader hem al eens verplichten om nog wat te oefenen, hij reed dan achter hem met de auto, de koplampen aan.

“Misschien is dat juist goed geweest: zo kon Fabian stap voor stap en zonder bruuske schommelingen groeien. Vooral dan als beroepsrenner. Bij Mapei leerde hij wat het profbestaan inhoudt, bij Fassa Bortolo ging hij in een ruw klimaat voor het eerst hard trainen en bij CSC ontplofte hij onder de vleugels van Bjarne Riis als tijdrijder. Riis had een ongelooflijke impact op hem. Hij leerde Cancellara alles over het materiaal, over de juiste houding op de fiets, hij liet hem kijken naar videostudies. Vanaf dat moment zat hij vaak bij de mecaniciens, om te praten over de dikte van de banden of de hoogte van het zadel. Riis liet hem ook vaker achter de motor trainen om meer wedstrijdritme in de benen te krijgen. En hij speelde perfect in op zijn ambitie, op zijn trots om zich telkens weer te bewijzen, om de mensen te behagen door zijn prestaties. Dat is de drijfveer van Cancellara: hij wil bewonderd worden, hij wil dat de hele wereld hem graag ziet. Toen hij in 2006 voor het eerst Parijs-Roubaix won en op 40 kilometer van de finish aanviel, vergeleek iemand hem achteraf met Eddy Merckx. Dat beschouwt hij nog altijd als het mooiste compliment dat hij ooit kreeg. Die zege in Parijs-Roubaix is voor hem belangrijk geweest. Toen wist hij dat hij in een ploeg resoluut zijn kans mocht gaan. Want hoe groot zijn ambitie altijd is geweest, hij had zich tot dan altijd gemakkelijk voor het team weggecijferd. Wat dat betreft, zitten er tegenstrijdigheden in zijn karakter: ambitieus maar toch zeer hulpvaardig, ijdel maar ook erg spontaan en sympathiek.”

Minieme correcties

“Het idee om een boek over Fabian Cancellara te schrijven is tijdens de Tour van 2009 gerijpt. Het is nooit ons uitgangspunt geweest om een persoonlijk portret te maken, om Cancellara te verheerlijken. Neen, we wilden vooral weten hoe je kunt leven in een wereld die gebukt gaat onder de dopingverhalen, een wereld van applaus en argwaan. Daarom wilden we dat thema in dit boek niet onbesproken laten, het is een belangrijk onderwerp, maar natuurlijk niet het enige. Cancellara kon zich in die opzet helemaal vinden. We zeiden dat we naar hem zouden luisteren, dat we zouden registreren, maar dat we onze hand niet voor hem in het vuur durfden te steken. Hij antwoordde dat hij daar best mee kon leven. We lieten ook andere mensen over hem aan het woord. De enige voorwaarde die hij stelde, was dat we zijn ouders niet zouden opvoeren. Hij wil ze uit de publiciteit houden, zijn vader is van Italiaanse afkomst, spreekt gebroken Duits, je ziet die mensen weleens op een koers, heel lieve mensen trouwens, maar ze zijn nog nooit geïnterviewd.

“De afspraak was ook dat Fabian het boek kon nalezen en dat hij eventueel zelfs kon verhinderen dat het verscheen. We hebben hem op een gegeven moment het manuscript gestuurd, 300 pagina’s dik, hij belde me een paar weken later op. Hij wilde me de dag nadien spreken. Toen hebben we echt slecht geslapen, hij had redelijk open over doping gesproken en zijn visie gegeven over medicatie en injectienaalden, we vreesden dat hij was geschrokken van zijn woorden. Dat bleek niet het geval, aan de passages over doping veranderde hij niets. De correcties die hij aanbracht, waren zeer miniem, details eigenlijk. Zo bleek bijvoorbeeld de plaats waar hij zijn vrouw had leren kennen niet juist te zijn, we hadden ook geschreven dat zijn moeder in een supermarkt aan de kassa stond, hij wilde dat we daar bijvoegden dat ze soms ook in de klantendienst van die supermarkt werkte. Ook dat tekent zijn trots. Het is de rode draad doorheen heel zijn leven. Daarom ook was hij vreselijk aangeslagen toen hij in 2008 van het gebruik van doping werd verdacht. Hij had goud gewonnen op de Olympische Spelen, het was feest op de luchthaven, in de wijk waarin hij woont, en plots werd dat allemaal in vraag gesteld. De boulevardkrant Blick deed toen een rondvraag waaruit bleek dat 60 procent van de Zwitsers ervan overtuigd was dat Cancellara niet clean was. Toen zat hij echt in zak en as. Twee weken later bleek dat de insinuaties op niets waren gebaseerd. Hij werd later verkozen tot Zwitsers Sportman van het Jaar. Ik zie hem daar nog op het podium staan, bevrijd van alle zonden als het ware, hij was de gelukkigste man van de wereld. Dat hij voordien door sommigen bijna werd verketterd, daar dacht hij niet meer aan.”

Geen Tourwinnaar

“Er zijn mensen die zich heel snel bepaalde gewoontes eigen maken, Fabian heeft daar altijd een paar stappen voor nodig. Op een moment dat de meeste renners twee mobiele telefoons hadden, deed hij het nog altijd met één gsm. Iedere journalist had zijn nummer en kon hem bellen. En telkens weer nam hij op. Ook dat typeert Cancellara: hij doet niets liever dan over zichzelf praten. Uren en uren aan een stuk. Ik herinner me bijvoorbeeld de persconferentie nadat hij in 2010 na de Ronde van Vlaanderen ook Parijs-Roubaix had gewonnen. Hij stak zo’n lange monoloog af dat ik me afvroeg: wanneer gaat hij nu stoppen? Intussen heeft hij wel een tweede gsm en is hij wat kieskeuriger in de contacten, zij het dan vooral door de perschefs.

“We hebben een keer of dertig met Cancellara gepraat en ik kan niet zeggen dat ik daardoor een ander beeld van hem kreeg. Het is niet de man die grote theorieën zal verkondigen over maatschappelijke problemen. Hij heeft een beroepsopleiding gevolgd als installateur van sanitaire toestellen, was geen briljante student, maar hij sluit zich niet af van wat er rond hem gebeurt. En hij weet zichzelf heel goed in te schatten. Heel vreemd is bijvoorbeeld dat hij tijdens die gesprekken tot de vaststelling kwam dat hij zijn ambitie om ooit de Ronde van Frankrijk te winnen moest opbergen. Omdat je daarvoor een heel seizoen lang op die wedstrijd moet focussen. Dat kan hij niet. Bij Fabian gaat het altijd op en af, hij wil ook van andere dingen in het leven genieten.

“Je kunt zeggen dat Fabian echt gebiologeerd is door de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Dat hij vorig jaar de Ronde verloor terwijl hij de sterkste man was in de koers heeft hij moeilijk kunnen plaatsen. Hij rijdt graag in Vlaanderen, hij houdt van de hellingen en de kronkelige wegen. In de Ronde van Vlaanderen viel hij te vroeg aan en had hij bovendien de pech dat er achter hem in de achtervolgende groep zeven renners van BMC zaten die toen de krachten bundelden. Daarom wilde hij nu iets rechtzetten. Hij reed goed, tot hij dus viel. Een drama voor iemand die op de focus legde op deze periode. Maar Fabian is mentaal sterk genoeg om terug te komen. Hij zal zijn doelen gewoon moeten verleggen.”

Zwitsers kruis

“Cancellara is een topsporter. Dat betekent: hij is met zichzelf bezig en vertoont egoïstische trekjes. Gelukkig heeft hij een sterke vrouw naast zich. Ze zegt hem wat ze denkt en niet wat hij graag hoort. Soms gaat ze zelfs mee op trainingskamp als ze vindt dat ze elkaar te lang niet hebben gezien.

“Eigenlijk is Fabian voortdurend bezig met het zoeken naar de juiste voorbereiding. Vorige winter bijvoorbeeld is hij vroeger beginnen te trainen dan ooit tevoren. Omdat hij weet dat hij iedere winter ziek wordt. Hij wil tegen dan een basis hebben. Maar zo’n val is natuurlijk niet in te calculeren. Het is brute pech. Zoals eerder in Harelbeke waar hij ook een ijzersterke indruk maakte.

“Fabian hunkert naar prestaties. Alles moet daarvoor wijken. Zo was hij ook als junior toen hij eens 19 wedstrijden op 20 won en over die ene nederlaag meer sakkerde dan over die zeges. Want hij koerst om te winnen. Dat zag je dit seizoen bijvoorbeeld in Milaan-Sanremo, met die aanval net voor de top van de Poggio. Dan rijdt hij de laatste vijf kilometer naar de meet met die intrinsiek snellere Simon Gerrans in zijn wiel. Sommigen vonden dat dom, maar hij is er op dat moment rotsvast van overtuigd dat hij na een wedstrijd van bijna 300 kilometer Gerrans gaat kloppen. En uiteindelijk heeft het niet veel gescheeld. Bovendien weet hij ook: met zo’n aanval rijdt hij zich in de harten van de fans, brengt hij mensen in extase. Ook in Vlaanderen. Dat vind ik toch zeer frappant. Weet u dat er van de Nederlandse vertaling van het boek dat we over hem maakten al tegen de 9000 exemplaren zijn verkocht? Daar had de uitgever zelfs in zijn stoutste dromen nooit op durven te hopen. Die populariteit zag je ook bij de start van de Ronde van Vlaanderen op de Grote Markt in Brugge. De mensen juichten hem toe. Dat vindt hij schitterend.

“Fabian is een echte Zwitser. Daarom ook maakt hij van het kampioenschap van Zwitserland elk jaar een hoofdobjectief. Hij praat daar nooit over en velen weten het niet, maar het is wel zo. Als kampioen voelt hij zich een soort vertegenwoordiger van zijn land. Als hij zoiets zegt, dan meent hij dat uit de grond van zijn hart.

“Maar ook nu drijft zijn ijdelheid weer boven. Hij wil dat kampioenschap vooral winnen omdat hij met die trui kan rijden. Dat witte kruis op die rode achtergrond, hij vindt dat fantastisch. Want dan valt hij op, dan zie je hem zelfs rijden als er vanuit de helikopter beelden worden getoond. Dat betekent heel veel voor hem. Als je me vraagt wat de conclusie is na al die gesprekken, dan is het dat: het zoeken naar aandacht en zelfbevestiging. Maar zonder dat hij daarbij het gevoel voor de realiteit verliest. Ook zo hebben we hem leren kennen: iemand die ‘bodemvast’ is en die de waarden die de ouders hem gaven nog steeds in zich meedraagt. Ook al leeft hij in een andere wereld.”

DOOR JACQUES SYS

“Cancellara is zeer ijdel. En hij is daar trots op.”

“Ook het Zwitserse kampioenschap is voor Fabian een hoofddoel.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content