In huize Lestienne zijn ze opgelucht dat hun zoon Maxime de knoop doorhakte. ‘Tot op het laatste moment zei Manchester United: niet tekenen, niet tekenen, wij bieden meer!’

Het ouderlijke huis staat in de Straat van de Nieuwe Wereld. Heel toepasselijk, want voor MaximeLestienne (17) begint deze week een nieuw leven. Er is koffie en er zijn chocolade snoepjes. Voor wie wil, ook wat fris. In de hal van het arbeidershuisje blinkt een fiets. De Mercedes van Maxime, lacht vader Fabian. Met een échte kan zijn zoon nog niet rijden. Maxime: “Ik ben volop bezig met de theorielessen.”

Een gevoel van opluchting. Zo beschrijft Maxime zijn gemoedstoestand. Opluchting dat een einde kwam aan een periode van onzekerheid. Vader Fabian telde het onlangs op. Uit welgeteld 37 ploegen hadden ze de keuze, Belgische en buitenlandse. Maxime: “Ik hoop dat ik de goeie keuze maakte. En dat Brugge kampioen wordt.”

Het begin

Fabian Lestienne: “Toen Maxime vier geworden was, begon hij bij Moeskroen in de zaal.”

Mama Cynthia: “Bewegingsleer voor kleintjes.”

Fabian: “Normaal teken je een aansluitingskaart vanaf zes jaar, maar hier organiseerden ze voor de kleintjes al ’trainingen’.”

Het koppel heeft maar één kind.

Fabian: “Dat hij uitgerekend voetballer zou worden. Ik haatte het! Zelf stampte ik nooit tegen een bal. Terwijl er blijkbaar toch iets in de familie zit. Giovanni Seynhaeve ( ex-Moeskroen, nvdr) is de zoon van mijn zus. Hij stopt nu. Per direct. Hij voetbalde nog voor Poperinge, maar hij heeft wat problemen met de kleine.”

Cynthia: “Hun baby slaapt amper. Hij heeft zo’n hoofd als hij opstaat.”

Fabian: “Ik vond voetbal verschrikkelijk, maar omdat we met de ouders van Giovanni veel contact hadden en zij bezeten waren, heb ik het ook wat geleerd. Zij misten niks: geen match, geen tv-uitzending …”

Ze komen allebei uit Moeskroen. Uit de buurt zelfs.

Fabian: “Ik woonde vroeger 500 meter van hier. Mijn vrouw op 1 km.”

Cynthia: “Hier hebben we heel ons leven doorgebracht.”

Fabian: “Toen Giovanni in eerste klasse kwam, zijn we naar het stadion beginnen te gaan. Met Maxime op schoot. Vrienden hadden een café, daar werd er nagekaart. Marco Casto was onze favoriete speler. Een jongen die dicht bij het publiek stond. Zo had je er hier wel meer.”

Cynthia: ” Steve Dugardein.”

Fabian: “In het voetbal was dat niet belangrijk, maar voor de supporters wel. Als je eens een glas ging drinken en je kwam er eentje tegen … Altijd leuk.”

Cynthia: “Voor ons telde de sfeer.”

Fabian: “Ik ben geleidelijk aan meer betrokken geraakt. Toen Maxime zelf begon te voetballen, werd ik afgevaardigde van zijn ploegje. Later ging ik werken op Futurosport. Ik heb lang een job gehad in de textielindustrie. Nachtdienst. Hier in Moeskroen, 22 jaar, tot de fabriek failliet ging. De club bood me direct een job aan, maar in het begin wilde ik dat niet. Ik wilde voetbal en werk niet mengen. Maar na twee maanden was ik de werkloosheid zo zat dat ik de job toch heb aanvaard.”

Het geschenk Excel

De Mpenza’s woonden destijds ook in de buurt. De familie zag hen altijd in de buurt van de kerk, waar de kleine Maxime op straat voetbalde. Jean-Luc Vandenbroucke woonde in zijn beginperiode als renner ook een tijdje vlakbij. Sporters gedijen hier uitstekend.

Fabian: “Ik had het meer voor vechtsporten. Judo.”

Cynthia: “We hebben Maxime ook judo laten doen, maar het was zijn ding niet.”

Fabian: “Drie keer is hij gegaan, en drie keer weende hij.”

Cynthia: “Dus hebben we hem maar bij Excel ondergebracht.”

L’Excel … De ploeg die de buurt zijn fierheid gaf.

Fabian: “Moeskroen is maar bekend geraakt dankzij zijn voetbalploeg. En volgens mij had die een sympathiek imago, non? Aan de buvette stond de grote meneer in kostuum naast een gewone arbeider als ik. Iedereen trakteerde iedereen. Hoe groot het verlies daarvan is, beseffen de mensen nog niet.”

Cynthia: “Nu zit iedereen binnen, het is koud, de feesten zijn net achter de rug.”

Fabian: “Binnen een paar weken zullen mensen zich afvragen; wat gaan we doen? Niks. Er is hier niks. Geen cinema, geen voetbal, geen basket. Ja, een waterpoloploeg. Op het einde kwamen misschien maar 3 à 4000 supporters meer kijken naar het voetbal, maar die hadden tenminste om de twee weken iets om naar uit te zien. En om over na te kaarten. Dat valt nu allemaal weg. De ploeg deed het dorp leven. Want dat waren we, een dorpsploeg, er is nooit iemand van Brugge, Kortrijk of Doornik komen kijken.”

Voor zijn zoon begint nu een nieuw avontuur. In Brugge.

Fabian: “Nu is het aan hem om te werken. Het bewijzen. We hebben het niet over titularis zijn, maar iets tonen in die vijftien tot twintig minuten die hij misschien zal mogen meespelen. Zijn ambitie is om in augustus titularis te zijn. Zo heeft hij het tegen de voorzitter gezegd, onze Maxime. En daarna naar Italië. Dat is zijn droom.”

Maxime knikt. Waarom Italië?

Fabian: “Voor de speler hé. Totti. Zijn kamer hangt er vol van. In de kranten lees je wel eens dat hij voor België koos om bij zijn familie te kunnen blijven, maar zo is Max niet. Als hij met de nationale ploeg een dag of vier weg is, kan het hem amper schelen. Hij is heel onafhankelijk.”

Cynthia: “En nooit is hij onder de indruk.”

Fabian: “Een mens vraagt zich af waar hij dat haalt. Wij zijn allebei zenuwpezen. Heel nerveus.”

Hij steekt nog een sigaartje op, het zoveelste.

Fabian: “Ik slaap heel weinig, lig veel te denken. Alles gaat goed, maar het leven is niet makkelijk. Ik ben maar een eenvoudige arbeider. Wij maakten pelsen jassen. Van grote kwaliteit, de zaken marcheerden lang heel goed. Maar uiteindelijk ging de zaak toch failliet. Deze regio heeft veel klappen kregen.”

Geen dure jongen

Wanneer zagen ze in dat hun zoon een toekomst had in het voetbal?

Fabian: “Ik was altijd negatief. Nooit tevreden, heel kritisch.”

Maxime knikt: “Hij was hard voor mij.”

Cynthia: “Heel hard soms.”

Fabian: “Iedereen loofde altijd maar zijn kwaliteiten, niemand keek naar zijn tekortkomingen. Die zag ik wel.”

Cynthia: “Maar een profspeler? Dat zagen we nooit in hem.”

Maxime: “Jullie hebben me ook nooit voor het voetbal gestraft.”

Cynthia: “Neen, nooit.”

Fabian: “Het was het enige dat je goed deed, zoon.”

Maxime: “Voor mij was snel duidelijk dat het op school niks zou worden. Dat heb ik al op mijn dertiende beslist.”

Fabian: “School was niks voor hem. Toen hij vorig seizoen zijn eerste contract kon tekenen, heb ik met Cynthia lang gediscussieerd. Op school deed hij niks. Wat moesten we doen?”

Cynthia: “Veel keuze hadden we niet. Het was voetbal.”

Fabian: “Wij wilden dat hij zijn diploma zou halen, maar als dat zijn ding niet is … Alleen zit je wel met die leerplicht tot je achttiende. We hebben nog gebeld met meester Dupont om te vragen of de schoolplicht absoluut was, maar hij kan er niet onderuit. Dus gaat hij nog af en toe, de ene keer ’s morgens, een andere keer ’s namiddags. Onder Miroslav Djukic was dat niet eenvoudig, want die veranderde voortdurend het programma.”

Maar een moeilijke jongen was Maxime niet.

Fabian: “Een dure evenmin, daar hadden mijn vrouw en ik het onlangs nog over. Bij elke feestdag of verjaardag vroeg hij maar één ding: een bal. En af en toe een paar nieuwe sportschoenen.”

Maxime lacht.

Fabian: “Nooit heb ik hem met een autootje gezien. Of met soldaatjes, als hij klein was. Als we wat gingen eten, kon hij zich aan tafel uren met hetzelfde bezighouden: een balletje papier heen en weer kaatsen tussen twee aanstekers. Ik werd er zot van, maar het hield hem bezig.”

Cynthia: “Als we hem dan toch een spelletje kochten, keek hij er even naar en zei hij: bedankt. En het verdween, om nooit meer aangeraakt te worden.”

Fabian, nostalgisch: “En ik maar hopen dat hij alsnog in judo geïnteresseerd zou raken …”

Maar dat gebeurde niet. Iets anders kwam wel hun leven verstoren.

Fabian: “Vanaf ongeveer zijn elfde begonnen de eerste ploegen interesse te tonen. Belgische. En Lille. Wij hadden daar geen oren naar. Ik was graag gezien binnen de club, Maxime ook, en hij voelde zich hier goed. Hij had zijn vriendjes. Waarom veranderen? Voor een betere opleiding? Die op Futurosport is goed, dat zien we nu.”

Cynthia: “Wij werkten allebei. We hadden ook niet de vrijheid om Maxime voortdurend weg te voeren.”

Fabian: “Geld was voor ons niet belangrijk. Zijn geluk primeerde. Wij hebben ons huis, onze buurt. We leven van een klein salaris, maar we leven. Problemen zijn er niet. Het belangrijkste voor Maxime was dat hij kon spelen, dat hij zich ontwikkelde. Later zal hij wel zijn centen verdienen.”

Maxime: “Zo denk ik er ook over.”

Fabian: “Als Moeskroen was doorgegaan, zou hij niet vertrokken zijn. Hij zag zich nog minstens twee jaar blijven.”

De keuze

Fabian: “Als geld belangrijk was geweest, zat hij nu in Engeland. Manchester City. United ook. Zij hebben nog gebeld net voor we in Brugge zouden tekenen. Teken niet, teken niet, er is geen enkele club in België die kan betalen wat wij willen geven. Ze wilden hem niet direct naar ginder halen, maar nog twee jaar in België laten rijpen.”

Cynthia: “Milan.”

Fabian: “Arsenal.”

Cynthia: “Duitse, Schotse ploegen. Zelfs uit Hongarije.”

Fabian: “Om gek van te worden.”

Maxime: “Het heeft me nooit aangetrokken. Ik zat hier zeer goed. Dat de club zelf steeds dieper in de problemen leek te raken, daar had ik geen aandacht voor. Ik wilde spelen en bij Moeskroen gaven ze me het vertrouwen.”

Fabian: “Wij hebben altijd gedacht dat Moeskroen zou overleven. Dat er alsnog iemand met geld zou komen. Tot het einde. Pas toen de wedstrijd tegen Kortrijk niet doorging, verloren we dat geloof.”

Maxime: “Op het einde trainden we niet meer. We speelden partijtjes, een beetje om het even wat, om bezig te blijven. Niemand had nog zin. Ik begreep dat wel. Maar als ze me vroegen of ik nog verder wilde spelen, zei ik altijd ja.”

Fabian: “Jij bent van Moeskroen, jij kon het niet laten schieten. Maar ik begrijp de anderen wel. De ouderen … Wij hebben nooit druk gelegd. Hij mocht doen wat hij het beste vond. Ook voor zijn toekomst. Hij besliste. We hebben verschillende ploegen bezocht, op diverse plaatsen onderhandeld, maar het sportieve moest primeren. Hij mocht zich van geld niks aantrekken. Het eerste contact met meneer Devroe en meneer Koster was heel goed. Koster legde alles uit op papier, hij had vier, vijf pagina’s bij en hij maar tekenen, waar hij Maxime zag.”

Maxime: “Links, rechts, achter de spitsen, de drie posities.”

Fabian: “Ze wisten alles van hem. En het was de club die hij graag had.”

Maxime: “Opluchting. Dat is het gevoel dat nu overheerst.”

Cynthia: “Blij dat die periode voorbij is. Gaan praten met Gent, Anderlecht, Lille, PSV. Luc Nilis was hier, en wij zijn in Eindhoven geweest.”

Fabian: “Met meneer Preud’homme verliep het contact ook goed. Bij PSV had Maxime het gevoel dat het te vroeg kwam. Over een jaar, anderhalf jaar zou dat beter zijn geweest. Alles was altijd voor de A-kern. Dat verbaasde me wel. Ik dacht altijd dat het om de reserven zou gaan. Wat heeft hij tenslotte al bewezen? Zestien wedstrijden in eerste klasse.”

Cynthia: “Voortdurend telefoon, altijd beleefd blijven, geen enkele deur sluiten.”

Fabian: “Voor clubs is voetbal business. Hij was vrij en zeventien. Lukt het, dan kunnen ze hem doorverkopen voor een mooi bedrag. Het is immers een ’talent’. Ik blijf dat tussen aanhalingstekens zetten, want hij is nog nergens. Zelfs niet nu hij voor Brugge mocht tekenen. Hij staat nog nergens.”

Cynthia: “Aan hem om nu alles te geven.”

Fabian: “Daar let ik wel op. Ik ben héél streng.”

Maxime: “Soms te streng.”

Fabian: “Ik straf snel.”

Cynthia: “Ik ben eerder cool.”

Fabian: “Hij is zeventien. Als ik zeg: geen computer, dan ís het geen computer. Dit is zijn geluk, het geluk dat ik nooit had. Later zal hij wel profiteren. Wij zijn jong beginnen te werken, ik op vijftien, mijn vrouw op zeventien. Wij hebben hard moeten knokken om ons dingen te kunnen veroorloven. Hij heeft nu een enorm geluk: zijn talent. Dat moet hij gebruiken. Vergeleken bij ons gaat hij een mooi leven hebben. Een ander leven. Zijn hobby gaat hem geld opleveren. Dat moet hij beseffen. Ik hoop dat hij daar goed over nadenkt. Anderzijds gaat hij niet de jeugd hebben die wij hadden. Wij konden uitgaan, iets drinken, naar een dancing. Dat mag hij niet. Van mij.”

Maxime: “Je bent te streng, pa!”

Fabian: ( onverstoord) “Een uurtje na de match kan. Langer niet. Dan bel ik. En als hij de telefoon niet opneemt, kom ik hem zoeken. Hij moet kalm blijven.”

door peter t’kint – beeld: michel gouverneur (reporters)

Als geld belangrijk was geweest, zat hij nu in Engeland. Fabian

Een profspeler? Dat zagen we nooit in hem.

Cynthia

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content