Eind april beslist Genk of het afscheid neemt van zijn Japanner. Wat heeft bijna één seizoen Takayuki Suzuki bij de landskampioen betekend ?

Sef Vergoossen

In de 510 mintuten (301 in de competitie, 34 in de beker en 175 Europees) die Takayuki Suzuki tot vorig weekend voor Genk speelde, kon hij nooit een basisplaats afdwingen. Sef Vergoossen : “We hadden zijn naam doorgekregen op basis van tips en daarna hebben RobertRaes en PaulHeylen hem ginder bekeken. Daar komt dan een positief beeld uit, aangevuld met videobeelden en informatie die je inwint. Dus voor ons was de eindconclusie dermate positief dat wij zeiden : dit is meer dan de moeite waard. Maar je wist op dat moment ( vóór de competitie, nvdr) wel niet hoe onze groep eruit zou zien of hoe KevinVandenbergh zich zou ontwikkelen.

“Nou, je weet dat je Europees een aantal wedstrijden meer te spelen hebt, dus dan stel je je groep zo samen dat je dat kan opvangen. In de beginfase hebben we heel dankbaar gebruik kunnen maken van Taka. Ik denk dan in het bijzonder aan de wedstrijden tegen Sparta Praag en AEK Athene, waar hij in het centrum speelde. Taka kon centraal spelen en aan de buitenkant, zoals Robert Raes hem bij zijn club in Japan had bezig gezien. Maar door zijn gedrevenheid en bewegingsdrang moet hij eigenlijk in de as spelen : hij moet de ruimte hebben om te kunnen lopen. In een ploeg met drie spitsen die alle kanten opgaan, moet hij iets kunnen. Maar hij heeft moeite met ons systeem van twee spitsen die vanop de flanken gesteund worden. Hij heeft moeite met direct spelen, tempo houden. Positief zijn z’n balvastheid en kracht

“Dat zijn dingen die je na een tijd tegenkomt en die je niet bij een scouting ziet. Er is het communicatieprobleem en er is de andere voetbalcultuur. Geef je hem bijvoorbeeld een opdracht, dan kan je erop rekenen dat hij die uitvoert, maar bijsturen als er iets gebeurt tijdens de wedstrijd, is dan weer heel moeilijk. Bosz en Scholten, die ik bij JEF United sprak, zeiden het mij ook : Japanners zijn fantastische mensen die er honderd procent voor gaan, maar als er iets moet veranderen, moeten wij het met z’n tweeën doen.

“Dat zag je ook onlangs met Taka tegen Westerlo bijvoorbeeld : we komen met tien te staan en moeten verdedigen, dus je zet Moumou iets meer op links, Taka meer op rechts en Kevin erachter. Nou, dan zie je dat ons dat met z’n allen niet lukt hem anders te laten functioneren. Overschakelen en ergens anders voor gaan, lukt niet. Anderen kan je gewoon makkelijker scholen. Bovendien is hij half juli gekomen, tijdens de voorbereiding, waardoor hij tegen Leuven pas voor de eerste keer kon meedoen. Dan ben je dus met de rest al vier weken bezig, hé.

“Het is ook een jongen die niet zoveel behoefte heeft aan dagelijkse communicatie, aan iemand binnenhalen om mee te praten. Dat is ook wat typisch Japans : iedereen leert er op zijn eentje werken. Na de training hebben we wel eens contact met hem via een tolk die door de telefoon vertaalt. Eenmaal in de veertien dagen schuift er ook een voetbaltolk aan tafel, want een tolk of een voetbaltolk, dat is nog iets anders. Dan kan je een aantal zaken met hem doorspreken.”

“De periode van de interlands – en dat geldt voor meer spelers dan Taka – is een periode waarin je gericht met iemand zou kunnen werken, maar dat lukt dan dus ook niet omdat hij opgeroepen wordt. Plus dat daar bij komt dat hij lange verplaatsingen moet maken en tijdsverschil moet overbruggen, waardoor hij een week nodig heeft eer hij weer op niveau is. Maar het is een fantastische jongen, hoor, die door de groep ook goed is opgevangen. Uiterst professioneel ook, want Japanners zijn werkende types. Dus ik vind niet dat je kan zeggen dat hij gefaald heeft. Alleen stel je vast dat er een aantal problemen zijn die je niet makkelijk of snel kan oplossen.”

Jos Broeckmans

Jos Broeckmans vertegenwoordigt Nitto-Denko, de sponsor van Genk die de naar verluidt 300.000 euro huurprijs en de 700.000 euro loon van Suzuki betaalde, in België. “Resultaten van sportsponsoring zijn heel moeilijk te meten, maar wij hebben geen klagen over de transfer van Suzuki. Die viel natuurlijk ook op een goed moment : na het WK, in de groeiende belangstelling voor het voetbal in Japan, hij had ginder gescoord tegen België, die zaken spelen allemaal mee.

“Voor het grootste deel hoef je niks te doen, daar zorgt de Japanse pers voor, en daarnaast is er de merchandising en zijn er de speciale acties die ons moederbedrijf opzet. Dat gaat van fotoreportages op beurzen tot activiteiten in de firma zelf. Want Nitto-Denko Japan, dat zijn al gauw twaalf-, dertienduizend werknemers, dus dat gaat niet onopgemerkt voorbij. Maar zeker voor onze Westerse begrippen was die belangstelling toch wel wat overdreven en abnormaal. Daarna is alles naar normale proporties teruggekomen en nu loopt de belangstelling wat terug, behalve in Japan.

“Een paar weken geleden was ik daar nog. Suzuki heeft nog altijd zijn plaats in de nationale ploeg en blijft ginder dus commercieel gezien zeer interessant blijft. Zijn reputatie en commerciële waarde zijn volledig onaangetast. Dat zijn uitstraling en persoonlijkheid ginder heel goed in de markt blijft liggen, komt omdat hij onder Zico zijn plaats in de nationale ploeg bleef behouden. Ik heb hem thuis tegen Uruguay met Takahara samen in de spits bezig gezien : hij had daar toch een voet in twee doelpunten.

“Wat ons betreft zijn er twee aspecten aan. Enerzijds hebben we op het ogenblik van de transfer een enorme publiciteit gehaald, dat is wereldwijd geweest. Anderzijds blijft de vraag hoe het nu verder zal gaan. Contractueel is het zo dat de club over het sportieve gaat en de firma de financieel-commerciële aspecten bekijkt. Kortom, wij bemoeien ons niet met de ploegopstelling. Maar laat het ons zo zeggen : als Taka niet méér speelmogelijkheden krijgt, denk ik niet dat Nitto nog een keer zo’n bedrag op tafel gaat leggen. En die beslissing gebeurt voor een deel in Japan. Maar om te praten over een nieuw contract zal er een iets zwaarder engagement van de club moeten komen in de zin van : hij gaat meer kansen krijgen. Dus de club moet beslissen of hij faalt of niet voldoet.

“Maar het is al bij al een positieve zaak geweest voor ons, met een vooralsnog open einde. Onlangs zag ik nog een ex-trainer van Genk – voor de goede orde : het was niet Anhuenis ( lacht) – die zei : Je loopt het risico dat hij binnen een maand terug naar Japan gaat en dat niemand zal weten wat hij werkelijk kan. Dus dat zou een minder gelukkig einde zijn als speler én een enorme gemiste kans voor Genk.”

Stephan Poelmans

Stephan Poelmans is commercieel directeur van Genk en staat dus onder andere in voor de marketing die rond Suzuki werd uitgebouwd. “Ik heb al tegen de voorzitter gezegd : als we volgend jaar een goeie Japanner krijgen, zijn we meteen aan het verkopen. Door Suzuki hebben we de weg gevonden, want dat heeft wat maanden geduurd, maar samen met Sonck is hij nu de meest gevraagde naam.

“In grote lijnen is er enerzijds de pure merchandising, de verkoop van Suzuki-artikelen en anderzijds zijn er de tv-rechten. Om die tv-rechten zelf te kunnen verkopen, hadden we het tv-contract van de Profliga moeten opblazen en onze eigen weg gaan. Nu kreeg België 400.000 dollar, waarvan er 100.000 naar de clubs gingen. Gedeeld door achttien is dat dus 5 à 6.000 dollar per club.

“Voor de merchandising hebben we gezocht naar een partner, die we vonden in JSV, Japan Sport Vision. Hen hebben wij een licentie verleent – een systeem met royalty’s en een minimumbedrag voor Genk – om een dertigtal artikelen gaande van zweetbandjes en sleutelhangers tot replica’s van shirts op de markt te brengen in Japan. Wat de shirts betreft zijn er, geloof ik, in een tachtigtal winkels in Japan zo’n vijfduizend stuks verkocht. Op de rest hebben wij geen zicht, behalve wat onze eigen fanshop betreft, daar moeten er zo’n vijfhonderd à duizend verkocht zijn. Alles samen moeten we er toch zo’n 100.000 à 150.000 euro aan overhouden.

“In het begin was Suzuki een beetje een rariteit als ik het zo mag uitdrukken. Nu merken we dat de Japanners het nog altijd plezant vinden, maar dat er toch al minder op bezoek komen. Voor onze eigen supporters is het ook al wat minder. Vroeger hoorde je zijn naam scanderen op de tribunes, maar dat is nu al weggeëbd. Misschien moet hij zijn haar maar weer eens blond verven zoals in het begin ( lacht).”

Igor de Camargo

IgordeCamargo, Braziliaan, is de speler met wie Suzuki in Genk het meeste contact had, dankzij de mondvol Portugees die hij aan zijn verblijf bij het Braziliaanse CFZ do Rio overhield. “Praten doet hij het niet zo heel erg goed, maar hij kan bijna alles begrijpen. We kunnen het goed vinden met elkaar, altijd lachen en grapjes maken. Hij is ook mobiel in België, dus buiten het voetbal om hadden we ook wel contact. We gaan vaak iets eten of drinken.

“Of hij nu een vriend is…mmm… Hij is tegen mij altijd heel vriendelijk, terwijl ik anderen soms hoor zeggen : Bah, Suzuki… Wij gingen dan wel iets drinken of eten, maar er was ook niet meer dan dat. Hij blijft een beetje gesloten, ook voor ons en onze andere cultuur. Soms denk ik dat hij vanuit zijn cultuur eigenlijk alleen wil zijn en liever niet te veel mensen rond zich heeft. Al denk ik dat hij veel Japanse vrienden en collega’s heeft.

“Ik zie hem vooral als een goeie collega. Je weet : in het voetbal denkt iedereen toch een beetje aan zijn positie, ook al zijn we allemaal goeie collega’s. Hij was in Japan een spits, dezelfde positie als de mijne, dus ik zag hem als een grote concurrent. Maar als hij zou vertrekken, ik zou hem missen. Een goeie collega in de ploeg blijft toch altijd een voordeel.”

door Raoul De Groote

‘Overschakelen en ergens anders voor gaan, lukt niet.’ (Sef Vergoossen)

‘Voor een nieuw contract zal er een zwaarder engagement van de club moeten komen.’ (Jos Broeckmans)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content