De aanbiedingen vliegen Simon Mignolet nu om de oren, maar de 21-jarige doelman van STVV heeft hard moeten werken om aan de top te geraken. ‘Hij deed alle oefeningen, rugpijn of niet. ‘

Diep in het zuiden van Limburg ligt het pittoreske dorpje Brustem. Het terrein van de plaatselijke voetbalploeg Brustem VV Centrum ligt op de grens tussen een woonwijk en een bos. Het veld ligt, net als de eenzame dug-outs, te wachten op de volgende wedstrijd en de cornervlaggen loeren windstil naar de volgende lentebries. Rond het veld staat de typische omheining uit betonplaten, geschilderd in de blauw-zwarte clubkleuren. Het veld van de tweedeprovincialer is op zijn zachtst gezegd geen biljartlaken, maar dat was de jeugdcarrière van SimonMignolet als voetballer (en keeper) evenmin.

EduardLacroix had Mignolet onder zijn hoede bij de duiveltjes van Brustem VV, en was een van de eersten die met hem heeft gewerkt. Lacroix: “Simon kon zich als veldspeler gemakkelijk uit de slag trekken. Hij was zeer wilskrachtig en leergierig, wat hem op dit moment nog altijd typeert als keeper. Hij heeft bij ons ook wel eens een match in het doel gestaan, maar toen viel hij nog niet speciaal op. Door zijn loopvermogen en kracht hadden wij hem nodig op het middenveld, waar hij met zijn winnersmentaliteit heel goed werk leverde. Hij was op technisch gebied niet de meest begaafde speler van onze ploeg, maar toch een van de betere elementen. Ik geloof dat hij als veldspeler veel geleerd heeft op het gebied van spelanticipatie en voetbaldoorzicht en die ervaring helpt hem tot op vandaag om op een hoog niveau te keepen. Hoewel Brustem vaak spelers heeft voortgebracht die door Tongeren of Sint-Truiden werden aangetrokken, is hij een van de weinigen die het zo ver heeft kunnen schoppen, zij het dan als keeper.”

Bruusk opzijgezet

StefaanMignolet, vader van Simon en in een ver verleden nog ploegmaat van Lacroix, onderschat de jaren van zijn zoon bij zijn eerste club niet. “Hij is drie jaar bij Brustem VV gebleven en heeft er de beginselen van het voetbal leren kennen. Door wat hij daar leerde, kon hij uiteindelijk de overstap naar Tongeren maken. Die hadden in die periode een heel goede jeugdwerking en hij mocht als enige bij jongens van een jaar ouder voetballen. Heel toevallig heette zijn trainer bij Tongeren ook Mignolet. Wij noemden hem de flor en hij kon echt het maximum uit zijn spelers halen.”

Florent Mignolet herinnert zich Simon nog goed: “Ik heb hem een jaar mogen trainen, bij de miniemen. Ik zie bij hem nog veel gelijkenissen met vroeger: redelijk robuust en sterk in de duels. Als veldspeler moest hij het vooral hebben van zijn fysieke capaciteiten. Zijn techniek viel minder op. Door zijn gestalte werd hij bij ons achteraan opgesteld, en dat deed hij zeer goed.”

Maar Tongeren kende in die tijd financiële problemen, en dat werd doorgerekend naar de spelers. Het lidgeld ging fors omhoog en de ouders van Simon besloten hun zoon te verhuizen naar streekgenoot Sint-Truiden. Stefaan Mignolet: “Simon vond het heel spijtig dat hij van club moest veranderen. Hij zat heel graag bij Tongeren en wij waren zeer te spreken over het niveau van de jeugdopleiding. Toen we hem het jaar daarop wilden inschrijven, vielen we bijna omver van de prijs. Het bedrag was zomaar vervijfvoudigd, en dat vonden wij echt een brug te ver. In die tijd was Sint-Truiden op zoek naar goede jonge spelers, dus hebben we Simon daar eens laten testen. Ze waren overtuigd van zijn prestaties en toen begon zijn eerste periode bij Sint-Truiden. Hij is drie jaar als veldspeler bij STVV mogen blijven.”

Ook bij de Truienaars werd Mignolet omwille van zijn lichaamsbouw als verdediger of verdedigende middenvelder opgesteld. Zijn tijd bij STVV verliep echter niet vlekkeloos. Stefaan Mignolet: “Simon had tijd nodig om zich aan te passen. Zijn lichaam zat op dat moment in een groeifase, waardoor hij rugproblemen kreeg. Hij moest zijn loopwijze noodgedwongen veranderen en zijn conditiepeil zakte in elkaar. Op dat moment heb ik besloten hem in de buurt keepers-trainingen te laten volgen, zodat die rug een beetje loskwam en hij terug iets leniger werd. Jammer genoeg baatte dat niet en nadat hij trots drie jaar de kleuren van zijn favoriete club had verdedigd, werd hij redelijk bruusk aan de kant geschoven. Dat was voor hem een heel harde klap. Het duurde even voor hij die te boven kwam.

“Toen hij keeperstraining kreeg, zag ik dat hij aanleg had om in het doel te staan. Als Simon geen plaats had bij de nationale jeugd, moest hij met de provinciale lichting van Sint-Truiden meespelen. In enkele van die matchen stond hij onder de lat. Hij deed dat lang niet slecht en met behulp van die keeperstrainingen ging dat steeds beter. Ik zei tegen hem: ‘Als je het als voetballer niet kan maken, waarom probeer je het dan niet als keeper?’ Op dat moment was Sporting Aalst, de club waar hij al meetrainde als doelwachter, op zoek naar een nieuwe jeugddoelman. Simon zag het wel zitten om daar in het doel te gaan staan. En zo is het verhaal onder de lat voor Simon begonnen.”

Een bijterke

Bij Sporting Aalst trof Simon Mignolet Rudi Vanrusselt als keeperstrainer. Die had aan één training genoeg om te zien dat Simon alles in zich had om een topkeeper te worden. Rudi Vanrusselt: “Bij hem zag ik het onmiddellijk. Ik herinner me die eerste training zeer goed en heb zijn vader dan ook gezegd dat hij zijn zoon vanaf dat moment elke week een paar keer moest laten meetrainen bij mij. Hoewel Simon talent had, heeft hij hard moeten werken om te geraken waar hij nu staat. Dat is ook de sleutel tot zijn succes geweest. Hij was een stille, maar slimme jongen en hij pikte alles wat ik hem wou bijleren zeer snel op. Dat was naast zijn gestalte een van zijn sterkste punten. Hij was zo leergierig en gemotiveerd dat hij een voorbeeld was voor de jonge keepers in de buurt.

“Zijn souplesse, zijn valtechniek, de uitvoering van zijn reddingen, kortom de stijl waarmee hij onder de lat staat is echt subliem. Ook zijn traptechniek is schitterend. Heel los, zonder echt kracht te zetten kan hij echt ver en goed uittrappen.”

De rugproblemen van Mignolet hielden ook in die tijd nog aan, de meeste oefeningen kon hij niet pijnloos afwerken. “Dat was typerend voor Simon”, zegt Vanrusselt. “Als hij ergens last had, gaf hij toch niet op. Hij deed alle oefeningen, rugpijn of niet. Met zijn zwakke rug kon hij niet zo goed springen, wat toch een cruciaal punt is voor een doelman. En dan ben ik mijn bijnaam van beul waard. De ideale techniek om iemand hoger te doen springen, is heen en weer bewegen met een plastieken buis op een bepaalde hoogte van de grond. Mijn doelmannen moesten dan telkens opspringen als die buis passeerde. Als ze niet hoog genoeg sprongen, kregen ze die stok keihard tegen hun enkels. Neem maar van me aan dat Simon een paar keer is thuisgekomen met blauwe benen. Ik had niet de bedoeling om hem pijn te doen, maar zo leerde hij, zoals ik het graag noem, bijten. Hij mocht niet opgeven tot hij het onder de knie had, en het sterke aan Simon was dat hij dat zelf heel goed besefte.

“Elke keer als ik een nieuwe speler train, vertel ik aan zijn vader twee dingen. Ten eerste: ‘Als de jongen het niet in zich heeft, steek ik er mijn tijd niet in. ‘ En ten tweede: ‘Op het veld is het mijn keeper. Naast het veld is het jouw zoon, maar tussen de lijnen beslis ik wat er met hem gebeurt. ‘ Vooral dat laatste heb ik nodig om jonge spelers te kneden. Ik ben misschien hard voor die gasten, maar de band die ik met elk van mijn spelers gecreëerd heb, is echt zeer intens. Een keeperstrainer en een keeper vertrouwen elkaar blindelings. Ik heb Simon slechts anderhalf jaar mogen trainen en had hem graag nog een jaar langer wat zaken bijgebracht voor hij opnieuw vertrok uit Aalst, maar hij was gewoon te goed om te blijven.”

Vader Stefaan is ervan overtuigd dat Vanrusselt aan de basis van het succes van zijn zoon ligt. “Hij zag meteen waartoe Simon in staat was. We zijn erg dankbaar dat hij Simon heeft kunnen omscholen. We hadden nooit gedacht dat hij zo snel ging evolueren, maar door het zware leerproces bij Aalst is hij de keeper geworden die hij nu is.” Vanrusselt had nooit problemen met vader Mignolet, integendeel. “De eerste dag zei ik Stefaan hoe ik werkte. Als hij niet kon leven met mijn werkwijze, dan vond ik het niet nodig om eraan te beginnen. Stefaan zei dat hij daar absoluut geen problemen mee had en daardoor heb ik Simon heel veel kunnen leren. Het is niet aangenaam om te zien dat je zoon hard wordt aangepakt, maar het heeft Simon sterker gemaakt en dat komt hem nu zeker ten goede.”

Sportieve pasmunt

Te licht bevonden als voetballer, maar wel goed genoeg als keeper. Amper een jaar nadat Mignolet werd doorgestuurd bij de Kanaries, werd hij er terug opgevist. Emotioneel stond de jonge doelman voor een moeilijke keuze. Stefaan Mignolet: “Het was zeker niet gemakkelijk om een nieuw contract bij STVV te tekenen. Die mannen hadden hem als het ware bij het huisvuil gezet, en dan stonden ze na een jaar opnieuw aan onze deur. Het was Simon zelf die ons na twee maanden heeft kunnen overhalen om hem toch te laten terugkeren. Zo begon hij aan zijn tweede carrière bij Sint-Truiden, dit keer als doelman.

“Ik weet niet of hij verder zou gestaan hebben mocht hij als keeper begonnen zijn. Simon zelf zei dat hij een achterstand had op de andere keepers, maar de mensen bij STVV hebben hem heel goed opgevangen en samen met hem die achterstand weggewerkt.”

En toen kreeg vader Mignolet ineens af te rekenen met interesse van andere clubs. Op 16-jarige leeftijd kon Mignolet naar Genk, en een jaar later had de Nederlandse topclub PSV een contract klaarliggen met zijn naam op. “Hij was zo goed als rond met Genk, maar de toenmalige jeugdcoördinator van Sint-Truiden heeft ons kunnen overhalen om hem niet naar daar te laten gaan. Ik heb toen wel mijn eisen gesteld, want als hij de kans die Genk hem bood liet liggen, moest er door STVV een sportieve pasmunt betaald worden. Simon zelf stond ook niet honderd procent achter een vertrek naar Genk. Hij voelde zich niet zeker, want dan moest hij naar een andere school en naar een gastgezin. Dat heeft zeker ook meegespeeld in de keuze om in Sint-Truiden te blijven.

“We hadden nog maar net bijgetekend toen PSV kwam polsen of hij een overgang naar Eindhoven zag zitten. Ze waren ervan overtuigd dat Simon de kwaliteiten had om een goede doelman te worden, maar een toekomstige plaats in de A-kern konden ze ons niet garanderen. Daarom ging ook die overstap niet door en hebben we uiteindelijk twee interessante aanbiedingen aan ons voorbij laten gaan. Gelukkig bleek dat de juiste keuze te zijn. Datzelfde jaar nog mocht Simon meetrainen met de eerste ploeg als derde doelman en vanaf dat moment is het heel snel gegaan.”

door aernout van lindt en gauthier vervaeke – beelden: gf

Door het zware leerproces bij Aalst is hij de keeper geworden die hij nu is. Stefaan Mignolet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content