Zondag ontvangt AA Gent in het Ottenstadion rivaal Club Brugge. Met een beetje geluk staan er met Roberto Rosales en Ronald Vargas twee Venezolaanse boezemvrienden tegenover elkaar. ‘Het wordt 0-4!’

‘Het wordt 0-4!’

Sommige schrijvers gaan er prat op dat er in heel hun boek werkelijk niets gebeurt. Een tip voor hun volgende roman: ga eens naar de deelgemeente van Damme waar het huis van Ronald Vargas staat. Het is een polderdorpje waar de tijd heeft stilgestaan, ja misschien zelfs achteruitgegaan is. Er is niks – geen snoepwinkel, geen krantenshop, geen café, geen kruidenier, geen bakker, geen slager – alleen wat witgekalkte huizen die tegen een bonkige, West-Vlaamse kerk zijn aangeplakt. Juist die kerk herinnert elk uur met lome klok- slagen aan de voorbij kruipende tijd. “Voor de rest is ze altijd gesloten”, zegt moeder Vargas, terwijl ze empanadas de pollo – met kip en ei gevulde warme broodjes – op tafel zet. Meteen verklapt ze een geheimpje: “Ik wilde mijn zoon eigenlijk Diego Armando noemen, omdat ik zo’n fan was van Maradona, maar hij daar ( ze wijst naar de zetel in de salon waar Pedro Vargas op zijn laptop aan het tokkelen is, nvdr) was daar vierkant tegen.” Vader Vargas draait zijn hoofd naar de tafel en lacht: “Je noemt je zoon toch niet Diego Armando, komaan zeg!” Ronald (23) en Roberto Rosales (21) grinniken, terwijl ze zich de empanadas laten smaken. Toegegeven: die zijn ook verrukkelijk. “Geef maar een dubbele portie aan hem, want hij heeft altijd honger”, plaagt Ronald zijn goeie vriend en landgenoot. Nu Roberto’s ouders voor een tijdje terug naar Venezuela vertrokken zijn, logeert hij geregeld bij de familie Vargas. “We proberen zo veel mogelijk tijd met elkaar door te brengen”, zegt Ronald. De twee kleine Venezolanen, allebei opgegroeid in Caracas, leerden elkaar kennen bij de nationale ploeg U21 en bij Caracas FC, hun vorige club. Dat ze nu bij rivaliserende clubs spelen, beïnvloedt hun stevige vriendschapsband allerminst. Als het over de nakende AA Gent-Club Brugge gaat, zijn de plagerijen niet van de lucht.

Als Ronald je zondag dribbelt …

Roberto Rosales: ( lacht) “Dan tackel ik hem!”

Ronald Vargas: ( lacht) “Ik speel je toch eerst door de benen, hoor!”

Rosales: “Als je al niet in de eerste minuut rood krijgt, bedoel je.”

Vargas: “Dat zal niet gebeuren. Deze keer gaan we winnen op Gent. Het wordt 0-4!”

AA Gent kwam 1-4 winnen op Club in de beker. Ronald, ben je dan kwaad op Roberto?

Vargas: “Kwaad op hem? Nee, dat niet. Maar je krijgt natuurlijk niet graag vier goals om de oren, en zeker niet thuis. Het was ook zijn schuld niet dat we verloren hebben. We moeten de schuld bij onszelf zoeken.”

Vorig jaar werd het in de competitie ook al 1-4 voor Gent. Wordt dat een gewoonte?

Vargas: “Dat hoop ik niet. En al zeker niet als hij ( wijst naar Rosales) erbij loopt.” ( lacht)

Roberto, AA Gent zit in de helft van het driejarige project met Michel Preud’homme. Merk je iets van een evolutie?

Rosales: “Jazeker. We hebben ongeveer dezelfde ploeg als vorig jaar, maar nu is die op twee à drie plaatsen nog versterkt. Het doel is om volgend seizoen Europees te spelen. De titel? Je moet de lat altijd zo hoog mogelijk leggen, dus waarom niet?”

En hoe zit het met het project van Club Brugge?

Vargas: “We hebben ons ook versterkt met een paar goeie spelers. En de mentaliteit in de groep is goed. Ik ben overigens naar hier gekomen om de titel te winnen, en dat is nog altijd mijn bedoeling. Spijtig genoeg liggen we nu uit de beker dankzij deze jongen. ( wijst naar Rosales en lacht) Een van onze doelstellingen valt dus weg, reden temeer om ons te focussen op het kampioenschap en de Europa League.”

Prioriteiten

Jullie komen allebei uit niet erg welgestelde families, maar verdienen op dit moment meer geld dan de meeste jongeren van jullie leeftijd. Hoe gaan jullie daarmee om?

Vargas: “In voetbal gaat het niet louter om geld, maar vooral om prijzen pakken. Het ideale is een evenwicht tussen de twee: goed je boterham verdienen en daarnaast ook titels winnen.”

Rosales: “Voetbal is onze job. En in je job probeer je altijd succesvol te zijn. Het belangrijkste is toch het succes en niet zozeer hoeveel geld je daarvoor krijgt. Uiteindelijk wil je later niet aan je kleinkinderen vertellen hoeveel geld je verdiend hebt, maar welke successen je behaald hebt, welke weg je afgelegd hebt.”

En toch, ik heb me laten vertellen dat jullie graag gaan shoppen. Dan kun je best wat op je bankrekening hebben staan?

Vargas: ( glimlacht) “Uiteraard! Ik denk dat het normaal is dat je ook werkt om te kunnen kopen waar je zin in hebt.”

Rosales: ( vult aan) “Maar we geven ook geld aan onze familie. Omdat je familie er altijd is, in goede en slechte tijden. Van geld kun je dat niet zeggen.”

Het is inderdaad opvallend hoezeer de familie op de eerste plaats komt bij Zuid-Amerikanen.

Rosales: “De familie is de prioriteit. Als het goed gaat met hen, gaat het ook goed met ons. Als je weet dat er ginder in Venezuela met je naasten geen problemen zijn, ben je gerust. Dat traint en voetbalt een stuk makkelijker.”

Vargas: “Als het op familie aankomt, zijn Belgen … liberaler. Dat is een cultureel verschil. Maar iedereen heeft natuurlijk zijn eigen standpunt en handelt daarnaar. Zonder onze familie zouden wij hier niet zitten. Dat beseffen wij maar al te goed.”

Zeg je dat nu niet omdat je ouders daar in de zetel meeluisteren?

Vargas: ( lacht) “Nee, helemaal niet. ( serieus) Ze weten hoe ik erover denk. Ze weten dat.”

Rosales: “Het komt erop neer dat wij niet alleen voetballers proberen te zijn, maar ook goede mensen. Dat is minstens even belangrijk.”

Akkoord. Ronald, jij zet je zelfs in voor de slachtoffers van de aardbevingen in Haïti?

Vargas: “Dat klopt. We hebben de mensen in Venezuela opgeroepen om kleren, water, voedsel, dekens, enzovoort naar de Fundación RoVa ( Stichting Ronald Vargas, nvdr) te brengen. Dat is een initiatief van mijn familie. En met mijn familie bedoel ik: mijn ouders, mijn zus, mijn schoonbroer en een paar goeie vrienden. Ook Roberto en Juan Arango ( Venezolaanse voetballer die nu bij Borussia Mönchengladbach speelt, nvdr) helpen me daarbij. Maar dat is niet het enige wat we doen. Zodra we in Venezuela zijn, gaan we op bezoek in ziekenhuizen bij kinderen met kanker en aids en geven we hen cadeautjes. Dat is een zeer speciale ervaring, hoor. Je beseft dan dat veel mensen niet moeten doormaken waar die kinderen mee leven.”

Rosales: “Zij hebben zo veel moeilijke momenten. Als ze met voetballers zoals Juan, Ronald en ik kunnen praten of even een balletje trappen, maakt dat hen enorm blij.”

Vargas: “Ook wij keken als kind op naar voetballers. En die voetballers, dat zijn wij nu geworden. Wij beseffen dus dat dat voor hen enorm motiverend kan werken. Ook voor ons zijn dat trouwens onvergetelijke momenten. Er is altijd wel een kind dat iets zegt waar je even stil van wordt.”

Biechten

‘Vive y no critiques, este es mi style.’ Leef en wees niet te kritisch, dit is mijn stijl. Dat heb ik eens ergens gelezen, maar waar?

Vargas: “Haha, dat komt van mij. Het is een zin uit een liedje van een band waar ook de broer van mijn schoonbroer in speelt. Ik hou wel van dat motto.”

Waarom?

Vargas: “Die zin betekent voor mij dat iedereen moet leven zoals hij wil. Kritiek leveren op iemand anders doe ik niet graag.”

Kritiek kan ook positief zijn: je kunt er iets van leren.

Vargas: “Ja, maar de kritiek waarvan sprake is in dat liedje is negatief, niet opbouwend. Het hangt er gewoon van af met wat voor soort kritiek je te maken krijgt.”

En jij, Roberto? Heb jij zo’n motto?

Rosales: “Nee, maar mijn vader heeft mijn broer en mij opgevoed met de drie volgende woorden: discipline, nederigheid en opoffering. Die drie woorden helpen me ook in het voetbal. Bovendien vind ik: waar je ook bent of wie je ook voor je hebt, je moet altijd dezelfde persoon blijven.”

Nederigheid, opoffering, … dat klinkt nogal katholiek. Zijn jullie gelovig?

Vargas: “Nee, ik geloof wel in God, maar ik ben niet echt een aanhanger van een bepaalde godsdienst. Ik moet wel zeggen dat ik elke avond bid voor het slapengaan. Om God te bedanken.”

Rosales: “Ik bid niet zo vaak, maar ik ben wel opgevoed met het onzevader en we gaan geregeld naar de mis.”

Vargas: “Hier ga ik niet naar de kerk, hoor. Ik versta er niks van. Biechten doe ik hier wel.”

Is er veel te biechten dan?

Vargas: ( lacht en krabbelt terug) “Nee, maar het is ook om te bedanken hoor. Vooral dat.”

Zwakke enkel

Roberto, wat vind je Ronalds sterke punten als voetballer en als mens?

Rosales: “Als voetballer is Ronald heel sterk één tegen één. Zijn beste positie is die van nummer tien, achter de spitsen. Als mens is hij iemand die graag anderen helpt. En die vooral altijd vrolijk is. Hoe moeilijk het ook is, hij ziet steevast de positieve kant van de zaak.”

Ronald, jouw beurt.

Vargas: “Ik zie Roberto meer als een offensieve dan als een defensieve voetballer. Hij kan heel goed de lijn afgaan en hij heeft een mooie voorzet in de voet. Als persoon: excellent. Ik beschouw hem eigenlijk als mijn kleine broer. We hebben veel gemeen en we lachen samen wat af, hoor.”

Roberto, de supporters van AA Gent appreciëren je. Ze hebben je al vijf keer uitgeroepen tot man van de match. Je doet het op dat vlak zelfs beter dan Jorgacevic en Thijs.

Vargas: “Vijf keer man van de match? En twee keer tegen ons, zeker?” ( lacht)

Rosales: ( lacht) “Aha, dat wist ik niet. Dat doet me natuurlijk deugd.”

En dat terwijl je in eerste instantie nog afgetest werd bij Anderlecht.

Rosales: “Ja, Anderlecht was nog voor Gent in mij geïnteresseerd, maar uit de medische tests bleek dat ik een zwakke enkel had. Het risico om me een hele poos kwijt te zijn met een blessure wilden ze niet nemen. Gent daarentegen had daar geen problemen mee. Tijdens mijn eerste jaar in België heb ik wel veel oefeningen gedaan om mijn enkels te versterken. En tot nog toe heeft dat geloond, want ik ben nog nooit zwaar geblesseerd geweest.”

Ronald, jij sukkelt dit seizoen wel met allerlei kwaaltjes. Maar als je speelt, ben je vaak bepalend. Ben je tevreden over je seizoen?

Vargas: “Aan de ene kant ben ik tevreden met mijn rendement. Als ik op het veld sta, kan ik de ploeg iets bijbrengen. Aan de andere kant ben ik een beetje verdrietig omdat ik nog niet de continuïteit kan brengen die ik zou willen brengen.”

Is die continuïteit je doel voor de rest van dit seizoen?

Vargas: “Ja, dat én nog doelpunten maken, assists geven … En winnen van Gent!” ( lacht)

door steve van herpe – beelden: reporters

“Ik ben naar

hier gekomen om de titel te winnen en dat is nog altijd mijn bedoeling.

Ronald Vargas”

“Je familie is er altijd, in goede en slechte tijden. Van geld kun je dat niet zeggen.

Roberto Rosales”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content