Elyaniv Barda kan dit seizoen topschutter worden. Voor wie hem in Israël zag beginnen, is dat nogal verrassend. Verslag van een bezoek aan Hapoel Beer Sheva, de eerste club van de Genkse aanvaller.

Tel Aviv op een zonnige zaterdag betekent voor veel van zijn inwoners kuieren of joggen langs het strand en de met hoge hotels afgeboorde boulevard. Zaterdag is voor de joden sabbat en dus eigenlijk rustdag, maar Gili Landau heeft zich verwaardigd om in de vroege ochtend van het noordelijker gelegen Herzliya naar ons hotel aan de hoofdstedelijke kust af te zakken, ook al zit hij vanavond als trainer in de dug-out van tweedeklasser Beer Sheva, waar hij tijdens een eerdere passage Elyaniv Barda liet debuteren in het eerste elftal.

Zijn analyse is ter zake.

“Elyaniv Barda”, zegt Gili Landau, “is een van die beleefde quality guys. Hij is niet zoals sommige anderen, die te trots worden over hun prestaties. Hij heeft de kwaliteit om te zijn zoals iedereen in Israël wil zijn. Sommigen beginnen, als ze een beetje succesvol worden als voetballer, naar nachtclubs te gaan en geloven ineens wat de meisjes van hen denken. Ze laten de druk van hun schouders vallen omdat ze te veel aan zichzelf denken en dan concentreren ze zich niet meer op de wedstrijden. Ze denken aan lucratieve commercials maken en ze geloven de kranten die schrijven dat ze fantastisch zijn. Ze worden verliefd op zichzelf en ze vergeten één ding: dat een voetballer elke wedstrijd moet presteren en dat ze zichzelf telkens onder druk moeten zetten en zich een volgend doel moeten stellen.

“Elyaniv staat met zijn twee voeten op de grond en is een harde werker. Dat is het verschil tussen hem en veel anderen. Toch geloofde niemand in Israël dat hij zou slagen in België. Niemand dacht dat hij buiten ons land clubsucces zou hebben, want hij was in de eerste plaats a cute child en een esthetische speler. Wel met een goede dribbel en snelheid.”

Landau is alweer vertrokken als het Israëlische Sport 5 in de vroege namiddag een twintig minuten durend interview met Elyaniv Barda uitzendt. Barda draagt een wit poloshirt en tijdens de zijdelingse shots vallen de gespierde bovenarmen van de Genkse aanvaller op. In het voor westerse oren onbegrijpelijke Hebreeuws vallen onder andere de namen Ronny Levi, Dudu Dahan, Barak Itzhaki, Maccabi Haifa en Hapoel Tel Aviv te ontwaren. Van zijn lichaamstaal en antwoorden gaat een grote rust uit.

Buiten klimt de temperatuur flink boven de twintig graden als Arigay Bergher zijn grijze Toyota voor rijdt. Arigay voetbalde op zijn vijftiende één seizoen bij Elyaniv Barda in de jeugd van Beer Sheva, is een vriend gebleven, studeerde filosofie aan de universiteit van Beer Sheva, werkt voor Yedioth Ahronot, een van de grote, populaire kranten, en hoopt straks in Liverpool Master of Business Administration in Football te worden en een ploeg te managen.

Hij zal ons in een uur en een kwartier door de Negevwoestijn naar Beer Sheva voeren, de hoofdstad van het zuiden.

Bedoeïenen

Daarnet ook het interview met Barda op tv gevolgd, Arigay?

“Ja, het is opgenomen toen hij hier onlangs voor een interland was.”

Waarover ging het nu eigenlijk?

“Hij had het er onder andere over dat hij voor een klein bedrag, een slordige 650.000 euro, van Hapoel naar Genk kon. Zijn vader had dat in zijn contract laten zetten zodat hij makkelijker weg kon. Anders zou hij misschien nooit weggeraakt zijn. Zijn vader, Haim, is als zijn makelaar heel belangrijk voor zijn carrière. Ze zeggen wel eens: als je vader langs de lijn niet schreeuwt, speel je niet mee. Velen geloven dat wie met de jeugd werkt niet deugt en elke beslissing laat afhangen van de invloed die je vader uitoefent. Benayoun van Liverpool heeft ook zo’n vader. Haim kwam naar elke training. El-ke training. Hij werkte bij het stadsbestuur, dus kon hij zich vrijmaken. Mijn vader kwam nooit naar de training. Niet dat ik nu anders wél nog voetballer zou zijn, maar ik zou misschien toch meer kansen gekregen hebben. Haim is ook heel supportive voor zijn broer. Heel betrokken bij hun carrière. En een zeer gerespecteerde figuur in de stad.”

Heb je zijn bovenarmen gezien?

“Elya was vroeger helemaal niet zo. Hij was mager zoals ik, misschien zelfs nog magerder. Hij is pas in België zo sterk geworden. Hij praatte ook over het harde werken in Genk, dat ze er 6 kilometer uitlopen als lichte oefening de dag na een wedstrijd en over de dokters die hun tanden controleren omdat slechte tanden voor spierblessures kunnen zorgen. Zag je ook zijn borstkas? We lachen wel eens onder mekaar dat hij een monster geworden is ( lacht). Hij krijgt natuurlijk wel wat duels te verwerken. Op training onder andere met een Kameroener, vertelde hij mij. Heet hij Matoukou? Niemand kan hem voorbij, zegt hij. Dat is een goede zaak, want dan verbeter je als speler als je later naar Israël terugkomt.

“Elyaniv praat vaak over het stadion van Genk: dat het altijd vol zit, hoe ze er zingen en roepen, dat het boegeroep dit seizoen terecht was, maar beschaafder dan hier in Israël, en dat de trainer er als een gentleman vertrok. Bij ons is de reputatie van een trainer niet zo goed, weet je. Je gooit hem bij wijze van spreken uit de wagen en je rijdt verder.”

Hoe was Elyaniv Barda in zijn beginjaren als speler?

“In de jeugd was hij altijd de topschutter, maar hij heeft geen veertien keer meer gescoord sinds hij achttien was. Mensen in Israël gaan nu misschien denken dat het Belgische voetbal niet veel voorstelt omdat hij zoveel scoort. Hij heeft geen talent waarvan je zegt: dat heeft niemand anders. Benayoun bijvoorbeeld heeft een beweging met zijn lichaam waardoor hij tegenstanders voorbij raakt. Elya heeft gewoon heel hard gewerkt: hij loopt sneller dan toen hij jong was, zijn lichaam is veel sterker. Aan Elya kon je vroeger al merken dat hij alleen geïnteresseerd was in goed spelen. Hij liet daar niks anders tussenkomen, hij had nooit problemen met de trainer of met andere spelers. Ik herinner mij bijvoorbeeld niet dat hij ooit een discussie had, zoals soms nochtans gebeurt onder voetballers. Van Bounfeld herinner ik mij dat wel. Wij stonden in dezelfde ploeg met Bounfeld, een middenvelder met de perfecte pass, meer getalenteerd dan Elya, zegt iedereen. Hij heeft met Maccabi Tel Aviv in de Champions League gespeeld. Dat is het hoogste waar hij is geraakt, maar sindsdien gaat het steeds bergaf. Hij komt bijvoorbeeld te laat naar de training waardoor hij alléén moet opwarmen. En dan lijkt het dus alsof je een vedette bent.”

Hoe was Barda als mens?

“Een van de redenen voor zijn succes is dat goede mensen goede dingen overkomen. Veel spelers veranderen van identiteit als ze verhuizen om zich aan te passen, Elya niet. Toen hij voor Tel Aviv speelde, woonde hij niet zoals veel spelers in de stad, maar er net buiten. De stad heeft veel te bieden, maar als je hem ernaar vroeg, antwoordde hij altijd dat hij zich erbuiten beter voelde. Voor veel mensen van buiten de stad is Tel Aviv een intimiderende plaats. Elya is nooit veranderd en zo word je een held voor mensen: ze kunnen zich met je identificeren. Toen Itzhaki naar de nationale ploeg kwam, las je op de roddelpagina’s van de kranten dat hij op zijn vrije momenten ging shoppen in de stad, in de meest trendy winkels. Veel voetballers gaan daar omdat ze ook nog eens korting krijgen. Alsof zij, tussen haakjes, dat nodig hebben ( grijnst). Zo onrechtvaardig eigenlijk. Enfin, dat zou je nooit of nooit van Elyaniv lezen. Hij blijft altijd heel bescheiden. Je leest nooit waar hij zijn kleren koopt, waar zijn vrouw naar de kapper gaat. Hij gaat ook nooit naar clubs. Ook niet toen hij jong was. Het Forum was vroeger een heel populaire club in Israël, er kon 3000 man binnen. Tijdens onze legerdienst ontmoette ik hem daar altijd op zaterdagavond. Hij had toen zijn toekomstige vrouw al – Elyaniv kent haar sinds zijn zestiende, want ze zaten samen op school – en hij kwam nooit van zijn stoel. Andere spelers dronken, rookten wat, maar hij bleef naast haar zitten en praatte wat. Je kon hem op niets betrappen. Dat typeert de man die hij is. Hij staat waar hij staat en Bounfeld staat met al zijn talent ook waar hij staat: in de tweede klasse. Kijk, we zijn in Beer Sheva. Welkom in mijn stad.”

Davy Cooreman

Beer Sheva maakt een desolate indruk nu het zaterdag en sabbat is. Het is de bescheidener hoofdstad van de Negevwoestijn en religieuzer dan Tel Aviv. Iedereen zit binnen, maar aan het stadion voetballen toch een paar jongeren op een oefenveld.

In de fanshop hangt een grote actiefoto van Barda tegenover die van de andere clubcoryfee, Yossi Benayoun. Wie vervolgens het gebouwtje betreedt, valt eerst de grote foto van Chaswe Nsofwa op, de Nigeriaan die in augustus vorig jaar tijdens een oefenwedstrijd van Beer Sheva overleed aan een hartstilstand. Vervolgens trekken in de viproom de rijen actiefoto’s aan de wanden de aandacht. Elyaniv Barda in veelvoud uiteraard, maar – kijk eens aan – ook twee keer Davy Cooreman, die hier voetbalde van 2000 tot 2002. “Hij begon heel zwak”, herinnert Arigay zich. “De fans wilden hem eigenlijk meteen weer naar huis zien gaan, maar een paar maanden later werd hij een van hun lievelingen. Tot vandaag wordt hij aangehaald als voorbeeld wanneer de fans om geduld wordt gevraagd.”

Rond het veld valt het op dat de verlichtingsmasten nogal ongebruikelijk binnen de stadionmuren zijn geplaatst – “De eigenaar die ze liet plaatsen was bang dat ze anders stuk gemaakt zouden worden.” – en zo voor een deel van de tribunes het zicht belemmeren. De vroegere atletiekpiste is inmiddels van straatstenen voorzien en dient als parkeerplaats voor de ambulance. Magen David Adom from Belgium staat erop. Een gift van Belgische joden aan het Israëlische Rode Kruis.

Aan de zijkant van het veld, boven in een gammel commentaarhok, zit Doron Maman, die voor de radio werkt. Hij trainde Barda twee jaar in de jeugd. “Bij elke uitwedstrijd vroeg de trainer van de tegenstander wie die nummer 10 van ons was”, zegt hij. “In zijn eerste seizoen met de eerste ploeg speelde Elya op vrijdag met de seniors en op zaterdag werd hij opgeroepen om met de jeugd mee te doen. Hij speelde twee wedstrijden per weekend en hij zei nooit neen. Als je hem inbracht, zag je dat hij van een ander niveau was. Ik heb hier veel goede spelers gekend, maar hij was de intelligentste met wie ik gewerkt heb.

“In een goed jaar in Israël verwachtte je van hem een stuk of zeven doelpunten. Zijn eerste seizoen in een grotere competitie dan de Belgische is dus verbazend. In de eerste ploeg van Beer Sheva scoorde hij misschien vier keer in een seizoen. Hij stond op de flank en omdat hij daar veel meeverdedigde en weinig scoorde, zeiden de mensen: zie je wel, hij is geen spits. Maar hij is geen buitenspeler of spits, hij moet als tweede spits spelen.”

Tranen

Voor de wedstrijd begint, krijgen de jonge tweelingneefjes van Barda, een stopper en een middenvelder, nog een trofee overhandigd. Ze zijn door hun jeugdwerking tot Speler van de Maand uitgeroepen. De rest van de jeugd lijkt zich te hebben verzameld in het supportersvak waar wij plaatsnemen, vak 5.

Sammy Matityaho zit er ook. Hij werkte tijdens zijn legerdienst in de keuken waar ook Elyaniv Barda van 10 tot 12 acte de présence kwam geven – topsporters hebben zo hun privileges. “Niet veel mensen wisten dat hij naar Haifa zou gaan. Zijn laatste wedstrijd speelde hij hier voor amper tweehonderd man. Ik heb toen mijn baas gesmeekt om ernaartoe te kunnen gaan. Ik móést daarbij zijn. Negentig minuten hebben we gezongen: ‘Eliya blijf!’ Na de wedstrijd kwam hij naar de fans gelopen. Er waren tranen aan beide kanten. We hadden in het leger nog samen onder onze voeten gekregen: hij omdat hij zijn kepie nooit op zette en ik omdat ik hem uit respect telkens zo binnenliet ( lachje).”

De wedstrijd Hapoel Beer Sheva tegen Hakoach Ramat Gan heeft overigens niet veel om het lijf: nauwelijks doelkansen, veel te statisch, slordigheden bij de vleet en een laat doelpunt door prutserig balverlies van de doelman.

Belgisch

Arigay baalt, maar neemt ons nadien mee naar de persruimte. De trainers hebben er hun analyse op zitten en komen naar buiten. Gili Landau van Hapoel Beer Sheva en de bezoekende trainer, Dudu Dahan. De scout die de golf Israëlische voetballers in België mee op gang bracht, maar ook een hand heeft in de transfers van pakweg Grondin, Suler en Dante, is hier trainer van de koploper in de tweede klasse. De transfer van Barda, die hij naar Apoel Nicosia in Cyprus zou loodsen, liet hij zich ontglippen. Zijn reputatie is in Israël niet onomstreden. “Maakt het hoofd van spelers gek en draagt meer dan één petje, meneer.” Na de wedstrijd vertrekt hij vaak naar het buitenland om zich tegen de tweede helft van de week weer te melden op het trainingsveld, waar zijn assistent de zaken ondertussen overnam. Hij spoedt zich naar de spelersbus.

In de gangen tussen de bureautjes duikt ineens Vilas Simioni op. De Braziliaanse targetman speelt nu voor Beer Sheva, maar deed dat vroeger voor Cercle Brugge. Hoe het nog gaat met Stijn Haeldermans, Gabor Torma en Davy Cooreman, wil hij weten. Zo blijkt alles bij elkaar Beer Sheva ineens meer gelinkt aan België dan je denkt.

Ook Stav Elimelech, de assistent-trainer, komt langs. “Elya begon bij ons oké, maar niet zoals wij wilden. Hij had tijd nodig. Na een paar wedstrijden is hij met mij komen praten om vertrouwen te krijgen. Ik moest het er echt in pompen, hem zeggen dat we hem nodig hadden, dat hij moest spelen like animal en geconcentreerd blijven voor doel. Hij was nog jong en hij wou altijd maar snel spelen zonder na te denken, dus ik moest hem geruststellen dat hij niet de hele tijd doelpunten hoefde te maken of assists hoefde te geven. Hij moest de feeling krijgen, af en toe lucht happen en voelen hoe de ploeg speelde: soms druk zetten en soms terugzakken. Soms voelde ik in wedstrijden zoveel stress dat ik daar op training wat van probeerde weg te nemen. Je kunt mij niet passeren, zei ik, en dan liet ik hem proberen. Als het dan lukte, voelde hij zich vrijer. Daar herinnerde ik hem tijdens wedstrijden aan.”

Op het brede scherm in de perszaal wordt net Genk-Lokeren rechtstreeks uitgezonden. Het staat nog 0-0.

Een van ons

De rit terug naar Tel Aviv verloopt in het donker. Het verlies van zijn ploeg heeft Arigay gelukkig niet zwijgzamer gemaakt. “In elk interview in Israël wordt Elya nu gevraagd naar Hapoel Tel Aviv omdat ze op het punt staan te degraderen. En altijd zeggen ze dat hij hen van degradatie had kunnen redden als hij was gebleven … Maar, he, hij ís geen Hapoelspeler. Hij heeft daar maar twee jaar gevoetbald, net als bij Haifa. Het is zijn thuis niet, hij is een van óns. In Beer Sheva zijn we ons heel erg bewust van de plaatselijke spelers. Het is ook de bedoeling van de club om met plaatselijke spelers te werken. We zien onze stad als de trots van de Negev. Elya heeft veel macht in de pers omdat hij nu aan de top staat. Mensen kijken naar hem op. Dus heb ik hem al op het hart gedrukt: praat na een wedstrijd eens over Beer Sheva. Zeg dat je hen weer in de eerste klasse wil zien. Maar hij is daar te verlegen voor. Hij beantwoordt alleen de vragen die worden gesteld.”

Onderweg bereikt ons per sms het bericht dat Barda tegen Lokeren zijn vijftiende van het seizoen heeft gescoord.

Arigay glundert.

“Telkens als hij scoort, voel ik dat – en veel van mijn vrienden hebben dat ook – als niet zomaar een goal. Dat voelt aan als drie doelpunten van een ander. Ik heb er eens over nagedacht waarom dat zo is. Ik ben tot de conclusie gekomen dat hij eigenlijk onze dromen vervult in onze plaats. Zeker de mijne. Toen ik met hem bij Beer Sheva speelde, was mijn droom als kind één keer voor de eerste ploeg te kunnen spelen. Dan wou ik ’s anderendaags gerust sterven, als ik maar mijn ene wedstrijd had gekregen ( grijnst). Hij maakt die droom voor mij waar. En dan nog topscorer worden in een Europese competitie!

“Weet je, er begint stilaan een discussie los te komen om Barda volgend seizoen terug naar Israël te laten komen. Beitar Jeruzalem is altijd blij als het een goede Israëliër met Europese ervaring kan halen – ze hebben er genoeg geld voor. Ze betalen een Belgisch loon, misschien zelfs meer. Ook Hapoel Tel Aviv, hun grote rivaal, en Maccabi Tel Aviv, dat wordt geleid door een nieuwe Canadese zakenman. Ik denk evenwel dat hij nu graag in Spanje zou spelen. Verschillende makelaars hebben hem al gecontacteerd, maar hij verwijst hen allemaal naar de club.

Alona Barkat, onze voorzitster, wil Barda nochtans graag terug en hem later voor de club behouden. Hij heeft Europese ervaring en ze heeft hem ontmoet toen hij hier was voor de interland. Ze wilde hem laten weten dat Beer Sheva veranderd was sinds zijn vertrek.

“Weet je, Eli Ohana kwam na Mechelen als winnaar van de Europese beker terug naar Beitar Jeruzalem, zijn vroegere club. In de tweede klasse! Ze promoveerden meteen en werden het jaar daarop kampioen. Dat was de stap die hem definitief een held maakte in Jeruzalem. Mijn vader, die stond te wachten op tickets, heeft nog gezien hoe alle spelers met de bus naar het stadion kwamen en Ohana in de Mercedes van de voorzitter. Hij had zelfs de trainer naar huis kunnen sturen als hij had gewild ( grijnst). Supporters kijken op naar een eigen speler die zich opoffert voor de ploeg. Misschien moet Elya wel eerst het hoogste bereiken wat hij kan bereiken in België of Spanje. En dan terugkomen, dan kan Elya God worden. Zoals Ohana.” S

door raoul de groote

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content