Mensen die nauw met hem samenwerken en die hem vaak aan het werk zien, geven hun mening over Sherjill MacDonald. De Nederlandse spits van Germinal Beerschot antwoordt. ‘Ik heb ruimte nodig om uit de verf te komen.’

Net voor hij in juni Schiervelde ruilt voor het Kiel, maakt Sherjill MacDonald in Roeselare een hattrick tegen Antwerp FC. Een betere manier om bij Germinal Beerschot je intrede te maken is moeilijk denkbaar. Op 11 juli debuteert MacDonald als Rat, tijdens een oefenwedstrijd tegen Cappellen. Na een dikke veertig minuten trapt hij vanaf zo’n twintig meter de bal met links in de linkerbovenhoek. De verwachtingen op het Kiel stijgen. Zo’n vijf maanden en zestien competitiewedstrijden later staan er vier goals en vijf assists achter de naam van MacDonald.

Geen Kevin Vandenbergh

Eddy Snelders, zoon van Germinal Beerschotondervoorzitter René en cocommentator bij de VRT-radio, zegt: “Bij Roeselare bleek dat MacDonald voor gevaar kan zorgen met zijn individuele acties en met zijn dribbels naar het doel van de tegenstander. Zijn enorme ritmeverandering en diepgang waren de hoofdredenen waarom Germinal Beerschot hem kocht. Als ploeg heb je een stramien waarmee je in verscheidene wedstrijden ver komt, maar soms stelt de tegenstrever zich daarop in. Dan heb je iemand als hij nodig, om iets onverwachts te doen.

“Hoewel Germinal Beerschot hem dus niet in de eerste plaats binnenhaalde met het oog op goals, dacht de club wel dat hij vlotter zou scoren. Het is een aspect waaraan gewerkt moet worden als hij een complete speler wil worden. Sherjill is van nature geen echte goalgetter, geen Kevin Vandenbergh, die je minder vaak in het spel ziet, maar wel aan het doel. Sherjill spitst zich vooral toe op zijn acties en wil die goed beëindigen. Als het kan, doet hij dat met een doelpunt. Maar dat is blijkbaar niet de prioriteit in zijn manier van spelen. Hij probeert eerst en vooral zijn snelheid uit te buiten, diepgang te creëren, de man-tegen-mansituatie op te zoeken met dan eventueel een voortzetting naar een andere speler toe.”

Dat verklaart waarom MacDonald vaak diep terugzakt en de flanken opzoekt. “Daar ligt de meeste ruimte”, legt MacDonald uit. “En die heb ik nodig om beter uit de verf te komen. Soms is het in het centrum zo druk dat ik mijn snelheid er niet kan gebruiken. Dan is het fijner om vanaf de zijkant naar binnen te snijden. Je moet een keuze maken. Ofwel blijf je vooraan en krijg je bijna nooit de bal, ofwel zoek je hem. Je hebt spitsen die het leer 80 minuten niet voelen, maar toch in het strafschopgebied van de tegenstander blijven plakken en een goal scoren. Ik heb dat geduld niet. Als ik de bal tien minuten niet geraakt heb, word ik nerveus. Misschien is dat soms niet goed, maar zo ben ik nu eenmaal.” Assistent-trainer en ex-spits Eric Viscaal pikt in: “Hij laat zich heel vaak uitzakken, Sherjill is een type dat de bal graag aan de voet heeft en van daaruit acties opzet. Ik vind dat hij zeker qua loopacties zonder bal nog veel vooruitgang kan boeken.”

Alles kapotstampen

Over zijn rendement zegt MacDonald: “De kansen die ik vorig seizoen met mijn ogen dicht benutte, verkwansel ik nu. En dus kan ik niet tevreden zijn.” Viscaal voegt daaraan toe: “Op een gegeven moment was hij echt aan het zoeken. In het begin zag je hoe Mackie te graag wou bewijzen wat voor een goede voetballer hij is. Dat gaat er stilaan wel uit.” Ploegmaat Wim De Decker ziet het nog af en toe: “Soms wil hij echt naar de goal trappen om alles kapot te stampen. Dat heeft misschien nog wat met jeugdigheid te maken, de neiging om de boel te forceren. Daarmee hangt samen dat hij volgens mij meer variatie in zijn spel zou moeten leggen. Hij zoekt heel vaak de individuele actie op, maar zou af en toe ook eens gewoon kunnen kaatsen. Zo zou hij een betere balans krijgen in zijn manier van spelen, wat hem verrassender zou maken. Bij momenten moet hij beter het overzicht bewaren.” Ook Daerden vindt dat een werkpunt. “Hij vergeet weleens om een brede kijk te behouden als hij bijvoorbeeld iets voorbij de middenlijn vanaf de linkerkant naar binnen zwenkt.” MacDonald gaat akkoord: “Soms zie ik in zo’n situatie niet dat er aan de zijkant ruimte komt, omdat ik zo vlug mogelijk naar het doel wil. Dat kan nog beter. In de wedstrijd tegen Club Brugge kap ik de keeper uit en schiet ik direct, terwijl ik gewoon even koelbloedig had moeten kijken om de bal daarna rustig binnen te trappen.”

Daerden: “Ik moet MacDonald niet zeggen wanneer hij zijn actie moet inzetten, wanneer hij moet passen en schieten. Als hij verkeerde keuzes maakt, kan ik hem dat achteraf aangeven. Maar voor de rest moet je een aanvaller de nodige vrijheid gunnen. Een spits speelt op intuïtie.” Snelders zegt: “Ik denk trouwens dat hij een speler is die sowieso niet echt gelijnd kan worden. De trainer kan hem wel naar prioriteiten duwen, maar ik weet niet of je hem met een duidelijke, tactische omschrijving op het veld kan sturen. Volgens mij voelt hij zich dan gevangen en beperkt dat zijn creativiteit. Mijn indruk is dat hij zich vooral goed voelt als hij zijn vrijheid heeft.”

Het totaalbeeld

Daerden probeert zijn spits kalm te houden: “Na de 4-1-zege tegen STVV ( waarin MacDonald niet scoorde, nvdr) toonde ik hem de beelden van zijn acties uit die wedstrijd”, aldus de coach. “Daaruit bleek dat hij betrokken was bij twee of drie doelpunten, dat hij een aantal kansen voorbereidde voor ploegmaats en dat hij zelf had kunnen scoren. Een spits die een aantal weken droog staat, begint te twijfelen. Maar het is het totaalbeeld dat je in de gaten moet houden. Als anderen kunnen profiteren van zijn beweeglijkheid, is zijn verdienste ook belangrijk. Dat wou ik hem met die beelden even aantonen. Elke speler heeft af en toe een schouderklopje nodig.” De Decker lacht: “Daerden weet heel goed hoe hij MacDonald moet bespelen. Hij is veel met hem bezig op training en dat doet MacDonald deugd.” Nochtans werd Aimé Anthuenis, de voorganger van Daerden, genoemd als een van de redenen waarom MacDonald naar het Kiel verhuisde. “Daerden zit overal kort op”, zegt MacDonald zelf. “Anthuenis was wat meer relaxed. Je traint natuurlijk wel scherper als er iemand constant op je let en checkt of je de dingen goed doet. Ik denk wel dat je daardoor vooruitgaat. Bij Anthuenis stond ik ook meestal alleen in de spits.” Viscaal zegt: “MacDonald past beter in een systeem met twee spitsen, dat wees de praktijk ook uit.”

Daerden gebruikt nu af en toe een opstelling met een nummer tien en soms een zonder een nummer tien. “Voor Sherjill heeft dat laatste het voordeel dat er in het centrum meer ruimte komt waarin hij kan bewegen”, aldus de trainer. Maar MacDonald zelf lijkt een voorkeur te hebben voor een opstelling mét een nummer tien. “Dat is wat offensiever, en dus leuker. Zo heb je ook altijd iemand dichtbij op wie je kunt steunen. Maar de balans voor de ploeg is belangrijk, we moeten zien hoe we het makkelijkst de drie punten binnenhalen.”

Het rouwmoment

De laatste weken lijkt MacDonald in zijn sas te zijn. “Hij begon veelbelovend aan de voorbereiding,” aldus Snelders, “kreeg veel positieve commentaren, kende dan een mindere periode – zoals heel Germinal Beerschot – en manifesteert zich de laatste weken weer beter, net als de rest van de ploeg. MacDonald is sfeergevoelig. Als de ploeg niet goed draait, deelt hij in de malaise. Hij kan het zich permitteren om per wedstrijd een aantal minuten afwezig te zijn. Maar als hij aanwezig is, verwacht de groep dat hij iets beslissends doet. Dat was een paar weken weg. Dan krijg je een probleem.” Daerden: “Elke speler zit weleens in een dip. Op zo’n moment moet je vanuit je taken blijven spelen: goed gepositioneerd staan, de juiste dingen doen bij balverlies … Vul je dat in, dan heb je sowieso zes op tien. Als elke speler die score haalt, is dat geen garantie op succes, maar ben je wel zeker dat er iets staat waarop je kunt terugvallen. Sherjill doet dat heel goed.

“In het begin was zijn rouwmoment te groot. Dat is mijn term voor de fase van teleurstelling waardoor een speler gaat bij de overgang van balbezit naar balverlies. Hij zat daar te lang in als hij bijvoorbeeld de bal verloor of als een medemaat een slechte pass gaf. Maar op dat vlak boekte hij veel vooruitgang.” Ook ploegmaat De Decker is zeer te spreken over het vuile werk dat Mac Donald opknapt. “Als je hem defensieve taken meegeeft, volbrengt hij die. Hij probeert mee te denken op dat vlak en dat is toch niet evident voor dat type spits. Ik maakte het in het verleden al anders mee.

“Sherjill is een goede, joviale gast met wie je niet makkelijk overhoop zult liggen”, gaat De Decker door. “Voor zijn komst deden enkele cowboyverhalen de ronde, werd gezegd dat hij geen gemakkelijke jongen is. Daar is tot nog toe niets van te ondervinden.” Viscaal treedt De Decker bij: “Sherjill komt uit Amsterdam, maar dat zou je niet zeggen. Boven de Moerdijk denken ze weleens dat ze heel de wereld aankunnen, maar voor hem gaat dat absoluut niet op. Hij is gewoon een vrij rustige jongen die houdt van een dolletje.”

In het rood

Dat MacDonald de laatste weken beter presteert, heeft volgens Viscaal te maken met zijn fysieke paraatheid. “Je ziet dat hij tegenwoordig veel meer inspanningen kan doen dan vroeger”, aldus de assistent-trainer. “Zijn aantal acties in een wedstrijd ligt nu veel hoger dan enkele weken geleden.” Joost Desender, physical coach op het Kiel, weet hoe dat komt. “Telkens Sherjill het op zaterdag minder goed deed tijdens de wedstrijd, ging ik op zoek naar de oorzaak”, zegt hij. “Op een bepaald moment zag ik een verband tussen zijn prestaties en de trainingsintensiteit. MacDonald is iemand die door zijn explosiviteit heel snel in het rood gaat, dan traint hij met zuurstoftekort en wordt er melkzuur gevormd. Dat verwerkt hij heel moeilijk. Als dat bij hem van maandag tot en met vrijdag elke dag gebeurt, is hij op zaterdag niet volledig gerecupereerd. Van een bepaalde training is Wim De Decker na 36 uur helemaal hersteld terwijl MacDonald daarvoor 54 uur nodig heeft. We zorgen er nu voor dat Sherjill vanaf woensdagnamiddag niet meer in het rood gaat en stellen vast dat hij tegenwoordig tijdens de wedstrijd veel beter uitgerust is.

“Daarnaast werken we aan zijn basisconditie door een paar keer per week lang en traag te lopen. Zo maakt je lichaam rode bloedcellen aan en leert het gemakkelijker zuurstof op te nemen. Dat is belangrijk om sneller te herstellen van explosieve acties. Hoe vlugger je recupereert, hoe meer acties je kunt doen. De basisconditie van MacDonald is de laatste maanden enorm verbeterd. Bij een pittige training traint hij tegenwoordig nog 6 à 7 procent in het rood. Enkele weken geleden was dat nog 26 procent.”

door kristof de ryck

“Zijn enorme ritmeverandering en diepgang waren de hoofdredenen waarom Germinal Beerschot hem kocht.

Eddy Snelders”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content