Misschien wel de meest verrassende transfer van Club Brugge tot dusver, is die van verdediger Laurent Ciman. Bij Charleroi was hij immers op een dood spoor beland. ‘Dit was voor Laurent hét moment om van omgeving te veranderen’, zeggen ze daar.

Thierry Siquet (zijn trainer bij Sporting Charleroi)

“Eigenlijk ben ik wel een beetje verbaasd door die transfer van Laurent naar Club Brugge. Bij Charleroi had hij er een middelmatig seizoen opzitten. Anderzijds denk ik dat dit voor hem het ideale moment is voor een overstap, de verandering van lucht zal zijn carrière goed doen. Bij ons zat hij op een dood spoor, hij werd centraal in de verdediging geblokkeerd door een pak concurrenten en ik merkte het voorbije seizoen ook een verslapping van de concentratie en motivatie. Je moet weten: Laurent is een kind van de streek, iedereen kent hem en hij kent iedereen. Dan is het soms moeilijk om bepaalde dingen te aanvaarden. In Brugge zal hij zich weer moeten bewijzen, daardoor zal hij wellicht meer openstaan voor bepaalde aanwijzingen.

“Laurent kan zeker ook als rechtsachter uit de voeten, maar hij is daar mentaal niet klaar voor. Pas als hij die positie ook voor zichzelf in zijn hoofd heeft geprent, kan hij daar honderd procent renderen. Dat zal nodig zijn, want ik denk dat Jacky Mathijssen hem toch vooral als rechtsback inhaalt. Hij heeft in ieder geval de capaciteiten voor de positie: een zeer goede conditie, stevig in de duels – ondanks zijn niet zo indrukwekkende gestalte -, snelheid en een goede trap in de benen. Bij Charleroi was hij ook een wapen op vrije trappen. Dat zorgde niet vaak voor doelpunten, maar gevaarlijk waren zijn trappen wel.

“Zijn grootste gebrek is zijn impulsief gedrag op een voetbalveld; daarbuiten is het een sympathieke, vriendelijke jongen. Hij raakt snel geagiteerd en dan reageert hij gemakkelijk. Soms legt hij ook te veel risico in zijn acties, daarom heeft hij eigenlijk iemand naast zich nodig die hem corrigeert. Hij is nog maar 22, daar kan dus nog aan gewerkt worden.”

Reactie Laurent Ciman: “Met Siquet klikte het niet zo, dat lag mee aan de basis om Charleroi te verlaten. Ik voelde me geblokkeerd, zeker omdat de trainer liet verstaan dat ik niet meer in zijn plannen paste en er met David Vandenbroeck ( overgekomen van Tubeke,nvdr) nog een centrale verdediger bijhaalde. Het was tijd voor een nieuwe uitdaging. Met de stelling dat ik minder gemotiveerd was, ga ik niet akkoord. Minder geconcentreerd? Misschien soms, ieder zijn mening. Feit is dat ik voelde dat het op was.

“Dat ik niet graag op de rechtsachter speel, is een misverstand. Het ging er mij destijds om dat ik niet begreep waarom van alle centrale verdedigers juist ik moest wijken naar de rechtsachter. Onder Mathijssen ben ik doorgebroken als centrale verdediger en ik deed het op die positie goed. Als het kan trek ik mee naar voor, maar in de eerste plaats wil ik mijn defensieve taken uitvoeren. Dus ook de stelling dat ik te veel risico’s in mijn spel leg, klopt niet helemaal. Wat voor Siquet te veel risico is, is voor Mathijssen misschien net goed, hé.”

Frank Defays (ploegmaat en mentor bij Charleroi)

“Toen Laurent pas bij Charleroi kwam, viel hij eerst niet in goede aarde bij de groep, dat kwam omdat hij de indruk gaf heel nonchalant te zijn. Achteraf zag iedereen in dat het een foute eerste indruk was.

“Vorig seizoen belandde Laurent opeens naast de basisploeg. Hij begreep die beslissing niet. De concentratie en motivatie om honderd procent voor zijn sport te leven ontbrak het laatste jaar een beetje in Charleroi. We hebben hem daar herhaaldelijk op gewezen, maar ik denk dat hij op een punt was aanbeland waarbij hij te veel op zijn gemak was in Charleroi. Jacky Mathijssen heeft dat heel goed aangevoeld. Het zou mij trouwens helemaal niet verbazen als Laurent binnen de kortste keren tot een certitude uitgroeit bij de Rode Duivels. Hij heeft er het potentieel en het karakter voor: Laurent heeft voor niets schrik en zal voor niemand wijken.”

“Zijn grootste werkpunt is zijn relance. Daar heeft Mathijssen hem destijds meermaals zwaar voor aangepakt. Hij mocht de bal niet zo wild en hard naar voren stampen, maar proberen rustig uit te voetballen. Voorts denk ik dat hij nog een pak maturiteit kan winnen. In ieder geval is hij al serener geworden en professioneler in zijn wedstrijdvoorbereiding. Want op zich is het niet iemand die vooraf veel met de wedstrijd bezig is.”

Reactie Laurent Ciman: “In mijn ogen was die verwijdering uit de basis een straf, terwijl Frank Defays me heeft uitgelegd dat ik het als een positief signaal moest zien, om mij te prikkelen. Vanaf dan heb ik hard gewerkt op training, maar het bleef moeilijk.

“Dat ik soms de indruk geef nonchalant te zijn, kan wel kloppen. Defays is niet de enige die me daar al op wees, maar ik garandeer je dat ik altijd honderd procent gemotiveerd ben. Jacky Mathijssen heeft me vroeger inderdaad ook veel uitgekafferd voor mijn uitvoetballen. Ik had immers de neiging om van achter uit meteen de perfecte assist te willen geven, terwijl ik nu geleerd heb om de bal bij een ploegmaat kortbij in te leveren. Al neemt die drang om een verre bal te trappen het soms nog over. Ik werk eraan.”

Jean-François de Sart (trainer nationale beloften)

“Bij de nationale beloften is Laurent nooit echt titularis geweest, maar hij zat wel altijd in de kern. Door zijn polyvalentie is hij een dankbare pion wanneer je een kern voor een toernooi, zoals het EK of de Olympische Spelen, moet samenstellen. Bij de nationale beloften heeft hij een heel goede beurt gemaakt in de oefenwedstrijd tegen Duitsland en op stage in Malta. Van Laurent weet je wat je mag verwachten: enorm veel inzet en een goede anticipatie als verdediger.

“Op zijn mentaliteit kan ik weinig afdingen. Tijdens het EK -21 in Nederland heb ik op geen enkel moment problemen gekend met hem. Toen ik de ploeg bekendmaakte voor de eerste wedstrijd liet hij wel zijn ongenoegen blijken dat hij niet startte, maar daar vind ik niets verkeerd aan.”

Reactie Laurent Ciman: “Die wedstrijden tegen Duitsland en de stage in Malta hebben me deugd gedaan. Ik kon er mijn zelfvertrouwen weer wat opvijzelen en ik bewees dat ik een hoger niveau aankan. Met De Sart heb ik een goede band en dat is belangrijk. Want hoe kan je anders op het veld vertrouwen hebben in een trainer?

“Ik hoop er bij te zijn op de Olympische Spelen, dat is voor een voetballer een unieke kans. Dat ik daardoor de competitiestart bij mijn nieuwe club zal missen, hoeft geen onoverkomelijk probleem te zijn. Het belangrijkste is immers dat ik de hele voorbereiding meemaak. Dan is het aan mij om na de Spelen voor mijn plaats in de basis te knokken bij Club Brugge.”

Robert Ciman (vader van Laurent)

“Laurent speelde dit jaar een minder seizoen bij Charleroi, maar ergens was dat verwacht. Je weet dat je als jonge speler ooit een mindere periode door moet. Er waren bij Charleroi wrijvingen, maar daar wens ik verder niet dieper op in te gaan, we willen niet in ruzie met de club uiteengaan. Om toch een voorbeeldje te geven: op bepaalde gebieden voelde Laurent zich gepasseerd, zoals bij vrije trappen. Anderen eisten die op en Laurent wilde daar op het veld geen ruzie over maken, maar het stoorde hem wel.

“Laurent is iemand die vertrouwen moet voelen. Schenk je dat aan hem, dan krijg je veel terug. Op sportief gebied verwacht ik weinig aanpassingsproblemen bij Club Brugge, maar ik voorspel dat het even zal duren voor hij zich in het team thuis voelt. Met Jacky Mathijssen treft hij er in ieder geval een trainer aan die hem goed kent en wéét hoe je hem vertrouwen moet geven.

“Belangrijk wordt nu dat hij eerst wat Nederlands leert, want zijn talen zijn een ramp. Wij hebben Italiaanse roots, mijn familie komt uit de regio rond Verona, maar ook Italiaans spreekt Laurent amper. Vroeger gingen we vaak naar Italië, de laatste jaren was dat bij Laurent fel geminderd. De Italiaanse cultuur van eten en drinken is veel te rustig voor hem, Laurent moet kunnen bewegen.”

Reactie Laurent Ciman: “Ik had geen broers om mee te voetballen, ik heb veel geleerd van mijn vader, die zelf op een bescheiden niveau voetbalde. Ik was altijd met die bal bezig, school zei me niets. Mijn vader dacht dat derde klasse een eindstation was, maar ik wilde het hogerop proberen. Want als je niet probeert, blijf je sowieso steken in je ontwikkeling.

“Over de integratie maak ik me weinig zorgen. Het klopt dat ik een eerder timide jongen ben, maar ik zag een paar weken geleden Karel Geraerts en hij stelde me meteen gerust. Hij heeft me perfect ontvangen. Mijn eerste opdracht nu is Nederlands leren. Ik ga samen met mijn vriendin oefenen. De voetbaltermen ken ik al, dus op het terrein zou dat geen problemen mogen geven.”

Fabienne Ciman (moeder van Laurent)

“Laurent was altijd een schuchtere jongen. Dat kwam omdat hij op school veel moeilijkheden kende. Hij liep er een kleine achterstand op, waardoor hij weinig zelfvertrouwen kweekte. Enkel met voetbal kon hij zichzelf toch manifesteren. De school heeft hij afgemaakt, maar we moesten hem constant pushen. Er is veel veranderd sinds hij zijn vriendin Diana heeft leren kennen. Sinds ze samenwonen, is hij een pak volwassener geworden. Hij durft nu sneller te zeggen waar het op staat. Als ik drie woorden mag gebruiken om hem te omschrijven, zijn dat: koppig, joviaal en vrijgevig.”

Reactie Laurent Ciman: “Sinds ik met Diana samen woon, ben ik serieuzer geworden. Ze is ook drie jaar ouder dan ik. We zijn nu op zoek naar een huis in Doornik. Zij werkt in Wallonië en ik moet naar Brugge, dus ergens tussenin is een mooi compromis.”

door matthias stockmans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content