Het seizoen van AA Gent leek vaak op een hindernissenparcours. Eerst was er de Intertotobeker, waar de Buffalo’s in de halve finales met 7-1 werden afgepoeierd door het Franse PSG. Daarna volgde een zware 6-0-uitschuiver tegen NAC Breda. Het deed het ergste vermoeden, maar had een averechts effect. Gent kende de beste competitiestart in jaren, met een ongeschonden blazoen na zeven speeldagen.

Onder Patrick Remy werd er geen spectaculair voetbal gebracht, maar wel heel efficiënt gespeeld. De Fransman slaagde erin ruim zeventig procent van zijn wedstrijden te winnen met één doelpunt verschil. Hij had lak aan spektakel en bleef vasthouden aan zijn credo bien jouer, c’est gagner. Dit betekent : vanuit een zeer gesloten verdediging uitgaan van het houden van de nul, zorgen voor een snelle overschakeling en hopen op goede flankvoorzetten voor de centrumspits.

In de heenronde werkte dat recept bijzonder doeltreffend. Met doelman Herpoel, het centrale verdedigingsduo CipiVanic, en revelatie Verschuere (stofzuiger) samen met Kraouche (creativiteit) als buffer daarvoor, zat alles stevig op slot. Het was Gents gouden vijfhoek. Voorin zorgden de gebuisden Kaklamanos en Nielsen (overtollig na een eerste evaluatie) voor de nodige doelpunten. Zo kwam het zelfs dat een authentieke spelmaker als Anic vaak totaal niet in het stuk voorkwam. Remy weigerde immers zijn veldbezetting aan te passen in functie van de briljante Joegoslavische balgoochelaar, die nog altijd het best rendeert in een 4-4-2-systeem.

Maar al snel bleek dat het gehanteerde rotatiesysteem voor irritatie zorgde, ook al omdat de flankverdedigers Borkelmans en Peeters er moeite mee hadden dat ze hun (vaak gevreesde) loopacties niet mochten ondernemen. Niet alleen ontbrak het daardoor aan automatismen, ook dat ze moesten wijken bij een voorsprong, leidde tot grote ergernissen. Na verloop van tijd werd ook duidelijk dat Gent thuis het spel niet langer kon opdringen aan de tegenstander, omdat het ontbrak aan variatie en de toevoer naar draaischijf Verschuere werd afgesloten. Daardoor stokte de snelle balcirculatie en was de ploeg aangewezen op de counter.

In de terugronde werd snel duidelijk dat de mentale vermoeidheid, mede in de hand gewerkt door de constante bemoeienissen van Remy, een negatieve invloed had op de resultaten. De spelers, te zeer in een defensief keurslijf gedrongen, snakten naar rust. Cipi, Vanic en Verschuere slaagden er niet in hun niveau aan te houden, terwijl individuele slordigheden vaak aan de basis lagen van vermijdbare tegendoelpunten. AA Gent had lang uitzicht op Europees voetbal, maar begon dan onnodig punten te verliezen.

Het bestuur merkte dat het moest ingrijpen, maar dat gebeurde – door de goede klassering die veel maskeerde – te laat. Aangezien de vierde plaats – door de bekerfinale Club Brugge-Moeskroen – géén recht geeft op een Uefacupticket, moet AA Gent zich opnieuw tevreden stellen met de Intertotobeker. Het slaagde er wel in zijn plaats in de topvijf te behouden, maar heeft het alleen aan zichzelf (interne onverdeeldheid) te wijten dat het niet hoger eindigde.

door Frédéric Vanheule,

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content