Hoe KV Oostende zich aanpast aan Zinho Gano

© belgaimage
Guillaume Gautier
Guillaume Gautier Journalist bij Sport/Voetbalmagazine en Sport/Footmagazine.

De situatie is veranderd aan de kust, bij KVO. De voorbije twee seizoenen werd de aanval er geleid door Gohi Bi Cyriac en Landry Dimata,maar na hun vertrek had het scorebord nood aan een nieuwe naam. KV Oostende hoopt dat ze die hebben gevonden bij Waasland-Beveren. Zinho Gano kwam eind augustus naar de Versluys Arena als topschutter van de Jupiler Pro League en met vier doelpunten in de valies. Vier wedstrijden later wist hij er maar eentje aan toe te voegen. Zijn aanpassing lijkt moeizaam te verlopen.

De komst van Yves Vanderhaeghe naar de kust, twee seizoenen geleden, viel samen met een toevloed aan talent in de stal van Marc Coucke. Gewapend met Fernando Canesin, Knowledge Musona of andere FranckBerriers, en later ook nog eens met de steun van Yassine El Ghanassy, installeerde de Oostendse coach een systeem dat ruimte en vrijheid gaf aan zijn creatievelingen. In een gesprek met Sport/Voetbalmagazine legde hij uit dat hij juist daarin verschilde van zijn mentor Hein Vanhaezebrouck. ‘De offensieve mensen die over veel kwaliteiten beschikken, krijgen een aantal opties en hebben de volledige vrijheid om die naar eigen goeddunken te gebruiken. Als ze iets kunnen forceren dankzij een individuele actie, zie ik daar geen enkel probleem in’, aldus Vanderhaeghe.

Dat werkte zeer goed in de periode van Cyriac en Dimata, maar met Gano lukt dat niet. Gano is een typische targetspits bij wie een dieptepass vanaf de middellijn of een pass in de voeten op 30 meter van het doel nooit tot een kans zal leiden. De nieuwe spits heeft voorzetten nodig, zoals blijkt uit zijn statistieken op de Freethiel. Van zijn 27 doelpunten maakte hij er 13 met het hoofd. Dat is nagenoeg 50 procent.

Om rendement te halen uit zijn nieuwe doelpuntenmaker, moet Vanderhaeghe zijn troepen dus dichter bij het doel van de tegenstander brengen. Oostende hield er in het verleden van om zich wat dichter bij het eigen doel te groeperen, om vervolgens de tegenstander in de rug te verrassen. Het moet nu anders, dichter bij de rechthoek aan de overkant, wil Gano echt kunnen dreigen. Tegen AA Gent hebben ze dat gedaan, via het gebruik van een ambitieuze pressing als antwoord op de opbouw van de Buffalo’s. Dat het toch fout liep, had met een dieptepass te maken, gelanceerd in de rug van de thuisdefensie, waar Nicolas Lombaerts en Antonio Milic aan het afzien warenin hun pogingen om de snelheid van hun tegenstander onder controle te houden.

Het plan Gano, moeilijker geworden door de afwezigheid van Sébastien Siani (die de vleugels goed kan bedienen), kreeg ook een knauw door het vertrek van El Ghanassy. Hij was vorig seizoen de voornaamste leverancier van beslissende passes richting Dimata. Nu profiteert Fernando Canesin op rechts veel minder van de aandacht die de tegenstander vorig seizoen besteedde aan het afdekken van de linkerkant. Omdat Musona eerder een ‘valse’ buitenspeler is dan een voetballer met veel voorzetten, is de voornaamste aanvoerder van ballen richting Gano de nieuwe linksachter Aleksandar Bjelica, naar Oostende gehaald voor zijn technische kwaliteiten.

De as Bjelica-Gano is het bewijs dat het Oostendse voetbal nog steeds in opbouwis. Als het talent minder alom aanwezig is, moet het systeem de kwaliteiten van zij die het verschil moeten maken, overstijgen. Die werf lijkt immens en de werken hebben duidelijk af te rekenen met veel vertraging.

Guillaume Gautier

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content