Acht maanden zijn verlopen sinds de Rode Duivels zich in Zagreb voor het WK plaatsten. Maandag sloten ze in Zweden de ultieme voorbereidingsstage af. Een terugblik.

Het is zaterdagavond kwart voor zeven, een dag voor Zweden-België. Bezorgd ziet Marc Wilmots hoe de motregen neerdaalt op het veld van de Friends Arena in Solna. Het stadion in Stockholm is pas in 2012 geopend, maar de problemen met de grasmat geraken maar niet opgelost. Het gras krijgt niet genoeg zuurstof omdat de arena half gesloten is voor de buitenlucht. Twee dagen voor de laatste training is de grasmat nog vernieuwd, maar dat is er niet aan te zien: alweer ligt ze er in lamentabele staat bij.

Wilmots huivert. Wat een verschil met de perfecte staat van de grasmat in het Olympisch Stadion, waar zijn team zich de hele week in perfecte omstandigheden in het zweet heeft gewerkt. Niet alleen vreest hij een of andere blessure met het oog op het WK, ook had hij graag op een perfect veld het passingsysteem toegepast zien worden waarop een hele week intensief is getraind. De grasmat is het enige minpunt van de Zweedse stage, die verder perfect volgens planning verliep.

Het lijkt alweer jaren geleden dat Wilmots een paar uur na de WK-kwalificatie in Kroatië midden in de nacht thuis kwam, de tv aanzette en overschakelde naar Teletekst, een fles champagne opende en glimlachte toen hij de ontbijttafel zag, door zijn kinderen versierd met Belgische vlaggen. Dat was een zeldzaam moment van ontspanning. Al snel kwam de zorg voor elk detail opzetten in de perfectionist die de bondscoach is. Het zijn acht maanden met een overvolle agenda geworden. Met onderweg onderhandelingen over een nieuw contract, diverse bezoeken waarin hij Brazilië en de Belgische tegenstanders op het WK ontdekte, het vliegtuig in en uit op weg naar bijvoorbeeld Londen en Manchester.

De twijfels van Lukaku

In december 2013 zitten de vriendschappelijke interlands erop. Toch blijft het dringen voor de definitieve lijst met 23 spelers ingeleverd wordt. Sommigen dromen van een plaats in de selectie, anderen mikken voluit op een basisstek. Romelu Lukaku is er een van die tweede categorie. Een jaar lang bleef hij in de schaduw van Christian Benteke maar zijn twee goals in Kroatië én de magere eerste seizoenshelft van Benteke bij Aston Villa geven hem weer hoop dat die situatie omgekeerd kan worden. Toch stelt Lukaku tot zijn ontgoocheling vast dat die twee belangrijke goals in Zagreb de twijfel in de media rond hem niet hebben weggenomen. In de pers geldt Benteke nog steeds als favoriete diepe spits. Benteke krijgt meer krediet omdat hij zich beschikbaar opstelt, terwijl Lukaku al jarenlang uit de media wordt gehouden, eerst door Anderlecht, daarna door Chelsea. Om de publieke opinie te bespelen moet hij uit zijn kot komen. In december aanvaardt hij, op aangeven van zijn raadgevers, meer interviews dan gewoonlijk. Everton protesteert niet.

In de gesprekken die hij geeft, breekt Lukaku een lans voor een 4-4-2-systeem, dat hem meer kansen biedt op een vaste stek voor Brazilië. “We hebben in totaal maar zeventien minuten met twee spitsen gespeeld. Als je voor een 4-4-2 kiest, moet je daar de hele week op trainen. Het is logisch dat het positiespel en het samenspelen niet goed waren in een vriendenmatch als je nooit in die opstelling getraind hebt. Als je weet hoe en waar te lopen in een 4-4-2, zie ik niet in waarom dat niet zou werken. Men zegt dat ik niet met Benteke kan samenspelen omdat we hetzelfde profiel hebben, maar ik heb bij Anderlecht wél samengespeeld met Tom De Sutter en Dalibor Veselinovic. Uruguay stelt toch ook Luis Suárez en Edinson Cavani samen op, hoewel zij hetzelfde type spits zijn.” Uiteindelijk moet Wilmots die knoop (Benteke of Lukaku) nooit doorhakken. De onverwachte blessure van de spits van Aston Villa rolt de rode loper uit voor de aanvaller van Everton die, helemaal bevrijd, vier keer scoort in de laatste twee oefenmatchen.

Op de keeper beschouwd

Nog in december geeft ook Simon Mignolet een interview aan dit blad. Zonder het te beseffen zet hij daarmee een polemiek in. Op het eerste gezicht hebben zijn verklaringen geen controversiële toon. Ze getuigen van de gezonde ambitie van een sportman die de strijd om de eerste plaats niet opgeeft maar die evenmin eisen stelt. “Er kan maar één keeper spelen. Maar het is niet alleen op mijn positie dat er concurrentie heerst. Dat komt het Belgische voetbal ten goede. Het enige wat ik kan doen, is hard werken, goed presteren met Liverpool en me tonen wanneer ik een kans krijg met de Rode Duivels.” Slechts één man stoort zich aan die verklaringen. Het is Thibaut Courtois die onder Marc Wilmots de onbetwiste titularis is geworden in doel, maar die een maand na de verklaringen van Mignolet in dit magazine onverwacht scherp van zich afbijt: “Simon mag zeggen wat hij wil, maar ik denk dat ik toch punten gescoord heb voor België. Een beetje meer respect zou op zijn plaats zijn.”

De kranten springen op de polemiek en maken gewag van een koude oorlog tussen de twee Limburgse doelmannen. Mignolet schrikt, hij begrijpt niet waarom zijn collega zo fel reageert, en hult zich in stilte, om de zaak niet te laten escaleren. De vader van Courtois vindt dat zijn zoon te impulsief heeft gereageerd en probeert Thibauts verklaringen af te zwakken.

Wanneer de internationals in februari verzamelen voor de interland tegen Ivoorkust roept Wilmots zijn twee keepers samen, zet nog eens de puntjes op de i (Courtois is titularis, Mignolet zijn doublure) en vraagt hen om geen verklaringen meer af te leggen in de pers. Ook de managers worden opgetrommeld om hun spelers duidelijk te maken dat er in de media niet meer wordt gepraat over ploegmaats of concurrenten.

Een nieuw contract

Op 15 april komt, na vier gespreksrondes, witte rook uit de schoorsteen van het glazen huis van de voetbalbond. Marc Wilmots verlengt zijn contract met vier jaar. Hij krijgt wat hij wou. Zijn salaris gaat van 500.000 euro per jaar (zonder premies) naar 800.000 euro per jaar (premies inbegrepen). Hij springt daarmee op de loonschaal over zijn voorgangers. Georges Leekens verdiende 600.000 euro, Dick Advocaat 750.000 euro. Zijn technische staf wordt uitgebreid, maar waar het hem het meest om te doen was, was de duur van het contract. Aanvankelijk aarzelde de bond om voor vier jaar te gaan, bevreesd voor wat er in Brazilië of tijdens de komende EK-campagne verkeerd zou kunnen lopen. “Wat ons uiteindelijk overtuigde, was het respect voor het gegeven woord”, zegt een bron dicht bij de bond. “We weten dat als Marc faalt bij een van zijn doelen hij de eerste zal zijn om zijn ontslag aan te kondigen. Hij is niet iemand die zich aan zijn post vastklampt als het verkeerd gaat.”

Wilmots geeft toe dat er in het contract clausules staan die een uitweg bieden voor beide partijen. “Dat betekent dat de scheiding al geregeld is nog voor het huwelijk doorgaat.”

Vanaf het begin van de onderhandelingen ondergaat de KBVB het dossier. Door nog voor de WK-kwalificatie aan te geven dat men koste wat het kost met Wilmots wil doorgaan, geeft de bond als vragende partij een voordelige onderhandelingspositie uit handen. De bondscoach laat wel een paar van zijn ideeën vallen, zoals het integreren van Jean-François Gillet in zijn staf. Gillet mag tot eind juli niet voetballen vanwege zijn vermeende aandeel in het Italiaanse gokschandaal.

Naast de contractduur geeft de bond ook extra volmachten aan Wilmots. Die wordt voortaan de eindverantwoordelijke van de U21 en de U19. In eerste instantie wilde Wilmots de eindverantwoordelijkheid over alle nationale jeugdploegen, maar Philippe Collin raadde hem dat af. “Je hebt gewoon niet de tijd om ook nog eens alle matchen van de U15 en U13 te gaan bekijken.” Wilmots bindt in en aanvaardt voor de ploegen onder de negentien jaar de inbreng van Collin en Paul Allaerts.

Uiteindelijk zal hij zijn handtekening pas zetten wanneer ook een contractverlenging voor twee van zijn assistenten voor dezelfde periode (vier jaar) wordt goedgekeurd.

De staf bijgestuurd

Dag na dag verstevigt Wilmots zijn greep op al wat met de nationale ploeg te maken heeft. Hij die binnenkwam via de zijdeur heeft geduldig gewacht tot de resultaten zijn positie versterkt hebben. Met de kwalificatie op zak stuurt hij de samenstelling van de technische staf en de omkadering bij. De eerste die verdwijnt, is fysiektrainer Eric Roex.Roex was niet de eerste keus van Wilmots, maar hij verzekerde de Limburger wel dat hij de kwalificatiecampagne mocht afmaken. Omdat het geen goeie indruk had gelaten om alles om te gooien zodra hij bondscoach werd, maar ook omdat zijn favoriet voor die positie, Mario Innaurato met wie hij bij Sint-Truiden nog samenwerkte, op dat moment niet vrij was, wegens nog onder contract bij Anderlecht. In oktober is Innaurato wél vrij, hij ként de meeste Rode Duivels, én heeft al eens een groot toernooi meegemaakt, met name de Olympische Spelen van Peking, waar een groot deel van de huidige internationals ook aanwezig was.

Nog twee mannen verdwijnen uit de omkadering: de buschauffeur en chef-kok Wim Casteleyn. Die laatste is erg ontgoocheld, maar Wilmots wil samenwerken met de Bakala Academy, die qua voedingsplan samenwerkt met de KU Leuven. “Bovendien wilde ik een chef-kok die Portugees praat om goed te kunnen opletten wat er in de keukens in Brazilië gebeurt”, aldus de bondscoach.

Januzaj en Origi

Op 3 april slaat het noodlot toe. Het vindt plaats op training bij Aston Villa, nabij Birmingham, en het slachtoffer is Christian Benteke. Hij is geraakt aan de achillespees en beseft meteen de ernst van zijn blessure. Een paar minuten later belt hij zijn manager Kismet Eris en zegt: “Ik ben geblesseerd.” Of het erg is, vraagt Eris. “Ja, de pees is helemaal gescheurd, het WK kan ik wel vergeten”, zegt Benteke, opmerkelijk rustig gezien de aard van de feiten. “Ik kom eraan”, belooft Eris, die ophangt, in de auto springt en zich zonder koffers naar Brussel haast. Er is nog net één plaats in het vliegtuig naar Birmingham. Op de luchthaven belt Eris de vader van Benteke. Ook die reageert opvallend rustig. Dan belt de manager de bondscoach, maar die neemt niet op.

Twee uur later staat Eris op het trainingscomplex van Aston Villa. In eerste instantie raadt de medische staf een snelle chirurgische ingreep in Londen aan. Eris wil meer medische adviezen horen en heeft een voorkeur voor dokter Marc Declercq in Antwerpen, die hij kent. De manager weet dat Benteke het best dicht bij zijn familie verblijft tijdens de moeizame revalidatie.

Aston Villa gaat akkoord. Eris wil het liefst nog diezelfde avond terug naar België, mét Benteke, maar er kan geen sprake van zijn dat die in het vliegtuig stapt. Dus wordt de auto van de spits omgebouwd tot een mini-ambulance opdat hij niet te veel last heeft van de schokken op de weg. Eris neemt plaats aan het stuur. Acht uur lang, tussen Birmingham en Luik, staat de telefoon niet stil. Aston Villa heeft een persbericht opgesteld omtrent de blessure en de pers informeert naar wat er gaande is.

Ook Wilmots belt onderweg. Hij heeft het nieuws gehoord, hij klinkt kort, krachtig én geruststellend naar de speler toe. “Er is ook nog 2016, vergeet dat niet! Je zal sterker terugkomen, ik reken op jou zodra je fit bent. Je maakt deel uit van ons project, we vergeten je niet.”

In die acht uur bellen Benteke en zijn manager met dokter Declercq, met Khalilou Fadiga die dezelfde blessure heeft gehad, met kine Lieven Maesschalk en met de Finse dokter Ovara die David Beckham heeft geopereerd. Wanneer het duo Luik nadert, is Benteke moe, maar gerustgesteld door alle deskundige meningen die hij heeft gehoord. Een week later laat hij zich opereren. “Ongelofelijk met hoeveel maturiteit hij alles heeft opgevangen”, zegt Eris later. “Hij probeerde alles te relativeren, al is zijn droom wel stuk.”

Voor Wilmots breekt een periode vol hoofdbrekens aan. In aanvallend opzicht had hij al niet veel overschot, nu moet hij op zoek naar een vervanger voor Benteke. Hij activeert de scouting van spelers als Gianni Bruno, trekt vaak naar Standard om er Michy Batshuayi te observeren en realiseert zich dat de oplossing van zijn probleem ook niet bij de spitsen van Genk ligt. Dat Ilombe Mboyo totaal niet in vorm is, is een tegenvaller, want in het hoofd van Wilmots is dat de ideale doublure van Benteke.

Dus staat de bondscoach voor de keuze: een extra middenvelder aan de selectie toevoegen of voor jong talent gaan. Na drie gesprekken met de familie van Adnan Januzaj stelt hij een ultimatum voor 30 april. Een andere optie is de jonge spits van Lille, Divock Origi, over wie hij door zijn sportieve adviseurs alleen maar goeie dingen hoort. Drie keer naeen gaat Wilmots Origi zelf scouten: in Marseille op 20 april, een week later tegen Bordeaux en op 10 mei tegen PSG. Hij ziet Origi als basisspeler (tegen Marseille en Bordeaux) maar ook als invaller (PSG). De jonge spits kan een verdediging openrijten als hij invalt, én zijn talent springt in het oog. Wilmots’ besluit staat vast: het wordt een operatie jeugd.

Op 23 april krijgt hij goed nieuws van de familie Januzaj, die voor België kiest. In een paar dagen tijd heeft Wilmots zijn vervanger voor Benteke en wordt het lot van Timmy Simons bezegeld. Vanaf dan wordt de kapitein van Club in de weegschaal gelegd. Elke dag glijdt Simons in het hoofd van Wilmots verder weg uit de selectie. Op 13 mei volgt het definitieve verdict.

Verkenner Innaurato

Ondertussen stelt de bondscoach zich vragen over de conditie van zijn WK-gangers, maar hij houdt zijn twijfels lang voor zichzelf. Pas in november geeft hij na twee tegenvallende vriendschappelijke interlands een boodschap mee die de vele internationals die bij hun club niet van de bank af geraken moeilijk kan ontgaan: “Ze moeten terugvechten en hun plaats afdwingen, of vertrekken.”

Een paar maanden later klinkt dat, na het afsluiten van de wintermercato, plots heel anders. Begin maart stelt hij onomwonden: “De Rode Duivels die bij hun club niet aan spelen toe komen, moeten niet voor hun plaats vrezen.” In november was het nodig om sommigen te prikkelen en scherp te houden, in maart weet Wilmots dat de spelers die bij hun club geblokkeerd zitten, nergens anders heen kunnen. Dus is het belangrijk om de twijfels die in de pers opduiken weg te nemen en de spelers een stuk stress te ontnemen betreffende de vrees om er niet bij te zijn op het WK. Met die ene zin sluit de bondscoach het debat. In feite heeft hij een punt. Een doorgedreven voorbereiding van vijf weken kan volstaan om spelers die weinig wedstrijdritme hebben weer op peil te brengen. Invaller zijn bij Atlético Madrid of Arsenal is tien keer beter dan een basisplaats in de Jupiler Pro League.

Toch is het beter om op alles voorbereid te zijn. Daarom stuurt Wilmots in april Mario Innaurato op verkenning. De fysiektrainer moet bij de Europese topclubs peilen naar de situatie van die spelers die weinig aan bod komen in de wedstrijden. Innaurato bezoekt Manchester, Londen en Madrid. Hij onderhoudt zich met de technische staf van de clubs aldaar over hoe zij het niveau van de minder gebruikte spelers hoog houden met een aangepast programma. Hij keert tevreden terug, vooral na zijn bezoek aan Atlético Madrid, waar men hem heeft uitgelegd welk programma elke speler krijgt opdat hij in vorm blijft tot 24 mei, de datum van de finale van de Champions League. Alleen weet Atlético op dat moment nog niet dat het die finale ook zal spelen.

In een Zweedse burcht

“We dachten dat het er iets warmer zou zijn, maar uiteindelijk zijn we hier niet voor ons plezier”, merkt Kevin Mirallas na de eerste trainingsdag in Stockholm op. Drie dagen lang peigeren de Rode Duivels zich af in het bakstenen Olympisch Stadion, waar op de muren alle atletiekrecords staan die in dit stadion gesneuveld zijn. Met de twee torens op de hoek ziet het stadion eruit als een versterkte burcht.

Daar was Marc Wilmots ook een beetje naar op zoek toen hij zijn trainingsprogramma voor Zweden opmaakte. De bondscoach wilde de WK-koorts die zich van België meester maakt ontvluchten, zodat de spelers zich in alle rust konden voorbereiden. Dat leidt ertoe dat enkele Belgische toeristen die hoopten om de trainingen bij te wonen zich in eerste instantie buitengesloten weten. Uiteindelijk worden ze toch toegelaten, op voorwaarde dat ze het stil houden.

Een week eerder had in Genk de spelersraad onder leiding van Vincent Kompany na vier maanden onderhandelen een akkoord bereikt over de WK-premies. Voor het eerst krijgen de Belgische internationals ook een percentage op de portretrechten. De onderhandelingen verliepen in een positief klimaat, vond Philippe Collin, voorzitter van de technische commissie.

Op het veld wordt hard gewerkt, de spelers gaan volop mee in wat van hen gevraagd wordt. Er wordt ondanks de lage temperaturen flink wat gezweet. Spelers met een gebrek aan competitieritme of die terugkeren uit blessure pikken hun niveau weer op. Een journalist plaagt Mirallas met de opmerking dat de generatie waarmee hij als Rode Duivel debuteerde uiteindelijk niet veel voorstelde. Mirallas grijnst en dribbelt: “Ik kan echt niets verkeerd zeggen over die lichting. Bart Goor heeft me heel goed opgevangen. De resultaten waren niet goed, maar de rest…”

Zondag sloten de Duivels hun Zweedse stage af met een zege, de nodige speelminuten voor wie er te weinig had, en zonder bijkomende blessures. Zaterdag wacht met het Tunesië van Georges Leekens de laatste test voor Brazilië. “Natuurlijk kijken we ernaar uit”, zegt Axel Witsel. “Maar we moeten geduldig zijn en niet te snel willen gaan.”

DOOR STÉPHANE VANDE VELDE – BEELDEN: BELGAIMAGE

Dag na dag verstevigt Wilmots zijn greep op al wat met de nationale ploeg te maken heeft.

Wilmots wilde de eindverantwoordelijkheid over alle nationale jeugdploegen, maar Philippe Collin raadde hem dat af.

Invaller zijn bij Atlético Madrid of Arsenal is tien keer beter dan een basisplaats in de Jupiler Pro League.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier