IN DEZE RUBRIEK DIEPT JACQUES SYS ANEKDOTES OP UIT DE KELDER VAN ZIJN GEHEUGEN.

Overal waar hij komt, straalt Georges Leekens optimisme en professionalisme uit. Dat zal niet anders zijn als hij woensdag in Griekenland met de Rode Duivels aan de voorbereiding op het WK van 2014 begint. Leekens leeft voor het voetbal en vraagt dat ook van de mensen die hem omringen. Ontelbare keren in onze carrière hebben we de bondscoach geïnterviewd. En telkens weer ontving hij je in zijn huis in de Brugse deelgemeente Sint-Andries met ongemeen veel hartelijkheid. Er was koffie en taart en eventueel zelfs een cognac, interviews liepen altijd behoorlijk uit, want Leekens vertelde veel en graag, al was hij een meester in het ontwijken van delicate onderwerpen.

We herinneren ons het eerste interview in mei 1975, net nadat hij in een wedstrijd in het Parijse Prinsenpark in de nationale ploeg debuteerde. Leekens zette in defensief opzicht tegen het sterke Frankrijk zo’n vlekkeloze prestatie neer dat iedereen het toen had over de toekomstige voorstopper van de nationale ploeg, al bleef hij uiteindelijk op drie interlands steken. En ook het tweede gesprek staat nog op ons netvlies gebrand, het was in november 1977 en Leekens vertelde over de manier waarop hij tegen het voetbal aankeek. “Hoe minder ik met het voetbal bezig ben, hoe beter ik speel”, debiteerde hij toen. En vertelde over het jaar dat hij zijn legerdienst vervulde en er zo veel over voetbal werd gepraat dat het zijn oren uitkwam. Daarom was hij, de prof bij Club Brugge, tevreden dat hij tussendoor ook in zijn eigen praktijk als kinesist kon werken, een vak dat hem op zijn minst evenzeer boeide als het voetbal. Dat klonk raar uit de mond van iemand die voetballers nu voorhoudt dat gedrevenheid de sleutel is van het succes.

Ook als voetballer stapte Leekens met die flair door het leven die hem nu kenmerkt. Als beenharde verdediger werd hij vaak onderschat en in de memorabele Brugse periode onder Ernst Happel verbood de Oostenrijker hem om over de middellijn te gaan. Anders kreeg hij 1500 frank (37,5 euro) boete. Leekens deed het één keer wel, scoorde en ging toen grijnzend voor de dug-out van Happel staan, de vuist gebald. Alleen wie achter Leekens opereerde, wist zijn waarde echt te taxeren. Zoals Edi Krieger, als libero een van de hoekstenen van de Brugse successen. Die roemde het spel van Leekens omdat hij bij wijze van spreken ijzer brak met zijn handen en toch veel meer was dan een scheermes. Maar vooral omdat hij erin slaagde vaak een fractie van een seconde sneller te denken dan zijn tegenstander, omdat hij veel oploste door tijdig te anticiperen. Nadenken op het veld, voetbalintelligentie, het is vandaag nog altijd een van de stokpaardjes van de bondscoach.

Hij was mentaal nauwelijks stuk te krijgen, Georges Leekens. Hij kan mensen bespelen zonder dat die dat zelf in de gaten hebben, zoals hij ook zijn spelers kan doen geloven dat ze slimmer zijn dan de tegenstanders. En hij blijft praten met veel pathetiek, als een onvolprezen showman. Heel zelden liet hij weleens in zijn ziel kijken. En dan leerde je een andere man kennen. Iemand die had leren leven met teleurstelling in mensen, iemand die met scha en schande had moeten ondervinden dat hetgeen je als trainer geeft nooit evenredig is met hetgeen je terugkrijgt, maar die positief bleef denken en niet langer toeliet dat negatieve gevoelens voortwoekerden in zijn hoofd.

Eén enkele keer hebben we Leekens kwetsbaar geweten, in zijn periode bij Moeskroen, toen zijn vrouw Arlette door een hersenbloeding werd getroffen. Leekens, die zijn emoties niet gemakkelijk toont, vertelde dat hij in het naar huis rijden af en toe zijn auto langs de kant van de weg moest zetten om zijn tranen de vrije loop te laten. Uit zijn mond klonk dat heel vreemd. Want rond zich leek hij een pantser van mentale hardheid en weerbaarheid te dragen. En daarin past dat soort ontboezemingen al evenmin als het verhaal dat hij door een priester eens bij het ziekbed van zijn vrouw werd geroepen, maar weigerde te geloven dat dit een afscheid was, maar dat hij de laatste sacramenten eigenlijk beschouwde als de sacramenten van de hoop.

Het was, in alle ellende, het mooiste interview dat we met Leekens maakten. Omdat hij zichzelf niet hoefde te verbergen achter een façade, maar echt praatte over wat hij voelde en dacht. Zonder die zijwegen in te slaan die het vaak moeilijk maakten om met hem een gesprek te voeren.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content