HOE WORD JE KAMPIOEN? DE FORMULE ONTRAFELD

© ISTOCK

Welke factoren speelden een rol in het behalen van de titel sinds de invoering van de play-offs, in 2009/10? Wij ontrafelden, op basis van de gemiddeldes van de 7 voorbije kampioenen, de formule (al kan daar ook van afgeweken worden).

1 Behaal in de heenronde 31 op 45 (of 69 %).

– Terwijl van 2010 tot 2013 de eerste 4 kampioenen (3 keer Anderlecht, 1 maal KRC Genk) ervoor ook de herfsttitel hadden veroverd, stonden de laatste 3 kampioenen (Club Brugge, AA Gent en Anderlecht) na de heenronde telkens pas 4e.

Als Club of Anderlecht dit seizoen de titel viert, zet het die reeks voort, want blauw-zwart bekleedde na 15 speeldagen weer de 4e stek, Anderlecht prijkte zelfs pas op de 6e plaats.

– De laatste 3 herfstkampioenen eindigden na play-off 1 als 5e (KV Oostende), 3e (Anderlecht) en 2e (Standard). Eenzelfde trend wellicht dit jaar als Zulte Waregem, de beste in de heenronde, niet meer opklimt.

2 Hou tot de winterstop dat puntenpercentage (69%) aan.

– Van de laatste 3 kampioenen stond er geen enkele op de leidersplaats met nieuwjaar (Club 3e, AA Gent 3e, Anderlecht 2e). In de eerste 4 play-offseizoenen veroverde de koploper bij de winterstop wel 3 keer de titel (telkens Anderlecht).

– In de laatste 3 seizoenen viel de beste ploeg met nieuwjaar telkens met 1 of 3 plaatsen terug na play-off 1: AA Gent (naar 3), Club (naar 2) en Standard (naar 2).

3 Behaal in de matchen na de winterstop 76 % van de punten, waardoor je de reguliere competitie afsluit met 71 %.

– Slechts 1 kampioensploeg stond na de reguliere competitie níét in de top 2 en was niet bij de beste 2 teams in de terugronde. (Anderlecht in 2013/14, 3e na reguliere competitie, 3e in terugronde). Maar het pakte, met nieuwe coach Besnik Hasi, wel de titel door play-off 1 met 6 punten voorsprong te winnen (22 op 30).

– 2 keer behaalde een kampioen niet de meeste punten in de reguliere competitiematchen na de winterstop. (Anderlecht 4e in 2012/13, en 6e in 2013/14).

– Club Brugge is de enige ploeg in de laatste 7 seizoenen (inclusief deze campagne) die in de terugronde gemiddeld een hoger puntenpercentage haalde dan in de heenronde: 72 % i.v.m. 59 %. Dat piekvermogen in de 2e seizoenshelft kon het echter slechts alleen vorig seizoen doortrekken in play-off 1, toen het kampioen werd. Twee andere keren eindigde blauw-zwart na de beste terugronde slechts als 3e in play-off 1 (2014/15 en 2011/12, waardoor AA Gent en Anderlecht toen de titel pakten).

– Anderlecht boog dit jaar de trend om (36 op 45 in de terugronde, 25 op 45 in de heenronde) nadat het de laatste 3 seizoenen in de terugronde en in de matchen na de winterstop gemiddeld 8 % en 12 % mínder punten behaald had dan in de eerste 15 speeldagen.

4 Behaal in play-off 1 20 op 30 (of 67 %).

– Slechts 2 kampioenen waren níét de beste ploeg in play-off 1: Genk in 2010/11 (2e, door het record dat Standard neerzette, met 26 op 30) en Anderlecht in 2012/13 (pas 3e). Paars-wit pakte toen toch de titel omdat het nummer 2 in de reguliere competitie, Zulte Waregem, pas 4e werd in play-off 1 (ook met 15 op 30). Anderlecht begon destijds bovendien aan play-off 1 met een voorsprong van 6 en 7 punten op Genk en Club.

– De waarde van play-off 1 in de eindstand van het seizoen is de laatste 3 seizoenen fel toegenomen: in de eerste 4 play-offjaargangen bedroeg het aantal punten behaald door de kampioen in play-off 1 (gemiddeld 19 op 30) 36 % van het totale puntenaantal. In de laatste 3 seizoenen steeg dat percentage naar 42 % (met gemiddeld 21,33 op 30).

– In play-off 1 van 2009 tot 2013 lag het gemiddelde puntenpercentage van de kampioen respectievelijk 11 %, 11 % en 12 % láger dan in de heenronde, tot nieuwjaar en in de hele reguliere competitie.

De laatste 3 seizoenen presteerde de kampioen (Club, AA Gent en Anderlecht) in play-off 1 daarentegen 8 %, 9 % en 5 % béter dan in de heenronde, tot 1 januari en in de volledige reguliere competitie. En dat terwijl de tegenstand in play-off 1 groter is, zonder duels tegen de ‘kleintjes’.

– De grootste sprong vooruit, als niet-kampioen, maakte Standard in de play-offs van 2010/11: van 49 op 90 (54%) in de reguliere competitie naar een record van 26 op 30 in play-off 1 (87%).

5 Word Europees al uitgeschakeld vóór de winterstop (of speel geen Europees).

– Alleen Anderlecht vierde de titel nadat het ná nieuwjaar (in 2012 tot 23 februari en in 2010 tot 18 maart) actief was geweest in Europa.

– Van de laatste 4 seizoenen liep de Europese campagne van de kampioen 3 keer tot half december. AA Gent speelde in 2014/15 zelfs géén Europees. Daardoor had het liefst 17 matchen minder op de teller dan het nummer 2 dat seizoen, Club Brugge (met een recordaantal van 63). Blauw-zwart werkte op 23 april nog zijn kwartfinale van de Europa League af, tíjdens play-off 1.

Ook Genk profiteerde van een vroege Europese uitschakeling (eind augustus 2010 tegen Porto in de EL) om in mei 2011 kampioen te worden.

6 Speel in totaal 52 wedstrijden.

– De ploeg met de meeste matchen van de 6 play-off 1-ploegen (alle competities inbegrepen) eindigt gemiddeld op de 3e plaats. Alleen Club Brugge (in 2015/16, 57 duels) en Anderlecht (2009/10, 56 duels) werden kampioen met het hoogste aantal speelminuten.

7 Word al uitgeschakeld in de 1/8e finale van de beker.

– Alleen Club werd kampioen én haalde ook de bekerfinale (vorig seizoen). Drie keer lag de titelwinnaar al in de 1/16e finale uit de beker (2014, 2011, 2010). AA Gent en Anderlecht (2015 en 2013) bereikten de halve finale.

DOOR JONAS CRETEUR – FOTO ISTOCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content