De nieuwe keeper van Charleroi staat voor de moeilijke taak om Bertrand Laquait op te volgen. Hij liet zich in elk geval al opmerken met enkele uitstekende reddingen, zoals in de Waalse derby op Standard.

We treffen Sébastien Chabbert in Waterloo, aan de fameuze leeuw die symbool staat voor de nederlaag van Frankrijk. Geen betere plek voor een Fransman die wil terugvechten. Op zijn 31e wil Chabbert opnieuw plezier beleven aan het voetbal. En als hij wat van zijn verloren tijd kan inhalen, dan is zijn missie helemaal geslaagd.

“Ik ben naar hier gekomen met het idee dat er mij niks meer kan gebeuren. Ik heb genoeg zwarte sneeuw gezien”, zegt hij, verwijzend naar zijn schouderbreuk bij Amiens en zijn meniscusproblemen die hem verhinderden om de nummer één van Lens te worden.

Met de min-19-jarigen van Frankrijk werd hij nog Europees kampioen, maar sindsdien bleef hij ter plaatse trappelen terwijl zijn ploegmaats van toen ( ThierryHenry, DavidTrezeguet, Mikaël Sylvestre) bij Europese topclubs aan de slag gingen en hun kast vulden met trofeeën. Chabbert moest zich tevreden stellen met een positie als reservekeeper van Racing Lens. “Toen ik er op mijn 22e tekende, waren ze de enigen die mij een plaats als eerste doelman aanboden”, zegt hij. “Tenminste, als titularis Guillaume Warmuz bij Monaco zou tekenen. Maar toen puntje bij paaltje kwam, verlengde Barthez zijn contract bij Monaco en bleef Warmuz bij Lens.” Zeven jaar lang bleef het voor Chabbert bij invalbeurten en tweederangswedstrijden. “Ik was zo’n beetje de nummer één bis”, legt hij uit. “Ik speelde in de Franse beker, de Ligabeker, de Intertoto en zelfs de UEFA Cup, maar nooit kreeg ik écht een kans. Of toch: één keer, toen Rolland Courbis trainer werd. Ik mocht spelen in de Intertoto en ik zou ook in de competitie aan het seizoen beginnen, maar toen raakte ik geblesseerd aan de meniscus. Warmuz is dan aan het seizoen begonnen en mijn kans was verkeken.”

Uitleenbeurt

De reservedoelman werd nochtans gekoesterd in Lens. In een artikel met L’Equipe in 2006 vertelde de keeperstrainer van Racing dat Chabbert een actieve vervanger was en psychologisch sterk. Meer dan zomaar een doublure. “De club wilde elk jaar dat ik mijn contract verlengde”, vertelt hij. “Ik werd scherp gehouden met bekerwedstrijden. Elke keer hield ik me voor dat mijn moment wel zou komen. Zo gingen de jaren voorbij.”

Zeven jaar, die wel onderbroken werden door een uitleenbeurt van een half seizoen aan Metz, waar Albert Cartier trainer was. “Nadien vertrok hij naar België”, zegt Chabbert. “En hier is hij dus ook geslaagd? Verbaast me niks. Destijds was hij net gestopt als speler en stond hij heel dicht bij de groep. Ik bewaar uitstekende herinneringen aan hem. Hij heeft Metz tenslotte gered. Op het nippertje weliswaar, maar toch. Ik was aan Metz uitgeleend omdat hun doelman, Mondragon, zes maanden geschorst was. Uiteindelijk werd die schorsing teruggebracht tot drie maanden. Ik ben er dus maar drie maanden titularis geweest.”

Rode kaarten

Chabbert kwam deze zomer in Charleroi terecht op aanraden van zijn manager. Lang aarzelde hij niet, zegt hij: “Ik dacht bij mezelf dat een club uit de Belgische eerste klasse beter was dan een uit de Franse Ligue 2. Mogi Bayat volgde mij al en gelooft in mij. Hij beweerde dat Charleroi de beste optie was om weer hogerop te geraken.”

Dat is natuurlijk waar Chabbert op hoopt, maar hoeveel spelers zijn er al niet naar ons land gekomen met die bedoeling zonder dat ze daarin gelukt zijn? “Daar ben ik niet bang voor”, zegt de Fransman. “Ik ben al 31. Als ik in België een mooie carrière kan uitbouwen, zoveel te beter. Ik wil zelf mijn weg zoeken en er wat lol aan beleven. Ik ben zonder vooroordelen aangekomen. Wanneer je een moeilijk seizoen achter de rug hebt, is het enige wat telt: weer plezier vinden in het voetbal.”

Na een maand voorbereiding heeft Chabbert ook het reilen en zeilen van onze competitie leren kennen. Hij heeft kennis- gemaakt met de ruwheid van sommige aanvallers – zoals Akpala, met wie hij twee keer in botsing kwam – en met het Belgisch voetbal in zijn geheel, dat in Frankrijk niet erg hoog aangeschreven staat. “Charleroi werd afgeschilderd als een ploeg die de lange bal hanteert en op inzet teert. In werkelijkheid ben ik terechtgekomen in een groep met technische spelers die goed voetbal spelen. Men zei me ook dat de kopjes hier vorig jaar snel naar beneden gingen, maar op dit moment stel ik vast dat iedereen wil werken om de ploeg naar een hoger niveau te stuwen. Die combinatie van kwaliteit en vechtlust kan ons nog ver brengen. Ik was wel een beetje ongerust na onze voorbereiding. Het is nooit goed om al je vriendschappelijke matchen te winnen omdat het verwachtingspatroon dan onrealistisch hoog zou kunnen zijn. Maar tegen Brugge zijn we ervoor gegaan.”

En hoe. De drie rode kaarten veroorzaakten opschudding. Chabbert: “De trainer heeft degenen die de tweede helft uitgespeeld hebben gefeliciteerd, want met acht tegen elf hebben we geen goal meer tegen gekregen. Hij had het bij het rechte eind door te zeggen dat we ons op de volgende wedstrijd moesten concentreren en dat hij de spelers die rood gepakt hadden wel individueel zou spreken. Dat kan ik wel appreciëren. StéphaneDemol is iemand die niet zo heel veel zegt, maar die wel op het juiste moment spreekt. Je ziet dat hij wil slagen als trainer.”

Op zijn 31e is Chabbert al een van de ouderen in een groep die duidelijk niet alle wedstrijden op hetzelfde niveau speelt. “Dat zijn jeugdzonden. Sommigen houden té veel van het spelletje. Soms, als je een slechte dag hebt, moet je defensief kunnen spelen, zonder veel franjes.”

In elk geval staat hij zelf voor de zware taak om een monument als Bertrand Laquait te doen vergeten. “Ik weet wat die hier gepresteerd heeft”, zegt Chabbert. “Ik moet hem niet doen vergeten, maar voor continuïteit zorgen.” Welke sterke punten moeten hem daarbij helpen? “Ik ben ervaren, energiek en ik heb een goed voetenspel, maar het beste ben ik in het plukken van hoge ballen.”

door stephane vande velde – beelden: reporters

“Ik moet Bertrand Laquait niet doen vergeten.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content