Het is weinig Belgische voetballers gegeven: in de belangstelling staan van Arsenal en Real Madrid, en toch feestelijk bedanken. Axel Witsel speelde het klaar. Verlegen en dromerig is hij volgens pa en ma, maar ook zelfbewust.

Steven Defour is de uitzondering, Vincent Kompany en Moussa Dembélé zijn de regel: geen Belgische topvoetballers zonder multiculturele samenleving. De nieuwste aanwinst heet Axel Witsel, de zoon van een vader uit Martinique en een moeder uit Luik. Jammer maar helaas: Axel is geboren en getogen in België en dus trekken we voor zijn roots niet met het vliegtuig naar de Franse Antillen, wel met de auto richting Luik. De radio maakt ondertussen een round-up van het voorbije sportweekend. Philippe Gilbert heeft, al dan niet Merckxiaans, de Omloop het Volk gewonnen. Steve Darcis was de beste in het tennistoernooi van Memphis en Standard de Liège is de nieuwe leider in de Jupiler League. Drie keer Luik dus, met stip de sportieve hoofdstad van België.

Het gezin Witsel past helemaal in het plaatje. Papa Thierry is trainer bij de U11 van Standard en speelt zelf nog voor derdeprovincialer Citésport (Axel: “Technisch is hij niet slecht”). Grote zus Whitney (15) danst (mama Sylvie Stas (39): “Ze danst negen uur per week, maar in België zijn er weinig professionele mogelijkheden”). Axel zelf heeft net het bevrijdende doelpunt gemaakt in de wedstrijd tegen Westerlo (“een mooie zege”) en kleine zus Shirel (2) maakt er een sport van om tijdens het gesprek zo veel mogelijk aandacht naar zich toe te trekken. Niet dat we haar dat kwalijk kunnen nemen, daarvoor ligt de aaibaarheidsfactor veel te hoog.

Eerder was het ook al Shirel, een miniatuurversie van Axel, die enthousiast de deur was komen openmaken in de hoop in het deurgat de vertrouwde benen van papa of broerlief aan te treffen. Ze ziet net op tijd de vergissing in en zoekt snel dekking bij mama Sylvie. Even later heeft ze meer geluk: papa is thuis van de training en een paar minuten later waait ook Axel binnen. Alweer twee extra schoten om op te klimmen.

Nog voor hij goeiendag kan zeggen, voelt Axel in zijn zakken. “Oei, mijn sleutels …” Pa en ma moeten er even om lachen. “Axel is een tête en l’air, altijd heel verstrooid. Hij vergeet alles”, zegt mama Sylvie. “Of neen, misschien niet alles, alleen die dingen die niks met het voetbal te maken hebben.” Papa vult aan: “Ik herinner me dat we een paar weken geleden naar een supportersavond gingen ergens rond Brussel. Axel zat aan het stuur. Hij parkeert netjes voor de deur, we stappen uit en hij doet de wagen op slot. Niets aan de hand tot de auto plots zachtjes achteruit begint te bollen. Hij was vergeten de handrem aan te trekken. Dat is Axel ten voeten uit.”

Een andere eerste indruk: de omvang van de schouders van Axel. Op het middenveld van Standard naast Marouane Fellaini valt het niet zo op, aan tafel naast de kleine Shirel des te meer: het postuur van Witsel is behoorlijk indrukwekkend. Papa Thierry: “Hij is vrij plots beginnen te groeien, eerst in de lengte en daarna in de breedte. Gelukkig ging dat niet gepaard met blessures, veel jonge spelertjes hebben minder geluk. Axels kwaliteiten gingen steeds in stijgende lijn. Niet alleen zijn fysiek vermogen, ook zijn technische vaardigheid. Toen hij begon te voetballen bij RRC Vottem hier in de buurt, kon je niet meteen zeggen: ‘Die speelt ooit nog in de eerste klasse.’ Maar hij maakte heel constant vooruitgang, werd alsmaar beter. Axel was ook ontzettend gedreven. Echt un bosseur, een zwoeger. Na een wedstrijd was zijn hoofd helemaal rood. Indrukwekkend. Voor Axel telde ook enkel het voetbal. Hij is er echt in geboren. Hij ging altijd mee om naar zijn papa te kijken als ik zelf speelde.”

De roulette van Zidane

Op zijn zesde al heeft de kleine Axel zijn allereerste transfer beet. Geen toptransfer vooralsnog, maar wel een bank vooruit. Van Vottem naar Visé. Thierry: “Vottem was een goede club om te beginnen, maar hij zat er snel aan zijn plafond. Om vooruitgang te boeken moest hij gewoon naar een sterkere club.” Axel pikt in: “Bij Visé speelde ik meteen ook een leeftijdscategorie te hoog en dat beviel me wel. Ik begon als aanvallende middenvelder, maar later zakte ik een paar posities. Eerst stelde de trainer me op als centrale verdediger, later als centrale middenvelder. Ik heb bij de jeugd nagenoeg op elke positie gespeeld, alleen nooit op de flank. En laat ik nu net daar spelen in het eerste elftal.”

We proberen voor wat animositeit aan tafel te zorgen met een beladen vraag: “Is Axel een betere voetballer dan zijn vader?” Helaas bestaat er over dat onderwerp unanimiteit binnen de familie en mist onze poging zijn effect. Thierry: “Natuurlijk. Ik kom niet eens in de buurt. Alleen al de vorming die hij gekregen heeft, maakt hem een pak beter. Ik heb niet de mogelijkheden gehad die hij nu heeft. Jonge voetballers hebben veel meer kansen om te leren. Niet alleen door hun opleiding, ook door televisie of spelletjes. Daarop zien ze bewegingen die ze kunnen kopiëren.”

Gevraagd naar zijn favoriete rolmodel hoeft Axel niet lang na te denken. Eén speler is voor hem verheven boven alle andere: Zinédine Zidane. Axel: “Hij is mijn idool. Door zijn techniek, zijn balaannames, een beetje door alles eigenlijk. Zijn typische draaibeweging, de roulette, probeer ik op training af en toe wel eens. In een wedstrijd is het er nog niet van gekomen.”

Op zijn negende kan Axel een volgende stap zetten. Standard wil hem graag overnemen van Visé. Het vooruitzicht om voor een gerenommeerde club te spelen lijkt aanlokkelijk voor een jonge voetballer, maar vader en zoon besluiten samen om Standard wandelen te sturen. Elk om hun eigen reden. Axel wil liever niet met zijn leeftijdgenootjes voetballen. Hij vindt dat hij meer kan leren bij de oudere jongens van Visé. Bij Standard had hij niet de garantie dat hij een categorie hoger zou kunnen spelen. Vader Witsel hoorde dan weer niet zulke fraaie dingen over Standard.

Maar de aanhouder wint, dat weten ze ook in Luik, en een jaar later hing Daniel Boccar namens Standard opnieuw aan de lijn. Of ze misschien hun mening wilden herzien? Thierry: “Ondertussen merkten we ook dat hij bij Visé niet veel vooruitgang meer kon maken. Hij moest een volgende stap zetten en bovendien had ik een goed gesprek met monsieur Boccar.” Standard nodigt vader en zoon uit om een wedstrijd bij te wonen, een belevenis die Axel zich nog levendig herinnert. “Ik zag de spelers en de beleving van het publiek en ik wist: ik wil hier ooit zelf op het veld staan. Na die dag is voetbal plots een serieuzere aangelegenheid geworden.”

Wenen in de auto

Voor mama Witsel betekent het dat haar leven nog meer in het teken van haar voetballende zoon komt te staan. “We zijn afgelopen december voor het eerst op reis kunnen gaan. Met het hele gezin naar Egypte, heel aangenaam. Vroeger ging dat niet. Mijn man had enkel verlof in juli en toen begonnen voor Axel de trainingen opnieuw. Ik ging dus maar alleen met Whitney op reis.”

Papa Witsel houdt zich dan weer intensief bezig met de prille carrière van zijn zoon, maar hij is het tegendeel van de stereotiepe voetbalouder. Thierry woont weliswaar trouw alle wedstrijden bij, maar hij staat daarbij niet luidruchtig de eigen oogappel aan te moedigen langs de zijlijn en hij vermoedt bovendien geen nieuwe Maradona in zijn zoon. Thierry: “Ik geef toe dat ik streng was in mijn beoordeling van zijn wedstrijden. Ik wist dat hij technisch veel kwaliteiten had en dus vond ik dat zijn prestaties daarmee in overeenstemming moesten zijn. Ik was best kritisch voor hem, ja. Tijdens de wedstrijd zweeg ik altijd, maar toch hadden we een bepaalde interactie. Na een mislukte dribbel of zo, zocht hij met zijn blik meteen contact. Naar hem roepen deed ik nooit. Ik respecteerde de trainer, maar in de auto volgde mijn evaluatie. Alles wat verkeerd ging, kwam uitgebreid aan bod. Gemiste controles, verkeerde keuzes voor doel, verloren duels tegen kleinere tegenstanders … Het hele pakket.”

Eén voorval herinnert de strenge papa zich in het bijzonder. Een autoritje na een selectiewedstrijd voor de nationale jeugdploeg. ” (cynisch) Daar was je echt goed hé … 45 minuten lang – de lengte van de rit – vertelde ik hem na afloop alles wat hij verkeerd had gedaan. Axel zat te wenen in de auto. We kwamen thuis en het werd alleen maar slechter, de Niagarawatervallen waren er niets bij. Mijn vrouw wist natuurlijk meteen wat er gaande was en helaas was ook de oma hier. Toen was het mijn beurt om de volle laag te krijgen … (lacht) Dat klinkt allemaal misschien wat hard, maar eerlijk: mocht ik terug in de tijd kunnen gaan, ik had hem dubbel zo zwaar aangepakt.”

Axel liet het zich naar eigen zeggen allemaal welgevallen.”Natuurlijk was het soms hard, maar ik besefte wel dat hij het deed om me te helpen. Mijn vader had me net zo goed eindeloos kunnen ophemelen, maar het is niet op die manier dat je vooruitgang maakt als voetballer.” Thierry: “Dat bedoel ik net. Ik merkte wel dat Axel openstond voor wat ik zei. Hij pikte het op.”

Ondanks het kritische oordeel van zijn vader en de matige selectiewedstrijd voor de jonge Duivels haalt Axel toch de nationale selectie en daar speelt hij zich in de kijker van de Europese topploegen. Of het nu na een toernooi in Kiev was of na het Europees kampioenschap U17 in Luxemburg, dat is met het verstrijken van de jaren onduidelijk geworden, maar zeker is dat Axel plots aanbiedingen kreeg van de wereldtop. Arsenal, Feyenoord en zelfs het grote Real Madrid wilden allemaal graag de jonge Luikenaar inlijven. Thierry: “Hoe je hoort van die interesse? Tja, dat verloopt via tussenpersonen. Voor Arsenal was dat bijvoorbeeld Patrick Vervoort. Axel en ik hebben toen samen beslist om het niet te doen. Ja, echt samen. (lacht) We praten heel veel met elkaar. Over alles eigenlijk. Hij hoefde er geen slecht gevoel aan over te houden, want hij wist perfect waarom we dat beslist hadden.” Axel bevestigt: “Natuurlijk ben je als jonge kerel ontgoocheld als je een transfer mist naar Real, het is een droom, maar ik denk dat het een goeie keuze is geweest.”

Voor papa Thierry is het uitstel en geen afstel. “Niemand zegt dat hij die aanbiedingen niet opnieuw krijgt. School was toen natuurlijk de allerbelangrijkste belemmering. Ik denk niet dat het een goed idee is om je studies op te geven voor een voetbalcarrière.”

Modelleerling

Is Axel veranderd nu voetbal naast zijn fascinatie ook zijn beroep geworden is? Papa vindt alvast van wel: “Axel is het afgelopen jaar veranderd, ja. Hij is volwassener geworden. Dat is ook nodig. Op het niveau waar hij nu speelt, neem je de dingen beter niet te lichtzinnig op. Maar eigenlijk is hij ook nog altijd dezelfde. Zijn inborst is onveranderd.” Mama bevestigt: “Axel is een heel bescheiden iemand, hij blijft met de voeten op de grond. Hij praat met iedereen, met de grote pieten als hij uitgenodigd wordt op recepties, maar net zo makkelijk met eenvoudige mensen op een supportersavond. Hij is wel verlegen. Mensen zien dat niet altijd en denken dan dat hij kil is of wat afstandelijk, maar hij heeft wat tijd nodig om te ontdooien als hij iemand een eerste keer ontmoet. Dat is toch zo Axel, niet?” Axel knikt. “Ja, dat klopt wel, zo zit ik in elkaar. Ik moet eerst iemand echt kennen voor ik helemaal open ben.”

Mama pikt weer in: “Op school hebben we nooit problemen gehad. Modelleerling, hoorden we vaak. Al voegden ze daar wel aan toe dat hij nog beter moest kunnen.” Papa toont begrip: “Ik kan begrijpen dat, als je vijf of zes keer per week moet trainen, je de schoolprestaties tot een minimum beperkt. Maar hij studeerde toch met resultaat: vorig jaar haalde hij een diploma boekhouden. Kijk, voor zo ’n prestatie heb ik niets dan lof. (lacht)” S

door jan-pieter de vlieger

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content