Eenvoud, offensief en als het moet: de beuk erin. Met die wapens wil Gentenaar Thierry Pister aan de slag bij Bergen. ‘Qua mentaliteit sluit ik meer aan bij Walen dan bij Vlamingen.’

Ik eet niet vandaag”, verrast Thierry Pister zijn assistent Rudi Cossey. In de trainerskleedkamer van Bergen is Nederlands de voertaal en de hoofdcoach wil werken aan zijn lijn. Dus staat hij op dieet en laat hij de lunch in de kantine aan zich voorbijgaan. Winst, of liever verlies na drie dagen: 3 kg. Het vertrek van Philippe Saint-Jean bij de club als hoofdtrainer en zijn vervanging door assistent Thierry Pister (43) was een van de eerste donderslagen van het nieuwe seizoen. Vooral omdat het al gebeurde na één speeldag en een zware 5-0-nederlaag bij AA Gent. Het was altijd de ambitie van Pister om later hoofdtrainer te worden toen hij zijn contract als assistent bij Bergen tekende, maar dat het zo snel zou gebeuren, verraste ook hem. “De club kwam overeen met Philippe Saint-Jean dat hij maar één of twee seizoenen hoofdtrainer zou zijn, en daarna de rol van technisch directeur op zich zou nemen. Ik kreeg hier de garantie dat ik zelfs mocht schelden op de spelers tijdens de trainingen. En omdat coaching mijn tweede natuur is, hield ik me niet in. Maar Philippe Saint-Jean maakte me snel duidelijk dat dat nu mijn job niet was. Daar moest ik me serieus aanpassen.”

Niet alleen op dat punt verschilde hij met de hoofdcoach van mening. Pister had ook andere ideeën over de manier van voetballen. “In de kleedkamer heb ik me een paar keer kwaad gemaakt over het gedrag van sommige spelers. Ik ben wel blij dat Philippe ondanks al die meningsverschillen in interviews verklaarde dat ik geen mes in zijn rug stak. Een homogeen duo waren we zeker niet. Dat is ook moeilijk als je andere opvattingen hebt over training en spel. Ik wilde dingen veranderen, maar na zes weken moest ik me tevredenstellen met een rol als toeschouwer. Toeschouwer en vertaler, in Engels en Nederlands. Ik ben geen moeilijke mens, maar daarmee was ik niet tevreden.”

Dat Saint-Jean zo snel de handdoek zou gooien, was niet echt een verrassing voor Pister. “Philippe had me tijdens de voorbereiding al een keer gezegd dat hij moe was. Toen hij daarna ook aan de directie zei dat hij wilde vertrekken als ze iemand anders vonden, was ik zelfs even kwaad op hem. Ik vreesde dat in dat geval de hele staf zou moeten opstappen en ik wilde bij Bergen blijven. Ik zag ook dat hij veranderd was. Ik kende hem nog als coach van Tubeke en daar coachte en riep hij de hele tijd. Hier maakte hij zich geen enkele keer zenuwachtig.”

Charter is onzin

Zijn visie op het spel? Pister predikt eenvoud. “Philippe Saint-Jean gaf oefeningen die voor hem misschien eenvoudig waren, maar voor de spelers en zelfs voor mij ingewikkeld. Zijn 4-3-3-systeem had misschien kunnen werken, maar hij had er de spelers niet voor. Mijn eerste beslissing was dan ook een terugkeer naar eenvoudiger oefeningen en een 4-4-2. Ik ben ook iemand die houdt van discipline, op alle terreinen. In de kleedkamer, tussen spelers, op het veld. Als dat niet gebeurt, kom ik tussenbeide.”

Pister was al een eerste keer hoofdcoach op zijn 31ste bij Beveren. Leiding geven zit in zijn natuur, zegt hij. “Ik was toen al een roeper. De trainer die de grootste indruk op me maakte was George Kessler. Als die de kleedkamer binnenkwam, zei niemand nog een woord. Arie Haan was tactisch een kampioen. Hij kon een wedstrijd doen kantelen door een speler tien meter te verplaatsen. Aan Walter Meeuws bij Gent heb ik ook goeie herinneringen.”

Bergen haalde deze zomer diverse spelers uit de tweede klasse, maar Pister heeft daar niks mee te maken, zegt hij. Hij ziet die spelers dan ook vooral als tweede keus. Pister: ” Kevin Oris is goed als er wat gebeurt met Momo Dahmane. Steven De Pauw op de rechtsachter als doublure van Kevin Hatchi of Frédéric Jay. En Ludovic Buysens moest ik opstellen omdat ik niet op Ivica Dzidic, Fadel Brahami, Jay noch Hatchi kon rekenen. Maar hij heeft het goed gedaan.”

Dat alle trainers bij de start van het seizoen een charter moesten ondertekenen waarin ze beloofden “aantrekkelijk, aanvallend en spektakelrijk” voetbal te brengen, vindt hij de reinste onzin. Pister: “Zoiets kan je toch niet beloven. Als je niet voldoende talent hebt en je bent intelligent, stop je de tegenstander af door fouten te maken en let je een beetje op in de buurt van de rechthoek. Wie gedomineerd wordt, moet verdedigen, punt. Anders moet je de deur openzetten en met 5-0 verliezen, zoals wij in Gent deden.”

De smet van Allianssi

Inmiddels voelt hij zich goed in Wallonië. Hij voetbalde voor Standard en was er al trainer bij Doornik. “Ik ben een epicurist. Ik ben 43. Stel dat ik 80 word, dan ben ik al de helft voorbij. Dus probeer ik zo goed mogelijk te leven. Ik heb geen uurwerk van 1000 euro, een grote wagen of merkkledij nodig. Op dat vlak voel ik me nauwer verwant met de Waal dan met de Vlaming. In Vlaanderen is het motto: werken, werken, werken. In Wallonië redeneren ze anders: ik doe wat ik kan en als ik er vandaag niet kom, is dat niet zo erg. Daar hou ik meer van.”

Pister is een babbelaar, maar over zijn passage bij het Finse Allianssi houdt hij al jaren de lippen op mekaar. Die ploeg werd te veel met Zheyun Ye en een 8-0-verlies in verband gebracht. Maar voor één keer wil hij er toch nog eens over praten. Wat we willen weten? Of het geen foute carrièrekeuze was? Pister: “Neen. Ik werd veel geld beloofd, in vier maanden kon ik zoveel verdienen dat ik twee, drie jaar gerust was. Ik had geen club en ben vertrokken. Mijn geld heb ik nooit gezien en met een affaire had ik niks te maken. Mijn geweten is gerust. Hoe het allemaal in mekaar zat, heb ik de voorzitter van Doornik duidelijk gemaakt voor ik er tekende en deze zomer ook Dominique Leone en Alain Lommers van Bergen. Zij hebben me geloofd, anders zat ik nog steeds zonder werk. Toen die befaamde match plaatsvond, had ik nog geen contract. Ik zat op de bank, maar zonder officiële functie. Later hebben we het goed gedaan, Europees de nul gehouden bij Brann Bergen, de ploeg van de elfde naar de zevende plaats gebracht. Maar daar heeft niemand het nog over.”

Heeft hij nog contact met Olivier Suray, die hem naar ginder loodste? Pister, beslist: “Met die bende wil ik geen contact meer.” S

door pierre danvoye

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content