De zaak-Vansevenant tot haar ware proporties herleid.

Hoever durven sommige dopingonderzoekers te gaan in hun ijdele drift om te scoren? Ieder jaar opnieuw, wanneer het Tourcircus zich op gang trekt, wordt sereniteit een loos begrip. Niemand die gelooft dat het lek in de dopingzaken rond ex-renners Wim Vansevenant en Sven Schoutteten zomaar toevallig tot stand kwam aan de vooravond van de meest gemediatiseerde wielerwedstrijd ter wereld. Niemand die begrijpt waarom bij een routinecontrole van een rennersbus in Frankrijk zoveel machtsvertoon nodig was.

Hoever ook durven sommige media te gaan in hun concurrentiestrijd om de gunst van de lezer? De Tourkoorts lijkt alle zin voor nuance te doden. Losstaande dopingzaken worden op één hoop gegooid, onvergelijkbare producten over één kam geschoren, netwerken rond toprenners gesuggereerd waar niet het minste bewijs voor bestaat. Dit alles terwijl Omega Pharma, Lotto en Quick-Step hun toekomstige wielerplannen bij CEO’s van potentiële partners aan het presenteren zijn.

Met een ronkende kop verpakte Het Nieuwsblad de zaak rond Schoutteten, de gelegenheidsverzorger die twintig maanden geleden (!) een voorraad epo bestelde, als een escalatie van de affaire-Vansevenant, waar ze nochtans geen enkel verband mee houdt. De journalist bestempelde TB-500, het product dat Vansevenant aanschafte, als een wondermiddel. Daar waar professor Peter Van Eenoo, hoofd van het Gentse dopingcontrolelaboratorium, sterk betwijfelt of het wel een prestatiebevorderend effect heeft. Bovendien is het evenmin zeker of het gerecht het product als doping zal kwalificeren. Hoewel geen enkele deelnemer in een van beide zaken betrokken was, suggereerde de krant dat over de wegen van de Tour een nieuwe dopingstorm raast, die in het rijtje thuishoort van de Festina- en Fuentesaffaire.

Herleid tot hun ware proporties en op basis van wat tot dusver uitlekte, zijn de zaken rond Vansevenant en Schoutteten allebei niet meer dan een scheet in een fles. Antidopingspecialisten achten het onwaarschijnlijk dat de twee betrokkenen in opdracht handelden van de teams waarvoor ze sporadisch werkten, respectievelijk Omega Pharma – Lotto en BMC. De amateuristische handelwijze van de verdachten associëren ze eerder met het circuit van de elite zonder contract. Daar wordt grenzeloos en vaak ook straffeloos geëxperimenteerd. Van Schoutteten is zijn verleden als amateurwielrenner bekend. Over Vansevenant wordt verteld dat hij in dat segment coachambities koesterde.

Eens te meer werd afgelopen week duidelijk hoe moeilijk wielerteams betrouwbaar en geschoold personeel vinden. De vraag is ook of de teammanagers er wel prioriteit aan wíllen geven – zo had Schoutteten al langer een slechte naam. De meeste managers groeiden ooit als renner mee in een milieu dat verziekt is van de medicatie. In dat licht biedt de nieuwe UCI-regel die sinds 1 juli van kracht is, een hoopvol perspectief. Voortaan mogen ex-renners die ooit twee jaar voor doping aan de kant stonden, geen functie meer bekleden in de staf van een wielerploeg.

DOOR BENEDICT VANCLOOSTER

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content