Kritiek op het beleid, ongezouten meningen, roekeloze uitspraken : liever niet bij Club Brugge, dacht Marc Degryse en hij huurde een mediatrainer in. ‘Wij willen de jongens beschermen, zodat we niet elke keer moeten optreden.’

Een sanctie was het voor Philippe Clement. “Een sanctie, tussen aanhalingstekens dan”, aldus de speler zelf, “want anders had ik hier misschien ook gezeten, gewoon omdat ik het interessant vind.” Met ‘hier’ bedoelt Clement de mediatraining op Club Brugge vorige week maandag en dinsdag.

Een elftal mochten de Nederlandse mediatrainer Cees Wijburg en zijn gelegenheidsassistent, VRT-sportjournalist Stefaan Lammens, ontvangen op hun telkens twee uur durende sessie. “Aanvankelijk planden we om de trainingen te laten geven voor de vier jongens die dit seizoen bij de A-kern aansloten, maar in de praktijk bleek dat wat weinig om daarvoor iemand in te huren”, legt Club Brugges sportleider Marc Degryse uit. “Daarom haalden we de andere jongeren in de A-kern er ook bij, met Birger Maertens als oudste onder hen. Zo kwamen we aan tien. En Philippe, die kwam er dus bij om de gekende reden ( kritische uitlatingen over Trond Sollied, nvdr).”

Uiteindelijk een goede zaak, vindt Degryse. “Philippe geldt als voorbeeld voor die jongeren, op die ene uitzondering na altijd in positieve zin. Het ‘voorval’ kwam in zekere zin op een goed moment.” Misschien deed Clement het wel met opzet ? Degryse “( Lacht.) Dat geloof ik niet. Je kan het nooit helemaal uitsluiten dat een speler in de pers ongezouten zijn mening geeft – emotie hoort nu eenmaal bij het spel – maar het mag niet dat keer op keer dezelfde in de fout gaat.”

Welk doel had de sportleider voor ogen toen hij Wijburg contacteerde ? “Wij zien het als onze taak om de jongens te beschermen, opdat we niet elke keer moeten optreden. Een journalist heeft ook een opleiding gekregen om te weten hoe hij een interview moet afnemen, hoe hij met topsporters moet omgaan. Dan lijkt het mij ook logisch dat iemand die van de schoolbanken komt zich laat begeleiden in zijn omgang met de pers. Wij vinden dat mediatraining voor een jonge prof een hulpmiddel kan zijn om in de nieuwe wereld waarin hij terechtkomt zijn weg te vinden. De deelnemers aan de Pro-Licencecursus kregen trouwens ook mediatraining. Als trainers door de bond verplicht worden mediatraining te volgen, vind ik het maar normaal dat wij er voor onze jonge spelers ook aandacht aan besteden.”

Toen hij als voetballer begon, zou zo’n initiatief niet zinvol geweest zijn, nu wel, vervolgt Degryse. “Twintig jaar geleden was het uitzonderlijk dat je een keer geïnterviewd werd, nu staan er bij een Europese wedstrijd vier cameraploegen klaar langs de lijn. Als je daar niet op voorbereid bent, voel je je toch wat onwennig. Een professionele club moet proberen zijn spelers daarin bij te staan, zodat ze zich professioneel kunnen gedragen. Bovendien kan je ze dan achteraf op de vingers tikken, dan moeten ze niet zeggen : ‘Er kwam een onverwachte vraag op ons af, we waren er niet klaar voor.’ We hopen dus dat ze uit de mediatraining een en ander opsteken en er hun lessen uit trekken.”

De elf ‘cursisten’ – naast Philippe Clement en Birger Maertens ook JonathanBlondel, HansCornelis, Sébastien Hermans, Vincent Provoost, Kevin Roelandts, Stijn Stijnen, Dieter Van Tornhout, Glenn Verbauwheede en Bart Vlaminck – kregen zowel theorie als praktijk. Wijburg : “De theorielessen behandelen de basisregels van de communicatie, ook aan de hand van voorbeelden uit het ‘veld’. Zo laat ik een aantal tv-interviews zien waarin je merkt ‘hoe het moet’ en andere waarin heel duidelijk wordt ‘hoe het niet moet’.”

Voor de praktijk doet Wijburg een beroep op Stefaan Lammens, die erop wijst dat hij zich “beperkt tot interviewer, meer niet. Ik geef dus geen tips, dat is het werk van de mediatrainer.” “Stefaan houdt een aantal best wel harde interviews,” verklaart Wijburg, “die we opnemen op video en nadien kritisch en analytisch bekijken. Ik tracht de spelers duidelijk te maken dat wanneer je met de pers gaat praten, je moet weten wat het effect van je uitspraken zal zijn. Ik leer ze de afweging maken : heb ik iets te melden of heb ik niets te melden ? En vervolgens : hoe ga ik het melden ?”

Veel jonge voetballers voelen zich bang om een journalist te vragen waarvoor hij of zij precies komt, gaat Wijburg verder. “Maak duidelijke afspraken waarover het zal gaan, je hebt het recht om te weten wat het onderwerp van het interview zal zijn.”

De meer ervaren spelers moesten zich niet ‘onderwerpen’ aan de theorieën van Wijburg. “Dat heeft weinig zin”, zegt Degryse. “Ze zitten al heel wat jaartjes in het vak en weten bijgevolg heus wel hoe ze met de media moeten omgaan. We hebben er dan ook geen klagen over hoe ze dat doen. Meestal toch niet ( grijnslachje).” Wijburg beaamt : “Neem, bijvoorbeeld, Gert Verheyen. Die doet heel professioneel zijn verhaal en weet exáct wat de journalist wil weten. Jonge gasten laten zich vaak roekelozer uit.”

Krijgt het initiatief een vervolg ? Degryse : “In principe zouden we nog met een eerdere categorie moeten beginnen, met jongens die dicht bij de A-kern staan. Maar of we het in de toekomst nog gaan doen ? Ik denk het wel. Ik vernam al dat de meerderheid het er goed afbracht en ik hoorde positieve echo’s van de spelers, maar ik wacht toch nog even het rapport van Cees Wijburg zelf af om te zien wat zijn impressies waren, hoe de jongens zich opstelden. Pas daarna kunnen we pas een echte evaluatie maken.”

Roel Van den broeck

‘Als trainers verplicht worden mediatraining te volgen, vind ik het maar normaal dat wij er voor onze jonge spelers ook aandacht aan besteden.’ (Marc Degryse)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content