Vrijdag speelt Zlatan Ibrahimovic met Barcelona de Europese supercup tegen Shakhtar Donetsk en dit weekend begint hij aan zijn eerste seizoen in Catalaanse loondienst. Portret van een voetbalgenie.

Ik geef hem een schop onder zijn kont en dan een kus, want ik houd van die jongen.” Leo Beenhakker, de man die Zlatan Ibrahimovic in 2001 naar Ajax haalde, kan het niet beter verwoorden. Waar hij ook komt, de Zweedse spits beroert de gemoederen, in positieve of negatieve zin. Nog maar net was hij voor 46 miljoen euro én Samuel Eto’o van Inter naar Spaans en Europees kampioen Barcelona verhuisd, of hij haalde al uit naar het Italiaanse voetbal. “In Spanje wordt gevoetbald om doelpunten te maken, in Italië om ze te verijdelen. Ik was dat grondig beu.” Vervolgens joeg hij ook nog even de fans van aartsvijand Madrid op stang. “De druk ligt bij Real. Zij hebben veel geld uitgegeven aan transfers. Bovendien heeft Barcelona al een ploeg, Real nog niet.”

Zwiepende ellebogen

Laat het duidelijk zijn: ‘Ibra’, zoals hij in Italië genoemd werd, heeft persoonlijkheid. Dat bleek al meteen in zijn jeugdjaren in Zweden. Dat die, als zoon van een Bosnische bouwvakker en een Kroatische moeder die kort na zijn geboorte uit elkaar gingen, hard waren, wil hij zelf niet gezegd hebben. “Ik groeide op in Rosengard, een buitenwijk van Malmö. De wijk staat bekend als een getto. Maar dat is toch vooral gelul van mensen die er van buitenaf tegenaan kijken. Voor mij was het een normale buurt, ik heb me er nooit bedreigd gevoeld.” De jonge Zlatan hangt veel rond op straat om te voetballen. Hij belandt bij amateurclubs FBK Balkan, BK Flagg en Malmö BK. Bij die laatste ging hij ooit helemaal uit de bol in een wedstrijd die zijn team met 6-0 won en waarin hij alle goals maakte. Toen een ploegmaat echter van het veld getrapt werd, liet Zlatan het daar niet bij en ging hij aan het vechten. Als tiener is hij dus niet het type dat stilzwijgend incasseert. Wordt hij geprovoceerd, dan gaat hij daar gretig op in. Dat hoge driftkikkergehalte is lang een smet op zijn blazoen.

Tijdens zijn passages bij Malmö FF en Ajax hebben de Zweedse en de Nederlandse pers dan ook een vette kluif aan hem: ze bejubelen hem om zijn voetbalkwaliteiten, maar vullen ook pagina’s over zijn arrogante houding en onbesuisde overtredingen. Bij onze noorderburen kijkt hij geregeld tegen schorsingen van vijf wedstrijden aan. “Er zit iets in zijn hoofd dat ze niet kunnen bedwingen”, de titel van een artikel over Ibrahimovic’ zwiepende ellebogen uit Voetbal International van augustus 2003 spreekt boekdelen. Voor de Nederlanders is het hek helemaal van de dam als de boomlange Zweed tijdens een vriendschappelijke interland tegen Nederland opzettelijk op de enkel van Van der Vaart gaat staan, een elleboog in het gezicht van Van Bronckhorst plant en als toemaatje Heitinga in de rug trapt.

Ook zijn trainers bij Ajax werden gek van hem. Als Ronald Koeman hem vroeg om de ballen gewoon te kaatsen in plaats van de actie te maken, antwoordde hij: “Als ik bij Malmö de bal alleen maar had gekaatst, had ik nu nog in Zweden gespeeld.” Op het veld schudde hij nu en dan inderdaad onvergetelijke acties uit zijn voeten. Geen mooier voorbeeld dan zijn laatste doelpunt in Ajaxshirt: tegen NAC dribbelt hij een mannetje of drie en net als je denkt dat hij gaat afdrukken, zet hij met een schijnbeweging nog de keeper en een verdediger op het verkeerde been om vervolgens simpel binnen te tikken. Een goochelaar op voetbalnoppen, genialer kan voetbal niet worden.

Toch laat Ibrahimovic bij Ajax geen onuitwisbare indruk, daarvoor was zijn doelpuntenproductie te laag: 35 doelpunten in drie seizoenen. De club uit Amsterdam maakt van hem wel een completere voetballer. Ibrahimovic: “Ajax is de beste club ter wereld om spelers beter te maken. Ze maken er van een steen een diamant.”

Volstrekt onvervangbaar

In zijn eerste jaar in de Serie A maakt hij wél meteen indruk. Bij Juventus krijgt hij van coach Fabio Capello de voorkeur op Alessandro Del Piero en de Fransman David Trezeguet, toch ook geen sukkelaar. De shirts met zijn naam erop verkopen zelfs beter dan die van Juventus-boegbeeld Del Piero. Gianluigi Buffon, dat andere boegbeeld van de Oude Dame, is vol lof over de haarbanddragende Zweed: “In minder dan een half jaar is Ibrahimovic volstrekt onvervangbaar geworden. Hij geeft ons technische kwaliteit en is beweeglijk. Verdedigers moeten slikken als ze hem zien.” Het grote manco blijft echter het aantal doelpunten dat hij binnenprikt: in zijn eerste seizoen bij Juventus maakt hij er nog zestien, in zijn tweede slechts zeven. Dat zijn geen cijfers van een topspits.

Maar toch… de laatste zes jaar werd Ibrahimovic kampioen met zijn club. De twee titels met Juventus – in 2005 en 2006 – mochten dan wel herroepen worden na het omkoopschandaal rond Juventusvoorzitter Luciano Moggi, het blijft een indrukwekkende reeks. Het aandeel van Ibrahimovic is telkens onmiskenbaar. Kijk maar naar de titel van Inter in 2008. De Nerazzurri domineerden het seizoen en hadden een ruime voorsprong op de eerste achtervolgers. Het ideale moment om Ibrahimovic, die al een tijdje sukkelde met zijn knie, wat rust te gunnen om het gewricht te laten herstellen. Tijdens zijn afwezigheid van twee maanden slonk de voorsprong van Inter echter als sneeuw voor de zon en uiteindelijk moest de laatste wedstrijd van het seizoen op het veld van Parma beslissen over de titel. Inter moest winnen en daar zag het lange tijd niet naar uit. Coach Roberto Mancini besloot in de tweede helft Ibrahimovic, die nog geen enkele wedstrijd in de benen had, erop te gooien, en dat bleek een gouden zet. De Zweed scoorde twee keer en bracht de scudetto naar Milaan.

Zijn belang voor de ploeg vertaalt zich ook in zijn salaris. In februari van dit jaar publiceert het Spaanse economische blad El Economista een lijst met de vijftig best betaalde voetballers ter wereld. Ibrahimovic staat verrassend op één met een salaris bij Inter van negen miljoen euro per jaar ofte 750.000 euro per maand. Kaká en Messi staan op plaatsen twee en drie. Het afgelopen seizoen 2008-2009 bewees hij dat hij dat geld in zekere zin ook waard is. Niet alleen kiezen de Italianen hem tot Speler van het Jaar en pakt hij met Inter zijn derde titel, maar hij wordt – eindelijk – ook topschutter met 25 doelpunten. Daarmee laat hij kleppers als Diego Milito, Marco Di Vaio, Alberto Gilardino en… Kaká achter zich.

“Als ik als trainer spreek, zeg ik dat ik zo’n speler niet wil verliezen”, waren de eerste woorden van José Mourinho toen bekend werd dat zijn superspits naar Barcelona zou vertrekken. De Portugees probeerde Ibrahimovic tevergeefs te overtuigen om bij Inter te blijven. “Ik zei hem dat, als hij de Champions League zou winnen met Barcelona, hij niets uitzonderlijks zou doen, aangezien de Catalanen de afgelopen vier jaar al twee keer wonnen. Ik doe graag iets dat uitzonderlijk is, niet iets dat normaal is.” Uitzonderlijk of normaal, het zal Ibrahimovic worst wezen, hij doet wat hij altijd al gedaan heeft: zijn eigen gang gaan. Dat hij Europees ook eens graag potten zou breken, staat echter als een paal boven water. “De Champions League is geen obsessie, maar ik ben er wel mee bezig.”

Beter dan Ronaldo

Eind vorige maand vroeg de Spaanse kwaliteitskrant El País in een online enquête aan zijn lezers wie dé Europese zomertransfer van 2009 was. Niet Real- aanwinsten Kaká (10 procent) of Cristiano Ronaldo (36 procent), maar Zlatan Ibrahimovic kwam daar als eerste uit de bus met 40 procent van de stemmen. Nu al beter scoren dan Ronaldo, je moet het maar doen.

door steve van herpe

“Hij is een goochelaar op voetbalnoppen, genialer kan voetbal niet worden.”

“Zo’n speler wil je niet verliezen. ” José Mourinho

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content