Dat van Pol Jonckheere wordt verteld door Greet Schrauwen, zijn echtgenote en moeder van hun vier zonen Tom, Bram, Dries en Bert. ‘Vijf mannen in huis, dat brengt leven.’
G reet Schrauwen: “Ik heb me altijd heel betrokken gevoeld, al heel mijn leven. Niet alleen bij het voetbal, ook daarbuiten. Als hier straks buiten iemand zou vallen, stop ik om te helpen. Ik ben dan ook al heel lang vrijwilliger, op verschillende fronten. En dan ligt het voor de hand dat je op een moment dat je man zich engageert, ook hier betrokkenheid toont.
“Op de parochie geef ik al jaren vormselbegeleiding aan twaalfjarigen. Dat doe ik bijzonder graag. Zeker nu mijn kinderen groter zijn. We hebben vier jongens, die nu 23, 22, 19 en 18 zijn. Door die vormselbegeleiding kom ik weer in contact met elf- en twaalfjarigen. Wij komen elke week samen en hebben in het weekend een viering. Ik kan met die gastjes heel goed praten. Het contact blijft vaak, ook nadien. Sommige jongeren die ik begeleid heb, voetballen bij Club Brugge of zijn supporter en die zie ik daar terug.
“Verder ben ik op de parochie onlangs voorzitster geworden van vzw Sjalom. Sjalom heeft een huis met vijf kamers waar we tijdelijk vrouwen die zich in een noodsituatie bevinden, kunnen opvangen. Er is plaats voor vijf vrouwen vanaf achttien jaar eventueel vergezeld van hun kinderen. Wij proberen hen weer te integreren in de maatschappij, te leren leven in groep. Vijf kamers, dat is een klein gezinnetje. Iedereen heeft zijn taken, we zoeken ook werk voor hen, het OCMW komt tussenbeide. Heel vaak lukt het en krijg je jaren nadien nog een bedankje.”
Energiedeskundige
“Na mijn middelbaar heb ik drie jaar directiesecretariaat gestudeerd in de hogeschool in Gent. Tegenwoordig de Arteveldehogeschool. Daarna vond ik onmiddellijk werk bij New Holland in Zedelgem. Daar heb ik vier jaar gewerkt, tot Pol – we waren inmiddels twee jaar getrouwd – dringend hulp nodig had in het studiebureau. Tot de oudste twaalf jaar was, heb ik voltijds met mijn man in de zaak gewerkt. Toen het kantoorgebouw te klein werd en we van locatie veranderden, moest ik een keuze maken: voltijds meedoen of thuisblijven. Ik heb uiteindelijk het werk laten vallen, om voor het gezin te zorgen. Pol en de kinderen kwamen elke middag naar huis eten, dat zou anders allemaal verloren gaan.
“Ineens heb je dan een zee van tijd en toen ben ik met vrijwilligerswerk begonnen. Alle soorten cursussen, altijd overdag. Leren werken met de computer, Franse praatgroep, Spaanse les, verschillende jaren kookles. Een paar jaar terug heb ik ook een cursus energiedeskundige ( expert in het efficiënt en rationeel energieverbruik, nvdr) gevolgd. Mijn man had graag dat ik in immobiliën zou gaan, verhuur en verkoop, maar als je zelf een kantoor hebt, ben je weer aan uren gebonden en alles wat ten koste ging van de kinderen, kon voor mij niet. Als energiedeskundige moet je geen kantoor hebben en kun je zelf je uren regelen. Ik doe het héél graag, opnieuw in contact komen met mensen. Ieder huis heeft zijn verhaal.”
Mijn kind
“Vijf mannen in huis, dat brengt leven. Toen de jongens nog een stuk kleiner waren, ging het aan tafel altijd over voetbal. Een wedstrijd van Club Brugge analyseren, of iets vertellen over hun eigen wedstrijden. De jongste twee voetballen nog steeds, bij de stormvogels van Loppem.
” Dries is gestart bij Club Brugge met de voetbalschool, samen met Thibaut Van Acker, die onlangs een profcontract tekende bij Club Brugge. Onze zoon heeft hier gespeeld tot de miniemen, denk ik. Tot ze op een bepaald moment zegden dat hij niet langer voldeed en mocht uitkijken naar een andere ploeg. Ik herinner me nog levendig het moment dat het nieuws werd gebracht. Na de training zei een trainer: ‘Ik wil u nog even spreken. Alleen.’ Voor de eerste keer in mijn leven betrad ik het spelershome. We gingen zitten en hij viel met de deur in huis: mijn zoon voldeed niet. Nog steeds heb ik het beeld van op de achtergrond allemaal lege glazen op de toog.
“Pol zat toen al in het bestuur. Volgens hem was dat de normale gang van zaken, maar ik was erg ontgoocheld. Met Nieuwjaar hadden ze nog gezegd dat ze hem nodig hadden, maar ineens was het voorbij. Niet leuk, zeker niet voor een mama. Mijn kind, schoon kind. Maar sentiment mag op zo’n moment niet spelen, dat versta ik. Trainer en staf zullen wel het beste kunnen inschatten wie nog groeimogelijkheden heeft. Als mama zie je dat niet.
“Wij gaan niet naar hun matchen kijken, neen. Onlangs zei een van de kinderen nog dat dat eigenlijk wel erg was. Datzelfde weekend is Pol gaan kijken, maar toen kreeg er eentje terecht rood en Pol is direct weer vertrokken. Als voetballer zijn het harde werkers, maar ook een beetje kwajongens. Die inzet hebben ze van ons allebei. Het willen winnen van Pol. Die heeft heel lang gevoetbald, hij ging er ook steeds voor de volle honderd procent voor. Idem met tennissen. Pol gaat alle ballen halen. Een matchke spelen voor het plezier kan hij niet. Als hij met een vriend speelt, die dat niet in zich heeft, kan hij zich daar zelfs in opwinden.”
Meisje
“Het engagement van mijn man bij Club Brugge begon via de pr-commissie, nu zo’n 27 jaar geleden, denk ik. Kort erna werd hij door Michel Van Maele gevraagd om tot het bestuur toe te treden. Voor hem een soort jongensdroom. Zijn papa heeft het stadion ontworpen. Hij kwam naar elke wedstrijd kijken en nam Pol mee.
“Ik ging zelf met mijn pa ook mee naar het voetbal en toen ik Pol leerde kennen, vergezelde ik hem. In het begin van ons huwelijk ook nog, maar eens de kinderen er waren, werd ik een echte moederkloek. Ik had graag nog twee kinderen, maar Pol vond na vier dat het tijd werd dat ik weer met hem meeging. Een meisje? Dat was niet speciaal een droom. Ik vond het zelfs erg als mensen bij mij op kraambezoek kwamen en zeiden: ‘O neen, weer een jongen!’ Die vier hebben altijd samen gespeeld, zet daar een meisje bij, dat zou nooit een echt meisje kunnen zijn. Ik had gewoon een enorm grote kinderwens, maar ik snapte mijn man wel. Recepties, feestjes, altijd overal alleen, dat is niet leuk.”
Rechterhand
“De eerste weken van het voorzitterschap van Pol was het niet zo veel drukker dan anders. Pol was vroeger al sowieso niet veel thuis, omdat hij veel privéprojecten doet en die besprekingen gebeuren nu eenmaal ’s avonds. Overdag werken de mensen.
“Er kruipt wel heel veel tijd in alle engagementen die hij aangaat voor Club Brugge. In plaats van ’s avonds klanten te bezoeken, moet hij nu heel vaak naar evenementen, recepties, supportersavonden. De laatste weken heeft hij veel tijd besteed aan het nieuwe stadion. Hij ging twee keer per week tennissen, dat was het eerste dat regelmatig wegviel.
“Supportersavonden vinden we heel belangrijk en als je naar eentje gaat, kun je de andere moeilijk uitsluiten. Dat de voorzitter komt, vinden supporters ook super. Ik rijd altijd, dan kan hij bijvoorbeeld nog een speech voorbereiden, of wat bellen. En hij mag dan ook iets drinken. De supporter vindt dat leuk, een pintje drinken met de voorzitter, en ik zie de grote koppen in de krant al, mocht hij tegengehouden worden bij een alcoholcontrole. Eerste pagina, zonder twijfel. Dat zou geen goed voorbeeld zijn.
“In de auto op de terugweg noteert hij alles wat hij hoorde. De volgende dag typ ik dat uit. Wij hebben een soort dagboek. Ook van alle matchen. Wie was er aanwezig, wie hebben we gesproken, wie heeft ons aangesproken, wat is er gezegd? Als blijkt dat mensen iemand in de familie hebben, die bijvoorbeeld heel erg hulpbehoevend of ziek is, noteer ik dat en sturen we later een mailtje om te vragen hoe het is. Zo’n attentie stellen mensen op prijs. Ik voel me niet zijn secretaresse, wel zijn rechterhand. Zonder die steun zou het veel moeilijker verlopen. Stel dat ik elke avond thuis zit te vragen: moet je nu alweer weg voor Club Brugge? Als je meegaat, ben je automatisch ook bij de leute.”
Teammanager
“Spelers helpen is ook een vorm van betrokkenheid tonen. Als ik voel dat iemand in nood is of gewoon dringend iets nodig heeft, ga ik langs. Zij die het meeste hulp nodig hebben, zijn de buitenlanders. Een Belgische speler heeft zijn familie dichtbij en kan rekenen op vrienden en buren. Buitenlandse spelers komen vaak in toestanden terecht waarbij ze niet weten waar naartoe. Dan ben ik geneigd in te springen, maar dat doe ik al heel lang. Van voor het voorzitterschap.
” Dusan Djokic woonde in Loppem. Toen ik daar aanbelde, deed mevrouw Djokic heel kleintjes open. Ze sprak slechts een paar woorden Engels. We hebben wat gepraat, ik gaf haar mijn nummer voor mocht er wat zijn, en heel kort nadien belde ze al. Dat een van de kinderen ziek was. Waar ze naartoe moest? Zo ontstaat regelmatig contact. Je legt uit wat ze met een briefje van het ziekenfonds moeten doen. Of wat ze moeten doen als ze willen dat hun ouders overkomen …
“Toen Stepan Kucera op Anderlecht geblesseerd raakte, vertrok de hele spelersgroep net naar het buitenland. Terwijl ik stond te strijken, dacht ik: ‘Die jongen ligt daar nu helemaal alleen in het ziekenhuis, en hij is het Engels niet machtig.’ Zijn vriendin was op dat moment niet in België. Hij was blij me te zien, later kwam ook zijn manager. Toen de verpleegster zei dat hij diezelfde dag nog naar huis mocht, begreep hij er niks van. Ze geven zo’n speler dan een voorschrift mee voor pijnstillers, maar wat moet zo’n jongen daarmee? Voor hem ben ik dan nog langs geweest bij de apotheker van wacht.
“Als je dat voor eentje doet, moet je ook voor de anderen beschikbaar zijn. Gelukkig is er nu een teammanager die dat allemaal goed zal opvolgen. Het was een idee van Koster, maar mijn man wist ook dat daar nood aan was, omdat hij die informatie van mij had. Hij zag me soms ’s avonds nog naar een speler vertrekken.
“Je krijgt als club nog andere verzoeken. Stefan Vereycken ( de teammanager, nvdr) belde me gisteren nog op. De familie van een terminaal zieke jongen had gevraagd of we eens met een paar spelers in het UZ van Gent langs konden komen. Ik vind dat het op dat moment goed is dat er een vrouw meegaat. Die reageert toch nog anders, op dat kind, op die ouders. Ook de mensen van Make a wish waren er. Ik heb enorm veel waardering voor wat deze mensen doen op levensbelangrijke momenten. De dag voor Killian, een andere jongen, overleed, heb ik hem nog opgezocht, samen met Joseph Akpala. We proberen achter de schermen echt wel wat te doen, ook al hebben spelers het heel druk.
” Antolin Alcaraz kon vorig jaar tijdens de kerstperiode niet naar huis, omdat hij geblesseerd was. Ik heb dan de drang de familie op te zoeken. Soms moet je ook de gebruiken van hier uitleggen. Djokic is orthodox, die kennen onze kerst niet. Nieuwjaar valt bij hen ook veel later. Een sinterklaasfeest kennen ze niet. Met de vorige kerst kon Akpala niet naar huis, toen heb ik in zijn huis een kerstboom gezet. Samen met zijn broer, die net hier was. Toen Joseph thuiskwam, keek hij zijn ogen uit. Akpala is hier alleen, en hij woont dichtbij.”
Luierkussen
“Alle spelers zijn welkom, ook de binnenlandse. Daarom wil ik ook af en toe iets doen voor hun vrouwen. Zo hebben we voor de allereerste keer een echt kerstfeest gehouden. Vroeger gebeurde dat rap rap, maar nu zaten we echt aan tafel, heel uitgebreid. Met een kleuterleidster om op de kleintjes te passen, zodat de ouders rustig met mekaar konden praten. Verwarming in de toiletten, zodat een baby in comfortabele omstandigheden kan worden verschoond … Die details. Een speelhoek, een luierkussen … Als de vrouwen zich goed voelen, helpt dat ook de mannen.
“Je mag niet vergeten: het is voor hen niet makkelijk. De eenzaamheid kan heel groot zijn. De eerste weken in een stad als Brugge zijn heel leuk, je kunt van alles ontdekken. Maar je kunt niet naar dezelfde winkels blijven gaan. De vrouwen hebben vaak alleen hun huishouden. Ze zitten altijd alleen en als hun man thuiskomt van een training, gaat hij slapen. Ik voel dat; ik zou niet kiezen voor een profvoetballer.”
“Taalcursussen voor spelersvrouwen? Je kunt in Brugge geen Engels voor anderstaligen volgen. Daarom deze dringende oproep: als er iemand is met wat tijd en een taalachtergrond, dan zouden we die graag integreren in de begeleiding van de buitenlandse spelers van Club Brugge. Een keer optrekken met de spelers, zodat die spelenderwijs Nederlands kunnen leren. Wij hebben iemand die lesgeeft, maar die moet evengoed Engels geven aan Spaanstaligen als Nederlands aan Franstaligen en Engelstaligen, maar er is zo weinig tijd. Tussen de middag. Niet ideaal.
“En het gaat verder dan taal. Er zijn de typische gebruiken, de feest- en rustdagen eigen aan ons land, de verschillende scholen, het sorteren van huisvuil. De eerste week staat niet de juiste vuilniszak buiten, de tweede keer steekt er iets verkeerds in de bruine zak, zodat die blijft staan, met een sticker erop. En wat staat er dan op die sticker? Een topclub zou nog meer vrijwilligers kunnen gebruiken. Mensen met een groot hart, niet mensen die uit zijn op gratis tickets.
“Waar ik nooit met hen over spreek, is het sportieve. Elke speler is voor mij gelijk, iedereen is altijd welkom. Maar als een contractverlenging ter sprake komt, dan ga ik géén woordje doen bij mijn man. Nooit. Ik zal wel contact proberen te houden, de vriendschap blijft. Maar dat spelers komen en gaan, dat weet je.”
door peter t’kint – beelden: jelle vermeersch
Terwijl ik stond te strijken, dacht ik: ‘Stepan ligt daar nu helemaal alleen in het ziekenhuis.’
Een matchke tennissen voor het plezier kan Pol niet.
Met de vorige kerst heb ik in Akpala’s huis een kerstboom gezet.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier