Nastja Ceh is de man in vorm bij Club Brugge. ‘Als je fysiek in orde bent’, aldus de Sloveense spelmaker, ‘dan ben je ook rustiger in het hoofd.’ En dan trap je ook makkelijker een vrijschop binnen.

“Weet je,” zegt Nas- tja Ceh bij het begin van het interview, “dat mijn laatste drie vrije trappen binnen gingen ? In de laatste thuiswedstrijd van de vorige competitie tegen Lierse, tegen Auxerre en in Plovdiv.” Het doet hem zichtbaar deugd na een ondermaats seizoen. “Ik werkte zeer hard en ik ben relaxed in mijn hoofd nu. Ik wil iedere training honderd procent zijn. Als je in goede fysieke conditie bent, ben je ook mentaal voorbereid en schep je meer plezier in voetbal. Maar ik zit nog niet aan mijn maximum. Ik groei, ik kan nóg beter. Vorig seizoen was het in ups en downs, nu wil ik op een hoog niveau blijven. Probleem is dat ik toen de voorbereiding miste, terwijl ik net een speler ben die een goede voorbereiding nodig heeft.” Woensdag wil hij in Donetsk weer schitteren. Daar staat Club Brugge voor een nieuw examen na het slappe gelijkspel van zaterdag in Beveren.

Als we het rijtje afgaan, moeten we concluderen dat je ze van alle kanten kunt binnentrappen. Geen voorkeur ?

Nastja Ceh : “Van welke kant ik moet trappen, maakt niet zoveel uit, maar ik denk dat ik als linksvoetige meer scoor vanaf de rechterkant. Het is wel belangrijk voor mij dat het van niet te ver is : 22, 23 meter is een goede afstand voor mij. Uiteraard moeten ze goed getrapt zijn, maar de keeper ziet ze ook moeilijk komen, omdat er een muur van vijf spelers staat en wij er nog eens drie, vier bij zetten.”

Was het je mooiste ooit in Plovdiv ?

“Ik zag ze zelf nog niet op televisie, maar iemand zei mij dat het een hele mooie was. Ik had zelf ook wel het gevoel dat het een van de van mooiste was die ik ooit maakte. Maar dé mooiste ? Iédere goal die ik maak, vind ik mooi.”

Wat is je record op één seizoen ?

“Ik weet het niet. Twee jaar geleden maakte ik er zes, maar daar denk ik niet aan. Ik wil goed spelen en er mee voor zorgen dat het team het goed doet. Maar als ik scoor op vrije trap is dat goed voor iedereen.”

Train je erop ?

“Ik ben van plan het weer te doen, iedere dag. In de voorbereiding was het moeilijk, want mijn benen waren een klein beetje moe. Nu ik tijd heb, wil ik na de training twintig, vijfentwintig minuten langer blijven om telkens twintig tot veertig vrije trappen te geven. In Slovenië, toen ik 20, 21 jaar was, deed ik het soms een uur voor de training. Ik had er altijd al de feeling voor en als je dat verder ontwikkelt, word je er nog beter in. Ik denk dat het de moeite loont om daarvoor tijd te maken.”

Bosko Balaban trapt ze ook niet mis. Wanneer trap jij en wanneer hij ?

“We nemen de beslissing op het moment zelf. Als ik mij niet goed voel, zal ik niet trappen. Bosko is iemand die zeer hard kan schieten en iets beter is vanop grotere afstand. Zie bijvoorbeeld die tegen Auxerre op de paal.”

Je werkte zeer hard, zei je. Wat deed je in het tussenseizoen ?

“Ik bereidde mij voor in Slovenië. Ik volgde het programma dat ik meekreeg en soms trainde ik zelfs twéé keer per dag. Lopen vooral, omdat ik die capaciteit nodig heb, maar ook fitnessen. Ik was zeer gemotiveerd, want ik was ontgoocheld over vorig seizoen. Ik wou meer en beter, dus moet je trainen, meer geconcentreerd zijn, veel positieve dingen doen.”

Een jaar geleden leverde je in de thuiswedstrijd tegen Borussia Dortmund ook een glansprestatie, maar daarna ging het bergaf.

“Ja, de tol voor het feit dat ik twee maanden niet getraind had. Eerst een knieoperatie en dan nog een ontsteking, waardoor ik pas op 20 juli kon beginnen. Tegen Dortmund zat ik fris, daarna was ik moe. Het kwam onverwachts, want het was de eerste keer dat ik zoiets voor had. Maar een mens leert iedere dag bij, hé.”

Wat precies ?

“Dat als je in de voorbereiding geen stevige basisconditie hebt kunnen opbouwen, je misschien wel één, twee of drie goede wedstrijden kunt spelen, zolang je fris bent, maar dat eens je vermoeid geraakt, het onmogelijk is om snel terug te keren. Tegen Dortmund haalde ik een hoog niveau, maar daarna werd het steeds minder. Ik speelde toen ook wel veel natuurlijk, voor Brugge en voor de nationale ploeg. En veel reizen, kruipt ook in de kleren. Na een half uur werden mijn benen zwaar, alsof er honderd kilo aan hing. Van de thuiswedstrijd tegen Ajax, bijvoorbeeld, herinner ik mij twee vrije trappen die ik trapte op een manier waarop ik ze normaal nooit trap. Méters over. Waarom ? Omdat ik mij niet goed voelde.”

Je lijkt je er nu precies veel meer van bewust dan toen.

“Ja, dat is ook zo. Het moment zelf zeg je tegen jezelf : ‘Ik speel goed, ik speel goed… ‘ Maar je maakt jezelf iets wijs. Ik was niet eerlijk met mezelf.”

Helpt kritiek daarbij niet ?

“Mensen die mij zegden dat ik niet goed speelde… dat was hard voor mij. Maar mensen zien natuurlijk ook dat je niet dezelfde Nastja bent als het seizoen ervoor. Ik lees op zulke momenten wel geen kranten, omdat ik weet dat het negatief zal zijn en dat als je daar dan over gaat nadenken je nog dieper zakt.”

Frustreerden de goede prestaties van Jonathan Blondel jou niet ? Of was het vooral de trainer die hem de voorkeur op jou gaf ?

(Lacht.) Ik heb geen probleem met Blondel.”

Je voelde je bedrogen ? Je wil altijd het vertrouwen van de trainer voelen ?

“Dat is het belangrijkste voor een voetballer.”

Er zijn er dertig en hij kan er maar elf opstellen.

“Ik toonde toch al iets, dus hij weet dat hij mij kan vertrouwen. Had ik het seizoen ervoor maar één goede wedstrijd op tien gespeeld, dan had ik ook wel geweten dat ik van niets zeker kan zijn. Maar ik moét niet zeker zijn van mijn plaats, ik wil mijn kwaliteiten kunnen tonen. En als ik goed ben, verdien ik te spelen. Soms heb ik het wel nodig dat iemand mij eerlijk zegt wat hij van mij denkt. Ook de slechte dingen, want daar is van te leren. Maar, oké, daar heb ik mijn vader en mijn moeder voor.”

Je sukkelde ook met de adductoren.

“Ja, twee keer.”

Gevaarlijk.

“Ja, maar ik ben honderd procent zeker dat ook die problemen te wijten waren aan het feit dat ik de voorbereiding miste.”

Wie hielp jou ?

“Ik heb in Slovenië een vriend die in dat soort blessures gespecialiseerd is en heel veel bekende sportlui in zijn kabinet krijgt. Hij behandelde mij met elektrotherapie en leerde mij oefeningen aan die ik iedere dag moet doen om die spieren te versterken.”

Op het einde van het seizoen stond je toch weer in de ploeg.

“Ja, ik was toen uitgerust en had meer fysieke capaciteit. In Bergen viel ik het laatste half uur goed in, tegen Lierse was het goed en in de bekerfinale ook niet slecht, vind ik. Ik leerde vorig seizoen veel bij.”

Wat zou je nu, mét die ervaring, doen, mocht deze situatie zich nog eens herhalen ?

“Niemand zei toen iets tegen mij, niemand praatte met mij, maar nu weet ik : mocht ik binnen twee jaar in dezelfde situatie verkeren, dan zou ik zelf naar de coach gaan en vragen of ik een maand mag stoppen met wedstrijden spelen. Ik zou een voorbereidingsperiode inlassen tijdens de competitie en een fysiektrainer vragen om mijn conditie op niveau te brengen. Doe je dat niet, weet ik nu, dan speel je echte strontwedstrijden en voel je je slecht. Maar dan zit er toch weer eens een goede prestatie tussen en denk je : het gaat wel, ik kan het aan. Maar neen dus. In je hoofd kan je het, maar je lichaam is niet klaar voor dat niveau. Dan kan je maar beter stoppen, vind ik, aan je conditie werken en met een goed gevoel en goede prestaties terugkeren.”

Na de gewonnen bekerfinale tegen Beveren, waarin je scoorde, zei je met strenge blik : “I deserved to play !” Was je boos op iemand ?

“Boos ? Na een gewonnen bekerfinale is het onmogelijk boos te zijn ( lacht). Ik vond dat ik getoond had dat ik verdiende te spelen.”

Jonathan Blondel niet ?

“Ik heb niets tegen Blondel. Hij is een goede vriend en een goede speler, anders had Tottenham hem niet genomen. Maar dit is onze job : voor één positie zijn er twee spelers van wie er maar één kan spelen. En dan is er ook nog Stoica, over wie het in elk interview met mij gaat. Als er op elke positie zoveel concurrentie is, zal het goed zijn voor de club. Concurrentie moet er zijn en ik ben er niet bang van. Ik kijk naar mezelf, naar mijn spel, voor mijn job. Ik zal niet iedere wedstrijd scoren, maar ik probeer altijd mijn best te doen.”

Deel je de mening van sportleider Marc Degryse, die beweert dat zonder Blondel en Victor in de terugronde Club Brugge maar vierde of vijfde was geëindigd ?

“( Stilte. ) Dat wij vorig seizoen maar vierde of vijfde zouden geëindigd zijn ? ( Stilte.) Dat weet ik niet. Als dat zo is, dan… dan zou dat misschien geweest zijn omdat het team een beetje moe was na het zware seizoen waarin we Champions League speelden en kampioen werden. En daaropvolgend plaatsten we ons weer voor de Champions League. We speelden ontzettend veel wedstrijden van hoog niveau, meer dan we gewoon waren. Misschien hadden we op een bepaald moment wel nieuwe krachten nodig, ja.”

Wat herinner je je van Shaktar Donetsk ?

“Dat we ze twee jaar geleden elimineerden na strafschoppen en dat ik de vijfde moest trappen, maar dat het tegen dan al niet meer nodig was ( lacht).”

Je bent ook een penaltyspecialist. Wacht je op je kans nadat Timmy Simons miste tegen Anderlecht en Limassol ?

“Neen, neen. Timmy trapt ze zeer goed, zeer geconcentreerd. Als hij hem trapt, ben ik er honderd procent gerust in dat hij zal scoren.”

Hoe hoog schat je Shaktar Donetsk in ?

“Volgens Sergyi ( Serebrennikov, nvdr) is het momenteel een uitstekende ploeg. Ik denk dat ze van ons niveau zijn. De wedstrijd daar is zeer belangrijk. We moeten er scoren.”

Wat kan er het verschil maken ?

“Als we geconcentreerd zijn en op onze manier voetballen, denk ik dat we ons zullen plaatsen.”

Wat is ‘onze manier’ ?

“Collectief, goed positiespel en hard werken.”

Anders is er nog altijd de Uefabeker, ook in poules vanaf dit seizoen.

“Dat poulesysteem is positief om clubs die niet veel geld hebben wat meer te laten verdienen, maar ik denk niet aan de Uefabeker. Ik wil voor de derde opeenvolgende keer Champions League spelen.”

Ben je nog altijd boos op AC Milan ?

“Neen, niet meer. Ik was boos na de wedstrijd tegen Ajax, omdat ze thuis tegen Celta de Vigo hun kans niet gingen en wij daardoor uit de tweede ronde van de Champions League werden gehouden. Maar enkele weken later was ik zeer blij toen zij werden uitgeschakeld door Deportivo. Hun verdiende loon. Als je er niet elke wedstrijd voor gaat, keert zich dat tegen jou. Wie het voetbal geen dienst bewijst, moet er ook niets van verwachten.”

Moeskroen-Anderlecht 2-0.

“( Lacht. ) Ja, dat weet ik, ik zag de wedstrijd op Canal+.”

Verrast ?

“Neen. Ik kijk van niets nog op. Maar het is pas het begin, hé. En het belangrijkste zijn onze eigen wedstrijden, onze manier van spelen en de punten die wijzelf pakken.”

Waarom konden jullie niet winnen op Beveren ?

“Omdat in voetbal alles mogelijk is. Wij waren niet in ons gewone doen tegen een technisch enorm sterk Beveren dat minder leed onder de hitte dan wij, omdat zij dat gewoon zijn, denk ik.”

In de prognoses voor het seizoen was de teneur : Anderlecht wordt kampioen, omdat het meer talent heeft.

“( Lacht.) Wat doet het ertoe wat anderen denken ? Iedereen kan zeggen wat hij wil, het zijn maar woorden. Al denkt de hele wereld zo, het zal niets veranderen. Wij spelen onze eigen wedstrijden. Misschien dat er nog wel van gedacht zullen veranderen ( lacht). Want volgens mij worden wij kampioen, omdat wij een zeer goed team zijn.”

Waarom dan vorig seizoen niet ?

“Omdat we in de eerste ronde te veel punten verloren. Het kan gebeuren. Kijk naar Real Madrid. De beste spelers ter wereld, wordt gezegd, maar ze verliezen van teams als Osasuna.”

Zijn jullie sterker dan vorig seizoen, zonder Andrés Mendoza en Dany Verlinden ?

“( Lacht.) In de plaats van Mendoza kwam Bosko, die zeer gemakkelijk scoort. We beschikken over vier, vijf spitsen die elk de capaciteit hebben om topscorer te worden. Dat is een van de dingen die Brugge zo sterk maakt. Maar van keepers heb ik geen verstand ( lacht), dus geen commentaar, behalve : iedereen weet dat Dany een legende is en dat hij de voorbije jaren in de vorm van zijn leven verkeerde.”

Vanwaar kwamen de berichtjes in de krant dat je weg mag en dat er buitenlandse belangstelling voor je bestaat ? Van jou, van je manager Didier Frenay of van de club ?

“Ik kan alleen zeggen dat het zeker niet van mij en ook niet van mijn manager kwam.”

Eind volgend seizoen loopt je contract af. Als ze nog wat geld van jou willen maken, wordt het stilaan tijd. Niet ?

“We zullen zien. In voetbal kan voor spelers en trainers alles snel veranderen. Vandaag hier, morgen daar. Dat maakt voetbal ook interessant, want het biedt kansen. Ik heb nog twee jaar een contract en ben geconcentreerd op Club Brugge. Ook omdat ik hier al veel mooie momenten meemaakte en ik mij er thuis voel. Ik wacht op de volgende belangrijke wedstrijden. Verder denk ik in voetbal niet. Ik neem dag per dag.”

door Christian Vandenabee

‘Ik zit nog niet aan mijn maximum, ik kan nóg beter.’

‘Vorig seizoen was ik niet eerlijk met mezelf.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content