Hoe komt het dat op de veld de groepsgeest wel heel sterk is?

Brecht Capon: “Omdat we voor hetzelfde doel gaan.”

Gertjan De Mets: “De lat ligt hoog, maar ik denk dat iedereen er ook wel alles aan wil doen om hetzelfde mee te maken als vorig seizoen.”

Capon: “Dat is de basis: iedereen die hetzelfde doel wil bereiken en een duidelijke structuur in de manier van spelen die je verder kan helpen.”

De Mets: “Iedereen kent altijd zijn taak op het veld bij ons, daar is de trainer enorm mee bezig. Vanaf de dinsdag gaat het over de komende wedstrijd: hoe zullen we spelen, hoe doet de tegenstander het en hoe zullen we dat oplossen?”

Capon: “Hij reikt oplossingen aan, legt het goed uit, toont het met beelden en corrigeert het op het trainingsveld. Want je kunt wel zeggen ‘we zullen hoog druk zetten’, maar de essentie is natuurlijk: hoe doen we dat? Daar is hij heel sterk in.”

Komt daar na enkele jaren geen sleet op?

De Mets: “Neen, omdat hij zelf altijd maar beter wil worden en zijn systeem verder blijft ontwikkelen en updaten.”

Capon: “Hij komt nog altijd met nieuwe details af. Wie onder Vanhaezebrouck werkte en eerlijk is – of hij nu speelde of niet – moet bekennen dat zijn visie, zijn manier van uitleggen en zijn trainingen top zijn.”

Over jullie spel in balbezit is hij al vaak ontevreden geweest. In welke mate heeft dat te maken met tegenstanders die zich meer dan ooit op jullie spelwijze instellen?

Capon: “Dat gebeurt nu zeker meer.”

Genk kwam op het moment dat zij het beste voetbal van België speelden jullie middenveld vastzetten.

De Mets: “En op Bergen werden al onze diagonale passes naar de flanken eruit gehaald, en op Woluwe stond er op rechts een dubbele flank te wachten om de diagonalen van Baptist (Martin, nvdr) weg te koppen. Maar dan is het aan ons om daarmee om te gaan, want binnen onze manier van spelen zijn daar allemaal oplossingen voor.”

Capon: “In onze aanvallende acties zit de grootste progressiemarge. Bij het zien van de analyse van onze wedstrijd op Anderlecht denk je: onvoorstelbaar hoeveel mogelijkheden om tot kansen te komen we zelfs daar onbenut lieten. Iedereen kent de opties, we werken ook veel op de laatste pass, de voorzet en de positie voor de goal, maar het is niet omdat je er veel op traint dat het in de match direct in zijn plooi valt.”

De Mets: “We scoren nog te weinig, maar we krijgen ook heel weinig doelpunten tegen en dat moeten we vasthouden.”

Capon: “Dat is geen toeval of geluk, dat komt omdat er iets staat en ik verwacht niet dat dat plots in elkaar gaat stuiken. Mocht iemand zijn taken op het veld niet uitvoeren en zijn eigen ding beginnen te doen, dan pas zouden er frustraties ontstaan.”

De Mets: “Omdat het systeem dan niet meer zou werken.”