De Spaanse Primera División opent dit weekend de debatten. Doelmannen Ronny Gaspercic (Albacete) en Erwin Lemmens (Espanyol Barcelona) vechten er voor een basisstek.

Exact vier dagen kon de Ronny Gaspercic (35) genieten van vakantie in België. Hij kende immers met de Spaanse tweedeklasser Alavés een lang en slopend seizoen, dat uiteindelijk door een vierde plaats net niet resulteerde in promotie naar de Primera División. Met een (toch vrij onverwachte) transfer naar grijze muis Albacete krijgt de sympathieke Limburger een nieuwe kans op het hoogste niveau, na eerdere ervaringen bij Extremadura en Betis Sevilla. Erwin Lemmens (28) kreeg meer tijd om de batterijen op te laden. Nadat hij in zijn debuutjaar bij Espanyol Barcelona 29 keer aan de aftrap verscheen, hoopt de Antwerpenaar die lijn straks door te trekken.

Lemmens speelt al sinds 1999 in de Primera División en is nog altijd sterk onder de indruk.

“Het blijft een speciale competitie, een van de beste en kwalitatief meest hoogstaande ter wereld. Je moet gewoon maar eens de namen van de spelers en trainers afgaan. Iedereen wil hier voetballen. Niet enkel wij als Belgskes, maar zeker ook de beste Zuid-Amerikaanse voetballers. Die willen hier terechtkomen, ook al door de voetbalgekte die er heerst. De Premier League spreekt hen minder aan, ook al door de klima- tologische omstandigheden, de taal en het fysieke voetbal daar. Brazilianen en Argentijnen verkiezen het technisch verfijnde spel, ook al kunnen ze aar- dig bikkelen. Qua zuivere kracht en gestalte komen ze in Engeland toch wat te kort.”

Gaspercic verhuisde in 1998 van Harelbeke naar Extremadura en spreekt graag over een ‘magisch effect’. “Spanje is een land voor de echte vedetten, hé. Ik denk dan spontaan aan de baltoets en genialiteit van Ronaldinho : jongens : dat is genieten. Die Zuid-Amerikanen blijven een ras apart. Ik speelde ooit samen met twee Argentijnen : dat zijn echte winnaars. De simpelste trainingsoefening gaan ze er voluit voor, eenmaal naast het terrein doen ze dan weer niets liever dan feestvieren.”

“Je mag dat toch niet te sterk veralgemenen”, nuanceert Lemmens. “Er zijn de types die graag leven, maar ook de bijzonder gelovige jongens. Bij Santander speelde ik samen met Diego Mateo, die altijd het veld opkwam met een truitje waar Jezus of Maria op stond. Dagelijks gaat hij naar de kerk, hij drinkt geen druppel alcohol en gaat nooit uit. Hij leidt echt een strikt leven. Anderzijds heb je Mauricio Pochettino, die na het voetbal helemaal loskomt en het moeilijk heeft zich te beheersen. Maar op het veld en tijdens de trainingen zijn ze allemaal een en al discipline. Voetbal is voor hen pure passie. Ze willen ook graag in de belangstelling staan.”

Lemmens ontpopte zich vorig seizoen tot titularis bij Espanyol. Met de komst van Miguel Angel Lotina (ex-Celta Vigo) als nieuwe trainer wacht er hem straks een zware concurrentiestrijd met de Kameroener Idriss Carlos Kameni. “In Spanje krijg je nooit garanties. Dat ervaar ik al vijf jaar. Je moet er gewoon rekening mee houden dat elke club kiest voor drie evenwaardige doelmannen. Het principe is vrij simpel : de sterkste van het moment speelt. Knokken is dus de boodschap. Een moment van twijfel kan leiden tot een wissel. Het komt erop aan karaktersterkte te tonen en daarover mag ik niet klagen. In december stond ik nog met mijn twee voeten buiten, moest ik weg, omdat het onder andere totaal niet klikte met Luis Fernandez. Na overleg met mijn managers en de advocaten besliste ik toch te blijven. Maar dat gebeurde nadat de trainer zijn verontschuldigingen aanbod, iets wat ik nooit had verwacht. Ik vocht keihard terug, heroverde mijn plaats en had met enkele goede prestaties mijn aandeel in het behoud. Tegenwoordig kan ik dus wel tegen een stootje ( grijnst). Ik ben nog moeilijk uit mijn evenwicht te brengen.”

Dat het sportieve management en de voorzitter van Espanyol uiteindelijk zijn kant kozen, was een opsteker voor Lemmens. “Absoluut. Ik leerde hier leven met het feit dat zekerheid niet bestaat. Je moet elke dag honderd procent trainen. De stress en druk werken soms moordend. Het volste vertrouwen van een trainer krijg je hier als doelman nooit. Elk foutje dat je maakt, heeft gevolgen.”

Gaspercic, vorig seizoen eerste keus bij Alavés, kan die gedachtegang volgen. “Je mag één zaak niet vergeten : in Spanje is het geen schande dat je gewisseld wordt of eens naast de ploeg valt. Je moet dat accepteren. Iedereen vertrekt vanaf de voorbereiding altijd vanop nul. Elke prestatie wordt bijzonder kritisch geobserveerd, ook al omdat de wisselmogelijkheden voorhanden zijn.” Albacete is voor hem een nieuwe uitdaging. “Ik kom hier zeker niet uitbollen. Ik ben – ondanks mijn gevorderde leeftijd – van niemand bang. De trainer, José Manuel Gonzalez Lopez, wilde me absoluut. Dat vind ik al een belangrijk voordeel, ook al koop ik daar momenteel niets mee. Het zal niet gemakkelijk worden om Almunia, die naar Arsenal trok, en de gestopte Roa op te volgen. Maar net dat aspect motiveert me enorm.”

De nieuwe club van Gaspercic wordt vaak voorgesteld als het lelijke eendje. “Klopt niet volledig”, beschermt Lemmens zijn collega. “Het is een klein, gezellig stadion met een mooie grasmat. Het is misschien geen club met traditie, maar een bijzonder moeilijk te bekampen ploeg. Een team dat vaak werd onderschat, met een sterke thuisreputatie. Ze hebben een fanatieke aanhang.” Hoge ambities koestert de club niet meteen, zegt Gaspercic. “Gewoon het behoud verzekeren. Alles wat er bijkomt, is mooi meegenomen. De club kent zijn mogelijkheden én zijn beperkingen. Voor de supersterren moet je niet bij ons zijn. Albacete is een familiale ploeg, die altijd op tijd betaalt en geen schulden heeft. In Spanje is dat al een fameuze prestatie, hoor.”

Lemmens tast in het duister over de doelstellingen van Espanyol. “Ik vraag me soms af of ze het zelf wel weten. Vorig seizoen konden we ons voor de tweede maal op rij via een half mirakel redden. Er bestaat een grote onzekerheid binnen de club. Normaal is een verwittigd man er twee waard, maar dat principe kennen ze bij Espanyol nog niet goed.”

De Spaanse transfermarkt bloeide in het tussenseizoen weer hevig. Er werden opnieuw heel wat publiekstrekkers gelokt, zoals Deco, Henrik Larsson en Ludovic Giuly (allen naar Barcelona), Walter Samuel en Michael Owen (Real Madrid), Bernardo Corradi en Stefano Fiore (Valencia). Gaspercic en Lemmens verwachten daarom een bijzonder spannend kampioenschap, waarbij zelfs gevestigde namen niet langer zeker zijn. Zo werd Celta Vigo – dat Club Brugge blameerde in de Champions League en de tweede ronde haalde – vorig seizoen nog het kind van de rekening. Straks maken ze kennis met het gevechtsvoetbal van de Segunda División.

“Natuurlijk zullen Valencia, Barcelona, Deportivo La Coruña onder elkaar weer uitmaken wie de titel zal halen. Alles daaronder ligt veel dichter bij elkaar”, zegt Lemmens. “De middenmoot wordt alsmaar breder. Het klinkt misschien cliché, maar alle ploegen kunnen nu van elkaar winnen. Je vertrekt nooit volslagen kansloos. Dat was het probleem van Vigo. Een te oude ploeg, gemiddeld tussen 28 en 32, plus het feit dat ze op alle fronten zo veel mogelijk met hetzelfde team probeerden te spelen. De belasting werd te groot, terwijl ook de motivatie sterk aftakelde. Hun piek bereikten ze al in oktober, veel te vroeg. In de terugronde waren ze gewoon uitgeblust.”

Gaspercic weegt de kansen van de promovendi Levante, Getafe en Numancia. “Alleen Levante zie ik iets toevoegen, een goed voetballende ploeg uit de buurt van Valencia met mogelijkheden. De stempel van Bernd Schuster, hé. De andere twee gaan het moeilijk hebben, zullen moeten vechten voor het behoud. Ik verwacht dat ze zullen opteren voor puur countervoetbal, wat ze ook vorig seizoen al deden. Maar er bestaat een immens verschil tussen eerste en tweede. Het wordt echt drummen voor een stekje.”

Voor de titel schuift Lemmens Barcelona naar voor. ” Frank Rijkaard had duidelijk tijd nodig om zijn ploeg te vormen”, stelde hij vast. “In de terugronde waren ze gewoonweg indrukwekkend. Edgar Davids was perfect complementair met Ronaldinho. Hij is een echt fenomeen, maar een bijzonder bescheiden jongen buiten het veld : een echte grootheid. De versterkingen zijn logisch. De collectieve kracht staat voorop, er staat weer een groep en een blok op het veld. Het was ook goed dat er afscheid genomen werd van de Nederlandse connectie.” Gaspercic beaamt : “Er bestaat weer respect voor Barça, dat nu teruggrijpt naar serieuze persoonlijkheden. Mannen die het verschil kunnen maken, maar zich geen vedette wanen. Zo moet het zijn.”

Uittredend kampioen Valencia wordt door Gaspercic samen met het onvoorspelbare Deportivo La Coruña gezien als een gevaarlijke outsider. “Die gasten voelen totaal geen druk. Onder Rafa Benítez beschikten ze over een lepe ploeg, die op de juiste momenten kon toeslaan. Hij haalde er het maximale uit. Efficiëntie was hun voornaamste wapen. Claudio Ranieri opteert voor een totaal andere stijl van voetballen, maar beschikt nog altijd over dezelfde spelers. Het zal er voornamelijk op aan komen om hun zelfde spelsysteem te behouden.”

Zowel Gaspercic als Lemmens vinden het ook geen onverstandige keuze van Real Madrid om met José AntonioCamacho terug te grijpen naar een trainer die het huis kent. “Hij staat toch bekend als iemand die met harde hand regeert, heel autoritair overkomt”, zegt Lemmens. “Daar hebben ze echt nood aan. Dit seizoen moeten ze ook absoluut iets halen, aangezien ze vorig jaar alles verloren wat mogelijk was. Die klap is bijzonder hard aangekomen. Het is misschien een detail, maar dat vele reizen tussendoor is hen toch op een of andere manier zuur opgebroken. Dat kruipt gewoon in de benen. Ze rekenden te veel op de flitsen van Ronaldo. Raúl is daar de leider, maar het is zeker niet gemakkelijk om al die vedetten tevreden te houden.”

“Iedereen verwacht dat ze kampioen zullen spelen”, weet Gaspercic. “Wie als voetballer onsterfelijk wil worden, moet naar Real. Dat is niet alleen een club met cachet, maar ook en vooral een geloof. Wie daar slaagt, is een absolute held in Spanje. Maar ik heb nog altijd sterk mijn twijfels bij de sterkte van de verdediging. Bovendien zie ik niet echt goed in hoe ze aanvallend voor de dag gaan komen. Je kan er toch maar twee of drie opstellen. De luxe die ze hebben met Ronaldo, Owen, Raúl en de teruggekeerde Fernando Morientes zou wel eens nadelig kunnen uitvallen.”

door Frédéric Vanheule

‘Het volste vertrouwen van een trainer krijg je hier als doelman nooit.’ (Erwin Lemmens)

‘Wie als voetballer onsterfelijk wil worden, moet naar Real.’ (Ronny Gaspercic)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content