Na een omzwerving van acht jaar die hem naar Italië en Engeland bracht, is Paul Okon weer in België, het land waar het voor hem allemaal begon. ‘Misschien vertoont mijn carrière meer downs dan ups,’ zegt de Australiër, ‘maar van de ups heb ik wel maximaal genoten.’ Een terugblik op zeven momenten die zijn woelige carrière bepaalden.

1987 Op avontuur met Christian Vieri

Christian Vieri werd geboren in Italië, maar zijn vader, ook een zeer goede voetballer, beëindigde zijn carrière in Australië. Daardoor groeiden Christian en ik samen op. We deden alles samen, behalve voetballen, want daar interesseerde Christian zich eigenlijk niet in. Tot zijn veertiende wilde hij cricketspeler worden. Toen hij vijftien was en ik zestien, trokken we samen naar Italië om te voetballen. Derdeklasser Prato wilde ons alletwee, maar ik mocht niet tekenen omdat ik geen Italiaans paspoort had. Mijn moeder is wel Ita- liaans, maar mijn vader is Duits en ik had enkel de Australische nationaliteit. Christian bleef in Italië, ik vertrok weer. Naar Anderlecht, waar ik vier weken testte, maar niet aangenomen werd.

“Om een goede voetballer te worden, moest ik naar Europa. In Australië zijn de mensen wel gek op voetbal, maar de sport heeft niet dezelfde traditie als bijvoorbeeld cricket. Tot de leeftijd van 20, 21 jaar kan Australië concurreren met eender welk voetballand, maar daarna kiezen veel spelers voor een ander beroep omdat er niet echt veel geld te verdienen valt met voetbal. Daardoor krijg je te weinig sterke tegenstanders tegenover je en kan je jezelf niet verbeteren. Tussen mijn zeventiende en negentiende was ik twee keer Speler van het Jaar. Ik had weinig keus : of ik verliet mijn land, of ik bleef ter plaatse trappelen.

“Mijn ouders, zelf als immigranten naar Australië gekomen, accepteerden dat ik naar het buitenland ging. Ze wisten dat ik altijd al professioneel voetballer wilde worden. Ik heb nooit van iets anders gedroomd. Australiërs vinden het trouwens doodnormaal dat je op je achttiende een vliegtuigticket koopt, je koffer inlaadt en de wijde wereld intrekt. Voor mij was alles in het begin één groot avontuur, ik heb pas de laatste jaren wat last gekregen van heimwee. In mijn carrière ben ik op zoveel plaatsen geweest, heb ik zoveel mensen ontmoet, zoveel dingen geleerd, dat is gewoon onbetaalbaar. Ik vind mezelf een enorme geluksvogel.”

1992 De steun van Hugo Broos bij Club Brugge

“Tijdens mijn eerste jaar in Brugge stelde de trainer, Hugo Broos, me geen enkele keer op en daar was ik helemaal niet blij mee. Na twee maanden klopte ik al op zijn deur : ‘Ik ben helemaal uit Australië gekomen. Ik wil spelen’. Broos zei geen ja of neen, maar ik begreep min of meer dat ik voor de rest van het seizoen bij de invallers zou spelen. Voor de winterstop van mijn tweede seizoen stuurde Broos me enkele dagen vroeger met vakantie, zodat ik wat langer naar huis kon. Dat vond ik vreemd : blijkbaar kon de trainer me best missen. Toen realiseerde ik me dat het probleem niet bij de trainer lag, maar bij mij. Ik werkte gewoon niet hard genoeg.

“Ik ging tien dagen naar Australië en al die tijd trainde ik als een gek. Na de winterstop bleek ik als een van de weinigen niets aangekomen te zijn en voelde ik me superfit. De trainer merkte dat op en omdat er nogal wat spelers geblesseerd of geschorst waren, kreeg ik mijn kans. Die greep ik met beide handen en daarna stond ik altijd in de kern.

“Toen de trainer me de dag voor de wedstrijd tegen Standard vertelde dat ik zou spelen, kon ik het gewoon niet geloven. Het leek wel alsof ik hier jaren op had gewacht. Vreselijk nerveus was ik. We zaten op afzondering in Luik en alles wat ik de dag van de wedstrijd at, kwam er gewoon weer uit. Ik was ervan overtuigd dat ik geen tweede kans zou krijgen. Aan de wedstrijd zelf denk ik niet met plezier terug. Na zeventig minuten werd ik vervangen, maar het waren de langste zeventig minuten uit mijn hele carrière. Ik wilde het hele ding gewoon zo snel mogelijk achter de rug hebben, ik was doodsbang om een fout te maken. De volgende dag zei Broos me op training : ‘Je hebt het goed gedaan, ik geef je een kans. Wees niet bang om fouten te maken, als je een keer niet goed speelt, ga ik je er niet meteen weer afhalen’.

“Als ik denk aan Hugo Broos, dan denk ik aan een persoon die me enorm geholpen heeft. Hij deed me inzien dat talent alleen niet volstaat, dat je hard en toegewijd moet werken. Ik was gewend om alles op een presenteerblaadje te krijgen, maar Broos maakte me duidelijk dat professioneel voetbal zo niet in elkaar zit. Ik hoor van spelers dat hij niet genoeg zou communiceren, maar dat was bij mij nooit het geval. Hij sprak heel vaak met me.

“Broos was een soort vaderfiguur voor mij. Toen ik naar Italië ging en Broos vernam dat ik niet speelde door een blessure, schreef hij me een brief om te informeren hoe het met me ging. Ik herinner me ook nog dat ik bij het begin van mijn derde seizoen bij Club Brugge opgeroepen werd om met de nationale ploeg naar de Olympisch Spelen te vertrekken. We waren op trainingskamp in Nederland toen Hugo me het nieuws kwam brengen. Ik begon te huilen, want dat betekende dat ik het begin van de competitie miste terwijl ik niemand nog de kans gunde om mijn basisplaats af te snoepen. Hugo zei me dat ik me geen zorgen moest maken, dat hij me niet zou vergeten en dat ik mocht spelen als ik terugkwam.”

1995 Geluk en tegenslag na de Gouden Schoen

“Ik vond het een ongelooflijke eer om de Gouden Schoen te winnen. Ja, jullie vonden allemaal dat ik heel emotioneel reageerde ( lacht). Als je een paar tranen op je wangen hebt, noemen jullie dat emotioneel, want Belgen wenen nooit. Ik vond het een heel normale reactie. Enerzijds omdat ik helemaal niet verwacht had om te winnen, anderzijds omdat ik toen al wist dat ik binnen afzienbare tijd zou vertrekken bij Club Brugge. Ik denk dat de Gouden Schoen dat proces alleen maar versneld heeft. Iedereen wilde weten wat ik zou gaan doen. En het deed uiteraard ook mijn waarde stijgen.

“Drie weken na de Gouden Schoen raakte ik geblesseerd aan mijn knie. Ik wist meteen dat mijn carrière bij Brugge erop zat. Uit de MRI-scan bleek dat mijn kruisbanden gescheurd waren en dat ik geopereerd moest worden, met daarna vier tot vijf maanden revalidatie. Toen ze me dat vertelden, dacht ik niet aan Italië of revalidatie, maar enkel aan het feit dat ik het seizoen met Brugge niet kon afmaken en de landstitel halen. Het was een heel triest moment. Het had zo mooi kunnen zijn : de Gouden Schoen winnen, de landstitel binnenhalen en dan de transfer maken waar ik van droomde. That’s the maximum, it couldn’t get any better. Maar het mocht niet zijn. ( gelaten) Dat is het leven, hé.

“Ik geloof wel dat wat mij overkwam een reden had, zoals alles gebeurt om een reden. Vóór mijn knieblessure vond ik het moeilijk om tegenslagen te accepteren. Nu kan ik dat wel. Een carrière gaat nooit steil omhoog, maar altijd met ups en downs. En ik heb misschien meer downs dan ups gehad, maar de ups wegen zwaarder door omdat ik er maximaal van genoten heb. Zonder negatief te worden, moet je in het leven steeds verwachten dat bepaalde dingen kunnen gebeuren en je erop voorbereiden om terug te vechten. Deze blessure deed me dat inzien. Net op het moment dat ik ervan overtuigd was dat alles fantastisch liep : bang ! Ik ben ervan overtuigd dat ik getest werd op dat moment. Iets of iemand zei me : toon me nu maar eens hoe sterk je werkelijk bent.”

1996 De toorn van Antoine Vanhove

“Tijdens mijn revalidatie kwam Antoine Vanhove naar me toe. Hij maakte me duidelijk dat ik naar een club van zijn keuze moest vertrekken. Ik weet niet meer of hij er toen een naam op plakte. In ieder geval ging het er niet om dat hij me bij Club Brugge wilde houden : op geen enkel moment heeft Antoine Vanhove mij een nieuw contract aangeboden. Nooit. Niemand had dus enig recht om mij te vertellen waar ik naartoe moest. Het was mijn beslissing, mijn carrière, mijn toekomst.

“Op mijn laatste dag diende ik een kostennota in voor drie vliegtickets waarop de club mij recht gaf. Eentje had ik zelf gebruikt, met de andere liet ik mijn broer overkomen uit Australië. Toen ik naar het bureau van Vanhove ging en hem de nota wilde geven, griste hij ze uit mijn handen, scheurde ze kapot en gooide ze weg, terwijl hij zei : ‘Ga weg en kom nooit ofte nooit nog terug !’ Hij betaalde niet eens voor de tickets waar ik recht op had. Ergens kan ik zijn reactie wel begrijpen, hoor. Hij was verschrikkelijk boos omdat hij niet kreeg wat hij wilde. En ik denk dat hij dat niet gewend is.

“Ik denk nog steeds met heel veel plezier terug aan Club Brugge, ik beleefde er vijf geweldige jaren. Achteraf bekeken, vind ik de manier waarop ik de club verliet jammer. Als ik de dingen kon veranderen, zou ik het doen, maar ik vind nog steeds dat ik op dat moment geen keuze had. Tenzij ik me schikte naar de wil van Antoine Vanhove. ( nadrukkelijk) And that was never going to happen.”

1997Blessureleed bij Lazio Roma

“Ik wilde naar Italië omdat al mijn idolen er speelden en omdat mijn moeder er geboren is. Thuis in Australië keken we ook altijd naar Italiaans voetbal. Het is de beste competitie ter wereld. En ik had er ook de kans om heel veel geld te verdienen.

“Mijn eerste wedstrijd was tegen Inter Milan. Tachtigduizend toeschouwers, dat is voor iedere voetballer intimiderend, al speel je er vijfhonderd keer. Ik was een van de beste spelers op het veld. Dat vond ik niet alleen zelf, ik voelde het ook in de club : ‘Hé, deze jongen kan voetballen’. Voor mij was dat een grote opluchting, want het is heel belangrijk dat iedereen achter je staat. Niet alleen je ploegmaats of het bestuur, maar ook de fans en vooral de pers. ( ernstig) They can put you out. Just kill you in the newspapers. Zelf heb ik dat niet meegemaakt, maar ik heb het hen zien doen bij andere spelers. Dat was iets wat ik niet wist toen ik naar Italië ging, maar ik leerde het heel snel. Na een paar dagen al.

“Op vraag van de club verhuisde mijn hele familie van Australië naar Italië. Ze wilden niet dat ik er alleen voor stond. Ik begrijp waarom : een jonge voetballer in Rome, dat is gewoon gevaarlijk. Voetballers worden in Italië behandeld als sterren, iedereen wil iets van je. Als je nieuw bent, dan willen ze nog meer. Het is moeilijk om uit te leggen, je moet het met je eigen ogen gezien hebben. Als ik bijvoorbeeld naar een restaurant ging en er was geen plaats, dan maakten ze binnen de minuut een tafel voor me vrij. Alle deuren gaan vanzelf open. Het was een grote schok om te zien hoe het er aan toeging. ( geheimzinnig lachje) Ik vond het allemaal geweldig, zoals alles wat nieuw is en ik genoot er ook met volle teugen van. In zulke omstandigheden is het natuurlijk heel gemakkelijk om iets stoms uit te halen, maar dat heb ik nooit gedaan. Daar speelde mijn goede opvoeding mee : ‘Geniet, maar weet wanneer het genoeg is’.

“Toen ik bij Lazio arriveerde, was mijn revalidatie pas afgelopen en kon ik spelen, maar helemaal in orde was ik nog niet. Ik was er gewoon niet klaar voor. Maar ja, ik wilde spelen, zij wilden dat ik speelde, wat doe je dan ? Het is niemands fout, maar in plaats van te willen terugkomen in drie, vier maanden, had ik zes maanden de tijd moeten nemen. Vooral omdat de voorbereiding in Italië veel zwaarder is dan in België. Ik vroeg te veel van mijn lichaam en een jaar later kreeg ik een nieuw alarmsignaal.

“Mijn knie begaf het opnieuw, ik moest weer onder het mes en de dokters vertelden me dat ik twaalf maanden moest rusten indien ik volledig wilde herstellen. Ik besliste om al die tijd in Rome te blijven. Mijn vader en moeder waren intussen terug naar Australië getrokken, maar mijn oudere broer bleef bij mij om voor me te zorgen. We waren altijd al close, maar nu groeiden we nog meer naar elkaar toe.

“Het duurde uiteindelijk achttien maanden voor ik opnieuw in de ploeg stond. Mentaal was dat moeilijk om dragen. Toen ik eindelijk weer fit was, zat ik al in mijn laatste seizoen voor Lazio. De club had net zeven nieuwe spelers gekocht, had daar veel geld aan gespendeerd en wou absoluut de titel binnenhalen. De laatste vijf, zes matchen van het seizoen mocht ik dan toch spelen en dat vond ik erg belangrijk. Want als je zo lang out bent, kamp je met heel veel twijfels. Ik moest mijn vertrouwen terugwinnen, voor mezelf bewijzen dat ik in orde was.

“Ik heb er absoluut geen spijt van dat ik naar Italië getrokken ben. Iedere voetballer krijgt vroeg of laat blessures. Sommige alleen wat meer dan andere. Ik kreeg deze blessure op mijn vijfentwintigste, wat een slecht moment is. Wie weet wat er had kunnen gebeuren als ik blessurevrij was gebleven. Maar daar denk ik niet aan. Je kunt zeggen dat het allemaal erg spijtig en teleurstellend is, maar het leven heeft me al ontzettend veel gegeven.”

2000 Brute pech in Engeland

“Na drie jaar Lazio Roma en een jaar Fiorentina ging ik naar Middlesbrough. Ik zag Engeland als een nieuw avontuur : spelen in de FA Cup, in stadions met zoveel geschiedenis. In mijn derde wedstrijd brak ik mijn voet bij een tackle. Daardoor miste ik de Olympisch Spelen in Sydney, normaal gezien zou ik de dag nadien vertrekken. Natuurlijk denk je op zo’n moment : waarom ik altijd ? But what can you do ? Je moet gewoon recht krabbelen en terugvechten.

“Ik vind dat ik niet genoeg in de nationale ploeg zat, zonder al die blessures had ik misschien wel vijftig caps verzameld. Dat vind ik een hele grote teleurstelling, want ik speelde al voor Australië toen ik zestien was. Ik was een van de jongste voetballers die ooit voor de nationale ploeg uitkwam. Spelen voor je land, dat is het allerhoogste. Voor mij toch. Telkens ik dat shirt aantrek, voel ik een enorme voldoening. Ik heb de Spelen in Barcelona meegemaakt, met de min 23-jarigen. Omdat we de halve finale haalden, verbleven we vier volle weken in het olympisch dorp. ( kamerbrede grijns) We openden en sloten dat ding. De sfeer was ongelooflijk. Je ziet zoveel verschillende huidskleuren, dat zie je anders in je hele leven niet. In het restaurant zat Boris Becker naast ons, de Amerikaanse atleten trainden op de baan rond het voetbalveld waar wij trainden. Michael Johnson liep daar rondjes ! Niemand van ons nam ook maar de moeite om te kijken waar de bal naartoe ging.

“In 2002 haalde Terry Venables – ooit nog coach van de Australische nationale ploeg – me naar Leeds. Ik kende hem heel goed. Toen Leeds hem ontsloeg, had ik in principe nog twee jaar te gaan, maar ik ben vertrokken. Waarom ? Omdat ik wilde spelen. Ik was geen twintig jaar meer, ik wilde niet rondlummelen, maar ik wist dat ik onder de nieuwe trainer nooit aan de bak zou komen. Toen hij arriveerde, restten er nog acht wedstrijden tot het einde van het seizoen. Van de vijf nieuwe spelers die Venables meebracht naar de club, heeft er geen één gespeeld.

“Ik verhuisde opnieuw naar Italië en bleef vijf maanden bij Vicenza. De club probeerde op dat ogenblik een overname rond te krijgen, maar dat ging uiteindelijk niet door. Ze besloten om met jongere spelers te werken om geld uit te sparen.”

2004 Promotie naar eerste klasse met KV Oostende

“Na Vicenza wilde ik niet meer naar een land waar ik helemaal opnieuw moest beginnen : nieuwe vrienden maken, misschien nog een nieuwe taal leren. België was voor mij de beste optie, ik denk dat ik daarom zo snel ‘ja’ zei op het aanbod van KV Oostende. De ploeg speelde in tweede klasse. That was not pleasant. Net als iedereen had ik de ambitie om in eerste te spelen. Ik zag het als een nieuw avontuur, dat overigens zeer positief uitgedraaid is. Misschien zou Oostende sowieso gepromoveerd zijn, maar toen ik in april arriveerde, was het wel de bedoeling dat ik een handje toestak. Oostende nam een groot risico door mij binnen te halen. Als we niet gepromoveerd waren, dan zou de komst van Paul Okon in Oostende een grote grap geworden zijn.

“Op de laatste speeldag van de eindronde streden er nog vier teams om de promotie. En hoewel Oostende het beste team in de competitie was, toonden we dat daar niet. Puur op basis van die zes matchen vond ik niet dat we verdienden op te gaan. We spanden ons niet hard genoeg in. In de laatste match toonden we wél karakter. Het werd een absolute climax : tijdens de match hoorden we dat Geel bezig was Roeselare te verslaan, dus moesten we scoren. Even later vernamen we dat Roeselare een doelpunt gemaakt had, daarna scoorden wij weer… Je werd constant heen en weer geslingerd tussen emoties en je wist dat de toekomst van heel wat mensen op het spel stond. Ik wilde gewoon dat het over was.

“Toen het lukte, gaf me dat een enorm goed gevoel, waarschijnlijk was het een van de gelukkigste dagen uit mijn leven. Maar mentaal was ik heel moe. Very, very tired. Daarom zei ik die avond dat ik naar huis wou, naar Australië. Ik was al 18 maanden niet meer in Australië geweest, ik wilde gewoon naar huis en ik dacht dat ik het niet meer kon opbrengen om terug te keren. Terwijl ik op het vliegtuig zat, bedacht ik echter dat ik nog niet klaar ben om me definitief te settelen. Dat zou betekenen dat het avontuur over is. En ik weet dat mijn thuis in Australië niet wegloopt. Mijn familie zal daar altijd op me wachten.”

door Loes Geuens

‘Als ik in Rome naar een restaurant ging en er was geen plaats, dan maakten ze binnen de minuut een tafel voor me vrij.’

‘Je kan zeggen dat het allemaal erg spijtig en teleurstellend is, maar het leven heeft me ontzettend veel gegeven.’

‘Antoine Vanhove was verschrikkelijk boos omdat hij niet kreeg wat hij wilde. Dat is hij niet gewend.’

‘Spelen voor je land, dat is het allerhoogste. Telkens als ik dat shirt aantrek, voel ik een enorme voldoening.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content