Raoul De Groote

Igor De Camargo werd vorige week Belg, keert volgend weekend naar zijn eerste club in België – RC Genk – terug met Standard, maar worstelt om in de ploeg te raken en te blijven. Geen wonder dat ook het scoren daarbij in schiet. Misschien dat de rotatie die LaszloBölöni in zijn kern hanteert, perspectieven biedt, zeker als op 6 november Standard Sevilla ontvangt in de UEFA Cup en het aantal wedstrijden per week de hoogte in gaat.

Igor De Camargo: “We moeten opletten, want die Europese wedstrijden, de beker van België en de competitie, dat gaat veel energie vragen. Dus ik zal ervoor moeten zorgen om op de goede boot te blijven en zonder blessures een heel seizoen te kunnen meedoen.”

Jouw seizoen is niet wat je vooraf had kunnen verwachten: amper één doelpunt gescoord, je hebt nog geen enkele keer de 90 minuten volgemaakt, Jovanovic mocht in het begin van het seizoen naar zijn beste vorm zoeken ten koste van jou en na de match tegen Anderlecht begon je te sukkelen met een lumbago. Waaraan schrijf je je huidige status in het elftal toe?

“Die lumbago heeft mij gehinderd bij het trainen: dat was echt pijnlijk. Maar ik moet accepteren wanneer en waar de coach mij uitspeelt. We moesten ons zeker aanpassen aan de nieuwe trainer. De laatste tijd vraagt hij me om vanuit de tweede lijn, meer vanaf het middenveld te komen en dat vraagt energie. Ook omdat ik meer defensief werk moet doen dan vorig jaar. Toen moest ik niet zo vaak terugkomen.”

Je bent liever spits.

“Ik ben spits en een spits wil scoren en dat doe je meestal als je in de zestien bent en fris zit. Mbokani was in goede vorm. In de voorbereiding speelde ik altijd diepe spits en scoorde ik. Het vertrouwen was er, maar hij koos voor Jovanovic. Jammer genoeg. Maar ik moet het accepteren en er het beste uithalen. Eén goal is te weinig voor een spits, maar ik probeer te helpen met een steekpass of een goal. Niet panikeren. Ik pas mij stilletjes aan in die tactiek.”

Je bent vorige week Belg geworden. Hoe Belgisch ben je?

“Ik speel hier nu negen jaar, van voor mijn zeventiende. Dus België is een stuk van mijn leven. Alles wat ik heb in het voetbal, heb ik hier geleerd. Qua voetbal voel ik me zeker heel Belgisch. Ik heb bovendien gespeeld in Limburg, Brussel en nu Luik. Dat is een ervaring.”

Waarom wou je Belg worden?

“Je voelt je – zoals ik zei – een beetje Belg en je kan nooit weten dat er zich een kans voordoet bij de Rode Duivels. Ik zal in elk geval mijn best doen om er te raken.”

Sinds je naturalisatieaanvraag anderhalf jaar geleden is er bij de Rode Duivels wel geen tekort aan spitsen: Sonck, Mirallas, Dembélé, …

“Het wordt niet makkelijk, neen, maar je moet ambitie hebben.”

Volgend weekend spelen jullie tegen Genk. Jij werkte daar bij je debuut in onze competitie nog onder Vandereycken.

“Ik speelde niet zoveel, maar het was maar kort en ik was toen nog jong: de Igor van toen en nu, dat is een groot verschil. Ik had toen geen enkele ervaring om meteen bij een topclub te beginnen. Als je jong bent, wil je altijd werken en minder denken. Ik moet mijn ervaring bij Genk, Heusden-Zolder en Brussels gebruiken om minder te lopen, over een kortere weg na te denken en zo energie te sparen. Ik ben nu een heel andere De Camargo.”

raoul de groote

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content