Toen ik op 11 augustus 2013 opstond, had ik nog geen idee dat het een dag zou worden die ik nooit meer zou vergeten. Die wat grijze zondagmorgen vertrok ik, naar jaarlijkse traditie, naar het BK tijdrijden in Maldegem. De wielerwijsheid dat wie uitstekend tegen de klok kan rijden ook meestal een steengoede renner is, blijft ook in het moderne wielrennen overeind. En toen kwam jij. Wat zich voor mijn ogen afspeelde, was du jamais vu van een junior. Wat een stijl, wat een combinatie van kracht en souplesse, wat een grinta waarmee je de Maldegemse stenen uit de grond ramde om uiteindelijk als eerstejaars nog bijna een minuut beter te doen dan Nathan Van Hooydonck en Brent Luyckx, de bij de wereldtop aanleunende tweedejaars. Stijf van verbazing stond ik daar aan het dranghek gekluisterd. Je naam bleek Igor Decraene te zijn. Even later begaf ik me naar het marktplein achter het stadhuis waar het podium opgesteld stond. Toen de nationale hymne weerklonk, zag ik je aanstekelijke glimlach en die knipoog die duidelijk voor je mama bedoeld was. Als bevoorrechte getuige zag ik dat de blikken van jou en je mama elkaar kruisten. Ik ga al jaren met passie naar wielerwedstrijden kijken, maar nooit heeft iets mij meer ontroerd dan die blik van een mama en haar kind. Daar stond ik dan, met natte ogen voor een jongetje dat ik ’s morgens niet eens kende. Meteen wist ik ook dat ik niet alleen een klasbak op de fiets gezien had, maar ook ernaast een entourage die voor de enige voedingsbodem zorgt waarop talent kan gedijen, namelijk die van de eenvoud, de werkkracht en het relativeringsvermogen.

De week vóór het WK zat ik met mijn ook door de wielermicrobe gebeten broer en neven in het dorpscafé wat vooruit te blikken op de Belgische kansen. Ik zei met overtuiging: “Ik ben vrij zeker van één medaille: Igor Decraene.” “Igor wie?”, repliceerden ze met gefronste wenkbrauwen. Je zult best begrijpen hoe trots ik was toen ik enkele dagen later vernam dat je wereldkampioen was. Dan ben je meer dan 50 jaar en dan maakt een jongen van 17 jaar je blij als een kind. Ik schrok zelf van hoe emotioneel ik daarmee omging. Op Sporza zag ik de interviews met je ouders. Je papa was uiteraard zeer blij, maar wist dat op een rustige en bescheiden manier te verwoorden. Prachtig. Toen men je mama vroeg: “Besef je wel dat je zoon nu beroemd is en dat hem misschien een grote carrière te wachten staat?”, antwoordde ze iets in de zin van: “Als het dat is wat Igor wil en wat hem gelukkig zal maken, dan is dat voor mij goed.” Op zo’n moment van euforie zoiets antwoorden, dat kan alleen een echte mama. Daar werd ik stil van.

En dan die zaterdagmiddag hoor ik in de auto dat vreselijke bericht. Ik moet aan de kant gaan staan want het wordt me even te machtig.

Igor, iedereen die je gekend heeft, met je meegeleefd heeft en voor je supporterde, verlangt nu niet in de eerste plaats naar die weergaloze renner, droomt nu niet van hoe je over zes jaar Tony Martin van de tijdrittroon gestoten zou hebben. Dat alles willen we inruilen om toch maar de mens Igor nog eens te zien glimlachen. Ik hoop dat je ouders en je broers de kracht vinden om samen schouder aan schouder die harde levenskoers verder te zetten zonder dat jij hen uit de wind kan zetten. Bedankt voor de mooie momenten, Igor. Rust in vrede.

Al uw reacties en sportgerelateerde zoekertjes zijn welkom bij Sport/Voetbalmagazine, Raketstraat 50 bus 5, 1130 Brussel of via e-mail: sportmagazine@roularta.be.

De redactie behoudt zich het recht voor teksten in te korten of te weigeren. De schrijver moet zijn naam en woonplaats vermelden.

Franky Kimpe, Brugge

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content