‘Ik hou van wedstrijden met druk,’ zegt Silvio Proto, ‘in zulke omstandigheden presteer ik goed.’ De Anderlechtdoelman was vol vertrouwen voor de dubbele interland van de Rode Duivels. Tot zijn competitiedebuut in Genk. Reconstructie van een vreemde week.

“Anderlecht zal het probleem van Anthue- nis oplossen.” Wie zich de ochtend van Slavia Praag – Anderlecht aan die voorspelling waagde, moest ’s avonds zijn woorden herzien. Daniel Zitka en niet Silvio Proto verdedigde het Brusselse doel, en op een fout in het wedstrijdbegin na keepte de Tsjech een gave partij. Een reden om hem tegen Genk naar de bank te verwijzen leek er niet te zijn.

Frank Vercauteren deed het toch. Omdat Zitka zelf had aangegeven dat hij vermoeid was, aldus de trainer, maar vooral omdat hij zaterdag wegens stijfheid in de hamstring niet samen met de groep had getraind. Zondagochtend verklaarde de doelman zich zelf wedstrijdfit, maar Vercauteren vond het risico op een verrekking te groot. Hij deelde Zitka mee dat Proto zou spelen.

Het klonk iets te mooi om waar te zijn. Het was ook maar de halve waarheid : de beslissing om een keeperwissel door te voeren was al langer genomen. De ochtend van Slavia Praag – Anderlecht hoorde Proto van Vercauteren dat hij tegen Genk tussen de palen zou staan. Vier dagen eerder dan zijn niets vermoedende concurrent. Zitka’s foutje tegen Slavia speelde geen enkele rol meer. Vercauteren zou al enkele weken aan zijn Tsjechische doelman gaan twijfelen zijn, vooral ook na Proto’s sterke prestatie met de nationale ploeg tegen Griekenland. Met enkele vreemde tussenkomsten tegen Germinal Beerschot bezegelde Zitka nadien zijn eigen lot. De stijve hamstring kwam iedereen mooi uit.

Vrijdagmiddag had Sport/Voetbal Magazine afspraak met Proto. Voor een interview over een (doel)man van uitersten : tussen de palen in de nationale ploeg, op de bank bij Anderlecht. Proto was een en al beschikbaarheid en uiterst ontspannen. Twee dagen later bleek waarom. “Ik wist het van woensdag, maar ik mocht niets zeggen”, legde hij zondagavond kort uit in de Genkse wandelgangen.

“Zoals iedereen hoop ik nog op de kwalificatie”, had hij vrijdag geantwoord op de vraag wat hij verwachtte van de twee duels waarop de Rode Duivels zich deze week voorbereiden : zaterdag uit tegen Bosnië & Herzegovina, en woensdag thuis tegen San Marino. “De beste weg ernaartoe loopt langs twee overwinningen, op welke manier dan ook. Het enige wat dus telt, is winnen.”

Ook als naar zijn persoonlijke belang werd gepeild, leidde hij zijn antwoord af naar het algemeen belang. Wilde hij zich dan niet bewijzen tegenover Anderlecht ? “Niemand in de nationale ploeg kan zeggen dat hij belangrijker is dan de ander. Het zal niet lukken als iedereen aan zijn eigen prestatie loopt te denken. Trouwens, elke match die ik speel, wil ik laten zien dat ik niveau haal. Wat dat betreft, wordt het een wedstrijd als alle andere.” Aan het WK zelf wilde hij nog niet denken. “Je weet nooit hoe het draait of keert in het voetbal. Als je geblesseerd raakt, kan je er ook niet bij zijn. Je moet niet te ver vooruit willen kijken.”

Stel, luidde de volgende vraag, je bent Aimé Anthuenis. Roep je Silvio Proto op ? “Moeilijk te zeggen”, kwam het na een kort glimlachje. “Ik heb goede prestaties geleverd in de nationale ploeg. En zoals men zegt : een winnende ploeg verander je niet. Hetzelfde in Anderlecht : de ploeg draait goed en ik begrijp dan ook dat Daniel in doel blijft staan.”

Vreemde woorden. Hij wist dat het niet zo zou zijn.

Wat zijn jouw kwaliteiten ?

Silvio Proto : “Mijn mentale sterkte, meer dan wat ook. Ik ben een winnaar, ik kan niet tegen verliezen, helemáál niet. En ik hou van wedstrijden waar veel druk rond hangt. In zulke omstandigheden presteer ik goed.”

Er zijn lijnkeepers en meevoetballende keepers. Wat ben jij ?

“Een beetje van de twee, denk ik. Ik ben goed op mijn lijn, heb goede reflexen. In Anderlecht probeer ik om zo hoog mogelijk te spelen en te anticiperen op diepe ballen. In een ploeg die altijd aanvalt, hoort dat zo, want op de counter valt er altijd wel een bal achter de verdediging. Daar moet jij dan staan. In La Louvière moest ik zo niet spelen.”

Sommige kenners vinden je geen goed meevoetballende doelman.

“We hebben er in La Louvière ook nooit veel op gewerkt. Het is vooral hier in Anderlecht dat ik leer in de rug van mijn verdediging te spelen. Dat is nieuw voor mij en daarom vraagt het een beetje aanpassing. Dat heeft de trainer me ook gezegd : dat ik geen stappen moet overslaan. Een doelman van 22 jaar kan nog elke dag en op alle vlakken beter worden. Je bent nooit volmaakt.”

Wie was je idool ?

Walter Zenga. Indrukwekkende doelman. Goed op hoge ballen, goede reflexen op de lijn. Hij speelde bij Inter Milaan, dus supporterde ik ook voor de Italiaanse nationale ploeg. Het eerste truitje dat mijn ouders voor me kochten, was er een van Zenga.”

Hou je van de Italiaanse competitie ?

“Nee, helemaal niet ( lacht). Het voetbal dat ze er spelen, is niet het voetbal waar ik van houd. Ploegen verdedigen er meer dan dat ze aanvallen. Dat betekent minder werk voor een doelman. Ik hou meer van het Engelse voetbal.”

Wat is er van het cliché : doelmannen zijn gek ?

“Dat het een cliché is. Doelmannen duiken in de voeten van andere spelers, dat maakt hen wat apart, maar verder zijn de meeste normaal. Hoewel, zo’n gast als Oliver Kahn, die is toch een beetje gek, geloof ik ( lacht). Ik ben een rustige jongen.”

Ja ? Van je vader kennen we de anekdote dat je als kind ooit de autosnelweg over- liep.

“Ja, maar dat was als kind. Elk kind haalt streken uit.”

Ben je iemand die risico’s durft te nemen ?

“Ja. Als ik een beslissing neem, denk ik niet te veel na. Dan ga ik ervoor. Ook als doelman. Pas op, het is niet dat ik risico’s neem in de zin van dat ik spelers ga beginnen te dribbelen. Laat ik het zo zeggen : ik neem nooit onbezonnen risico’s.”

En die hyperactiviteit die je kenmerkte als kind ?

“Dat is de reden dat mijn ouders me naar het voetbal hebben gestuurd. Nu ben ik veel kalmer geworden. Ik slaag erin mezelf in de hand te houden. Zoiets komt met de jaren.”

Je gaat zelfs vissen !

Voilà.”

Is het een grote verandering, van La Louvière naar Ander- lecht ?

“Niet groot, maar er is een verschil, zeker. In La Louvière speelden we laag, hier veel hoger. En er is een kwaliteitsverschil in de spelersgroep. De verdedigers zijn beter dan die ik in La Louvière voor mij had. Van de ene kant is dat makkelijker, van de andere kant ook moeilijker : er komen maar weinig ballen je kant op om je in de kijker te spelen.”

Is geduld een kwaliteit van Silvio Proto ?

“Ik denk het wel, ja. Je zal Silvio Proto nooit spectaculaire verklaringen horen afleggen. Ik revolteer niet. Ik verlies mijn tijd niet met uitspraken die niet door de beugel kunnen. Het kan ook niet dat je onrust zaait in een spelersgroep voor het belang van één persoon. Dus moet je zwijgen, aanvaarden en nog harder werken. Maar het is duidelijk dat geen enkele doelman werkt om tweede keus te zijn.”

Zou je gespeeld hebben als je de hele voorbereiding had meegemaakt ?

“Dat weet ik niet. Aan zulke veronderstellingen waag ik mij niet. Ik kwam pas aan op het einde van de voorbereiding. Dan is het normaal dat de andere doelmannen de voorkeur krijgen.”

Je had net zo goed de bank van Barcelona warm kunnen houden.

“En dat heb ik niet willen doen, klopt. Het verschil is dat ik bij Anderlecht voluit de strijd kan aangaan met het nummer één. In het buitenland was dat niet even vanzelfsprekend geweest.”

Men zegt dat je met je bankzitterstatuut cash hebt betaald voor de duistere rol van je entourage in het verhaal.

“Mijn transfer heeft een tijd aangesleept. Dat zou je hen kunnen aanwrijven. Maar anderzijds ben ik nu toch in Anderlecht en daar ben ik blij om. Dat is ook dankzij diezelfde mensen. Ik verwijt hen dus niets. De toekomst is belangrijk, niet het verleden.”

Je zou financieel erg veeleisend geweest zijn.

“Toch niet, maar ik ben natuurlijk de doelman van de nationale ploeg. Ik ben geen jongetje dat uit het niets uit de lucht komt vallen. Ik heb getoond wat ik waard ben, wat niet wegneemt dat ik nog veel te bewijzen heb ook. Maar iedereen heeft water in zijn wijn gedaan en mijn eisen zijn ingewilligd.”

Je kwam van een kleine club en speelde één uitstekende interland, tegen Servië. Volstond dat ?

“Klopt, maar van de andere kant : ik ben jong. Dus als Anderlecht een zaak wil doen door me over enkele jaren te verkopen, kan het dat. Het is niet dat ze een doelman van 35 jaar hebben gekocht, hein. Maar goed, Anderlecht is tevreden en ik ben tevreden.”

Jacky Munaron is twee keer je trainer : in Anderlecht en bij de nationale ploeg. Heeft hij een rol gespeeld in je transfer ?

“Ah, ja. Ik kende hem, dus ik wist hoe hij werkte. Ik wist dat ik me met hem nog verder zou kunnen ontwikkelen. Weet je, doelmannen trainen altijd apart. Daardoor staat een keepertrainer altijd dichter bij hen dan een hoofdtrainer. Onze relatie is goed.”

Kwade geesten zouden durven vermoeden dat hij je voor het blok plaatste : kiezen voor Anderlecht of plaats kwijt bij de Rode Duivels.

“( Verbaasd.) Nee, dat heeft hij me nooit gezegd. Helemaal niet.”

Er zijn er die vinden dat Zitka bij het doelpunt van Slavia Praag in Brussel te vroeg tegen de grond ging, tegen Germinal Beerschot had hij ook een paar vreemde tussenkomsten in petto en in Praag begon hij met een misser. Wat denk je dan ?

“Ik zit hier niet om een oordeel te vellen over Daniel. Dat komt mij niet toe. Ik heb een goede relatie met hem als ploegmaat. Ik respecteer hem. Als hij in doel staat, help ik hem en moedig hem aan. Ik ben zeker dat hij voor mij hetzelfde zal doen de dag dat ik in het doel sta.”

Jij keepte tussendoor wel een prima partij tegen Griekenland.

“Ik speelde een goede match, ja. Het was niet gemakkelijk, want de druk was groot. Maar ik heb laten zien dat ik er sta. Ik train goed op Anderlecht, pas me hier stilaan aan en zit fysiek aan mijn maximum. Des te beter. En zoals gezegd : ik leef niet met het verleden. Bosnië is de volgende tegenstander : we zien wel wat het brengt.”

Ondertussen, ging Proto verder, wachtte hij geduldig de dag af dat Frank Vercauteren hem het vertrouwen zou geven. “Dan is het aan mij om te laten zien dat ik het waard ben, en om ervoor te zorgen dat ik tussen die palen blijf staan. Ik kruis mijn vingers dat ik het er dan goed van afbreng.”

Zijn eerste wedstrijd voor Anderlecht was in de voorbereiding op Southampton. Anderlecht verloor met 3-2 en volgens de meegereisde journalisten in hun verslagen ging hij bij twee doelpunten in de fout. Dat was behoorlijk streng, vond hij : “Iemand die voor zijn eerste werkdag in een bedrijf staat, met collega’s die hij nog niet kent, zal ook niet hetzelfde rendement halen als wanneer hij er een jaar werkt. Ik ben beoordeeld op mijn prestatie en heb er kritiek voor gekregen : bon, ik aanvaard dat. Ik heb er de kracht uit geput om die mensen met mijn prestatie tegen Griekenland het zwijgen op te leggen.”

Proto bleef maar praten als een voorbeeldige leerling vrijdag. Is hij echt veranderd ? Of kwam het doordat hij in de toekomst had kunnen kijken ? Ook als hij sterk zou presteren tegen Bosnië en San Marino, zei hij, zou hij niets eisen bij zijn terugkeer op Anderlecht : “Ik respecteer elke beslissing van de trainer.”

Een klein woordspelletje sloot het interview af. Piot, Pfaff, Preu- d’homme. Drie keer ‘P’. Vraag : past Proto in het rijtje ? Hij lachte : “Ik zal er alles aan doen. Verder besteed ik niet te veel belang aan letters.”

Wat eerst zo leek, was het twee uur later niet meer. Anderlecht heeft het probleem van Anthuenis zondagavond niet opgelost. Silvio Proto ging drie keer niet vrijuit bij de Genkse doelpunten, maar op zijn fouten ingaan, wilde hij niet. “Daar moet ik eerst de tv-beelden voor zien. Maar als het fouten waren, is dat jammer. Zoiets doe je niet met opzet.”

Het is een lange gang van kleedkamer naar bus in het Fenix Stadion. Jonge fans krijgen een handtekening. Hoe hij zich nu voelt, na zijn competitiedebuut ? “Als je net drie doelpunten binnen hebt gelaten, is het niet gemakkelijk.”

En nu de nationale ploeg, piept hij plots zelf. Precies. Hoe denkt hij na vanavond naar die dubbele interland toe te leven ? “Ik bekijk het wedstrijd per wedstrijd nu. Dat lijkt me het beste.”

Jan Hauspie

‘Bij Anderlecht moet ik anticiperen op diepe ballen. Dat is nieuw voor mij.’

‘Ik respecteer elke beslissing van de trainer.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content