Een kop als gebeiteld en een lijf als gegoten, maar kijken naar de poëzie ervan doet Nenad Jestrovic liever met een knipoog. Ook nu hij revalideert en de Champions League miste.

N enad Jestrovic(lacht) : “Tuurlijk (lacht). Tuurlijk lach ik als ik op foto’s van tien jaar geleden zie hoe ik eruit zag. Mooi zijn hangt ervan af comment tes parents ils ont travaillé (knipoogt). Tu comprends ? Maar ik begrijp niet goed dat ze mij altijd een mooie mens noemen. Ik ben normaal. Maar ik verzorg wel graag mijn lichaam : slank blijven, is belangrijk voor mij. Van als ik twee, drie kilo bijkom, voel ik me niet goed meer in mijn vel.

“En ik kleed me ook graag mooi, anders voel ik me niet goed. Voor mij la propreté, c’est quelque chose de très important. Als ik in de kleedkamer mijn kastje open doe, lachen ze altijd dat het precies een winkel van Paris XL is die open gaat (knipoogt). Er staat veel parfum, lotions… Telkens als ik ergens iets zie, kan ik er niet aan weerstaan het mee te brengen. Baseggio gebruikt dikwijls mijn parfums. Waarom heb je het gesloten ?, vraagt hij dan. Dus nu laat ik mijn kastje meestal open. Dikwijls geef ik ze er ook één cadeau.

(Roert suiker door zijn koffie en scheurt de verpakking van zijn koekje. ) En jij ? Niks ? Zwart ? ! Ah, la ligne, hein (knipoogt). Ik ben op weg om een Ronaldootje te worden (knipoogt). Ik ben al drie kilo bijgekomen, maar dat is normaal, hé. Ik heb nog bijna niks gedaan. Het zal straks wel loslopen. Maar ik zie het wel een beetje als ik in de spiegel kijk. Hier (knijpt in zijn taille) en op mijn billen. Ik heb dikke billen gekregen (knipoogt). Maar mijn linkerdij is wel dunner geworden ondertussen, daar moet ik aan werken. Dat is voor in de winterstop : iedereen vertrekt met vakantie, maar ik zal moeten afzien. Alleen : drie kilo meer, dat weegt op de enkels en de knieën. Hout vasthouden, maar tot nu toe gaat alles goed. Maar ik heb tijd nodig ; we mogen geen stappen overslaan.”

“Ik herinner mij het moment nog : lange bal van Baseggio tegen Krakau en ik wou hetzelfde doen als in Frankrijk, waar ik tegen Le Havre eens gescoord heb op een voorzet aan de tweede paal, over de verdediging. Ik doe een sprint en ik wil direct van richting veranderen, maar dat was een te bruuske beweging – maar het kan ook het gevolg zijn van un coup de fatigue. Ik hoorde een krak, unligament qui a pêté. Dat doet tien seconden pijn en daarna kon ik weer lopen. C’est pas grand chose, vous comprenez ?

“Maar de knie is niet stabiel meer, dus ik moest mij absoluut laten opereren. Na die operatie deed het pas echt pijn, want het was geen simpele ingreep. Tien jaar geleden waren er spelers die daar nog hun carrière voor moesten beëindigen. Gelukkig is de medische techniek nu verbeterd. In het begin dachten de dokters dat het de meniscus was, maar ik voelde van in het begin dat het iets ergers was. Ik heb helaas gelijk gekregen.

“Ik maakte twee goals in de eerste wedstrijd van het seizoen : als ik daarna voort had kunnen doen, was ik misschien nu de productiefste spits. Met dat doel begin je toch telkens aan het seizoen : scoren is mijn beroep. Maar nu zit dat absoluut niet in mijn hoofd. Er straks weer staan, dat houdt mij momenteel bezig. Die doelpunten komen wel, dat instinct verlies je niet.

“Ik zal niet ontkennen dat ik het in het begin moeilijk had, ik had niet weinig zorgen, maar ik ben dan eerder iemand die zich inwendig enerveert. Mijn explosiviteit bewaar ik voor op het terrein. Mais ça me fait mal au coeur quand même. In 2003 heb ik het in de tweede ronde heel goed gedaan, prima parcours Europees ook, en nu geblesseerd van bij het begin. Dan heb je veel dingen in je hoofd, dat is waar. Maar daar moet je mee kunnen omgaan in het leven en aanvaarden dat het tijd vergt.”

“Alleen revalideren is zwaar, maar ik doe het samen met Lovre, die wat achter komt, en Hellings, die zich niet liet opereren, maar wel zijn kruisbanden verrekte. Dat maakt het wel iets makkelijker. In het begin was ik alleen, met Dirk, de kiné, die bijna elke dag naar mij kwam. Slapen was de eerste maand heel moeilijk. Ook omdat je de hele dag rust en ’s nachts helemaal geen slaap meer hebt. Maar ik heb tegen mezelf gezegd : je moet doorzetten en slagen.

“Toen ik bij Moeskroen mijn kuitbeen brak, ook links, was dat veel pijnlijker, moet ik zeggen. Na die breuk moest ik oefeningen doen en dat heb ik niet gedaan omdat ik het niet wist. Dus mijn spieren waren onvoldoende versterkt en ik heb er toch een jaar mee gespeeld. Plus : ik heb ook niet veel vakantie gehad, met de nationale ploeg en zo. Dus die knie heeft aan het eind niet kunnen weerstaan. Misschien speelt pech ook wel een rol.

“Mijn linkerbeen is niet mooi, mais il faut que ça tient (knipoogt). Maar ze zijn in ieder geval al een stuk kleiner en minder zichtbaar dan vroeger, de littekens. Maar het belangrijkste is dat mijn knie het uithoudt. Dat ik niet zoals Ronaldo of VanNistelrooy drie, vier keer geopereerd moet worden. C’est la vie. Het is de tweede keer en ik hoop dat het de laatste keer is dat ik iets tegenkom. Belangrijk is ook dat ik mij nooit heb geblesseerd door een duel, een tackle. Het was twee keer bêtement. Ik had vanuit die hoek nooit de bal moeten vragen, onmogelijk dat ik er iets mee had kunnen doen op die manier. Die beenbreuk hetzelfde : ik ga in een duel, het lag glad en zo, maar ik kom niet bij de bal, dus ik spring, kom slecht neer en breek mijn scheenbeen. Daar kan je niks aan doen.”

“Na die been- breuk werd mijn vrouw gecarjackt, nu scheur ik mijn kruisband en word ik gehomejackt. Het is echt telkens op de moeilijkste momenten dat mij iets overkomt. C’est comme ça. Ik kom thuis en ik zie dat alles overhoop is gehaald door dieven, dus ik ben meteen in de keuken gelopen op zoek naar een mes om mij te verdedigen (knipoogt). Echt waar. Je weet nooit dat ze daar nog zaten. Had ik een revolver in huis gehad, ik had hem genomen, hé.

“Mijn vrouw en ik, voel ik, hebben tijd nodig om ons weer op ons gemak te voelen. C’est pas evident, hein. Dat verandert een mens toch. De laatste tijd slapen we heel weinig, mijn vrouw en ik. Soms word ik ’s nachts wakker van het minste geluid dat ik hoor. In België is men tegenwoordig toch minder op zijn gemak. België ligt centraal in Europa en je ziet of hoort veel over diefstallen, moorden… Ik vind dat te veel. Bij ons in Servië is de wet veel strikter, dus gebeurt er ook minder.

“Ik hoop dat het nu de goeie richting uit gaat. Gelukkig is er mijn dochtertje nog : vijftien maanden is ze nu. Geboren toen ik op de bank zat omdat de trainer mij nog niet fit vond na mijn beenbreuk. Dat was een extra motivatie : je wist dat je nu nog een tandje extra kon bijsteken. Maar nu is het soms wel een beetje vermoeiend : je neemt toch graag je rust en je hoort voortdurend geluid. Soms ben ik liever alleen thuis omdat ik dan de absolute stilte heb (knipoogt). Dat doet mij goed.

“Zoals ik dat ook vind in het diepzeeduiken dat ik ’s zomers doe als ik in Belgrado ben en op vakantie ga. Je blijft actief en toch vind je er rust in. Maar ik ga niet diep, tot tien, vijftien meter. Je moet geen risico’s nemen, want anders wordt het gevaarlijk. Ik neem ook altijd twee, drie lessen voor ik na een tijdje weer eens duik. Dat verzet mijn zinnen en het kalmeert mij. Waterpolo doe ik ook graag trouwens. Wat zeg je ? Is waterpolo niet voor echte mannen ? Hey, waterpolo is wel een heel moeilijke sport, hé. Weet je wat niet voor echte mannen is ? Volleybal. Er is niet eens fysiek contact mogelijk. Geen duels, niks. Volleybal is een vrouwensport. Waterpolo is de enige sport die niet door vrouwen beoefend wordt. Dus dat wil zeggen dat het een zeer moeilijke sport is (knipoogt niet).”

“H ugoBroos is als trainer iemand geweest die mijn carrière vooruit geholpen heeft. Hij wou mij absoluut bij Moeskroen toen ik een probleem had met JoëlMüller bij Metz. Aanvankelijk wou ik niet naar Moeskroen komen omdat ik de club niet kende en aanbiedingen had uit Oviedo in Spanje. Maar Hugo heeft mij overtuigd en gelijk gekregen. Daarom heb ik veel respect voor hem.

“Ik had een superseizoen gekend in Metz, maar daarna was ik alleen nog joker. Ik had een dispuut met de kapitein van de ploeg. Hij gekscheerde altijd op training en ik kon niet verdragen dat hij mij altijd maar tikken op mijn hoofd gaf en riep tegen mij. Ook al was ik nog jong, vooraan in de twintig. Na de wedstrijd tegen Monaco kwam het tot een meningsverschil en een handgemeen met hem onder de douche. Vandaar dat de trainer mij daarna niet meer zo vaak opstelde. Normaal bewaar ik mijn explosiviteit voor op het veld, maar als ze fysiek worden tegen mij, reageer ik.

“Voor een wedstrijd ben ik altijd heel kalm en concentreer ik mij. Dat is op de grens tussen denken en niet denken, snap je ? Nu ben ik ook bevrijder : terwijl de anderen moeten toeleven naar een wedstrijd, concentreer ik mij op mijn training. Maar ik mis het wel : terwijl de ploeg hier bleef en ik naar Neerpede moest, ben ik toch eerst even mee het veld op gegaan om wat op de bal te trappen.

“Mentaal heeft het mij niet zwaar geraakt. Dat was de eerste keer, bij die beenbreuk, erger. Ik was topschutter op acht, negen wedstrijden van het einde en ik wou vertrekken. Ik had contacten met Hertha Berlin. Dus gelukkig kwam Anderlecht. Maar ik ben altijd optimistisch gebleven. Il faut. Als je het al eens moeilijk krijgt, probeer ik het direct uit mijn hoofd te zetten en voort te werken. Je weet nooit wat er morgen gebeurt. Zo sta je sterker.”

“Ik heb alle Champions Leaguewedstrijden hier in het stadion bijgewoond. Ik wou naar München gaan, maar omdat ik twee keer moest trainen, was het beter hier te blijven. Voor tv zat ik mezelf de hele tijd te zeggen : je had dáár moeten zijn. Ik hou van grote wedstrijden : vorig seizoen heb ik bijna in alle grote matchen gescoord. Je wil dat veld op, maar ik ben fier op hoe ze het ervan af hebben gebracht. We hadden er meer kunnen uit halen, maar we waren er niet zeker van wat we waard waren. Nu hebben we meer ervaring, dat scheelt voor volgend jaar.

“Wij de aanvallers, wij zijn als Ferrari’s, hé : we gaan 300 per uur, maar op het eind vallen ze soms stil. Kijk naar Aruna nu : il a trop donné, dus nu moet er weer benzine in gedaan worden (knipoogt). Dus goed dat de winterstop er is. Ik hoop dat ik in januari met de groep kan beginnen, anders is het beter nog wat langer te wachten. Maar normaal hoop ik dat ik er in februari weer sta om te spelen.”

door Raoul De Groote

‘Die doelpunten komen wel, dat instinct verlies je niet.’

‘Na die beenbreuk werd mijn vrouw gecarjackt, nu scheur ik mijn kruisband en word ik gehomejackt.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content