Big Rom nodigde ons uit bij hem thuis in Manchester voor een gesprek waar de ambitie van af spat. ‘Twijfels voor het EK hebben we niet.’

Een buitenwijk van Manchester, midden in de maand mei. Romelu Lukaku opent de deuren van zijn indrukwekkende woonst. Op de parking wijst een basketbalring ons op zijn passie voor de NBA en zijn verering voor de legendarische Kobe Bryant. In zijn Amerikaanse keuken in XXL-formaat ligt de biografie van Sir Alex Ferguson en een nummer van het magazine Men’s Health. Als je naar de fysiek van Big Rom kijkt, vraag je je af of hij dat wel nodig heeft. ‘Je kunt daar altijd wel twee, drie interessante dingen uit halen’, zegt hij.

Romelu Lukaku is een echte stachanovist en niet alleen wanneer het erop aankomt om zijn lichaam te beeldhouwen. We zijn nog maar pas vertrokken voor een lang gesprek of hij haalt zijn Mac boven en toont ons video’s van zijn acties in wedstrijden. Situaties die hij elke avond thuis in zijn zetel probeert te analyseren. Ook al heeft hij er een schitterend seizoen op zitten in Manchester met 18 goals in de competitie en 25 in totaal, de man blijft hongerig. Dat valt mee: in juni krijgt hij een stevige hap voor de kiezen.

Wanneer je daar zo op gericht bent, dan betreur je ongetwijfeld het gebrek aan tactische achtergrond bij sommige ploegmaats?

LUKAKU: ‘Ja, maar op mijn positie is het gemakkelijker omdat ik een aanvaller ben. Ik moet voor beweging zorgen en aan de ander zeggen: ‘Stel je daar op! Ik ga drie spelers op mij trekken en ik zal ofwel zelf naar de goal gaan ofwel jou bedienen zodat jij eropaf kunt gaan.’ We praten voortdurend over tactiek met ploegmaats.’

Waarom loopt het bijvoorbeeld zo goed met Deulofeu?

LUKAKU: ‘Omdat hij een speler van de oude stempel is, een nummer 7 die assists wil geven. Dat is zijn ding. Het mijne is scoren. Zo eenvoudig is dat.’

Ben je altijd een liefhebber geweest van tactiek?

LUKAKU: ‘Ja. Wanneer Roberto Martínez met mij over tactiek spreekt, dan heb ik alles snel door, want ik bekijk zo veel matchen… De sfeer errond is niet belangrijk voor mij, maar het spel zelf! Wat gaan de ploegen tactisch doen? Hoe gaan ze technisch zijn? Welke capaciteiten heeft deze of gene speler? Dat is wat mij interesseert. Als ik een tactische ingreep zie, denk ik: hé, dat is interessant!’

Wanneer had je dat voor het laatst bijvoorbeeld?

LUKAKU: ‘Tijdens de match met België tegen Italië. Zij speelden in een 4-2-4 en de eerste vijftien minuten hebben we afgezien. Maar af-ge-zien! Precies omdat hun 4-2-4 zo goed voorbereid was – en aangezien weinig ploegen zo spelen was dat verrassend. De twee spitsen, Pellè en Eder, speelden één tegen één met onze centrale verdedigers. De twee flanken, Candreva en Florenzi, stonden ook één tegen één. En wat deden ze? Ze speelden de bal naar een spits die hem aflegde, ofwel voor de andere spits die oog in oog met de doelman kwam, ofwel voor de flankspeler die in de diepte ging in de rug van de verdediging. Gedurende vijftien minuten speelden ze zo en wij snapten er niks van. We waren nergens en ze scoorden ook tegen ons. Balletje naar Pellè, deviatie op Eder, die Florenzi diep stuurt, voorzet, Pellè is daar, rebound en goal. Wij hebben die match nog gewonnen door klasseflitsen van individuele spelers, maar achteraf in de kleedkamer zeiden we tegen elkaar: wauw, die waren tactisch sterk!’

Sterker dan de Rode Duivels?

LUKAKU: ‘Onze coach wil dat we veel balbezit hebben, dat er veel beweging is, positiewissels. Dat is dus verschillend. Wat de Italianen doen, werkt perfect voor hen. Met een Pirlo of een Verratti erbij zouden ze misschien anders spelen.’

In Italië worden kinderen al heel jong vertrouwd gemaakt met tactiek. Misschien zijn Italianen daardoor tactisch sterker dan gemiddeld…

LUKAKU: ‘In Anderlecht had ik Johan Walem als coach van de reserven en die had bij Udinese gespeeld. Hij peperde ons tactiek in. Dagelijks. Echt el-ke dag! Tegenover elf poppen. En dan moest je passen, passen, passen. Naar de spits, terug naar het middenveld… Wanneer je jong bent, dan haat je dat, maar ik maakte wel zo mijn goals (stopt twee vingers in de neus), want als de bal op een bepaalde plaats was dan wist ik al precies waar ik moest gaan staan.’

RESPECT IN ENGELAND

Is dit een scharniermoment in je carrière? Heb je het gevoel dat je moet vertrekken bij Everton?

LUKAKU: ‘Ik ben op een moment gekomen dat ik de juiste carrièrekeuze moet maken. Er is een nieuwe investeerder bij Everton en uit beleefdheid ga ik naar zijn voorstellen luisteren, maar in mijn hoofd weet ik al wat ik wil.’

Wil je in de Premier League blijven?

LUKAKU: ‘Ik wil titels winnen. Ik heb een heel goed seizoen gespeeld, maar het is nu tijd dat ik een palmares opbouw. Dat is de reden waarom ik voetbal. Die mentaliteit komt ook van Chelsea.’

Je bent niet de enige Rode Duivel met die ambitie…

LUKAKU: ‘De vorige generatie had schrik van iedereen. Wij zijn niet bang. De eerste dag dat we samenkomen met de nationale ploeg, denken we aan onze komende tegenstander en zeggen we: ‘We pakken ze!’ Wat we op het voorbije WK tegen Argentinië misten, was ervaring. Als we nu tegen hen zouden spelen, dan maken we ze in! Met alle respect voor de spelers van de oudere generatie, maar dat was een tijdperk dat de nationale ploeg voor negentig procent bestond uit spelers van de Belgische competitie. Hoeveel zijn dat er nu? We moeten niet denigrerend doen over onze competitie, maar wanneer spelers uit de Jupiler League naar de training van de Rode Duivels komen, zien ze toch meteen een verschil. Er zijn er veel die zeggen… pfff (blaast uit). Ik weet nog dat mijn broer, die anders nooit een dutje doet, na zijn eerste training met de Rode Duivels van twee tot zeven uur ’s middags geslapen heeft. Dat zegt alles.’

Je speelt het beste seizoen in je carrière en toch blijven de meningen over jou verdeeld in België, zowel in de media als bij de publieke opinie. Hoe verklaar je die twijfel over jou?

LUKAKU: ‘Het probleem in België is dat de mensen mijn wedstrijden niet zien. Kijk eens wat men hier in Engeland over mij zegt. Thierry Henry, Graham Souness of Jamie Carragher. De grootste trainers zeggen dat ik een van de gevaarlijkste spitsen in de Premier League ben, in heel de wereld zelfs. De kenners respecteren mij. In België denk ik dat de mensen wat blijven hangen bij mijn tijd in Anderlecht, maar toen had ik mijn opleiding niet eens voltooid.’

Heb je het gevoel dat je progressie maakt bij de Rode Duivels?

LUKAKU: ‘De laatste wedstrijd, tegen Portugal, heb ik goed gespeeld omdat ik een gesprek heb gehad met Marc. Ik heb hem gezegd: ‘Ik sta klaar voor jou, ik ben niet meer het kind of de eeuwige belofte van vroeger, ik ben een man, ik heb veel geleerd, ik ben een gewaardeerde speler met een goede reputatie. Ik kan tegenstanders pijn doen met deze ploeg, ik weet dat ik dat kan omdat deze ploeg dezelfde profielen heeft – maar dan beter – als Everton.’ Ik ben minder een aanspeelpunt, een targetman, iemand die de bal aflegt zoals Christian Benteke, dat is zo, maar ik ben een geboren goalgetter. Ik wou aan de bondscoach duidelijk maken dat ik sinds mijn debuut zodanig geëvolueerd ben dat ik – ongeacht de manier waarop er gespeeld wordt – de man bent die hij nodig heeft.’

Heb je vertrouwen in de goede afloop van het EK?

LUKAKU: ‘We zitten niet met twijfels. We gaan hard trainen om op elke situatie voorbereid te zijn. In Brazilië twee jaar geleden was ik titularis omdat er blessures waren en dat liep het ene moment al beter dan het andere. Maar ik heb wat afstand genomen en in mijn hoofd weet ik dat ik het nu gewoon verdien om te spelen en daarbij trek ik me niks aan van de polemiek in de media of de publieke opinie over wie de spits van de Rode Duivels moet zijn. In de voorbereiding op het afgelopen seizoen heb ik me voorgenomen om me niet te laten blokkeren door wat de mensen misschien van mij zouden zeggen. Ik heb in de spiegel gekeken en ik heb gezegd: je bent snel, nu ook sterk met de rug naar het doel, goed in de combinaties, je kunt met links en met rechts spelen…’

Op een bepaald moment werkte het allemaal op je zenuwen…

LUKAKU: ‘Al van toen ik heel klein was, weet ik wat ik kan. Maar als de mensen voortdurend over je minpunten praten, dan wordt dat op een moment… Maar weet je wat veranderd is? Toen ik zestien, zeventien was, zetten de mensen me dáár (houdt zijn hand omhoog). Ik ben vertrokken naar Chelsea en ik speelde niet. Toen waren er die met mij zijn beginnen te lachen. Ze waren daar blij om. En sinds die dag denk ik: ha ja, gaat dat zo? Ik heb altijd respect getoond en mijn mond gehouden. Ik heb me alleen op het voetbalveld geconcentreerd. Maar ik kan één ding zeggen en daar ben ik trots op: van mijn zestiende tot mijn drieëntwintigste heb ik in de mooiste stadions gespeeld en ben ik alsmaar beter geworden.’

Ondanks je fysiek ben je niet altijd zo goed geweest in het kopspel.

LUKAKU: ‘Neen. Als de bal achteraan wordt weggetrapt, ben ik altijd degene die moet springen en vooral dat was een probleem. Nu ik contactlenzen draag, lukt dat beter. Ja, ik zet ook een bril op om te rijden, hoor.’

ZONDER KOMPANY

Men zegt weleens dat de Rode Duivels nog altijd geen ‘referentiewedstrijd’ gespeeld hebben en ‘hun echte waarde’ nog nooit bewezen hebben. Ga je daarmee akkoord?

LUKAKU: ‘Tegen Frankrijk, was dat geen referentiewedstrijd? Goed, het was een vriendschappelijke match, maar je krijgt nu eenmaal de kans niet om tegen een groot land een kwalificatiewedstrijd te spelen. België, Frankrijk en Duitsland zullen nooit in dezelfde voorrondegroep zitten. De mensen moeten nadenken voor ze zoiets zeggen. Als 95 procent goed gaat binnen de nationale ploeg, dan concentreert men zich op de andere 5 procent. Waarom? Dat werkt ons, spelers, inderdaad op de zenuwen. Wij weten wat we kunnen. Moedig de spelers aan om het hoogste te bereiken, want we hebben vandaag een generatie die daartoe in staat is. We hebben de meest talentvolle generatie uit de geschiedenis van het Belgische voetbal, stuw ons dan naar de overwinning.’

De mensen hebben misschien een romantische visie op hoe de Rode Duivels zouden moeten spelen?

LUKAKU: ‘Mja, maar op een bepaald moment mag je in het voetbal niet te romantisch blijven en heb je mensen nodig die realistisch en efficiënt zijn.’

De kritiek slaat vaak op Wilmots en zijn tactische beperkingen. Wat is jouw visie daarop?

LUKAKU: ‘De trainer heeft ons geholpen om te geraken waar we nu zijn, daar moeten we respect voor hebben. Ik vergelijk hem met Jürgen Klopp, een motivator met offensieve ideeën, met backs die hoog kunnen komen en daar het loopvermogen voor hebben.’

Zoals je broer?

LUKAKU: ‘Wie is er beter dan mijn broer? Ik hoor veel mensen blabla over hem verkopen, maar als de coach zegt: ‘Blijven!’, dan gaat niemand hem voorbij. In de nationale ploeg is Jordan een andere speler, die de goede keuzes zal maken: wanneer meegaan, wanneer niet…Tegen Portugal is hij misschien twee keer mee ten aanval getrokken, maar dat was erg doeltreffend. Zeventig procent van zijn match moet hij verdedigen en dertig procent kan hij offensief perfect werk leveren. Op dit moment is er geen enkele linksback beter dan mijn broer. Bij zijn club moet hij zijn inspanningen nog meer doseren, hij gaat nog te vaak mee en dat kost onnodig veel krachten. Daarom zou hij het best Oostende en België verlaten. Bij Everton speel ik samen met Leighton Baines, een beetje hetzelfde type al is die iets handiger met de bal terwijl mijn broer een goede dribbel en kracht heeft. In een 4-4-2 in de Champions League zou hij een rij hoger kunnen spelen.’

Vincent Kompany zal er niet bij zijn. Is dat vooral een handicap op of naast het veld?

LUKAKU: ‘Op het veld, want naast het veld worden alle beslissingen in groep genomen.’

Heb je zelf niet het gevoel dat je leiderschap verworven hebt dat je op het veld kunt tonen?

LUKAKU: ‘Het belangrijkste zijn je kwaliteiten op het veld en je laten respecteren daarbuiten. Als ik het ergens niet mee eens ben, dan zeg ik dat. Ik heb geen schrik, ik ben al zes jaar bij de groep en ik ben een van de beste aanvallers in de Engelse competitie. Maar wij zijn allemaal sterke persoonlijkheden.’

Er moeten niettemin jongens zijn die het voortouw nemen. Wie zal de rol van Kompany invullen?

LUKAKU: ‘Dat zal zich wel uitwijzen. We zien wel hoe het loopt tijdens onze eerste voorbereidingswedstrijd.’

Verrast het je niet dat Eden Hazard kapitein wordt, gezien zijn persoonlijkheid?

LUKAKU: ‘Het is een speler die respect afdwingt en dat geeft hem zeker verantwoordelijkheden, in die mate dat ze hem zelfs een boost kunnen geven. Als je aanvoerder bent, dan ben jij de leider die de weg toont, maar ook degene naar wie iedereen wijst als het fout loopt. Voor Eden betekent het misschien wel dat hij bij de Rode Duivels de speler kan worden die hij bij zijn club is. Maar we zullen hem met z’n allen helpen: Kevin, Dries, ik en al de anderen, we vormen een hechte groep.’

Hoe kijk jij tegen de selectie van Wilmots aan?

LUKAKU: ‘Eerlijk gezegd keek ik alleen naar mezelf. Als ik erbij was, vond ik het oké. Als mijn broer erbij was, was het zeker goed. Voor de rest: ieder voor zich en God voor ons allen.’

Vloekt dat niet met de solidariteit binnen de groep?

LUKAKU: ‘Neen. Wanneer je naar een EK gaat, moeten er beslissingen genomen worden en dan ga ik niet naar iedereen kijken. Ik en mijn broer tellen dan. Voor de anderen hoop ik gewoon dat ze fit en gezond blijven.’

Als je nu na twee jaar terugkijkt op je vervanging tegen Algerije tijdens het WK, hoe verklaar je dan de manier waarop je toen reageerde?

LUKAKU: ‘Ik was kwaad toen tegen Algerije, ik droeg heel wat frustraties mee. Ik zat al een tijdje in een bubbel en ik dacht toen: trop is te veel! Hij en ik begrepen elkaar niet toen ik vervangen werd. op een bepaald moment wordt het allemaal te veel en wist ik dat ik door het lint zou gaan. Als je zo gepassioneerd bent door voetbal als ik, dan moet je soms heftig reageren. Ik wil alle wedstrijden spelen, ik speel zelfs wanneer ik geblesseerd ben. Dat heeft me niet altijd geholpen, maar ik heb dat wel gedaan.’

DOOR THOMAS BRICMONT IN MANCHESTER – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Wat we op het WK tegen Argentinië misten, was ervaring. Als we nu tegen hen zouden spelen, maken we ze in!’ ROMELU LUKAKU

‘Op dit moment is er geen enkele linksback beter dan mijn broer.’ ROMELU LUKAKU

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content