Vanavond wil Zulte Waregem zich in play-off 1 tegen Club Brugge nog eens van zijn beste zijde tonen. ‘Ik heb dat onderschat, die druk’, zegt trainer Francky Dury. Gesprek over de veranderde ambities van een provincieclub.

Als dit het niveau is van play-off 1, dan hebben we niet veel goeds te verwachten”, zuchtte Zulte Waregemtrainer Francky Dury na de 6-0-pandoering op Anderlecht in de eerste wedstrijd van de West-Vlamingen in play-off 1.

Het gaat snel voor Essevee en voor zijn trainer. In 1994 ging Dury aan de slag bij toenmalig vierdeklasser Zul-tse VV, dat in 2001 SV Waregem overnam. Geen andere trainer in eerste klasse die qua anciënniteit aan hem kan tippen. Nu zit hij bij de top zes, al ziet hij de begeerde vierde plaats steeds verder van zich afdrijven. “Toen we naar eerste stegen, namen we Westerlo als voorbeeld”, zegt Dury. “Maar de laatste jaren eindigden we al vaker voor hen dan omgekeerd.”

Toen dit blad Zulte Waregem bij hun debuut een week volgde, moesten de drie toenmalige trainers – hoofdcoach, assistent en keeperstrainer – zich in een gammele kleedkamer omkleden. Het lokaal was zo klein dat de keepers-trainer tijdens het interview buiten moest wachten omdat de journalist op een van de drie stoelen zat. Dury wilde er liever geen foto laten maken. “Ze gaan met ons lachen.” Vandaag heeft hij zijn eigen ruim bemeten bureau, terwijl zijn assistent een aanpalende ruimte bezet die bijna even groot is.

Geniet u van play-off 1?

Francky Dury: “Tot nu toe niet echt. Daarom vind ik het spijtig dat we zo hard gewerkt hebben om erin te raken en dat we tot nu toe maar dit toonden.”

Filip Joos vroeg zich een maand geleden af wat ploegen als Zulte Waregem, STVV en KV Kortrijk die play-off zouden bijbrengen. ‘Die gaan zo hard gewerkt hebben om er te raken dat ze er niets kunnen doen.’

“Da’s een terechte opmerking. Het is een van de redenen waarom een aantal trainers en ik niet voor play-offs zijn. Ik was voor inhoudelijke veranderingen: nv-structuren in plaats van vzw’s, strengere licentievoorwaarden. We werden ook nooit betrokken bij die nieuwe competitieformule. Niemand vroeg ons wat. Pas op: wij zijn profs, en zullen doen wat ons gevraagd wordt. Waar ik heel tevreden over ben, is dat er drie kleine clubs in play-off 1 zitten. Dat zal de grote clubs, die dit systeem voorstonden, doen nadenken over deze formule.”

Het is wel een ongemeen spannende competitie, op de titelstrijd na. Heeft dat niet te maken met de play-offs?

“Ik vind van niet. Vorig jaar was de toekenning van plaatsen één, twee en drie ook ongemeen spannend, met een normale competitieformule. Gelukkig heb ik nog niet gelezen dat Standard, Anderlecht en Club Europees zo ver raakten dankzij de nieuwe formule. Nee, ik ben voor een gewone competitie.”

Met zestien of veertien?

“Met tien of twaalf. Ik weet niet of wij hier voldoende mogelijkheden hebben voor een profcompetitie met zestien clubs.”

Foutjes gemaakt

De nieuwe formule leverde jullie wel een doel op. In een normale competitie zou Zulte Waregem nooit zijn nek uitgestoken hebben door te roepen dat jullie gaan voor Europees voetbal, wat zou gelijkstaan met een vierde plaats.

“Dat is zo. Misschien hadden we tot vijf moeten tellen voor we onze ambities kenbaar maakten. Maar we wilden de lat eens hoger leggen. Vijf jaar geleden zijn we gestart met het vijftiende budget, wat normaal is voor een nieuwkomer in eerste, nu hebben we het negende of het tiende.

“De eerste jaren hanteerden we een 4-5-1, nu spelen we met drie spitsen en Roelandts en Berrier daar kort bij. Over die vijf jaar staan we, alle resultaten van de voorbije jaren samengeteld, op de zesde plaats. Dan kon ik moeilijk mijn spelers motiveren door te gaan roepen dat wij zouden gaan voor play-off 2. Alleen heb ik moeten aanvaarden dat het niet zo makkelijk was. Onze prestaties van de voorbije jaren maakten dat ploegen ons anders benaderden.

“Onze start was moeizaam, met drie op twaalf. Vervolgens ging ik aan de slag als assistent-bondscoach, ik wilde dat eens proberen, maar het was niet mijn beste zet. Ik heb dit jaar wat foutjes gemaakt. Na de nationale ploeg verloren we van Kortrijk. Na Kortrijk stond ik weer met beide voeten op de grond. Misschien was die ambitie voor het seizoen uitspreken wel niet mijn beste uitspraak.”

U zei onlangs: ik zie aan de ogen van de spelers hoe ze zich voelen. Wat ziet u nu bij uw spelers?

“Veel twijfel. Ze bewegen niet meer juist, durven niet meer af te drukken wanneer ze de kans krijgen.”

Hoe komt dat?

“Ik heb er geen uitleg voor. De afwezigheid van Berrier inroepen vind ik te goedkoop. Wel kunnen we zonder Berrier ons spel niet meer spelen. Wij trainen maniakaal op positiespel, timing, loskomen uit de dekking, inspelen, passing. Een van de spelers in België die dat allemaal heel goed beheerst, is Berrier. Je gaat me nu vragen of ik geen systeem heb zonder Berrier. Ik denk ook niet dat Anderlecht een systeem heeft zonder Boussoufa. Er is maar één Berrier, zoals er maar één Boussoufa is. Franck was ook een leider naast het veld.”

Hij bepaalde ook jullie ritme.

“Ja ( tekent een middenveld met vijf kruisjes, drie centraal en twee op de flanken). Op vier van die vijf posities kon Franck spelen. Lukte het op de ene plaats niet, dan verschoof ik hem. Als het overal vastzat, konden we het verschil nog maken op stilstaande fases. Ook daar was Berrier alom aanwezig. Van zijn veertien assists waren er tien of elf op stilstaande fases. Nu hebben we niet meer de spelers die sterk zijn in de omschakeling. Van Nieuwenhuyze en Hyland zijn sterk in, niet uit het duel.

“Hadden we nu wat meer routiniers, dan vonden we misschien sneller de oplossing. Als we hieruit raken, zal ik een betere trainer geworden zijn. Vandaag vind ik me een betere trainer dan vijf jaar gleden omdat ik al met heel veel nieuwe situaties geconfronteerd ben. Uit deze situatie kunnen we alleen maar sterker komen.”

Zegt u nu: had ik maar nooit die ambities uitgesproken?

“Nee. Vroeg of laat moet je toch die stap zetten als je vooruit wil. Alleen werden we op het einde met de druk geconfronteerd die Anderlecht, Club en Standard elk jaar meemaken maar die wij nooit gekend hebben.”

Volgend jaar gaan jullie voor de tiende plaats?

“Dat ook weer niet. Misschien moet ik eens een communicatiespecialist raadplegen met de vraag hoe ik het best een ambitie formuleer. Want zeggen ‘we willen in de eerste zes spelen’, dat is er rap uit, hé.”

Niet haalbaar

Wat mist u nog als u naar uw ploeg kijkt?

“Ik denk dat we te weinig scorend vermogen hebben. Nfor heeft één goal gemaakt, Makiese zit aan acht. Hij moet zich nog ontplooien op mentaal en fysiek vlak. Maar hij is wel onze beste afwerker. Die pure killer, die wat gestalte heeft, hebben wij niet. Ik houd van spelers die loskomen van de man. Coulibaly vond ik een goeie speler, sterk in de box. We hebben met hem gepraat, maar als Gent komt …”

Om die reden scouten veel clubs in het buitenland.

“Ik vind dat je ook moet proberen je eigenheid te behouden. Wij waren trots dat we veel Vlaamse spelers hadden. We mogen daar niet in overdrijven, maar te veel verschillende nationaliteiten moeten we ook niet hebben. De ideale mix is: Belgen met sterke buitenlanders. Mindere buitenlanders is wat anders. In november 2008 zaten hier vier spelers voor mij: Barrios, Neumayr, Zerdab, Chapi. Qua rendement budget-salaris brachten ze onvoldoende. Ze vertrokken alle vier in januari. Populair maak ik me daar niet mee, maar ik moet een budget vrijmaken om iets anders te kunnen doen.”

Moeten jullie straks bij de Belgische topclubs spelers halen die er daar net naast vallen?

“In het verleden ging dat gemakkelijker. Benteke wilde ik ook. Ik heb nog met Dominique D’Onofrio gebeld. Die zei dat het tussen ons en Kortrijk ging. Toen ik zag dat Standard als keeper Van Hout haalde, wist ik dat we naast Benteke zouden grijpen. Ik wil al twee jaar Théréau, omdat ik dat een uitstekende spits vind, maar die ligt nog twee jaar onder contract. We belden ook nog naar Anderlecht voor Suárez. Eind vorig seizoen was dat bespreekbaar, nu is dat onmogelijk. Een paar jaar geleden waren wij met Germinal Beerschot in de running voor Dosunmu, maar de weddes liggen daar wat hoger. Wij wilden MacDonald, maar dan zegt onze manager die dat circuit kent: niet haalbaar. Ik lees nu dat Losada terugkeert naar Anderlecht. Zonder bemiddeling en steun kunnen wij daar niet aan, ook niet voor een uitleenbeurt. Cruz vind ik een heel goeie speler, iemand die bij ons zou kunnen wat Berrier doet. Ik zag hem onlangs met de invallers tegen ons: hij was de king op het veld. Maar wij kunnen niet betalen wat Germinal Beerschot aan Cruz geeft.”

Maar op het niveau waar jullie nu zitten, kunnen jullie toch niet verder met afdankertjes à la Lyng, met alle respect voor die jongen.

“Dat klopt. De nummer 23 bij Rijsel kunnen we nog net halen. Hun nummer 16 kunnen wij niet betalen. Die komen niet zo graag naar ons, als ze ook naar Grenoble of Saint-Etienne of Straatsburg kunnen. Daarom moeten we er ook al eens aan denken om iemand te verkopen en met de winst binnen te halen wat we graag zouden hebben, zoals Gent zich sportief versterkte met de verkoop van Boussoufa en Ruiz. Op die manier kan je je budget verhogen. We moeten ook ons jeugdbeleid bijsturen. Het mag niet meer gebeuren dat we een talentvolle jongere verliezen aan Club omdat die daar betere randvoorwaarden krijgt. Een van onze grootste talenten is nu naar Club. Vroeger raakten we onze spelers kwijt aan Roeselare en Ingelmunster, nu aan Gent en Club.”

Een paar weken geleden voorspelde Berrier hier de grote uittocht. Stoorde dat u?

“Nee. Hij verzekerde me dat hij dat niet zo gezegd had.”

Natuurlijk niet.

“Journalisten stellen de laatste jaren vaak vragen waar het antwoord al in vervat zit. Genre: ‘Franck, Standard, dat zou toch een ploeg zijn voor jou?’ Als hij dan niet staalhard ontkent, wordt dat al snel: ‘Standard zou nog een ploeg zijn voor mij.’ Het was ongelukkig geformuleerd, maar ik kan aanvaarden dat zo’n jongen ons ontgroeit. Ik heb hier Leye zien toekomen: professionele attitude, polyvalent, winnaarstype. Plots vertrekt hij naar Gent. Dat is niet leuk, maar ik moet dat aanvaarden. Als Bossut nog zo een jaar speelt, is hij ook weg.”

Hoe gaat u Berrier motiveren voor nog een jaar Zulte Waregem?

“Als hij het straks opnieuw toont, kan hij misschien al in januari weg. Alleen moeten ze opletten: als ze te hoog dromen, hebben ze misschien het salaris waar ze van dromen, maar niet meer de spelvreugde. Ik heb Michel Louwagie vorig jaar gezegd: ‘Ge hebt Custovic, Ljubijankic, Foley, Olufade, laat Leye nog een half jaar bij ons.’ Zijn antwoord was: ‘ Michel ( Preud’homme, nvdr) wil er nog één bij. ‘”

Als Preud’homme er één bij wil, krijgt hij die. U niet.

“Hier ligt dat iets moeilijker. Als je ergens nieuw bent, dwing je dat makkelijker af. Het is niet altijd vanzelfsprekend om lang in dezelfde club te blijven. Want dan denkt iedereen: Leye weg? Dury zal dat wel oplossen! We hebben er ooit één gekocht die veel kostte: Jelavic. Die was op dat moment nog niet rijp voor het buitenland. Daar heeft de club een kater aan overgehouden, ook al heeft onze manager het zo gefikst dat we bijna de investering van toen gerecupereerd hebben.

“Het is niet eenvoudig om naar een eindrondematch in derde klasse te gaan kijken en te voorspellen: die Chevalier zal wel meekunnen in eerste. Ik wist dat niet zeker, hoor. Chevalier is een type- Papin, maar hij moet nog rustiger worden. Het is allemaal niet zo simpel om duidelijk te zien wie welk potentieel heeft. Wij hebben Tom De Sutter ook bekeken bij Torhout. Haal er maar eens één bij Torhout waarvan je zeker weet: die gaat het maken in eerste. Niet eenvoudig, hoor.”

RC Genk

In het begin van het seizoen reageerde u gebeten na de match tegen Genk. U kreeg toen de vraag of u er nog aan had teruggedacht dat Genk u had benaderd om er trainer te worden.

“Die vraag is er geweest, maar ik vind niet dat de andere partij daar hard in heeft aangedrongen. Er zijn maar een of twee telefoons geweest. Ik heb het hier nog altijd naar mijn zin. Het is niet omdat ik hier een keer vijfde ben geweest dat ik rijp ben om Genk naar de top vier te loodsen.”

Zou u als trainer nog kunnen groeien bij een topclub, of zou dat uw loopbaan kunnen breken?

( lacht) “Ik weet dat niet, ik heb nog nooit een topploeg getraind. Ik weet niet of ik kan wat Ariël Jacobs of Frank Vercauteren doen, of ik die kwaliteiten heb. Ambitie heb ik wel, maar de realiteit is: ze zitten niet allemaal te wachten op Francky Dury. Ik weet wat ik hier kan, maar dit is een middenmoter. Aan de top zal dat wat moeilijker zijn. Bij de nationale ploeg merkte ik bijvoorbeeld dat Hazard, toch door iedereen bejubeld, het niet gemakkelijk had. Dan is het niet eenvoudig om daar uit te raken.”

Ziet u uzelf bij deze club uw trainerscarrière afsluiten?

“Ja. In een mooi vernieuwd stadion met 10.000 man, met een budget van tien tot twaalf miljoen euro, zodat we af en toe meedoen voor de tweede plaats en jaarlijks meestrijden voor Europees voetbal. Zoals Gent doet, dat voor mij zonder een superieur Anderlecht een potentiële titelkandidaat is.”

Vroeger was Westerlo jullie voorbeeld, nu Gent.

“Toen ik trainer werd in derde provinciale, was mijn ambitie ooit trainer te worden in tweede provinciale. Ik heb altijd gekeken naar haalbare doelen. De zesde plaats vond ik dit seizoen haalbaar. Alleen had ik de stress en de spanning die dat meebrengt onderschat.”

Wat is uw doel nog voor dit seizoen? Drie weken geleden zei u nog dat u kon meedingen voor de derde plaats?

“Derde? Heb ik dat gezegd? ( denkt na) Eerst moeten we weer het plezier terugvinden. Zelfs plaats vier, waar ik op hoopte, wordt moeilijk. Dit was wel een unieke kans. We hadden met Kortrijk en STVV een mooie minicompetitie kunnen spelen. Stel dat we ooit nog eens play-off 1 halen, maar dan mét Genk en Standard: wat kunnen we dan beogen?”

Had u uw spelers kunnen motiveren voor play-off 2?

( zucht diep) “Ik denk dat we zwaar ontgoocheld geweest zouden zijn. Dat zou moeilijk geweest zijn, jezelf daar weer voor opladen. Maar ik vind dat je altijd moet spelen om te winnen, anders ben je geen echte sportman.”

door geert foutré en frédéric vanheule

Misschien hadden we tot vijf moeten tellen voor we onze ambities kenbaar maakten.Cruz vind ik een heel goeie speler, iemand die bij ons zou kunnen wat Berrier doet.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content