Pierre Bilic

‘Hoogten en laagten maken nu eenmaal deel uit van de loopbaan van een voetballer.’ Van a tot z : het alfabet van Christophe Grégoire.

C hristophe Grégoire begon zijn carrière bij Seraing, maar toen die club werd overgenomen door Standard, behoorde hij tot de op Sclessin afgestoten inboedel. Iemand moet daar op dat moment zijn ogen niet goed hebben gebruikt. Bij Tilleur-Luik, toen in de tweede klasse, brak hij wel door. Het leverde hem een doorstroom naar Moeskroen en de eerste klasse op. En nog klom de lift : tijdens de winterstop van het seizoen 2004/05 belandde Grégoire bij Anderlecht – en bij Hugo Broos, de coach die hem eerder bij Moeskroen opwaarts had gestuwd. Maar Broos moest in volle seizoen wijken voor Frank Vercauteren en Grégoire deelde in de klappen. Hij kwam, kortom, bij Anderlecht niet aan de bak. Bij AA Gent stuurt de 26-jarige Grégoire – begiftigd met een subtiele trap in de linkervoet – zijn loopbaan sinds vorig seizoen weer de goede richting uit. Van a tot z : het alfabet van Christophe Grégoire.

A van Anderlecht.

“Ik houd gemengde gevoelens over aan mijn passage, in 2005, bij Anderlecht. Maar ik heb met niemand een eitje te pellen. Hoogten en laagten maken nu eenmaal deel uit van de loopbaan van een voetballer. Meer zelfs, uit de mindere periode kom je sterker tevoorschijn. Toen ik in januari 2005 bij Anderlecht belandde, werd daar veel van mij verwacht. De 4-4-2 van Hugo Broos paste me als een handschoen. Maar de zaken namen een wending toen Frank Vercauteren Broos verving. Hij opteerde voor een 3-5-2 of zelfs een 3-4-3 en dat rijmt minder met mijn potentieel. Toen Bart Goor naar Anderlecht terugkeerde, werd de 4-4-2 meteen weer uit de kast gehaald. Voor mij gebeurde dat niet, daaruit kan je afleiden dat ik geen prioriteit voor de trainer was. Elke coach heeft uiteraard het recht op zijn visie. Het was in de omstandigheden logisch dat ik in augustus 2005 andere oorden opzocht. Ik ben bij Gent goed terechtgekomen, ik heb geen enkel gevoel van revanche tegenover Anderlecht. Voor mij is die bladzijde omgedraaid. Volgens mij is Anderlecht dit seizoen met voorsprong de beste ploeg. Dat Genk in Brussel met 1-4 won, verandert mijn mening niet. De Limburgers zitten in een positieve spiraal en het geluk lacht hen toe, maar dat blijft niet duren. Op het einde van de rit zal de klasse van Anderlecht beloond worden.”

B van Broos.

“Ik ben hem veel verschuldigd. Hij heeft me bij Moeskroen binnengehaald en nadien bij Anderlecht. Broos heeft me de tijd gegeven om geleidelijk rijper te worden en de eerste klasse te ontdekken. Het is waar, hij zegt niet veel maar ik heb geen trainer nodig die vijf uur uittrekt om eenvoudige dingen uit te leggen. Voetbal heeft geen geheimen voor Broos. Er werd een tijd gesuggereerd dat ik hem naar Limburg zou volgen. Daar is nooit sprake van geweest. Genk is een prima club maar ik wilde niet dat men het etiket speler van Hugo Broos op mijn rug zou kleven. Ondanks al het respect dat ik voor hem bewaar, is het interessant om me los van hem verder te ontwikkelen en om niet bij een derde club met dezelfde trainer te werken.”

C van Camille.

“In maart zal Camille me een tweeling schenken. Vader worden : het is een belangrijke etappe in mijn leven, ik kijk er met ongeduld naar uit. Camille is een Française, we kennen elkaar van toen we twaalf jaar waren. Onze ouders hadden dezelfde, jaarlijks terugkerende vakantiebestemming en dus zagen we elkaar elk jaar terug op het strand in Spanje. Naar die vakantie – en naar elkaar – keken we jaarlijks enorm uit. Camille is van Lyon, na haar studies kwam ze bij mij in Tourcoing wonen. Haar zus is de vriendin van Steve Dugardein. Camille brengt evenwicht in mijn leven. Dat is het belangrijkste, omdat je als profvoetballer in een roes dreigt te leven, zonder dan nog te spreken van de verleidingen waaraan je blootstaat.”

D van Dugardein.

“Meneer Moeskroen, zo mag je hem toch wel noemen. Het prototype van de clubspeler. Steve belichaamt het hart en de ziel van de club. Een goede voetballer, een sympathieke gast, een eerlijk man.”

E van Excelsior.

“Het is de club van mijn hart. Ik heb er de eerste klasse leren kennen. Het is goed om je als voetballer te kunnen ontwikkelen ver weg van de stress van de grote streden. Er zouden meer clubs als Excelsior Moeskroen in België moeten zijn. Meer clubs die zweren bij jongeren en bij talent uit de eigen streek. Het is geen toeval dat Luigi Pieroni, de broers Mpenza en nog anderen hier aan de doorbraak timmerden.”

F van Foley.

Dominic heeft ervaring te koop, en daar profiteert de hele ploeg van Gent van. Een schitterende centrumspits, buitengewoon sterk in de lucht dankzij een uitzonderlijke timing. Foley raakt bij tachtig procent van de centers die in zijn richting worden gestuurd. Buiten het voetbal is onze Ier een ongelooflijke plezant kerel.”

G van Gent.

“Een bijzonder aangename stad. Prachtig met al die sporen van haar rijke verleden. Maar ook een stad met een menselijke dimensie, een stad waarin een hart klopt. De voetbalclub is de sportieve verlenging van die sfeer, maar AA Gent kijkt ook naar de toekomst. Deze club heeft ambities en projecten : de bouw van een nieuw stadion, de ploeg binnen de top vijf van het Belgische voetbal installeren in afwachting van nog beter. Gent is bij me Anderlecht komen weghalen. Dat is een blijk van vertrouwen, die ik nooit zal vergeten.”

H van Herpoel.

“Tien jaar al zit Fred bij dezelfde club, daarmee is veel gezegd. Herpoel is de Dugardein van AA Gent. Een jongen die altijd bescheiden blijft, al toont hij zich al geruime tijd een van de meeste betrouwbare doelmannen uit het Belgische voetbal. Een van de hoekstenen van de ploeg, dat is duidelijk.”

I van Italië.

“Gastronomie en mode, en Dirk Bikkembergs. Ik heb meegedaan aan een fotosessie voor de Belgische modeontwerper : als voorzitter van de voetbalclub van Fossombrone. Een interessante ervaring, maar daar blijft het bij. Ik heb geweigerd om deel te nemen aan een defilé in Milaan. Ik ben een voetballer en geen mannequin. Natuurlijk houd ik van mooie kleren, al geef ik daar geen fortuinen aan uit. Dan investeer ik meer in stenen. Na mijn sportloopbaan zou ik graag iets doen in de vastgoedsector.”

J van Jestrovic.

“Speciale voetballer : je moest hem niet vragen om een hele verdediging op een hoopje te dribbelen, maar zoals hij de gave bezit om telkens op de goede plaats op te duiken en met één beweging te scoren, dat heb ik nog bij weinig spitsen gezien.”

K van Kompany.

“Ik denk vaak aan Vincent omdat hij nu zeer moeilijke momenten meemaakt. Maar ik twijfel er geen seconde aan dat hij na de operatie aan zijn achillespees sterker dan ooit zal terugkeren. In België is men er vlug bij om voetballers te bewieroken, maar even vlug laat men voetballers vallen als een steen. Kompany is nog altijd maar twintig jaar. Er loopt maar zelden zo’n talent rond in het Belgische voetbal.”

L van Luyckx.

“Mijn vriend en mijn manager. Hij nam me al op zeer jonge leeftijd onder zijn hoede. Hij zorgde voor mijn eerste contract, bij Tilleur-Luik was dat, en nadien heeft hij voor me de weg geëffend naar Moeskroen, Anderlecht en Gent. Momenteel heb ik geen contract bij hem, maar dat is niet nodig. Hij is hoe dan ook mijn gids : Freddy heeft zoveel wijsheid.”

M van Mac the Knife.

“Van alle trainers die ik al heb meegemaakt, is Georges Leekens de beste psycholoog. Hij weet alles, hij ziet alles en hij serveert een perfecte mix van werk en plezier. Hij kent zijn spelers als zijn binnenzak. Met een paar rake woorden prikkelt en motiveert hij ze. Leekens is voorts een eersteklas strateeg. Hij haalt werkelijk het maximum uit zijn spelersgroep. Ik beleef zeer veel vreugde aan de samenwerking met deze coach.”

N van Nebojsa.

Pavlovic werd al eens vergeleken met Timmy Simons en dat compliment verdient hij ten volle. Nebojsa is bezig aan het seizoen van de bevestiging. Oké, onze verdedigende middenvelder spreekt niet veel. En dan ? Het is beter om weinig te zeggen en hard te werken dan om veel te praten en niets te doen.”

O van Olufade.

“Over het algemeen speelt Gent wat te voorspelbaar. De tegenstanders weten wat er gaat gebeuren. Olufade zorgt voor een beetje improvisatie, onze Togolese spits bezit die typisch Afrikaanse combinatie van het gekke en het geniale.”

P van Philippe.

“Bij Moeskroen werd Philippe Saint- Jean het slachtoffer van het conservatisme van de anciens. Er barstte een generatieconflict uit. De jongeren hielden van de aanpak van Saint-Jean : de nieuwe dingen die hij introduceerde, de videoanalyses bijvoorbeeld. De oudere spelers verzetten zich tegen deze benadering, omdat die hen verplichtte te breken met hun oude gewoonten. Dat men mij niet komt zeggen dat hij niet met grote namen overweg kan. We spreken hier over Excelsior Moeskroen, daar lopen toch geen vedetten rond. Philippe is momenteel bezig om met Tubeke revanche te nemen en dat verwondert me hoegenaamd niet.”

Q van Quaranta.

“Hij was de eerste die me opmerkte. Raphaël Quaranta bracht me in de A-kern van Tilleur-Luik. Van hem onthoud ik : zijn werkkracht, ambitie, maar ook zijn prikkelbaarheid.”

R van Rouche.

“Voor ik naar Anderlecht ging, had ik voor Standard kunnen tekenen, maar ik zou er minder verdienen dan wat ik bij Moeskroen kreeg. Jammer, maar ik heb die aanbieding naast me neergelegd. Nu, mijn vader is supporter van Anderlecht en hoewel ik in Luik opgroeide, was ik ook een fan van Anderlecht. Maar dat wil helemaal niet zeggen dat ik anti-Standard ben.”

S van Seraing.

“Mijn familie heeft zich gevestigd in Nandrin maar we zijn wel degelijk van Seraing. Ik groeide op in Chatqueue, een volksbuurt die altijd in mijn geheugen zal blijven. Ik heb op le Pairay gevoetbald, waar ze een uitstekende voetbalschool hadden onder leiding van Francis Nicolay. En ik miste geen enkele thuismatch van het Seraing van de generatie Edmilson, Wamberto, Isaias, Olivier Doll, Ranko Stojic enzovoort. Toen Standard Seraing overnam, beschouwden ze me op Sclessin niet als een talent met toekomst. Bijgevolg tekende ik in Tilleur-Luik. Tegenwoordig herleeft het voetbal weer in Seraing. Daar ben ik blij om.”

T van Tilleur-Luik.

“Zonder de fusie met Tilleur zou Club Luik niet meer bestaan. Tilleur heeft werkelijk Club Luik gered. Ik was zestien jaar toen ik bij deze club belandde. Bernard Wegria deed me debuteren, Tilleur-Luik speelde toen in de tweede klasse.”

U van UEFA.

“Het is dit seizoen de ambitie van AA Gent : deelname aan de UEFA-beker afdwingen. En daar hebben we de middelen voor.”

V van Vercauteren.

“Ik heb geen enkel probleem met hem. Het is een goede coach, tijdens zijn trainingen verveel je je geen seconde. Ik voel over deze periode geen enkele spijt. De pers heeft me lelijke woorden over Anderlecht in de mond gelegd, die ik nooit heb uitgesproken. Dat heb ik aan Vercauteren proberen uit te leggen, maar hij heeft me niet geloofd.”

W van Walter.

“Doodzonde wat Walter Baseggio nu meemaakt : hij speelt niet altijd in Italië. Wat een verspilling van klasse en talent.”

X van XXL.

“Extra extra large : zoveel klasse bezit Mbark Boussoufa. Het komt er bij Anderlecht nog niet uit zoals vorig seizoen bij AA Gent, maar dat kan alleen maar een kwestie van tijd zijn. Hij leert nu wat het is om onder druk te voetballen, maar ik maak me geen zorgen over hem. Hij heeft alles om het te maken bij Anderlecht. En in Gent zal hij altijd als een vriend van het huis verwelkomd worden.”

Y van Yves.

Vanderhaeghe is echt een fenomeen. Hij behoort niet meer tot de jongsten en nog bewijst hij zijn ploeg diensten van onschatbare waarde. Yves is een bon vivant maar op training heeft hij dagelijks het goede voorbeeld.”

Z van Zewlakow.

Marcin is een vriend van me. Een echte prof, die momenteel door een dalletje gaat : hij komt weinig aan spelen toe. Maar het seizoen is nog lang en er komen zeker nog kansen voor hem. Ik geloof dat hij Gent dit seizoen nog veel kan bijbrengen.”

PIERRE BILIC

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content