In juni werd Didier Mbenga de eerste Belg die de NBA-titel veroverde. Ondertussen verlengden de Lakers zijn contract, maar Mbenga weet dat het zijn laatste seizoen wordt in LA. ‘Ik ben klaar voor een volgende stap.’

In de NBA speelt Didier Ilunga Mbenga (28) bij de LA Lakers aan de zijde van Kobe Bryant en werkt hij iedere dag met de nu al legendarische coach Phil Jackson. Telkens hij bij de Belgian Lions aansluit, staat hij plots aan de zijde van Lionel Bosco en dient hij te luisteren naar de consignes van Eddy Casteels, inzake motivatie kan dat een pak schelen voor een gearriveerde NBA-vedette. Niet voor Mbenga. Integendeel, hij komt gráág naar België afgezakt: het land dat hem de kans gaf om een onveilig bestaan in Kinshasa in te ruilen voor een carrière als profbasketter.

Wanneer we Mbenga spreken in de Lotto Arena zit voor ons nog steeds die op fluistertoon sprekende, vriendelijke reus van zes jaar geleden, toen hij nog bij Spirou Charleroi speelde. Destijds was hij ook al nationaal bekend, maar vooral omwille van zijn sprookjesverhaal (Congo ontvlucht, asiel gezocht in Antwerpen, aan een bushokje ontdekt door Willy Steveniers en in ijltempo leren basketten) en zijn imposante gestalte (2m13), niet zozeer omwille van zijn basketbaltalenten. Mbenga was slechts bankzitter bij Charleroi… maar dan ging het plots snel. Een transfer naar Dallas Mavericks in 2004, even een tussenstop bij Golden State Warriors en sinds februari 2008 bij de magische LA Lakers, waarmee hij afgelopen juni de kroon op het werk zette: een NBA-titel!

Je bent nu vijf jaar in de NBA actief, wat heb je er geleerd?

Didier Mbenga: “Veel mensen beseffen niet wat voor een wereld achter de NBA schuilt: veel trainingen, steeds volgens een strak schema leven, altijd voldoen aan de verwachtingen van de club, je altijd professioneel gedragen… Alles wordt er gecontroleerd, van een privéleven is er amper sprake. Het enige wat je een heel seizoen lang doet, is wedstrijden spelen, reizen en trainen. En Los Angeles is daar dan nog een graad erger in. LA, dat is Hollywood: eender wat je doet, het staat de volgende dag in de kranten. Zo had ik ooit mijn zus op bezoek, de volgende dag verscheen op televisiezender ESPN een item over Didier and his girlfriend. ( grijnst) Op zich kan ik daar wel mee lachen.”

Maar in feite leid je een geïsoleerd leven?

“Ik probeer er vooral een discreet leven te leiden. Het komt er op aan je goed te omringen. Met mensen die je iets kunnen bijleren en niet enkel mensen die je ophemelen, want dat zijn meestal diegenen die niet echt om je geven. Ik waardeer het als iemand me in mijn gezicht durft te zeggen: ‘Didier, dit was niet goed. ‘”

Welke personen zijn belangrijk voor jou?

“Mijn broers, mijn agent en mijn persoonlijke trainer, een Fransman. We zijn even oud, hij is tegelijk mijn vriend en mijn trainer. Hij is elke dag bij mij, op training en tijdens wedstrijden.”

Congo Cash

Hoe is je relatie met Phil Jackson?

“Goed. Al is het wel een speciale, je kan hem moeilijk inschatten. Hij observeert vooral, schreeuwen doet hij zelden, maar achteraf neemt hij je even apart om bepaalde zaken uit te leggen.”

Ze noemen hem The Zen Master. Jackson hanteert naar verluidt eigenzinnige motivatietechnieken, zoals yogasessies in de kleedkamer.

“Het gebeurt dat we vlak voor de wedstrijd allemaal samen mediteren. In het begin dacht ik dat het een grap was. Na de vierde maal ben ik op hem afgestapt, ik vertelde dat ik christelijk ben opgevoed en dat ik de bedoeling van dat ritueel niet begreep. Waarop we een interessant gesprek voerden over de verschillende godsdiensten. Jackson is een man met wie je heerlijk kan discussiëren. Hij was bijvoorbeeld voor John McCain, ik voor Barack Obama. Fun!”

Jackson deelt ook geregeld boeken uit aan zijn spelers.

“Elke drie of vier maanden geeft hij je een nieuw boek mee naar huis. Het laatste boek – de titel herinner ik me niet meer – heb ik al vier keer herlezen, ik snap er nog altijd niets van. Het gaat over een polygame Afrikaan die toch alles onder controle wil houden en zo op den duur een dictator wordt.”

Kobe Bryant gaf je een bijnaam: Congo Cash. Waar komt dat vandaan?

“Omdat ik altijd scoor als ik de bal krijg. Dus begon hij op een bepaald moment Congo Cash te roepen telkens ik scoorde.”

Met Bryant kan je het goed vinden. Onlangs was hij in Frankrijk en kreeg je telefoon van hem. Waarvoor belde hij?

“Hij vroeg waar ik zat en of ik geen zin had om naar Parijs af te zakken. Kobe is een sympathieke gast, we plagen elkaar voortdurend. Van Trevor Ariza kreeg ik ook een telefoon toen hij in Frankrijk was, hij zat in een restaurant en wist niet hoe hij moest bestellen in het Frans. Dus gaf hij mij de ober door en moest ik de bestelling plaatsen.” ( lacht)

Trevor Ariza was je beste maatje bij de Lakers, hij verliet het team deze zomer.

“Een zeer spijtige zaak. We vertoefden samen in Las Vegas toen we het nieuws vernamen. We zaten aan de bar in een casino en plots zagen we op televisie een bericht dat ik bijgetekend had bij de Lakers en dat hij naar Houston getransfereerd werd. Zowel hij als ik was ontgoocheld en kwaad op dat moment.”

Maar zo werkt het systeem?

“In de NBA ben je een nummer. Als je de volgende ochtend opstaat, kan het zijn dat je ondertussen naar Minnesota getransfereerd bent.”

En de collegialiteit onder de spelers, valt die mee?

“Op de club zijn we vrienden, maar daarbuiten laten we elkaar met rust.”

Nochtans ging jij afgelopen seizoen tijdens een training op de vuist met een ploegmaat, Chris Mihm. Zo relaxed gaat het er dus ook niet aan toe…

“Dat was een misverstand, zulke opstootjes gebeuren constant. Dat wordt nadien meteen bijgelegd. Kobe Bryant had ook al akkefietjes op training, eens in de kleedkamer is dat al vergeten. Anderzijds moet je natuurlijk goed beseffen dat er altijd iemand klaar staat om je te vervangen als je geblesseerd raakt. Sommigen hopen daar zelfs op. Ik niet, ik ken mijn rol in het team: ik ben energy man! In die paar minuten dat ik op het veld sta, moet ik enthousiasme in de ploeg pompen en verdedigen als een gek.

“Een ploeg die voor de titel strijdt, heeft al zijn spelers nodig. We zijn allemaal radertjes in een groter geheel en voor elk radertje moet een identiek wisselstuk klaar liggen. Jackson heeft me al gezegd dat hij tevreden is met mijn bijdrage aan het team. Dat ik zelfs meer bracht dan hij verwachtte.”

Heb je het gevoel dat men in België te veel van je verwacht?

“Ja, maar dat vind ik normaal. Het komt erop aan om dat imago te gebruiken om anderen beter te maken. Daarmee bedoel ik: de tegenstander zal op mij focussen, waardoor anderen, zoals Axel Hervelle, meer vrijheid krijgen en dertig punten kunnen scoren.”

Van België naar de NBA

Ben je gelukkig in Los Angeles?

Ce n’est pas mal, non… Al woonde ik liever in Dallas: het is er rustiger en de mensen doen normaal. In feite wilde ik deze zomer weg bij LA, ik vind het tijd om op persoonlijk vlak naar een hoger niveau te klimmen, naar een club waar ik meer speelgelegenheid krijg.”

Dat probeerde je eerder al eens in 2007 met je transfer van Dallas naar Golden State. Het werd geen succes, je bleef er amper een half seizoen.

“Ik was daar enkel op verzoek van de coach ( Don Nelson, die hem eerder trainde bij Dallas,nvdr), maar ik vond er nooit mijn draai. Op een gegeven moment wilde ik zelf niet meer spelen voor die club. Misschien was ik er toen nog niet klaar voor, nu wel.”

Ben je tevreden met wat je in die vijf jaar NBA presteerde?

“Zeker. Ik kreeg niet altijd speelminuten, maar ik won toch maar mooi een titel, ik speelde viermaal de Conference Finals en driemaal de NBA Finals. Wat kan een basketbalspeler meer verlangen?”

Toch een opmerkelijk palmares voor een speler die voordien in België bij Gilly, Leuven en Charleroi speelde. En laat ons eerlijk zijn: daar niet eens uitblonk.

“Leuven was een uitzonderlijk seizoen, dat zal wellicht altijd het beste seizoen uit mijn carrière blijven. Met Charleroi streed ik voor de Belgische titel.”

Bij Charleroi was je invaller voor Andre Riddick.

“Ik was inderdaad stand-in van Riddick, maar ik stond steeds klaar om in te vallen. Daar al bouwde ik aan mijn reputatie als noeste werker, mentaal stond ik sterker dan vele anderen. Ik zag bovendien spelers in de NBA waarvan ik dacht: dat kan ik ook.

“In de NBA ben ik een betere speler geworden en ik voel dat ik na vijf jaar klaar ben voor een volgende stap. Na dit seizoen verlaat ik LA. Het is een heel andere benadering om als reserve of als belangrijke man ingehaald te worden: een hoog salaris moet je rechtvaardigen in de NBA. Je moet sponsors achter je krijgen, dan pas ben je belangrijk. Zo werkt het daar.

“Intussen heb ik al aanbiedingen gekregen om weer in Europa te spelen, van Real Madrid en een team uit Rusland. Ik kon er bakken geld verdienen. Ik weigerde omdat ik andere plannen heb, ik wil eerst belangrijk zijn in de NBA.”

Begrijp je Axel Hervelle dat hij de stap niet zet, terwijl hij toch aanbiedingen kreeg van onder meer Denver?

“Ik heb er al vaak met hem over gepraat. Axel heeft andere prioriteiten, hij voelt zich goed in Madrid, dat moet je respecteren. Hij heeft zeker de kwaliteiten om in de NBA te slagen, maar daar zou hij misschien een meeloper zijn en zou hij door zijn gebrek aan postuur op de 3-positie uitgespeeld worden. Op de 4-positie komt hij er tegen gasten als Kenyon Martin of Udonis Haslam te staan, dat zijn monsters zoals ik. Terwijl hij nu content is bij Real. Het belangrijkste is dat je plezier beleeft aan wat je doet.”

Geldt dat ook voor jou? Want veel spelen doe je niet bij de Lakers…

“Akkoord, maar ik verdien mijn geld met iets wat ik graag doe, zelfs al is het op training. Bovendien haal ik voldoening uit mijn invalbeurten: ik sta er wanneer het moet.”

Wie was de strafste tegenstander die je al ontmoette?

“De Shaq! Hij blijft een fenomeen. Niet af te stoppen, je kan alleen maar je best doen. Hij heeft ooit eens boven op mij gedunkt. Al heeft hij me ook eens een compliment gegeven na een wedstrijd, bij het verlaten van het veld zei hij: ‘ You are a strong motherfucker!’ en vertrok.”

Tot slot nog een verhaal controleren. Naar het schijnt heb je de NBA-titel gevierd met een hoop voetbalvedetten, waaronder Claude Makélélé, Alessandro Del Piero en Thierry Henry. Klopt dat?

“Ja. Van Claude Makélélé vernam ik via de pr-manager van de Lakers dat die mij graag eens wou ontmoeten. Del Piero heb ik vorig jaar leren kennen, via een Italiaanse journalist. Na onze eerste ontmoeting zijn we contact blijven houden via mail en sms. Cristiano Ronaldo was deze zomer in LA, als vanzelf kom je elkaar tegen in de stad. Davor Suker werd ook een vriend. En Vincent Kompany uiteraard, hij is mon petit frère.

“De NBA Finals zijn elk jaar opnieuw het grootste sportevenement in de wereld, de wedstrijden worden overal ter wereld uitgezonden. Zelfs al zijn die voetballers vedetten in Europa, daar willen ze toch eens van proeven. Het sterrensysteem van de Amerikanen is van een ander niveau dan in Europa. Sterren worden op handen gedragen. Zeker in LA. Bovendien vinden ze het fijn om in de VS ongemerkt rond te kunnen lopen. Onder elkaar zijn we geen sterren, maar normale mensen.”

door matthias stockmans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content