Sinds afgelopen zomer is Rafael Benítez manager van Liverpool. Onder leiding van de Spaanse kampioenenmaker hopen The Reds eindelijk weer aansluiting te krijgen met Manchester United, Arsenal en Chelsea.

De aanstelling van Rafael Benítez (44) was een daad van frustratie en hoop. Liverpool is immers alleen nog in naam een topclub. Niemand kan ongevoelig blijven voor de traditie en de successen uit de jaren zestig, zeventig en tachtig. En de ambiance op Anfield zorgt nog altijd voor kippenvel. Maar in het afgelopen decennium verloren The Reds het contact met Manchester United, Arsenal en Chelsea. Vooral financieel liepen de verschillen snel op.

Vóór de komst van Benítez had Gé-rard Houllier de technische leiding van Liverpool in handen. De Fransman was de eerste buitenlander op die positie ; in navolging van Arsenal, waar Arsène Wenger grote successen bracht. Houllier maakte de achterstand echter alleen maar groter. Zijn warrige en behoudende beleid werd verder ontsierd door tal van miskopen. Dat de oefenmeester pas na zes jaar werd weggestuurd, had voornamelijk te maken met de bijna traditionele terughoudendheid van het Liverpool-bestuur om het vertrouwen in de manager op te zeggen.

Benítez moet proberen snel aansluiting te vinden met de top in het Premiership, want anders dreigen de beste spelers het spoor van Michael Owen te volgen. De aanvaller van het Engelse elftal weigerde vorig seizoen zijn aflopende contract te verlengen, uit frustratie over de geringe sportieve perspectieven, en vertrok naar Real Madrid. Ook collega-international Steven Gerrard liet onlangs weten dat zijn toekomst ‘onzeker’ is. De middenvelder wil trofeeën winnen. Het liefst bij Liverpool, maar desnoods elders. Chelsea heeft veel geld voor hem over. “Komende zomer ben ik 25,” weet Gerrard. “Dan heb ik nog vijf of zes jaar aan de top. Het zou geweldig veel voor me betekenen als ik bij Liverpool prijzen kan winnen. Maar ik kan niet nóg eens drie of vier jaar wachten.”

De druk op Rafael Benítez Maudes is dus groot, maar dat was hij ook in de zomer van 2001, toen hij verrassend trainer van Valencia werd. De nog jonge oefenmeester had destijds alleen twee promoties naar de Primera División op zijn erelijst staan : met Extremadura in 1998 en met Tenerife in 2001. In Valencia kreeg Benítez snel de status van topcoach. In 2002 en 2004 leidde hij de club naar de landstitel, terwijl vorig seizoen ook nog de Uefacup volgde. Toch ontstond er een conflict. Benítez claimde nog drie miljoen euro aan achterstallige premies, maar doordat een deel van de clubleiding wel van de lastige en veeleisende trainer af wilde, kwam er geen oplossing. Tijdens een persconferentie maakte Benítez in tranen zijn vertrek bekend. Dat deed in Liverpool de oren spitsen. Beide partijen deden snel zaken.

Liverpool is niet zomaar een club.

“Nee, zeker niet. Het is een van die clubs die ik altijd al heb gevolgd. Ik wist vrijwel alles uit het grote verleden al. Soms van dichtbij zelfs. Ik speelde in het tweede van Real Madrid toen dat in 1981 de finale om de Europacup 1 verloor van Liverpool. Als je Spanjaarden vraagt wat de Engelse topclubs zijn, zullen ze altijd Liverpool noemen, vaker misschien nog dan Arsenal, Manchester United of Chelsea. Ik ben er erg trots op dat ik hier nu manager ben, dat had ik nooit durven dromen. Je voelt dat de sfeer heel bijzonder is. Als er een minuut stilte is op Anfield, hoor je ook écht niets. Anfield ademt voetbal. Fantastisch ! Hier houden ze ervan anders te zijn. Liverpool is niet alleen een voetbalclub, het is een gevoel. De club hangt aan elkaar van tradities. Zoals de bootroom, het schoenenhok. Het is gebruikelijk dat daar na een wedstrijd even wordt nagepraat met de manager van de tegenstander en ook een biertje wordt gedronken. Zoiets kennen we in Spanje niet.”

Na uw vertrek bij Valencia had u de clubs voor het uitkiezen. Waarom werd het Liverpool ?

“Los van de historie en het prestige van de club, is het voor een Spaanse coach belangrijk het vertrouwen te hebben van de hele technische staf en het bestuur. In Spanje is het niet gebruikelijk dat een trainer langer dan drie jaar blijft. Liverpool gaf mij een contract voor vijf jaar.”

Wat zijn uw doelen ?

“Het winnen van de volgende wedstrijd. Ik wil niet te veel aan de te verre toekomst denken. Natuurlijk zou ik de club graag weer de beste van Europa maken. Het probleem in de voetballerij is dat als je zegt dat je prijzen wilt winnen, de mensen dat metéén willen. En dat gaat niet. Je moet eerst goed kunnen lopen, voordat je gaat rennen.”

Wilt u de speelwijze van Valencia als model voor Liverpool gebruiken ?

“We proberen natuurlijk de goede dingen over te nemen, maar Valencia heeft een andere identiteit. Het beste van beide clubs zou een mooie mix opleveren. Ik ben gekomen om prijzen te winnen, maar om dat te bereiken zal ik tijd nodig hebben.”

U laat uw spelers altijd veel arbeid verrichten. Dat zou goed moeten passen bij de Engelse mentaliteit.

“Trainers en spelers verdienen waanzinnig veel geld. Daarom moeten we ons ook gedragen als professionals. Als je rendement afhangt van je fysieke conditie, moet je werken als een prof. Anders moet je maar in een bierbuikenelftal gaan spelen. We moeten winnen en goed voetballen, dat eisen de mensen van ons. Maar het moet ook niet uitdraaien op een Spartaanse discipline. Ik kan mijn opvattingen hier goed kwijt. Juist omdat de manager in Engeland ook echt de baas is.”

Hoe is uw verhouding met de supporters ?

“Ze hebben heel veel respect voor je. Ze vragen wel om handtekeningen, maar heel beschaafd. Als je met iemand in gesprek bent, wachten ze keurig totdat je bent uitgepraat. Soms breekt je hart. Dan kom je ’s ochtends om negen uur aan en staat er al een klein jongetje. Die geef je een handtekening en je gaat met hem op de foto. En als je dan ’s avonds weggaat, staat hij er nog steeds. Wachtend of er misschien nóg iemand naar buiten komt. Ongeacht regen of kou. Zó belangrijk is de club voor de fans.”

Waarom bent u weggegaan bij Valencia ?

“Ik wilde het liefst voor langere tijd blijven, maar dat wilde de club niet. Ze zeiden : ‘Als we je voor twee jaar laten bijtekenen en je verliest drie keer, hebben wij een probleem.’ Als dat hun respect is voor mijn werk na drie succesvolle jaren, is het duidelijk dat ze van me af wilden. Die uitspraak deden ze op de dag van de tweede landstitel. Ik had het gevoel dat technisch directeur García Pitarch niet kon wachten tot hij me kon ontslaan. Ik kreeg te veel aandacht en hij wilde alle touwtjes weer in handen hebben.”

Het gaat niet zo goed met Valencia onder uw opvolger Claudio Ranieri.

“Wat me vooral pijn doet, is dat ze al het goede het werk van de afgelopen jaren niet voortzetten. De mensen die daarvoor verantwoordelijk zijn, hebben het nu echter te druk mij van de foto’s uit die tijd te verwijderen. Ik weet dat de supporters me wél waarderen. Het probleem is alleen dat zij de waarheid niet horen, omdat het bestuur een groot deel van de media onder controle heeft. Maar Liverpool is nu het enige wat écht telt.”

Voor Liverpool was doorgaan in de Champions League van immens belang.

“We wisten vooraf dat het alleen al financieel cruciaal was. De avond van de beslissende zege op Olympiakos Piraeus was een van de mooiste van mijn leven. Mijn spelers waren geweldig, ze bléven gaan. Maar de supporters waren beslissend, zij hebben ons naar de volgende ronde geschreeuwd.”

door Tiemen van der Laan en Rafa Jiménez

‘Trainers en spelers verdienen waanzinnig veel geld. Daarom moeten we ons ook gedragen als professionals.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content