Met stijgende verbazing zag Frank Vercauteren de stapverhalen over de Rode Duivels naar buiten komen. Typisch, zegt de opgestapte bondscoach, voor een bond waar iedereen zijn verantwoordelijkheid ontloopt. ‘Hoe kun je het voorbeeld geven als je het zelf niet bent?’ De voorganger van Dick Advocaat spreekt.

F rank Vercauteren: “De match in Armenië heeft de emmer doen overlopen. De incidenten vooraf, met Pocognoli, Mpenza en Vanden Borre, hadden dat stilletjes voorbereid. Tussen Spanje en Armenië hebben we bijna uitsluitend gepraat. We organiseerden communicatiesessies om te proberen oplossingen te vinden. In een van die sessies vroegen de spelers ook aan mij: wat wil jij? Ik denk dat mijn antwoord er voor sommigen te veel aan was. Dat komt natuurlijk ook omdat ik nog weinig grip had. Als je eigen voorzitter na één wedstrijd zegt: ‘Het is te hopen dat Advocaat zo rap mogelijk komt’, dan zeggen die gasten natuurlijk ook … ( maakt wegwerpgebaar) Terwijl ik wilde dat de groep een aantal dingen oppikte die ze absoluut moesten oppikken om resultaat te halen.”

Zoals?

Frank Vercauteren: “Team denken. Niet ego. Op mijn vraag wat er volgens hen nodig was om hieruit te raken, antwoordden ze: een resultaat. Neen! Denk aan wat je moet dóén om een resultaat te behalen, zei ik. Jullie willen een resultaat, maar jullie dóén er zo weinig aan. Meer praten, kwam er dan uit. Ik observeerde hen tijdens hun gesprekken. Ze zaten per vijf aan een tafel, allemaal zó ( draait zijn hoofd naar het plafond). Als het dáár al niet gebeurt, hoe wil je dan dat het op het veld gebeurt? Ik vroeg kwaliteit, scherpte, concentratie op de training en dan was het: zeg, moeten we wéér twee keer trainen? Sorry. Ik probeer de dagen voor de spelers zo veel mogelijk te vullen, buiten een kleine siësta ’s middags. Andere coaches trainen één keer en laten ze verder vrij. Maar wat doen spelers als ze vrij zijn? Rondhangen.”

Dat bleken ze ook bij jou te doen.

“Niet lang, want ik had het wel gezien. Anderen uit de begeleiding ook, maar die hebben het nooit gesignaleerd. Niet leuk, vind ik. Dus was ik het enige vervelende manneke, terwijl je normaal iemand hebt die ervoor zorgt dat er niemand in en uit het hotel loopt. Als je een hele verdieping boekt, is dat vrij gemakkelijk te controleren. Maar niet als je iedereen over vier verdiepingen verspreidt natuurlijk.

“Ik ben niet van gisteren, maar er zijn wel normen. Alleen, wat moet je doen? Ik heb geen bewijzen, alleen vermoedens. Moet je dan het team straffen door iemand naar huis te sturen? Want het kan om een belangrijke speler gaan. En wat gaan zijn vrouw en kinderen zeggen? Ik moet de spelers en hun privacy ook beschermen, dat is ook mijn taak als trainer. René ( Vandereycken, nvdr) heeft daar individueel met een paar spelers over gesproken. Ik ook nadien, om hen te zeggen wat kon en wat niet. Zo wisten ze het tenminste.”

De stapverhalen zijn ondertussen allemaal naar buiten gekomen. Wat vind je daarvan?

“Typisch. Zoiets komt altijd van mensen die hun verantwoordelijkheid van zich proberen af te schuiven. Zulke dingen moeten binnenskamers blijven. Misschien hebben journalisten net daarom een probleem met mij, omdat ik zulke dingen niet zeg.”

Terwijl jij in Armenië je ontslag gaf, was er in België een journalist die het sneller wist dan zijn collega in het stadion. Sms’je gekregen vanuit de kleedkamer.

“Daarom zeg ik: je kunt je vragen stellen bij de integriteit van de media. Ze hebben intern bronnen over wie ze niet schrijven omdat die hen informatie doorspelen.”

Lachen en mp3-spelers

Wanneer is het fout beginnen te lopen?

“De problemen bestaan al vier, vijf jaar. Van vóór René dus. Dat hoor ik van de spelers, maar ook van de begeleiders. Meer weet ik niet. Ik ben niet nog eens vijf jaar in de tijd teruggegaan, ik zocht oplossingen voor nú. Onze spelers worden zo opgevoed, ook in de nationale jeugdploegen. En wij tolereren dat, het wordt oogluikend toegestaan. Dat heeft ook met boven te maken. Als er problemen zijn tussen de beloften en de A-kern, dan los je die toch op? Dan kom je toch samen en vraag je: waarom communiceren jullie via de kranten?”

Zoals het kliekje Sonck-Simons-Stijnen deed na de Spelen in Peking?

“Ja, maar ook de jongeren die daarop hebben geantwoord. Commentaar geven over ploegmaats kan niet. Je speelt mét elkaar, niet tegen elkaar. Wie moet dat oplossen? De trainer? Ik vind dat het van boven moet komen, maar daar spelen ze het spelletje gewoon mee. Wat de olympische ploeg heeft gepresteerd moet je respecteren en beschouwen als waardevol voor het Belgische voetbal, maar je moet het niet overschatten. Waarom heeft de bond het in de kijker gezet? Om een gevel te hebben. Terwijl je op voorhand weet: als de beloften zo presteren, krijgt de A-ploeg problemen.”

Lag het alleen aan de beloften?

“Natuurlijk niet. Ik heb de spelers gezegd: wij zijn allemáál verantwoordelijk. Sommigen ontlopen hun verantwoordelijkheid, ook bij het bestuur.”

In het groepsgesprek in Armenië deed maar één speler zijn mond open: Pocognoli. Was dat niet moedig?

“Ja, maar hij had wel niet het voorbeeld gegeven de week voordien.”

Is het niet vooral zwak van de rest dat er niemand hem van antwoord heeft gediend?

“Er is alleen een discussie geweest achteraf tussen Pocognoli en iemand anders. Dat was goed: ze babbelden tenminste.”

Die andere was Simons, de aanvoerder. Pocognoli had gezegd dat hij niet automatisch iets aanneemt van een oudere speler als die het op het veld ook laat afweten.

“In het voetbal is het vaak zo dat je opkijkt naar spelers met veel ervaring. Maar soms moet je ook eens luisteren naar je buur die veel minder heeft gepresteerd, maar die misschien ook gelijk heeft.

“Als een speler lacht na een verloren wedstrijd, moet je beseffen dat dit voor hem een manier kan zijn om zich te ontladen. Het is niet mijn manier, maar ik moet het wel kunnen begrijpen. Zoals die speler moet begrijpen dat er zijn die het misschien niet leuk vinden. Met die mp3-spelers is het net zo. Volgens de ene communiceren ze niet, volgens de andere is het een manier om zich te concentreren. Je hebt spelers die niet naar een mp3 luisteren, maar tegen wie je evenmin iets moet zeggen voor de match. Die sluiten zich af en zijn hyperserieus. Accepteer dat.”

Vuitton of geen Vuitton

Waarom zeg je dat de bondstop mee verantwoordelijk is?

“Heb jij hen ooit gezien of gehoord? Sablon? Collin? Ooit een vergadering mee gehad? Een gesprek over voetbal? Ik niet. Ik ben gebruikt, mísbruikt zelfs. Er waren dingen die ik gewoon niet mocht weten. De Kirin Cup in Japan heb ik gedaan voor het Belgische voetbal, niet voor mezelf. Maar welke steun heb ik daar gekregen, van mensen die achter mijn rug met van alles bezig waren? Het sportieve moet de prioriteit zijn, niet het eigenbelang. Het is toch de voetbalbond?

“Voor mij was dit het einde van iets, maar ook een begin. Ik wilde er iets van maken. Mijn eerste vraag aan de bond was: wat moet ik doen? Maar op de bond wordt niet gepraat. Ik had er niet eens een bureau. ‘Hebt gij dat nodig?’, vroegen ze mij. Ik ben één keer gegaan, met mijn tas: na een halfuur ben ik weggegaan. Ik moest mijn telefoons doen in een zaal met tien andere mensen. Voor hen is dat allemaal niet belangrijk.”

De Keersmaecker, Philips, Sablon, Collin …

“… moeten een team vormen. Dat zijn ze niet. Daar begint het: hoe kun je het voorbeeld geven als je het zelf niet bent? Als spelers geen das dragen of met hun clubtas naar de nationale ploeg komen, is het hún taak om hen daarop te wijzen. Het systeem moet zo zijn dat de spelers daar niet buiten kunnen. En het systeem, dat is de bond. De trainer moet niet altijd de slechterik zijn.”

Waarom ben je er nog ingestapt?

“Ik wist het allemaal al van Stéphane Demol. Die had mij heel goed ingelicht. Ik heb toen gezegd dat ik daaraan geen tijd en energie ging verliezen, want het is precies hetzelfde als met je kop tegen de muur lopen. Ik heb het gedaan voor René en omdat ik dacht dat het een leerrijke ervaring zou zijn. Dat was het ook. Dat de omstandigheden moeilijk waren, wist ik. Alleen, je denkt altijd dat je er iets aan kunt doen.”

Wat heb je eraan gedaan?

“Wat scherper trainen, wat meer ploeg vormen. Kompany kwam eens te laat. René vroeg: wat doen we? Ik heb gezegd: we rijden weg. Dat hebben we gedaan.”

De meeste olympiërs van Peking hadden voordien al gedebuteerd in de A-ploeg onder Vandereycken. Had hij niet veel eerder moeten ingrijpen?

“Maar neen, Vermaelen en Vertonghen zijn toch van dezelfde generatie als die anderen? En Gillet is toch ook van Luik? Het gaat dus niet over jong of oud, prof of minder prof, Vuitton of geen Vuitton. Het gaat over de fond. Iedereen is verantwoordelijk, dát wil ik benadrukken.

“Als ik met al die zaken bezig had moeten zijn, heb je maanden werk. Aan dingen waarvoor je nergens hulp of steun krijgt. Ik wilde dat wel doen, maar op vijf wedstrijden lukt dat niet. Wel als je een jaar de tijd hebt, zoals Advocaat nu.”

Stinken bij Zenit

Waarom ben je na De Keersmaeckers uitspraak niet opgestapt?

“Ik wilde al opstappen de dag voor we naar Japan zijn vertrokken. Hoe we daar in de steek zijn gelaten … In de technische commissie was op papier gezet dat de clubs verplicht waren hun spelers af te staan op niet-officiële datums. De profliga heeft dat goedgekeurd. En dan doen ze dát! Er was een akkoord tussen Standard en Anderlecht. Op maandagochtend, de dag voor het vertrek, komen ze ons zeggen: de spelers mogen kiezen. Dat was niet zo! De enen hadden al een brief gestuurd en van de anderen wist ik heel goed dat ze niet mochten kiezen, want daar zit de voorzitter van de technische commissie ( Philippe Collin, nvdr). Dat is toch ongezond? Hoe kun je onafhankelijk handelen als je betrokken partij bent? En hoe kan het dat dat wordt toegestaan?

“Dus wie belt er dan rond op zoek naar spelers? Ik heb nog naar spelers zitten bellen om tien, elf uur ’s avonds. Het toppunt is: zo vind je nog De Laet. Die stond op geen enkele bondslijst! Een potentiële Rode Duivel. Dát is ons scoutingapparaat. ‘De Laet? Die kennen wij niet’, zegden ze mij. Hij speelt wel bij Manchester United, antwoordde ik. ‘Ja, maar we kunnen toch niet alles volgen?’ Tja. Is het de taak van de bond niet om te weten dat er in de tweede klasse in Turkije nog een Belg zit? Ik weet het, hoor.”

Waarom ben je toch gebleven?

“Voor de jongens die er wél waren, Stijnen, Vermaelen, Simons. Voor hen heb ik het gedaan. Want wie kon daar alleen maar een belachelijk figuur slaan? Ik en de ploeg. En dan krijg je achteraf nog commentaar omdat er twee niet hebben gespeeld. Godverdomme, ik wist niet eens hoe ze eruitzagen!

“Velen geloven zelfs niet dat ik zelf ontslag heb genomen. Daarom heb ik het ook zo openlijk voor de camera’s gedaan. Anders zouden ze het achteraf nog anders hebben uitgelegd ook, als een beslissing in gezamenlijk overleg of zo. Ik wilde gewoon zeggen hoe het was. En of ik nu status heb verloren of niet, dat interesseert me niet.”

Volgens Philippe Collin heb je hen ‘laten vallen als een baksteen’.

“Dat is weer die paraplu opentrekken. Wie heeft er wie eigenlijk laten vallen? Wie heeft mij gevraagd om over te nemen als interim? Hopelijk heeft hij nu dan de juiste keuze gemaakt.”

Neem je Advocaat iets kwalijk?

“Helemaal niet. Ik heb direct gezegd, al lachend, maar ik meende het: wat gaat er gebeuren als hij wordt ontslagen? Het stonk daar bij Zenit. Je zag dat ontslag zo aankomen, je vóélde de nattigheid. Die mensen daar zagen natuurlijk ook dat hun trainer verspreid was, zijn spelers wisten ook dat hij wegging. Eigenlijk zat hij in precies dezelfde situatie als ik. Dus moest hij zich zo ver mogelijk van de nationale ploeg weghouden, want hij zat zelf in de knoei. Ik noem dat het abc van het voetbal.”

Nieuwe bondscoach, nieuwe staf, nieuwe dokter: zijn de problemen nu opgelost?

“Helemaal niet. Ik zou Advocaat nog veel kunnen zeggen over de bond, want hij hoort maar één kant. Maar goed, soms is het beter om weinig te weten en met een propere lei te beginnen. De spelers zullen wel wakker zijn nu. Was dit blijven aanslepen, hadden ze nu al vijf of zes afmeldingen gehad voor Turkije.

“Ik heb direct na mijn ontslag gezegd: ik blijf beschikbaar voor het Belgische voetbal. Ik wil positief zijn. Ik wil dat er iets loskomt waardoor we beter worden. Dat gebeurt niet door alleen maar van trainer te veranderen, maar ook van mentaliteit, structuur, visie en organisatie – zaken waar een trainer niets aan kan doen. Maar ik hoor niets. Ze zijn gaan praten met de teammanager, de materiaalman en de perschef. Niet met mij. Misschien best, want het zou nogal confronterend zijn geweest voor hen.”

Spelers klasseren

Waarom precies was Armenië de druppel?

“Ik vroeg er zaken die de spelers anders of niet hebben gedaan. Als hun keeper uittrapte, was de afspraak dat Van Buyten in zijn zone bleef en De Camargo vóór die koppende speler ging staan. Ofwel won hij het duel, ofwel was de doorgekopte bal voor Van Buyten. Bij de eerste bal al loopt Daniel uit zijn zone, verliest het duel en Armenië komt alleen voor onze goal. Is het niet willen of niet kunnen? Ik vroeg het in de rust, Daniel bekeek me niet eens. Tegen Spanje had hij Vanden Borre ook al aan zijn lot overgelaten. Ik had nochtans een goede band met hem. En hoe een speler van achttien zich in Armenië heeft lopen opwarmen, dat had je ook moeten zien.”

Eden Hazard, die jullie vooraf zei: ‘Les entraînements, ça ne m’intéresse pas, je suis un homme de match.’

“We twijfelden al om hem op te stellen in Spanje, want zijn trainingen waren abominabel. Hij deed één actie in die match en Mirallas viel goed in. Dus draai je de rollen in Armenië om. Je laat Mirallas starten en op slag heeft Hazard een houding van … Dan hoeft het voor mij niet meer.”

Ook een ervaren speler als Sonck slingerde je bij zijn wissel iets lelijks naar je hoofd.

“Als ik op dat moment reageer, verlaat ik mijn ploeg. Dan ben ik bezig met mezelf en zet ik mijn eigen ego in de kijker. Dus ik negeer Sonck, want op dat moment is hij geen deel meer van mijn ploeg. En had ik hem geantwoord, dan had ik gezegd dat ik met een spits zat die eigenlijk geen spits was. Waarom zou ik hem er dan niet afhalen? Voor mij was dat ook een signaal naar de groep. Als ik er tegen Turkije nog was geweest, zouden er een paar niet bij zijn geweest, dat kan ik je wel vertellen. En niet alleen jongeren.”

Zijn er spelers die je zwaar hebben ontgoocheld?

“Ja, en niet één of twee. Meerdere. Soms ontgoocheld, soms bevestigd omdat ik ze al had gecatalogeerd. Met anderen had ik een band en die hebben mij echt ontgoocheld. Want waar het altijd om gaat, is: je geeft iets en je krijgt iets terug. Dat is niet altijd gebeurd. Daarom is mijn boodschap: de spelers moeten hun smoking uittrekken en hun werkpak aantrekken. Voor elkaar.”

Is het een gebrek aan persoonlijkheid?

“Misschien. Het is niet omdat je meespeelt in een grote ploeg dat je ergens anders een leider of persoonlijkheid bent. Want in een grote ploeg heb je er altijd één of twee die gewoon meedraaien met de rest. Maar ik heb ze allemaal gezegd: als jullie hier zijn, is het omdat ik in jullie geloof. Wie is Hazard gaan halen? Wie heeft Mpenza teruggehaald? Deschacht? Alleen Deschacht en Gillet hebben geantwoord.”

In Armenië had je Lamah en Pocognoli als straf in de tribune willen zetten, maar doordat de werkweigeraars Vanden Borre en Mpenza daar wilden zitten, ging dat niet.

“Pocognoli heeft wel niet gespeeld, maar de tribune was een sterker signaal geweest. Dat er twee komen vragen om in de tribune te mogen zitten, is typisch voor die groep. Als Mpenza tegen mij zegt: ‘Trainer, je bent niet correct, ik heb goed getraind’, dan zakt mijn broek af. Sorry, zeg ik, dan heb ik dat helemaal anders gezien. Je moet niet denken dat een trainer gek is, hé. Buiten wat kaatsen heeft hij niets gedaan op training. Voor Tsjechië belde hij, hij wilde niet komen. ‘Het is niet het moment.’ Ik heb gezegd: ‘Het is nu of nooit.’ Hij dacht er tegen Spanje zomaar direct bij te kunnen zijn. Dan ben ik ontgoocheld, maar oké, dat weet je dan ook weer. Je klasseert zulke gasten direct.”

Auto, vrouw & status

Is er een kwaliteitsprobleem?

“Op sommige vlakken wel. In mijn afscheidsspeech heb ik gezegd: blijf bescheiden. Ze hebben talent, maar wat hebben ze al bewezen? Dus doe je uiterste best en zie hoever je raakt. Het is niet omdat je vierde was op de Olympische Spelen dat je mag denken dat je tegen Spanje zal winnen. Koester je verleden, maar werk. Ik heb ze gevraagd: ben je tevreden met Anderlecht, vrouwen, status en een auto? Of wil je toch eens naar een WK of EK? Wel, doe er iets aan. Waar jullie ook zullen voetballen, overal zijn jullie dezelfde mensen. Overal moet je op dezelfde manier presteren. Echte toppers zijn bescheiden.”

De Rode Duivels missen een rechtsback, flanken en een diepe spits. Dat is veel.

“Bij een aantal posities kun je je vragen stellen, ja.”

Advocaat stelde Stijnen ook in vraag.

“Dat is omdat hij gebrieft werd. Ik vind Stijnen wel nog altijd de keeper met het hoogste rendement. Ik begrijp zijn beslissing en steun hem. Bailly is Bailly, een speelvogel, maar met potentieel. En dan zie je Gillet, qua kwaliteit misschien iets minder dan de anderen, maar een echte prof. Hij verdiende het. Ik heb spelers gehad die heel veel hebben teruggegeven, zoals hij, Defour, Deschacht.”

Zie je internationals van wie de carrière snel over de top zal zijn?

“Het zal alleszins minder zijn dan hun potentieel voorspelt. Zo veel mogelijk verdienen op zo kort mogelijke tijd door zo weinig mogelijk te doen: er zijn er die zo redeneren. Ik was anders vroeger. Maar ik zeg ook: er zijn er óók goeie – Vertonghen, Vermaelen, Defour. Ze zijn misschien iets minder talrijk, maar zij moeten de bovenhand nemen.”

Waarom blijf je in het voetbal?

“Omdat ik erin blijf geloven dat je spelers kunt opvoeden en begeleiden in een structuur waarin alles aanwezig is. Er zijn andere manieren om veel geld, een mooie auto, een toffe vrouw en veel status te verdienen, maar ik geloof nog altijd in die ene manier. Omdat ik gek ben van voetbal, omdat het mijn passie is. En omdat ik geloof in een bepaalde goedheid bij de mensen, al twijfel ik daar steeds meer aan.

“Ik zou het liefst nog een jaar of twee, drie doorgaan als trainer. Liefst op het hoogste niveau, in binnen- of buitenland, maar ik ben niet van gisteren: ik weet dat er niemand op mij zit te wachten. Dus bereid ik ook mijn toekomst al voor.”

door jan hauspie – beelden: reporters

“Als ik er tegen Turkije nog was geweest, zouden er een paar niet bij zijn geweest. En niet alleen jongeren.”

“Ik zou Advocaat nog veel kunnen zeggen over de bond, want hij hoort maar één kant.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content