Bij Ajax Amsterdam werkte Jan Vertonghen (21) zich in korte tijd op tot het kloppende hart van de ploeg. Het bruisende Amsterdam is zijn thuis geworden.

J an Vertonghen: “Ik voel me een jongen van Ajax, daarom niet per se een Nederlander. Laat ik een voorbeeld geven: soms zeggen we onderling in de ploeg dat we ooit graag in het buitenland willen spelen, terwijl we eigenlijk al in het buitenland zitten. Dat geeft aan hoe ik me hier thuis voel. Thomas Vermaelen en ik zijn geen buitenlanders bij Ajax.

“Ik was net zestien toen ik in Amsterdam belandde. Ik werd in een gastgezin geplaatst, wat in het begin toch even wennen was, want je kende die mensen van haar noch pluim. Op school zat ik in dezelfde klas met Tom De Mul, die net zoals ik van Germinal Beerschot kwam, we hadden veel aan elkaar. Bovendien leerde ik op die school mijn huidige vriendin kennen, het viel allemaal netjes in zijn plooi. Ik was zeker niet het Belgje dat in een hoekje kroop. Mijn geluk was natuurlijk dat ik bij Ajax meteen in de eerste ploeg raakte: als het sportief loopt, heeft dat sowieso een gunstig effect op je privéleven.

“Nu heb ik een huis gekocht in het centrum van Amsterdam. Ik ben opgegroeid in Tielrode, een rustig dorpje in de buurt van Temse. Amsterdam is totaal het tegenovergestelde. Ik ben graag op bezoek bij mijn familie in Tielrode, maar ik keer met evenveel plezier terug naar mijn huis hier. Nochtans was ik vroeger hoegenaamd geen stadsmus, op mijn zestiende was ik hoop en al misschien twee keer in Antwerpen geweest.

“Thomas en ik voelen ons heel erg thuis in Amsterdam. Vroeger zagen we elkaar vaker. Nu hebben we elk een vriendin en ons eigen leventje, we zien elkaar toch ook al elke dag op de club. Meestal komen we nog één keer in de week samen om naar de Champions League te kijken. Daarnaast spreken we geregeld af met de gasten van AZ, Gill Swerts en Moussa Dembélé. Alkmaar is vlakbij en die jongens zijn van dezelfde leeftijd. Ik zie mezelf immers nog niet direct PlayStation spelen met Timmy Simons. Meestal is dat bij Moussa thuis. Ik woonde lange tijd recht tegenover hem, net buiten het centrum van Amsterdam.”

Coffee- en seksshops

“Ik vind België iets rustiger, zakelijker en afstandelijker dan Nederland. Nederland, en zeker Amsterdam, leeft meer. Je gaat volledig mee in die bruisende cultuur, die toch een stuk Amerikaanser is dan in België. Ik luister nu bijvoorbeeld naar Nederlandse hiphop, zoals The Opposites, een aanrader. Ook de mode en de media zijn anders. Je hebt hier meer het tabloidgevoel. Het is allemaal wat decadenter dan in België.

“De eerste keren dat je in Amsterdam komt, trek je je ogen wel open als je al die coffee- en seksshops ziet. Op den duur stap je daar gewoon voorbij. In het begin keek ik ook altijd om als ik rumoer hoorde, maar nu weet ik dat het de typische luidruchtigheid van Amsterdam is. Er lopen hier veel mafketels rond. Alles kan en alles mag. Dat gevoel charmeert mij enorm. Voor een jonge gast is er natuurlijk een hoop verlokkingen, dat ontken ik niet, maar ik kan je gerust zeggen dat ik nooit op woensdag uitgegaan ben als ik op donderdag les had. Zo’n nieuws zou zich als een lopend vuurtje verspreiden.

“Amsterdammers verschillen van de overige Nederlanders: ze hebben een grotere mond en zijn directer. Ze kunnen zelf ook wel iets meer hebben. Ajax is een afspiegeling van de stad Amsterdam. Ik ben hier harder geworden, ik kan kritiek makkelijk van mij afzetten.

“Ajax wordt ook anders bekeken. Wij zeggen elk jaar duidelijk dat we kampioen willen worden, dat stuit sommigen tegen de borst. Ofwel hou je van Ajax, ofwel haat je hen. Voor veel tegenstanders betekenen wij de wedstrijd van het jaar. Ik heb dat aan den lijve ondervonden toen ik een jaar op uitleenbasis voor RKC Waalwijk speelde: enkel tegen Ajax hadden we een vol huis. Daar werd al weken op voorhand naar uitgekeken. Het creëert een soort wijgevoel onder de Ajaxspelers.

“Toen ik pas bij Ajax kwam piepen, keek ik geweldig op naar jongens als Rafael van der Vaart, Zlatan Ibrahimovic, Wesley Sneijder en Hatem Trabelsi. Zij waren de echte sterren. Er heerste toch een bepaalde hiërarchie, die heb je nu minder.

“Op straat word ik wel eens aangesproken, maar ik ben niet zo bekend als Huntelaar of Suárez. Al merk ik dat mijn populariteit de voorbije maanden toegenomen is. Dat heeft wellicht ook te maken met mijn positie: vroeger stond ik linksback, nu centraal op het middenveld. In die centrale positie draag ik meer verantwoordelijkheid.” S

door matthias stockmans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content