Warempel, na een weekje dramatiek staat Club Brugge alweer op kop. Maar voor hoelang ? “Het wordt zwaar,” aldus kapitein Gert Verheyen, “heel zwaar.” Het zwaarst nog voor hemzelf.

Eén punt telt Club Brugge nu meer dan Genk. Vijf wedstrijden moeten er nog gespeeld worden. Charleroi thuis, Standard uit, RWDM thuis, STVV uit, Moeskroen thuis. “We zullen proberen ze allemaal te winnen, maar het zal zwaar zijn,” weet Verheyen, “heel zwaar. Mooi uitvoetballen, neen, dat zal er niet meer bij zijn.” Knokken, knotsen en knallen des te meer. Het zou Club moeten liggen.

Zit het nu beter ? Na de thuisnederlaag tegen Gent voerde de trainer individuele gesprekken met nogal wat spelers. We veronderstellen dat ook de kapitein naar zijn mening werd gevraagd ?

Gert Verheyen : Ja, maar wat daar is gevraagd, gaat u eigenlijk niks aan (lacht).

Wat moet er volgens de kapitein veranderen ?

Ik ben het niet die moet beslissen wat er moet veranderen, en de vraag is : mòet er wel iets veranderen ? Telkens er puntenverlies wordt geleden de strategie en de werkmethode in vraag stellen, is volgens mij ook niet echt gezond. Feit is dat we een heel wisselvallig seizoen spelen, maar waarom of hoe ?

Na de thuisnederlaag tegen Lokeren klonk het in de kleedkamer dat er te offensief, te weinig gedisciplineerd werd gespeeld. Die tegen Gent werd dan weer toegeschreven aan te veel ‘lange ballen’.

Ach, we zijn gewoon op een punt gekomen waarop elk puntenverlies voor deze club zowat een catastrofe blijkt te zijn. Als je onder die druk en die wetenschap moet gaan voetballen, dat elk verliespunt telkens opnieuw leidt tot discussie of het in vraag stellen van heel de situatie, dan kan je eigenlijk niet meer werken.

Wou jij het niet defensiever aanpakken ?

Wie zegt dat ? Vraag aan alle spelers : wat zou jij doen ? Dan krijg je tussen de tien en de vijftien verschillende antwoorden. Wat moet je dan gaan doen ? Met z’n allen zo goed mogelijk proberen uit te voeren wat de trainer bepaalt. Van nog geen enkele match heb ik trouwens gezegd : het moet zo of zo. Ook niet na Lokeren. Ik heb toen juist hetzelfde gezegd als wat ik nu zeg : als er dingen veranderd moeten worden, dan is dat de verantwoordelijkheid van de trainer en niet van de spelers.

Wat kan je als kapitein doen in kritieke momenten ?

Ik denk dat je dat niet mag overschatten, hetgeen je kan doen, eens de bal rolt. Op een gegeven moment moet iedereen zijn verantwoordelijkheid opnemen, en ik denk dat de groep daar voldoende volwassen voor is, maar de situatie is natuurlijk niet gemakkelijk als je je geen verliespunt mag permitteren. De enige manier om het goed te doen, was gewoon de tien resterende matchen winnen. Slaag je daar niet in, dan heb je ineens een levensgroot probleem, juist omdat dit seizoen alleen maar die eerste plaats goed genoeg zou zijn voor ons.

Wat kan de kapitein tijdens de week doen ?

Ik ben geen politieagent die dan probeert om 29 jongens tevreden te houden. Dat kàn ik ook niet. Ik kan er als kapitein ook niks aan doen dat er hier 15 ontevreden zijn, omdat ze nooit mogen meespelen. Je kan dan wel naar die jongens toestappen en alle mogelijke troostende woorden spreken, maar daar hebben die gasten dus helemaal niks aan. Het enige wat iedereen wil, is spelen.

Welk type kapitein ben je ?

Ik ben geen type kapitein, ik ben mezelf.

Hoe ben je als leider ?

Ik ben niet veranderd sinds ik kapitein ben. Hoop ik. Ik ga niet de leider spélen.

Heb je het gevoel dat je als leider beschouwd, aanvaard wordt ?

Dat is moeilijk te zeggen. Ik zit er ook niet op te wachten dat ze mij aanzien als leider. Ik hoop dat ze mij aanzien als één van hen, zoniet zou dat een afstand creëren en dat is het laatste wat ik zou willen.

Tijdens het turbulente seizoen onder René Verheyen zaten jij en Philippe Clement zo vaak in het bureau van de trainer dat de groep er jullie – al dan niet terecht – van verdacht de ploeg op te stellen. Heb je niet het gevoel dat daarvan iets is blijven hangen ?

Ik weet dat niet, want ik kan niet in de hoofden van die jongens kijken.

Hoe is je relatie met Trond Sollied ?

Precies dezelfde als voor alle andere jongens, denk ik. Dit is niet een trainer die meer met de kapitein praat dan met iemand anders.

Voel je je, gezien je status, voldoende gerespecteerd door de trainer ?

Voetbal heeft niks met het verleden te maken, maar altijd met de laatste prestatie. Wat je de voorbije tien jaar ook allemaal gepresteerd mag hebben, in principe is dat nu van geen enkele tel. Ik denk dat hij ook op die manier met spelers omgaat.

Hij bouwt niet zoals zijn voorganger en huidig assistent René Verheyen zijn ploeg rond Gert Verheyen en Philippe Clement.

Neen. Er zijn trainers die dat wel doen, hij dus niet. Als trainers dat doen, geeft je dat dikwijls zoveel vertrouwen dat het vervolg daarvan is dat je vaak heel goed gaat spelen. Voor een stuk is dat ook de verklaring waarom ik in de nationale ploeg beter speel dan momenteel bij Brugge.

Terwijl Trond Sollied je juist heel vaak wisselt, zei Robert Waseige na Griekenland-België iets als : Gert is met Marc Wilmots en Philippe Clement de leider, als ik er hem af neem, voel ik het verschil in mijn ploeg.

Het is iemand die totaal anders werkt, ja, maar of mijn vervanging nu de reden was waarom de Grieken alsnog wonnen of dat het gewoon toeval was, daar kan je natuurlijk over discussiëren (lacht).

Geen toeval, zegt de bondscoach.

Ja. Het is ook niet zo makkelijk als iemand je echt die verantwoordelijkheid geeft. Dat brengt weer extra druk mee waar je mee moet kunnen omgaan. Je moet ook presteren natuurlijk, want ook al zegt Waseige dat : ik besef ook wel dat ik mij niet kan permitteren twee slechte matchen na elkaar te spelen. Ook bij de nationale ploeg is het je laatste prestatie die zal bepalen of je opnieuw een kans krijgt of niet.

Eindelijk nog eens met plezier gespeeld, sprak je na Griekenland-België. In Brugge speel je dus zonder plezier ?

Dat heeft vooral met mijn positie te maken. Ik ben sowieso al een speler die graag veel plaats heeft, graag veel loopt en graag veel aan de bal is. Op die positie van rechtsbuiten is dat iets wat volgens mij niet kan. Je bent beperkt in je ruimte, je raakt heel weinig de bal, je moet leven van een paar acties op een wedstrijd, wat eigenlijk niet mijn stijl is. Dat maakt dus dat je niet kunt doen wat je echt graag doet.

Met twee in de spits wel, waaruit dan plezier voortvloeit, wat ook invloed kan hebben op goed of slecht presteren natuurlijk. Wat je graag doet, doe je makkelijker en beter. Ik zal niet zeggen dat ik tegen mijn goesting rechtsbuiten speel, maar het is gewoon moeilijker voor mij. Ik vind mezelf een diepe spits in een systeem met twee spitsen of een rechtermiddenvelder in 4-4-2. Eigenlijk, ik vind dat ik niks van een rechtsbuiten heb, geen enkele van de specifieke kwaliteiten heb die de positie vereist. Als je het zelf niet gelooft, is het moeilijk uit te voeren natuurlijk.

Als Ajax, de exponent van de echte buitenspelers, ze al niet meer heeft, dan denk ik dat het een uitstervend ras is.

Ga je dan als kapitein niet bij de trainer pleiten voor 4-4-2 ?

Neen. Ik denk ook niet dat dat nodig is, want dan kom je weer bij hetzelfde terecht : bij het feit dat er binnen de spelersgroep geen unanimiteit is over hoe er gespeeld moet worden. Dit seizoen ligt onze kracht bij Timmy ( Simons, nvdr) en Gaetan ( Englebert, nvdr), die het tot nu toe ook fantastisch hebben gedaan, dus kan ik me voorstellen dat Timmy en Gaetan veel liever 4-3-3 dan 4-4-2 spelen.

Je zou je waarschijnlijk niet verzetten tegen een trainerswissel ?

Pas op : ik ben niet tégen de trainer, hé. Het is niet omdat we van mening verschillen over mijn positie dat ik tegen hem ben. Moest het mij zòdanig irriteren, dan had ik het al proberen te veranderen, dan had ik er al iets aan kunnen doen. Dan moet ik naar boven gaan en zeggen dat ik weg wil.

Of, Gert, dat hij weg moet. Je bent toch nog niet zijn ontslag gaan bepleiten ?

Neen. Kijk, waar mensen samenwerken, zal je altijd meningsverschillen hebben, maar uiteindelijk willen we beiden hetzelfde.

Club kampioen. Maar waar het om gaat, is : hoe moet het gebeuren ?

Wie zal het zeggen, wat het beste is ? Het moeilijke in voetbal is juist dat je bij alles wat je doet nooit aan het resultaat kunt afmeten of wat je deed de reden is waarom het goed of slecht gaat, zeker niet op korte termijn. Elke manier van werken en elk spelsysteem levert zijn goeie en zijn slechte wedstrijden op. Ik denk dat dat altijd zo zal blijven. Daarom ook dat er nog altijd over de hele wereld op zoveel verschillende manieren wordt gespeeld. Moest daar geen discussie meer over bestaan, dan zou iedereen natuurlijk hetzelfde spelen – en zou voetbal zeer saai worden.

Dat je al eens van mening verschilt, is logisch. Sla na een wedstrijd alle kranten open : beoordelingen en quoteringen worden hoe langer hoe verschillender. Jongens die in de ene krant de besten worden gevonden, zijn volgens een andere de slechtsten geweest. En waaraan ligt dat ? Dat ligt eraan met welk idee je vertrekt om naar die match te kijken. Het begint met – wat heel menselijk is – vooroordelen ten opzichte van spelers en mensen. En om die vooroordelen weg te voetballen, moet je al heel sterk zijn, of – in de andere richting – heel slecht. Ik denk dat dat iets is dat bestaat onder journalisten, onder spelers en onder trainers.

Je bent nog niet zo ver dat turbulentie rond je persoon in de media je innerlijke rust niet kan verstoren ?

Ik denk dat niemand immuun voor kritiek is. Wie zegt dat het hem niks doet, geloof ik niet. Ik kan er wel tegen als ik zelf vind dat het niet goed was, maar er zijn heel veel situaties dat je zelf vindt dat het goed was en je kritiek krijgt. Dan wordt het moeilijk natuurlijk.

Hoe is het ondertussen met je buikspieren ?

Op winterstage had ik voor het laatst wat problemen, bij het hernemen weer, maar sindsdien durf ik zeggen dat ik er eigenlijk honderd procent vanaf ben. Ik vermijd wel expliciete buikspieroefeningen, om weer geen last te krijgen. En ik stretch heel veel om alles zo soepel mogelijk te houden.

Is de kracht helemaal terug ?

Ja, ik denk wel helemaal.

Zou het kunnen dat je anders voetbalt ? Minder ontstuimig, rustiger, economischer ?

Zeker aan de bal ben ik rustiger geworden en ook een stuk zuiverder dan vroeger, denk ik. Misschien loop ik ook minder domme meters, zijn de echt dwaze inspanningen er niet meer bij. Maar dat heeft, denk ik, toch vooral met je positie te maken : als ik bij de nationale ploeg in de spits speel, dan loop ik van links naar rechts en is het duelleren en opboksen tegen de verdediging.

Waarschijnlijk kijk je met zeer veel goesting uit naar het WK.

Ja, absoluut. Een WK is het grootste en het hoogste dat je in de voetballerij kunt meemaken en het feit dat het in Japan is, maakt het toch iets avontuurlijker. Mij mogen ze gerust twee maanden in een hotel steken om een toernooi te spelen. Dat vind ik niet erg. Je kinderen, die lopen niet weg, hé, die zijn gewoon een maand ouder als je thuiskomt (lacht). Ik denk zelfs dat zo’n tijdelijke scheiding absoluut ook goed kan zijn voor een relatie.

Wat verwacht je van het WK ?

Ik denk dat de honger opnieuw heel groot is, misschien nog groter zelfs dan voor het EK. Met de manier waarop we toen speelden en de spirit die toen in de ploeg zat, hadden we het daar veel verder kunnen brengen. De vraag is : waarom faal je op het moment dat het echt moet ?

Hoe vermijd je het ?

Ik denk dat nu het voordeel is dat we met Tsjechië al voor een heel moeilijke opdracht stonden en daar echt wel gelukt zijn, terwijl we voor het EK alleen maar vrienschappelijk hadden gespeeld. Ik hoop dat we opnieuw het niveau kunnen halen wat nodig is om het in zo’n toernooi goed te doen. We weten ook dat we daarvoor allemaal ons beste peil moeten halen. België moet een kern hebben met allemaal jongens die op hun top zitten om echt in zo’n toernooi te kunnen presteren, denk ik.

Stel, Gert : je speelt een fantastisch WK. Bestaat dan de kans dat je je alsnog aan een buitenlandse transfer waagt ?

Alleen als de club zegt : Gert, jong, we hebben hier iemand aan de deur en hebben geld nodig, het liefst zouden we je verkopen en veel geld aan je verdienen. Vorig jaar nam ik een beslissing en daar had ik nog geen seconde spijt van. Het is niet omdat het niet echt gaat zoals je wilt in je club, dat ik daarop terugkom. Je weet trouwens ook dat als je vijf jaar bijtekent, je nooit vijf probleemloze jaren zal doormaken. In elke club komen er moeilijke momenten. Die zijn er dus al geweest, juist omdat de lat zo hoog ligt.

Té hoog ? Wordt de kwaliteit van de spelers van Club Brugge niet een tikje overschat ?

Puur op kwaliteit beoordeeld, vind ik : wie zegt dat Brugge kampioen mòet worden, moet dat ook van Anderlecht en Standard zeggen.

Behalve, hoor je geregeld, dat Club Brugge creativiteit mist.

Dat is het cliché dat steeds terugkomt als we eens verliezen (lacht). Zoals de typische buitenspeler aan het uitsterven is, zo komt ook de typische nummer tien steeds minder voor. Wie nu het nummer tien draagt, wordt dikwijls verkeerd beoordeeld : de Zidanes en de Figo’s werken zich te pletter voor de ploeg.

Hoe moet een ploeg als Club Brugge, die bijna wekelijks tegen een muur komt te spelen, zonder typische buitenspelers en zonder typische nummer tien openingen zien te creëren ?

Met twee goeie centrumspitsen die op geen meter kijken. Wat is de kracht van Genk ?

door Christian Vandenabeele, ,

“Er is binnen de spelersgroep geen unanimiteit over hoe het moet.”

“Ik kan er als kapitein ook niks aan doen dat er hier vijftien ontevreden zijn.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content