Een man met een missie, zo ziet de Braziliaan João Carlos Pinto Chaves zichzelf. Komende zomer wil hij een transfer naar een topclub. ‘Roger Lambrecht is een man van zijn woord.’

Door Frederic Vanheule

Nee, liever geen afspraak op 14 februari, dan vieren we Valentijn”, zegt João Carlos Pinto Chaves (26) beslist. “Op die dag ga ik samen met mijn vrouw en dochter Maria Eduarda – in juni wordt ze vier jaar – op restaurant iets eten. Gezellig samen met ons drietjes, ze krijgen dan een geschenk ( grijnst). Deze keer is het iets bijzonders, want onze zoon komt er binnen vier maanden aan. Ik ben zo blij. Misschien kan ik later met hem wat voetbaltrucjes uitvoeren. Op twaalf juni vieren we Valentijn een tweede keer, maar dan de Braziliaanse versie: bij ons op het strand met lekker weer. Een gezellige barbecue, met de vrienden in de buurt. Ik ben een echte huisman, heel gezinsgebonden. Eigenlijk is dat bij mekaar zijn met de familie een mooie Zuid-Amerikaanse traditie. Mijn ouders staan erop, ik mag hun vertrouwen niet beschamen. Zij cijferden zich ook altijd weg voor mij, mijn broer en zus. Hun advies, en dat van God, moet ik altijd volgen.”

Rijk

João Carlos groeide op in Realengo. Een grotendeels arme wijk in het westelijke gedeelte van Rio de Janeiro, een gigantische wereldstad met zo’n tien miljoen inwoners. Door zijn komst naar Europa – eerst in 2003 bij CSKA Sofia, een jaar later bij Lokeren OV – slaagde hij erin om voldoende geld te verzamelen. Het overgrote gedeelte van zijn dichte familie woont nu in woningen in het betere stadsgedeelte. Hij is momenteel ook bezig met een nieuwbouwproject voor appartementen.

“Mijn vader is de eerste opzichter, samen met mijn broer Flavio“, legt de sierlijke verdediger uit. “Papa is sinds een halfjaar met pensioen, hij was jaren veiligheidschef in een warenhuis, werkte van zes uur ’s morgens tot tien uur ’s avonds. Hij had wat last aan de ogen, ik betaalde een dure operatie. Mama verkocht vroeger pizza en andere gerechten op een school, maar stopte daar ook al een tijdje mee. Ze hebben altijd hard gewerkt en verdienen nu dus wat rust. Ik ben blij dat ik hen financieel en materieel wat kan teruggeven ( stilte). Weet je, rondlopen als kleine jongen in de favelas ( sloppenwijk of getto met veel criminaliteit, nvdr) is heus geen lachertje. Slechts twee goede vrienden – die ik volledig kan vertrouwen – hield ik over aan mijn jeugdjaren, de rest is dood of zit in de gevangenis wegens diefstal of drugsbezit. Dankzij het voetbal ontsnapte ik aan die krankzinnige wereld. Veilig terugkeren van school was altijd een zware opgave, het gevaar loerde om de hoek. Only the strong survive. Toen mijn vrouw twee jaar geleden met mijn wagen ging winkelen, bedreigden twee mannen haar op klaarlichte dag met een pistool. Ze gingen aan de haal met de auto. Waarom? Omdat ik een voetballer ben en volgens hen veel geld verdien. In hun ogen ben ik een rijk man ( schudt het hoofd). Ach, het is en blijft een schrijnende toestand. Familieleden van bekende voetballers worden vaak ontvoerd voor losgeld. Zielig, dan bloedt mijn hart, maar het is nu eenmaal de rauwe realiteit. Gelukkig woon ik nu aan de strandzijde, waar niemand me kent.”

Houvast

In België onderhoudt João Carlos goede vriendschappelijke contacten met Standardverdediger Dante Bonfim en doelman Luciano Da Silva, tegenwoordig invaller bij FC Groningen. “Net zoals ik twee rustige en sympathieke jongens”, weet hij. “Wij zijn levensgenieters in de goede zin van het woord, bekijken alles met de glimlach, denken en handelen altijd professioneel. Don’t worry, be happy. Het leven is al zo kort.” Onrechtstreeks verwijst hij daarmee naar de levenswandel van zijn landgenoten Alex Da Silva (FC Brussels), Jaja Coelho (Westerlo) en eerder zijn ex-ploeggenoot Tailson. ” Tata(Tailson, nvdr) kon duidelijk de weelde niet dragen, vergooide zijn talent”, betreurt hij. “Hij was mentaal niet sterk genoeg om zijn echtscheiding te verteren. Door uit te gaan en te drinken los je die problemen niet op. In de discotheek kan je geen prijzen winnen. Plots was hij meer een king naast het veld, in de Carré, dan erop. Tata was een echte killer voor doel, maar speelt nu in de Braziliaanse tweede klasse. Natuurlijk heb ik ook wel eens heimwee, maar ik kan altijd terugvallen op mijn sterke vrouw. We zijn al tien jaar een koppel, we hebben een stevige band. Weet je, de meeste Brazilianen hebben nood aan een stevig houvast. Geld en een rustig leven maken blijkbaar niet altijd gelukkig. Een mooie Mercedes en plezier maken in de discotheek, het klinkt zo aanlokkelijk, maar het berokkent ook schade aan je loopbaan. Adriano was daar bij Inter het mooiste voorbeeld van: verslaafd aan alcohol en depressief. Zelfs een fysiek en psychisch herstelprogramma leverde niks op. Nog maar 25, maar gewoon opgebrand. Hij speelt nu voor São Paulo. Blijkbaar is dat ook het probleem van Alex en Jaja. Ik ken hun persoonlijkheid niet, maar ze hebben duidelijk nood aan begeleiding.”

Het scheelde niet veel of João Carlos vertrok tijdens de winterstop naar Rode Ster Belgrado. Maar de hoge transferprijs van drie miljoen euro die voorzitter Roger Lambrecht eiste, vormde het struikelblok. Nochtans had Carlos een persoonlijk akkoord met de Servische club. Tegen Bergen bleek duidelijk dat de Braziliaan de ontgoocheling nog niet verteerd had. “Ik had het moeilijk om me te concentreren, mijn geweten was niet zuiver”, verontschuldigt hij zich. “Ik ben een ambitieuze voetballer. Na vier jaar heb ik nood aan een nieuwe uitdaging, ik wil graag mijn eigen grenzen verleggen. Komende zomer ben ik zeker weg ( sterk overtuigd). Daarover maakte ik begin vorige week een duidelijke afspraak met de voorzitter. Ik geloof hem, want hij is een man van zijn woord en altijd correct. Nooit zal ik vergeten dat hij me in Rio kwam opzoeken om te tekenen. Maar we moeten zoeken naar een win-winsituatie. Ik heb de indruk dat hij mijn standpunt begrijpt. De club kan veel geld verdienen aan mij en ik heb nood aan verse lucht. Dat ik niet naar Rode Ster mocht, was een ferme klap in mijn gezicht. Wie betaalt nu drie miljoen euro voor een verdediger van een Belgische middenmoter? Die prijs is crazy, veel te veel. In het buitenland kennen ze Lokeren niet. Aleksandar Jankovic, de assistent van Slavo Muslin, is daar hoofdcoach en ik zou er mijn Senegalese vriend Ibrahim Gueye, met wie ik nog samenspeelde bij CSKA Sofia, terugzien. Bovendien spelen zij mee voor de titel. Ze kunnen dus volgend seizoen uitkomen in de Champions League of de UEFA Cup. Ook financieel kan ik daarmee goede zaken doen. Ik mag gerust spreken van een gemiste kans, ook al schat ik de Belgische competitie hoger in dan de Servische. Daar heb je op een seizoen tijd slechts drie tot vijf moeilijke wedstrijden, dat besef ik maar al te goed. De komende zes maanden verlies ik eigenlijk kostbare tijd in mijn ontwikkeling, want ik zit gevangen in Lokeren. Mijn spontaneïteit verdwijnt, ik voel me niet meer zo relaxed. Ik ben er ondertussen 26, zit fysiek in mijn beste periode en heb niet langer last van blessures. Maar een prijs zit er dit seizoen niet meer in. We kunnen hoogstens de topclubs een beetje ambeteren en bij de eerste acht eindigen. Anderlecht maakten we het al lastig, ook Club Brugge gaan we een zware avond bezorgen.”

Makelaar

Opvallend is dat João Carlos werkt zonder een vaste zaakwaarnemer. “Ik ben niet naïef en wil niet de speelbal worden van malafide personen. Het voetbalmilieu is te vaak een jungle”, waarschuwt de Braziliaan. “Toen ik van Vasco da Gama naar Sofia vertrok, werd ik opgelicht door een landgenoot die ik al tien jaar kende. Hij liep weg met de commissie en mijn tekengeld. Sindsdien vertrouw ik niemand meer, tenzij ze komen aandraven met een concreet voorstel. Ik wil zelf beslissen over mijn toekomst, ken perfect mijn rechten en plichten. Sowieso bespreek ik alles eerst met mijn vader. Hij is mijn vertrouwensman en klankbord, onder alle omstandigheden. De stress van de laatste weken kon ik afreageren bij hem ( lacht). Hij kalmeerde me, want op een gegeven moment stond ik op ontploffen. De frustratie stapelde zich op. Mijn vader is mijn ideale mental coach. ‘Jouw tijd komt nog wel, mijn jongen. Tel tot drie en blijf optimistisch. God zal jouw pad effenen.'”

Standard polste al eens, maar eigenlijk zou de Braziliaan het best passen bij Anderlecht, dat technisch verfijnd voetbal propageert. “Een streling voor het oog, een zegen voor ons team”, zo omschrijft coach Georges Leekens graag zijn goudhaantje. “Een wereldvoetballer, een schitterende speler om naar te kijken. Altijd zuiver bij zijn inspeelpass en sterk in de duels. Bovendien behoudt hij het overzicht. Verdedigen is een kunst, Carlos een artiest. Je kunt er een orgasme van krijgen ( lacht fijntjes).” João Carlos grinnikt met de opmerking, maar ontkent ook niet dat een overstap naar de Belgische top hem aanspreekt. “Ik lig nog tot 2010 onder contract, dat is hét probleem”, vervolgt hij. “Daarom vrees ik dat alleen een buitenlandse ploeg een optie is. Begrijp me niet verkeerd, ik sta niet weigerachtig tegenover een vertrek naar Anderlecht, Standard, Club Brugge of zelfs RC Genk. Ik zit nog niet aan het maximum van mijn kunnen. Ik ben ook heel perfectionistisch ingesteld: het móét en kán altijd beter. Nooit zal ik zeggen dat ik de beste verdediger ben in België. Maar daarvoor heb ik nood aan wedstrijden op een hoger niveau. Ik rendeer het best met wat druk. Bij CSKA Sofia stonden telkens honderden fans aan de uitgang bij een zeldzame nederlaag. Zo’n instelling kan mijn motivatie en honger naar succes alleen maar verhogen. Maar het sportieve en financiële plaatje moet compleet zijn. Het is tijd om te oogsten wat ik hier bij Lokeren zaaide.”

Mentor

João Carlos wil de komende maanden ook graag de mentor zijn van landgenoot Leandro (26), die hij hoopt klaar te stomen als zijn opvolger. “Begin maart vertrekt mijn echtgenote naar Brazilië om de bevalling voor te bereiden. Het is goed dat hij me gezelschap kan houden”, vertelt de Braziliaan. “Wat ik de laatste drie en een half jaar opstak van Olivier Doll op en naast het veld tracht ik hem mee te geven. Oli en ik voelen elkaar ondertussen blindelings aan. Dankzij hem werd ik een slimmere en lepere verdediger en durf ik al eens wat meer op interceptie te spelen. Wij moeten het slot op de deur zijn, samen met de doelman voor de nul zorgen. In Bulgarije werd ik wekelijks geconfronteerd met harde tackles. Het ging er fysiek even hard aan toe als hier. Ik kies nu beter mijn momenten, speel een pak eenvoudiger en kaats al eens vaker met de spitsen als ik kan oprukken. Maar ik ben ook kritisch voor mezelf: offensief moet ik, bij stilstaande fasen, nog meer profiteren van mijn kopspel en traptechniek.”

Het klikt ook bijzonder goed met Leekens, die bekendstaat als een uitstekend motivator. “Hij kan me op een positieve manier prikkelen en doet me vaak lachen. Mijn timide kant verdween wat. Zo stuur ik de jongeren wel eens met een smoesje op hem af”, bekent João Carlos. “Het is waarschijnlijk dankzij de coach dat ik een constant niveau haal. Hij was zelf een uitstekende verdediger, hé ( grijnst). Brutaliteit en agressiviteit in de duels, dat benadrukt hij graag. Hij staat ook op discipline en professionalisme. Daar hou ik wel van. Niet alleen op het veld, maar ook ernaast. Hij schudde een paar spelers, die vorig seizoen waren ingedommeld, wakker. Zijn boodschap is veelal positief, wij werden sterker in ons hoofd. Alleen de resultaten ontbreken. We zitten duidelijk in een leerfase en een overgangsjaar. Verdedigend kunnen we ons mannetje staan, alleen voorin ontbreekt het ons nog aan efficiëntie. Patiyo Tambwe doet hard zijn best, scoort vaak, maar mist een echte killer aan zijn zijde. Omer Golan moet dat in principe kunnen, alleen kampt hij momenteel nog met een logische aanpassingsperiode. Het is een seizoen van vallen en opstaan. Onze kern blijkt wat te krap. In plaats van elf hebben we nood aan achttien volwaardige kernspelers. Maar ja ( berustend), een club als Lokeren is nu eenmaal beperkt in zijn mogelijkheden.” S

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content