Het vertrek van Ivan Santini, zijn relatie met Yannick Ferrera, zijn netwerk en de verhouding met Christophe Henrotay, zijn ambities en de kritiek: Big Dan zet in een exclusief gesprek met Sport/Voetbalmagazine de puntjes op de i.
Toen ruim een jaar geleden werd bekendgemaakt dat Bruno Venanzi aan het hoofd van Standard kwam en de onpopulaire Roland Duchâtelet verving, kreeg het moreel van de supporters van de Rouches een fikse boost. Twee maanden later stapte Daniel Van Buyten in de raad van bestuur en werd hij raadgever van de voorzitter. Die band, tussen een voorzitter die vanaf het eerste uur supporter was van Standard en een ex-Rouche, tevens icoon van het Belgische voetbal, was voor de fans het definitieve signaal om opnieuw voluit voor de Luikse club te vlammen.
Helaas, wat volgde, was veel minder en deze zomer, na een tot dusver veel minder indrukwekkende transferperiode, zwol de kritiek opnieuw aan. Kritiek die geregeld Van Buyten viseerde. Vorige donderdag, aan de vooravond van wat best opnieuw een hete Standard-Charleroi kon worden, ontmoetten we het zwarte schaap. Hoewel hij gewoonlijk zeer discreet is in zijn mediaoptredens, vond Van Buyten het tijd om naar buiten te treden en zijn versie van de feiten te geven. ‘Als men schrijft dat men me nooit ziet op het trainingscomplex en dat ik niks doe, is dat compleet gelogen’, opent Van Buyten. ‘Als ik zeg dat ik vijftien uur per dag werk, denk ik niet te liegen. Men heeft ook al beweerd dat ik na mijn actieve carrière op mijn lauweren wilde rusten. Ook dat is absoluut niet het geval. Ik neem de zaken zeer ernstig en ben hier maar voor één ding: van Standard opnieuw een topclub maken. Deze club is bezig met structureren. Misschien dat het sneller had kunnen gebeuren, maar Standard is een beetje een speciale club en het duurt wat langer dan elders. Sommigen moeten tien jaar wachten voor ze een titel pakken, wij haalden al na zes maanden een prijs. Die beker hebben we wél gewonnen!’
U kunt toch moeilijk het voorbije seizoen als ‘geslaagd’ beschouwen?
DANIEL VAN BUYTEN: ‘Wat wilt u? Men vertelt dat deze club business wil doen en dat boven het sportieve zet. Terwijl we na zes maanden een prijs pakten…’
Wij waren verrast toen Ivan Santini vorige week in een interview vertelde dat hij nooit met u sprak. ‘We kruisten elkaar, meer niet’, zei hij.
VAN BUYTEN: ‘Ik ben geen trainer, geen sportief directeur, ik sta daar boven. Ik ben naar Standard gekomen om Bruno te helpen deze club op sportief vlak te structureren. Hij is mijn baas. Zo werk ik vanaf dag één. Ik ben hier niet om vrienden te maken. Ik kan ook niet overal zijn om contacten te leggen. Misschien zag ik Santini niet elke dag om hem te groeten, maar ik vind het belangrijker om die spelers te zien die niet spelen. Kampioen word je niet alleen dankzij die elf op het veld maar ook dankzij hen die op de bank zitten. En met die jongens heb je het meeste werk. Alleen: dat werk ziet niemand. Het werk dat hier op de Académie wordt verricht, is immens. Opnieuw discipline krijgen, een winnaarsmentaliteit: dat is hard werken.”
SANTINI
Wat hebt u binnen deze club al kunnen veranderen?
VAN BUYTEN: ‘Als Bruno mij heeft gekozen, was dat om de ervaring die ik opdeed in clubs als Bayern München. Ik heb hier rondgekeken, gezien dat er behoorlijk wat ontbrak, en ik heb goeie mensen op diverse posten gezet. Ik heb aan Thierry Verjans, die bij de jeugd van Anderlecht werkte, gevraagd of hij geïnteresseerd was om zich te bekommeren om ons opleidingscentrum. Idem met Olivier Renard. Ik wist dat hij bekwaam was, toegewijd en een harde werker. Ik plaats mensen in wie ik vertrouwen heb. We gaan proberen de fouten uit het verleden niet meer te maken.’
Hebt u de verkoop van Santini aangemoedigd?
VAN BUYTEN: ‘Wat Santini betreft, hebben we een beslissing genomen in functie van het financiële bod, het profiel en de leeftijd van de speler. Ik was niet voor of tegen zijn vertrek, maar in de huidige situatie was zijn transfer een goeie zaak, sportief konden we beter vinden. De speler ging akkoord met een vertrek. De makelaar ook, net als de voorzitter en Olivier. Nog voor ik bij de club kwam, dacht men al aan het doorverkopen van Santini, terwijl hij als het ware maar net was getransfereerd.’
Begrijpt u de ongerustheid bij de supporters? Vooral rond het vertrek van Santini…
VAN BUYTEN: (onderbreekt) ‘Die op een gegeven moment door het hele stadion werd uitgefloten. Die bij een nieuwe slechte periode in september opnieuw zou worden uitgefloten. Mijn wil is ook investeren in jonge Belgen uit ons opleidingscentrum, zodat die op een dag kunnen wervelen op het veld van Sclessin, voor ze naar het buitenland vertrekken.’
Geeft u richtlijnen aan Yannick Ferrera wat de jongeren betreft?
VAN BUYTEN: ‘Neen. Yannick mag bellen wanneer hij wil. Ik heb geen enkel probleem met hem, we hebben mekaar vandaag nog gezien. Maar ik ben er ook om het te zeggen als ik niet tevreden ben. Zoals in Brugge tijdens de supercup, toen we met elf tegen tien hadden kunnen winnen.’
Is het normaal dat Ferrera geen enkele inspraak had in de transfers?
VAN BUYTEN: ‘Stel dat de trainer er over drie maanden niet meer is? Wat doe je dan met spelers die die trainer wilde? Tijdens de voorbije winter hebben we er alles aan gedaan dat hij de profielen kreeg waar hij naar verlangde.’
De nieuwkomers komen amper aan spelen toe. Dat is verrassend.
VAN BUYTEN: ‘Hoe kun je de ene dag vier spelers uit de A-kern wegsturen en hen er een tijdje later opnieuw bijhalen! En dan is het aan ons om de brokken met die spelers te lijmen… Dat heb ik Yannick gezegd: dat het geen goeie zaak was. Ik ben zelf nog speler geweest, het is niet makkelijk om de rug weer te rechten.’
Komt u nooit tussenbeide in zijn keuzes?
VAN BUYTEN: ‘Wij hebben Yannick nooit gezegd dat hij die of die moest opstellen. Tenzij één keer. Voor de bekerfinale hebben we gezegd, in overleg met de voorzitter, dat het misschien beter was om Víctor Valdés in doel te zetten. Het is Yannick die beslist wie hij opstelt, wie hij uit zijn kern zet, om die een week later opnieuw te recupereren. Mijn rol is zeggen dat zoiets geen goeie zaak is. Of zeggen dat het geen goeie zaak was dat hij Benjamin Tetteh in Waregem 90 minuten liet spelen, terwijl die voordien nog niet had gevoetbald. Dan is het niet verrassend dat die jongen zich in de 89e minuut blesseert en nu drie weken out is.’
Stond u achter de komst van Ferrera?
VAN BUYTEN: ‘Ja. Zijn profiel beantwoordde perfect aan wat we wilden voor deze club.’
Wat vindt u zo goed aan hem?
VAN BUYTEN: ‘Alles. Zijn persoonlijkheid, motivatie, ambitie, zijn jeugd. Hij moest een nieuwe wind laten waaien. Toen ik bij de club belandde, polste Bruno me naar wat ik dacht van de kwaliteit van het werk van Slavo Muslin. Ik had veel zin om te zeggen dat we recht op tweede klasse afstevenden. Ik was gechoqueerd door de trainingen, totaal fout, zelfs in bevordering trainen ze niet op die manier.’
Hebt u spijt van de wintertransfers (Knockaert, Yattabaré, Teixeira en Van Damme) die volgens alle analyses de club verzwakt hebben?
VAN BUYTEN: ‘Mijn werk hangt ook af van de wil van de voorzitter om opnieuw een financieel evenwicht te vinden. Wat doe je wanneer een speler zelf vraagt om te vertrekken? Hou je die jongen, terwijl hij het hoofd elders heeft en je drie miljoen euro kunt krijgen, terwijl hij over zes maanden misschien maar 500.000 euro waard is?’
U komt van een van de grootste clubs ter wereld, waar alles perfect georganiseerd is. Is de stap van Bayern München naar een Standard in wederopbouw niet wat groot?
VAN BUYTEN: ‘Wie uit een structuur komt waar alles perfect loopt, heeft niet veel verdienste. Bayern heeft Christian Nerlinger vervangen door Matthias Sammer, maar het is niet dankzij die laatste dat er een titel werd veroverd. Bayern won die voordien ook. Hier ligt een echte uitdaging, want deze club had al jaren geen prijs meer gepakt.’
Onze analyse is dat Standard met deze kern niet te hoog moet mikken.
VAN BUYTEN: ‘En ik denk dat we betere resultaten kunnen halen met deze spelers. Dat heb ik Yannick ook gezegd.’
De voorzitter wil meedoen voor de titel. Dat lijkt u toch ook nogal moeilijk?
VAN BUYTEN: ‘Ik heb nooit gezegd dat we voor de titel gaan. Alleen dat we een beter seizoen gaan hebben dan vorig jaar. En als we elk seizoen beter doen, is dat voor mij zeer goed. Het ultieme doel is uiteraard opnieuw kampioen worden. Maar daarvoor moet iedereen opnieuw in dezelfde richting trekken. Ik ben misschien te braaf geweest, heb de zaken wat te lang laten gaan. Ik denk dat ik harder moet worden, zoals het voetbal eist.’
DOOR THOMAS BRICMONT – FOTO’S BELGAIMAGE – VIRGINIE LEFOUR
‘Ik ben geen trainer en geen sportief directeur, ik sta daar boven.’ – DANIEL VAN BUYTEN
