De totale mens + totale overgave = totaalvoetbal. Dat is de leer van Louis van Gaal. Hij had er succes mee bij Ajax, Barcelona en AZ. En ook bij Bayern München verlegt de 58-jarige coach grenzen. Zaterdag kan hij voor de tweede keer de Champions League winnen.

Louis van Gaal draait met zijn stoel een kwartslag en wijst naar buiten. “Kijk naar die bomen. Geen wind.” Hij verheft zijn stem. “Geen wind! Nooit! Dus als het tien graden boven nul is, lijkt het twintig graden. En als het tien graden onder nul is, voelt het dus niet kouder aan. Dit klimaat is fantastisch. Ik heb hier nog elke dag de zon zien opkomen.”

Van Gaal is een man van de vier jaargetijden. In Spanje woonde hij aan de zee, in Sitges. “En toch is het leven hier mooier.” Ter promotie van het jaarlijkse Oktoberfest wilde hij best met een pot bier op de foto, maar hij drinkt het nog steeds niet. Hij ontdekte de Duitse en Oostenrijkse Veltliner, een witte wijn die kan wedijveren met de rode Rioja. “Dan is er nog de familiaire Beierse cultuur van gemoedelijkheid en gezelligheid. En als je een vleeseter bent, zoals ik, kun je nergens beter zitten dan in Duitsland.”

En Van Gaal zít goed in Duitsland. Met Bayern München gaat het uitstekend: het pakte de Duitse titel en won afgelopen zaterdag de Duitse beker tegen Werder Bremen. Ook in de Champions League legde het een briljant parcours af. De Nederlandse trainer heeft dus, ondanks een moeizaam begin, overtuigd. Zelfs met de Duitse pers raakt hij nog door één deur. “Vergeleken met Nederland of Spanje vind ik de meeste Duitse journalisten nog heel beleefd en hoffelijk; sympathiek zelfs. Dan heb je hier nog een aantal kranten die wat scherper zijn, zich wat meer op randzaken richten. Toch vind ik het wel meevallen.”

Wat dacht u, gezien het imago van de Duitse boulevardpers, hier aan te treffen?

Louis van Gaal: “Ik heb Duitsers altijd positief benaderd, terwijl dat in mijn vaderland niet zo is. Ik denk daar gewoon anders over. Je kunt deze mensen niet meer aanspreken op fouten die landgenoten zeventig jaar geleden hebben gemaakt.”

In de jaren negentig zei u al ooit bij deze club te willen werken. En Bayern was al vijf keer concreet bij u geweest. Bayern en Van Gaal leken geschapen voor elkaar.

“Dat heeft met de cultuur en organisatie te maken. Maar ook met het voetbal. Ik denk dat ik hier iets kan toevoegen.”

Ervaart u dit als de ultieme werkplek?

“Ach, dat moet nog blijken. Het spijt me als ik het moet zeggen, maar de media zijn voor mij inferieur. Wat belangrijk is voor mij, zijn de mensen met wie ik moet samenwerken: de spelersgroep, de staf en het bestuur. Dat zijn de drie pijlers. Toen ik bij Ajax begon, stonden de spelers niet achter mij. Ze waren Leo Beenhakker gewend en opeens kwam er een compleet andere coach met compleet andere ideeën. Dat was wel erg veel verandering voor dat moment. Ik werkte weliswaar met een goede staf en een goed bestuur, maar in december moesten we tegen Osasuna en toen was het gewoon kielekiele, hoor. Bij een nederlaag had ik die UEFA Cup niet gewonnen en was ik hier niet geweest. In Barcelona was de situatie vrijwel identiek. Er zaten enkele oudere spelers in de selectie. Ik maakte Pep Guardiola aanvoerder, in plaats van Guillermo Amor. Dus die spelersgroep bekeek mij ook met de nodige argwaan. Het bestuur had ik mee, maar opnieuw sloeg het pas echt om in november, december. En nu zit ik bij Bayern München. Ik moest met Franz Beckenbauer, Karl-Heinz Rummenigge, Uli Hoeness en Christian Nerlinger gaan samenwerken. Allemaal ex-spelers; persoonlijkheden met een mening over voetbal. Die personen moest ik op één lijn zien te krijgen.”

Hoe probeert u dat?

“Door een verzoek in te dienen om wekelijks bij de clubleiding aan te schuiven. Anders kunnen ze geen gefundeerd oordeel vellen. Die mensen zitten namelijk niet op het trainingsveld en in de kleedkamer. Bij Ajax had ik dezelfde afspraak met Arie van Os, bij Barcelona met Josep Lluis Nuñez, bij AZ met Marcel Brands en Toon Gerbrands. Dat werkte in mijn voordeel, heb ik gemerkt. Want ik ben geen alledaagse trainer die op een modale manier zijn werk uitvoert. Inmiddels is het bestuur van Bayern redelijk overtuigd. Maar de spelers hadden het eerder door.”

Gold dat ook voor Luca Toni en Franck Ribéry?

“Dat is appels met peren vergelijken. Als je bij een grote club speelt, heb je te maken met professionele eisen die voor iedereen gelden. Toni voldeed daar niet aan; de rest wel. Over Toni hoef ik niet eens te discussiëren, die heeft het niet eens geprobeerd. Ribéry is een totaal ander geval. Is steeds geblesseerd geweest en heeft daardoor naast het potje gepiest. Nu is hij fit. Er zijn weinig spelers die dan bij mij weer volledig kunnen integreren. Maar dat heeft te maken met de kwaliteiten van Ribéry.”

Beierse voetbaldieren

Markus Hörwick, al 28 jaar de perschef van Bayern, sprak zijn bewondering uit over het feit dat u tijdens de contractbesprekingen nog een tolk meenam en twee maanden later Duits sprak.

“Zo heb ik het jaren geleden ook in Spanje gedaan. Mijn tactische spreekkamer hierboven was net een vergaderzaal van de Europese Gemeenschap, met al die tolken erbij. Op die manier hebben mijn voorgangers gewerkt. Bij mij moesten buitenlandse spelers vanaf dag één Duits leren. En natuurlijk spreek ik mijn talen, dus kan ik het een beetje bijsturen, want ik merk gauw genoeg of een speler iets wel of niet verstaat. Of ik zie het aan de uitvoering. Maar dat moet je dus allemaal organiseren en coördineren.”

Het levert ook vermakelijke conversaties met de media op, als u bijvoorbeeld uitlegt dat Ribéry ein kleines Herzchen heeft of dat u en uw vrouw Truus in lepeltjeshouding slapen.

“In Spanje introduceerde ik een aantal nieuwe zegswijzen. Daar wordt nog steeds over gesproken. Sommige dingen zeg ik hier expres in het Nederlands, ook in de groep. Dan schrikken ze even, omdat ze niet weten wat ik zeg. Totdat er een vertaling komt.”

U vindt media onbelangrijk. Maar u koos voor een land waar vooral het boulevardblad Bild diep in de voetbalwereld geworteld zit en alle notabelen wel ergens een eigen column hebben.

“Dat is dan ook de uitdaging. Dat ik daar tóch wil werken, ondanks die weerstand, maar dat ik verwacht dat we uiteindelijk aan hetzelfde touwtje trekken.

“Tegen mijn selectie zeg ik: de media hebben een ander uitgangspunt. Ik probeer een beschermde wereld te creëren voor mijn spelers; waarin ze kunnen communiceren met elkaar, waarin ze zich niet alleen als voetballer tonen maar ook als mens. Dat helpt mee in het veld, daar ben ik heilig van overtuigd. Ik noem dat het totalemens-principe. Ik weet wel dat mensen bladen lezen en ze op basis daarvan een mening vormen. Maar het mag geen verschil uitmaken in het runnen van een club of het omgaan met mensen.”

Dat klinkt heel idealistisch. Veel clubs gaan vroeg of laat toch gewoon voor de bijl als de druk van de media en het publiek te groot wordt?

“In Nederland werd het misschien gesuggereerd, maar die druk is hier niet echt geweest, hoor. Eind november, dus volop in de zwarte periode, heb ik nog de jaarvergadering bezocht waar Beckenbauer aftrad en Hoeness als voorzitter werd geïnstalleerd. Nou, de mensen waren dolenthousiast.”

Is het misschien een verschil dat de clubleiding uit praktijkjongens bestaat?

“Nee. Want bij Ajax en Barcelona kreeg ik meer steun dan in de eerste drie maanden bij Bayern.”

Hier had u meer overredingskracht nodig?

“Ja, iedereen riep maar wat in de media. Dat is nu wat minder geworden.”

Is het gelopen zoals u het voor ogen had? Of was het erger?

“Ik wilde graag naar Bayern München, dus ik heb me goed voorbereid. Ik las in de kranten wat Beckenbauer, Hoeness en Rummenigge zeiden en dacht: nou, dat is niet zo leuk voor de trainer. Dus als ik de besturen met elkaar moet vergelijken, heb ik hier mijn zwaarste tijd gehad. Deze heren zijn voetbaldieren, hebben wat te melden en dat doen ze ook.”

Is het wel mogelijk een veilige wereld te creëren met zo veel bemoeienis van buitenaf?

“Ik streef er wel naar. Maar je kunt niet zeggen dat het een rustige club is met deze heren.”

Nigeria op de stoep

Hoe staat u tegenover een contractverlenging?

“Ik weet het niet. Het was niet voor niets mijn wens een tweejarig contract te tekenen. Ik ben dan zestig. Ooit had ik me voorgenomen te stoppen op mijn 55e. En stel dat ik nog ergens bondscoach wil worden, dan zou het bij wijze van spreken beter zijn dit jaar op te houden omdat na de zomer weer een nieuwe cyclus begint, richting het EK.

“Maar ik kom op een leeftijd dat ik misschien andere dingen wil gaan doen. Met mijn vrouw Truus optrekken bijvoorbeeld. Want dat is door deze stap op het tweede plan gekomen.”

Kunt u eigenlijk leven zonder voetbal?

“Alles wat ik doe, doe ik met overtuiging. Dus als ik de knoop doorhak, kost het me weinig moeite. Maar ik zal nooit helemaal afstand nemen. Ik kan misschien iets voor de UEFA betekenen, zoals Rinus Michels vroeger deed. Dat trekt me wel.”

Zal het niet blijven knagen als u geen bondscoach meer wordt?

“Die kans heb ik gehad, maar wij hebben ons toen niet gekwalificeerd. Ik zou het nog steeds willen meemaken en volgens mij kan dat ook.”

Wij kunnen ons voorstellen dat u toehapt wanneer u volgend jaar opnieuw de kans krijgt.

“Als Argentinië, Engeland, Duitsland of Spanje komt, doe ik dat ook.”

Nigeria heeft al drie keer bij u op de stoep gestaan.

“En dit jaar ook weer. Ik had best met Nigeria naar het WK willen gaan. Maar Bayern zag het niet zo zitten en ik had ook met Truus te maken. We willen komende zomer graag samen wat ondernemen. Mijn kans komt nog wel, dacht ik. Als je vier keer bent gevraagd, komt er ook een vijfde keer.”

Meedenken en meevoelen

Ajax, Barcelona, Oranje, Bayern München … Dat is, na 23 dienstjaren, een prachtig kwartet.

“En AZ! Daar heb ik de mooiste tijd gehad. Omdat ik zowel met de spelersgroep als met het bestuur uitstekend kon werken.”

Verbaast het u dat AZ de conclusie trok dat de spelersgroep alleen gedijt onder een type-Van Gaal?

“Elke club heeft een trainer nodig met een bepaalde filosofie en overtuiging. Maar ik geloof helemaal niet dat ze Koeman namen omdat hij zo los was.”

Maar u gaat in uw benadering verder dan de rest.

“Weet ik niet. Ik denk dat Advocaat ook dicht op zijn spelers zit. Maar ik ben een trainer die erg veel met zijn spelers praat, die zich probeert te verplaatsen in hun gedachtegang. Dat wordt alleen nooit geschreven. Ik laat spelers meedenken en meevoelen. Dus in dat opzicht ben ik veel losser dan Koeman, of Co Adriaanse. Je kunt een trainersprofiel niet in één woord vangen. Er zijn zo veel facetten die met de persoonlijkheid van een trainer en speler te maken hebben. Dat is wat ik wisselwerking noem. Een gevoel. Ik ben juist een flexibel mens. En dat kun je niet van veel mensen zeggen.”

Wat bedoelt u daarmee?

“Dat ik me altijd afvraag hoe de ander zou kunnen denken; waarom hij iets zegt. Met de media is dat anders, omdat zij juist helemaal niet openstaan voor het feit dat het niet altijd verstandig is vragen op een bepaalde manier te stellen of op de man te spelen. En daarom ben ik vaak kwaad.” S

door yoeri van den busken & thijs van veghel

Ik kom op een leeftijd dat ik andere dingen wil gaan doen.

Als Argentinië, Engeland, Duitsland of Spanje komt, hap ik toe.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content