‘Terwijl mijn leeftijdgenoten voor het slapengaan een verhaaltje voorgelezen kregen, wist ik dat ik er zo goed als alleen voor zou staan.’ Fragmenten uit het keiharde leven van Bojan Jorgacevic, doelman van AA Gent.
B ojan Jorgacevic: “Het eerste wat ik deed toen ik in België kwam, was een kinderkamer kopen voor mijn dochter. Ik heb nooit een eigen slaapkamer gehad. We hadden thuis een heel klein huis met één kamer, een kleine keuken en een kleine badkamer. De ene kamer was ’s nachts de slaapkamer van iedereen, als we opstonden, werd dat de woonkamer en als we moesten eten, maakten we er een eetkamer van. ( lachje) We waren arm. Kinderen om mij heen hadden het beter. Ik durfde ook nooit vriendjes te vragen om bij mij thuis te komen. Want ik zag bij anderen dat ze een eigen kamer hadden. Dus je begrijpt waarom ik mijn dochters meteen een eigen kamer wilde geven.
“Eén keer ben ik met mijn vader, moeder en broer op vakantie kunnen gaan, naar Griekenland. De enige keer dat we samen op vakantie naar het buitenland zijn geweest. We hadden het niet zo breed thuis, dus op reis gaan was te duur voor ons.
“Ik hoop dat mensen begrijpen dat ik iedereen het beste gun. Mijn kinderen krijgen nu alles wat ik zelf niet heb gehad. Maar ik besef als geen ander ook dat je dat moet verdienen. Zonder ervoor te werken krijg je niks in het leven. Dus als mijn kinderen groter geworden zijn, zal ik ze zeker niet te veel verwennen.
“Tijdens de oorlog in de Balkan viel in Belgrado de schade nog mee, maar er zijn toch burgers geraakt. Ze zeggen wel dat de bommen op militaire doelen vielen, maar er zaten altijd onschuldige burgers bij de slachtoffers. Je moest onder de grond vluchten, vaak ook tijdens de training. Je hoorde de ruiten breken. Iedereen in de stad kent het verhaal van het meisje dat op haar kamer zat te spelen en om het leven kwam door granaatscherven in haar hoofd. Als je geluk had, ging je ’s avonds slapen met de gedachte dat er geld was om ’s anderendaags brood te kopen. Je wist alleen niet of er wel brood zou zíjn om te kopen.”
Leven als Buffalo
” Michel Preud’homme heb ik als speler nog bezig gezien op het WK in Amerika en Italië. Hij en ik, wij hebben dezelfde mentaliteit. Ik weet heel goed wat hij vraagt van ons. Hij is een grote pedagoog. Ik ben 27 nu, maar hij kan mij veel leren. Ik moet vooral rustig leren blijven in doel. Dat benadrukt hij. Als je onder de adrenaline zit, is dat niet altijd gemakkelijk, maar als ik dat kan, mijn emoties onder controle houden, kan ik de top aan.
“Iedereen die ik in mijn land ken, vraagt zich af waarom ik niet voor de nationale ploeg speel. Dat weet ik omdat ik vaak naar reacties op het internet kijk. Als mijn Belgisch paspoort in orde komt en ik speel heel goed, waarom zou ik dan niet de Belgische nationale ploeg ambiëren? Met de Servische nationale ploeg ben ik klaar. Ze hebben al veel verschillende spelers opgeroepen en ze kregen al veel kansen om mij eens op te roepen, maar vorige keer werd er een doelman opgeroepen die niet eens een club heeft, dan een jonge van Vojvodina en een van een ploeg die nog lager in de rangschikking staat. Dus ik ben een beetje kwaad nu. Als niemand mijn kwaliteiten ziet, kan ik er niks aan doen. Zelfs Radomir Antic, de vroegere bondscoach, heeft ontwijkend geantwoord op de vraag waarom ik niet word opgeroepen. Soms geeft het mij meer motivatie. Het is de reden dat ik iets extra’s wil doen voor België. Dit land heeft mij kansen gegeven om mijn leven uit te bouwen. En zo zit ik in elkaar: als iemand mij helpt, wil ik dat dubbel teruggeven.
“Nu ben ik bij wijze van spreken klaar om te sterven voor deze ploeg. Waar ik in de toekomst ook nog terechtkom, deze club zal altijd in mijn hart blijven. Het is meer dan een club voor mij geworden, het is emotie. Het voelt als familie van mij. Daarom heb ik bij het begin van het seizoen onder mijn uitrusting een T-shirt gedragen waarop stond ‘Buffalo is een stuk van mijn leven’. Ik wou de supporters na afloop van de wedstrijd daarmee bedanken omdat ze mij al drie jaar steunen.
“In mijn doel plaats ik altijd een flesje gewijd water uit een kerk in Servië. Ik heb veel zulke flesjes. Om de andere dag is er een vlucht van Servië naar België, dus er zijn altijd wel mensen die er meebrengen voor mij. Sint-Petka is de heilige van de kerk waar ik mijn wijwater haal.
“Elke Servische familie kiest zijn orthodoxe heiligen. Bij ons in huis hangen, zoals je ziet, Sint-Petka en Sint-Nicolai. De laatste is de heilige die mijn vader ook had gekozen en de eerste heb ik zelf gekozen. Ook rond mijn hals en mijn pols draag ik religieuze symbolen. In mijn kastje in de kleedkamer staan nog foto’s, een boek … Naast mijn kastje bevindt zich dat van Chris-tophe Grondin, een moslim. Hij heeft dus een andere kerk in zijn kastje. ( lacht) Ik respecteer iedereen, want uiteindelijk geloven we toch allemaal in één god.
“Maar al zeventig jaar kunnen Serviërs niet op een normale manier reizen. Vanaf 19 december zullen ze eindelijk naar België kunnen komen zonder visum. En dat verdienen ze.
“Toen ik naar Gent kwam, was dat een heel vreemde ervaring. Ik had een paar maanden nodig om mij als buitenlander aan te passen. Ik wou ook vooral geen verkeerde dingen zeggen of doen om hier geen foute indruk te maken. Je moet als buitenlander je manier van leven omgooien om je aan te passen, maar van de andere kant toch zorgen dat je jezelf blijft. Ik kom uit een cultuur waar mensen warmer en opener zijn, men is geïnteresseerd in hoe het in het leven van de ander gaat. Hier in België houdt men meer afstand. Dat was in het begin heel raar voor mij: je zit hier alleen en niemand vraagt hoe het met je gaat. Van de andere kant vind ik het ook wel goed dat je hier minder met extreme supporters te maken krijgt en men mij in mijn privéleven met rust laat.” ( lachje)
Kracht van vader
“1994 is een belangrijk jaar geweest in mijn leven, dan is er veel veranderd door de dood van mijn vader. Hij overleed aan een hartaanval toen hij 44 was. Ik was toen net geen 13.
“Op een avond kwam hij thuis van zijn werk. Hij lag in bed toen mijn moeder merkte dat er iets mis was. Ze belden de ambulance, maar ze konden niets meer doen. Mijn broer was 18 toen. Hij was in tegenstelling tot ik niet thuis toen vader overleed, maar hij zat in een of andere discotheek. Ik heb mijn vader nog in mijn armen kunnen nemen, maar we hadden geen tijd meer om afscheid te nemen.
“Ik groeide sneller op dan andere kinderen van mijn generatie. Als zoiets gebeurt in je leven, kan je twee kanten op: je gaat helemaal uit de bocht of je blijft op het rechte pad. Ik heb voor de tweede mogelijkheid gekozen. Bij wie ik steun vond? Bij niemand. Mijn moeder sprak wel met mij, maar ik keerde mij vooral in mijzelf. Als ik het lastig had, trok ik de lakens over mijn hoofd en dacht ik: morgen is weer een dag om ertegenaan te gaan.
“Ik werd mentaal met de zorg voor mijn familie opgezadeld. Ik moest geld binnenbrengen en voor mijn moeder en broer zorgen. Mijn moeder is drie keer geopereerd aan borstkanker. Daarna had het zich op haar maag gezet. Maar nu is ze gelukkig aan de beterhand.
“Je bent van de ene kant jong zoals de andere kinderen, dus je wilt leven zoals zij, maar van de andere kant moet je al volwassen zijn. Als al mijn leeftijdgenoten naar huis gingen en voor het slapengaan een verhaaltje voorgelezen kregen, wist ik dat ik er met een zieke moeder en een broer zonder werk zo goed als alleen voor zou staan. Het was mijn lot.
“Werken was de enige uitweg. Ik ben bouwvakker geweest, ik heb hamburgers gebakken, … Tot ik een contract kon tekenen bij RAD Belgrado. Toen begon ik meer te verdienen. Nu pluk ik daar de vruchten van. Alles wat ik in mijn leven bereikt heb, heb ik aan mijzelf te danken. Elke euro. Ik ben trots op mijzelf dat ik zo veel bereikt heb. Maar mijn gezin blijft het belangrijkste dat ik heb. Geld komt op de tweede plaats.
“Mijn broer is vijf jaar ouder, hij werkt nu voor een bedrijf dat kabeltelevisie legt. Hij is getrouwd en gaat binnenkort vader worden. Mijn familie apprecieert wat ik voor hen gedaan heb. Niemand in mijn familie doet iets in het voetbal, maar ze zijn heel trots op mij. Ik probeer mijn energie nu in Gent op iedereen in de groep over te brengen en met iedereen te praten, ook buiten het voetbal soms. Ik probeer er een familie van te maken, zoals ik dat thuis ook heb moeten doen. Maar aan sommige jongeren is het moeilijk uit te leggen dat ze moeten werken voor wat ze krijgen. Ik begrijp dat tijden veranderen, maar ik weet ook dat alles wat je doet vroeg of laat terugkomt in je leven. Als je goed hebt gedaan, doe je daar later je voordeel mee. Deed je slechte dingen, dan komen ze daarna weer op je pad.
“Toen mijn vader overleed, waren mijn ouders bovendien dag op dag twintig jaar getrouwd. Mijn moeder en mijn grootmoeder hadden alles klaar gezet voor een feest, maar hij kwam nogal laat thuis, waardoor ze besloten alles een dag uit te stellen. Maar die dag is er dus nooit meer gekomen. Mijn vader was als mijn beste vriend, we hadden een heel goede relatie. Zijn dood kwam echt in de slechtst denkbare periode in mijn opvoeding, maar het heeft mij kracht gegeven voor de rest van mijn leven.”
door raoul de groote
In mijn doel plaats ik altijd een flesje gewijd water uit een kerk in Servië.
We hadden thuis één kamer: ’s nachts was het de slaapkamer, overdag de woonkamer en ’s avonds de eetkamer.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier