De vroegere eerste minister geeft tekst en uitleg bij zijn mandaat als voorzitter van de financiële fairplaycommissie van de UEFA. Hij doet ook zijn zegje over de gang van zaken bij de Belgische voetbalbond. ‘Ja, ik ben bezorgd om wat er gebeurt.’

In het echte leven is Jean-Luc Dehaene (70) precies zoals de man die we al jaren kennen van zijn bijna dagelijkse verschijningen op televisie. Eerst als vakminister, later als premier van het land tussen 1992 en 1999 en ook de jaren daarna nog als veel gevraagde gast in diverse programma’s. Zijn embonpoint en uiterlijk van een bon-vivant, zijn verschijning zonder franjes, zijn onverbloemd taalgebruik, kortom zijn hele manier van zijn en doen tonen een man uit één stuk die met een goed gekozen kwinkslag altijd en bij iedereen in staat is om het ijs te breken. Het is ook helemaal dezelfde man die steevast en meestal samen met zijn echtgenote Celie om de veertien dagen te zien is in de eretribune van Club Brugge.

Hoe bent u eigenlijk aan uw opdracht bij de UEFA gekomen?

Jean-Luc Dehaene: “Toen Michel Platini besliste om een reglement op punt te zetten rond financiële fair play zocht hij nog een voorzitter voor de commissie die deze taak op zich zou nemen. Hij wilde iemand uit een klein land met een bepaalde naam in Europa en met goede contacten bij de Europese instellingen. Ik veronderstel dat mijn vriend Michel D’Hooghe hem heeft gesignaleerd dat ik aan dat profiel beantwoord. Voordien heb ik nooit een engagement in het voetbal willen opnemen. Ik heb altijd mandaten als bestuurslid bij een club geweigerd, want als de resultaten tegenvallen en als daardoor het gevaar dreigt dat er op het einde van de rit een tekort is van een paar miljoen, dan zou ik niet meer van de wedstrijden kunnen genieten. Elke keer dat men mij een dergelijke vraag heeft gesteld, heb ik daarom geweigerd. In het project van Platini komt het genot dat het bijwonen van een wedstrijd me geeft niet in het gedrang. En het biedt me ook de kans iets terug te doen voor het voetbal, dat me in mijn leven toch veel heeft gegeven.”

Zoals?

“Als kind al had ik een enorme passie voor het voetbal en naarmate mijn carrière vorderde, kon ik bij het voetbal altijd even de professionele muizenissen en kopzorgen vergeten. Als ik een wedstrijd bijwoonde in het stadion heb ik nooit over politiek gesproken. Dankzij het voetbal heb ik enorm veel contacten kunnen leggen en heb ik een niet te onderschatten netwerk kunnen opbouwen. Ik mag zelfs zeggen dat voetbal altijd een cruciale rol heeft gespeeld voor mijn mentale evenwicht.”

Hebt u zelf gevoetbald?

“Alleen in het team van mijn college waar ik doelman was. Maar van jongs af ging ik wel heel veel kijken. Zowel naar wedstrijden van Cercle als van Club. Normaal gezien had ik dichter bij groen-zwart moeten staan dan bij blauw-zwart, want het sociale aspect was toen nog erg belangrijk en Cercle stond symbool voor de christelijke middenklasse waar ik als dokterszoon ook toe behoorde. Alles wat met Club verbonden was stond daar diametraal tegenover, maar toch ging ik veel liever naar Club kijken, omdat er gewoon veel meer sfeer in het stadion was.”

Streng optreden

Hoe lang loopt uw mandaat bij de UEFA?

“Het eerste heeft een looptijd van bijna twee jaar en loopt binnenkort af. Het wordt dan verlengd voor nog eens twee jaar.”

Men noemt u weleens de sheriff van de UEFA.

“Ik hou niet van dat woord. Ik zie mezelf vooral als een soort gids. Ik probeer de clubs te overtuigen dat ze de reglementering van de financiële fair play moeten respecteren. Ik weet heel goed welke vraag op de lippen van alle journalisten brandt: ‘Wanneer zullen Dehaene en de UEFA voor het eerst een club de deelname aan de Europacups ontzeggen?’ Maar dat is niet de manier waarop ik tegen de zaken aankijk. Wij proberen de clubs te adviseren en als er grote problemen zijn, maken we de betrokken dossiers over aan de disciplinaire instanties van de UEFA. De finan- ciële fairplaycommissie legt zelf geen sancties op. We kunnen rekenen op de steun van de European Club Association (ECA), de overkoepelende organisatie van de grootste Europese clubs. Onze doelstelling is iedereen achter onze regels te scharen, zodat niemand moet worden uitgesloten.”

U bent dus niet de superflik van het Europese voetbal?

“Politiemensen delen sancties uit, onze commissie niet. Ze moet eerder worden gezien als een parket dat dossiers onderzoekt en probeert om degenen die het reglement niet naleven weer op het rechte pad te brengen. Als er fouten gebeuren of als er sprake is van een manifeste slechte wil bij een aantal clubs komen de dossiers bij de disciplinaire instanties, die de rol van rechtbank op zich nemen.”

Als eerste minister bracht u orde op zaken in de Belgische overheidsfinanciën via forse besparingsmaatregelen. De burgers waren daar toen niet blij mee. Vreest u nu niet de clubleiders tegen u in het harnas te jagen?

“Mensen waarderen het als men zijn doelstellingen realiseert, maar dat gebeurt meestal pas achteraf. Ik weet uit ervaring dat je ertegen bestand moet zijn dat er eerst wat protest komt. Tot nu toe zijn de reacties positief. De clubs moedigen ons aan om ons werk voort te zetten en zeggen dat ze met onze commissie zullen samenwerken.”

Ook de grote clubs die zware schulden torsen?

“De manier waarop ze op onze maatregelen zullen reageren, wordt voor mij een belangrijke test. We zullen zien of ze hun huidige blijk van goede wil ook in concrete daden zullen omzetten. We passen het financiële fairplayreglement toe vanaf 2013/14. We geven de clubs de kans om zich geleidelijk aan te passen. Het belangrijkste is dat ze hun goede wil tonen. Ik maak graag de vergelijking met de situatie toen ik in 1992 eerste minister werd. Niemand gaf België toen ook maar de geringste kans om lid te kunnen worden van de Europese Muntunie. Op korte termijn konden we onze overheidsschuld niet terugdringen tot onder het percentage dat daarvoor werd geëist, maar we toonden wel onze goede wil om die doelstelling op termijn waar te maken door de vereiste structurele maatregelen te nemen. Bij de UEFA gaan we uit van dezelfde redenering: we zullen begrip tonen voor de clubs in moeilijkheden, maar we zullen streng optreden als clubleiders ons leugens vertellen of trucs vinden om ons reglement te omzeilen.”

Atoombom

Is de belangrijkste maatregel de verplichting om elk seizoen de uitgaven en de inkomsten in evenwicht te houden?

“We eisen een evenwicht tussen de inkomsten en de uitgaven die gekoppeld zijn aan het voetbal.”

Horen de transfers daar ook bij?

“Ja, net als de wedstrijdrecettes, de televisierechten en de merchandising.”

Wat gebeurt er als een club dat evenwicht niet bereikt, maar gered wordt door een voorzitter of sterke man die 20 of 30 miljoen uit eigen zak betaalt om het gat te dichten?

“Dat zal niet langer toegelaten zijn.”

Mogen we zware problemen verwachten?

“Dat moeten we nog afwachten. We zullen dat club per club bekijken. Het doel bestaat erin om de transferbedragen te beperken en iets te doen aan de torenhoge lonen.”

Toch komt er geen loonplafond?

“Neen. Zoiets is wel gedaan in de Verenigde Staten, maar de UEFA wil die maatregel niet toepassen. We werken vooral voort op basis van het systeem van de Europese licentie: clubs die Europees spelen, mogen eind december geen schulden meer hebben tegenover andere clubs, hun spelers, hun voetbalbond of de staat.”

U wilt dus maatregelen nemen tegen de clubs die hun verplichtingen niet nakomen rond het betalen van de transferbedragen?

“Dat klopt. Clubs die deze schulden niet tegen 31 december betaald hebben of geen akkoorden met hun schuldeisers kunnen voorleggen, zullen in de problemen komen.”

Denkt u dat dit zal werken?

“Daarover zal ik over drie jaar uitsluitsel kunnen geven. Maar het feit dat ik me voor dit mandaat geëngageerd heb, betekent dat ik erin geloof.”

Denkt u echt niet dat er clubs zullen worden uitgesloten?

“Een team beletten om deel te nemen aan een Europacup is een beetje als een atoombom gooien: niet noodzakelijk de goede oplossing. We zullen ook aan tussenoplossingen moeten denken.”

Gaat het dan om financiële sancties?

“De UEFA zal op dat vlak enige creativiteit aan de dag moeten leggen.”

Geen geval Moeskroen

De commissie zal clubs met een zware schuldenlast vragen om die schulden geleidelijk aan weg te werken. Maar is dat wel mogelijk? Ik denk bijvoorbeeld aan Real Madrid.

“De ervaring zal het moeten uitwijzen, maar ik wil echt geen uitspraken doen over specifieke clubs. Ik begrijp dat er wat scepticisme is, maar men zou ons toch de kans moeten geven ons systeem te implementeren.”

Clubs kunnen worden uitgesloten van deelname aan de Europacups, maar er zullen geen nationale sancties zijn voor de clubs die het financiële reglement niet naleven …

“Heel wat landen hebben al de principes van de Europese licentie overgenomen en dat levert goede resultaten op. Er moet alleen over gewaakt worden dat de parameters echt worden toegepast. Als dat in België was gebeurd, dan zou er geen geval Moeskroen geweest zijn. De club zou uiteraard wel grote problemen hebben gehad, maar niet in volle competitie. Als over twee tot vier jaar de nationale bonden het systeem van de financiële fair play toepassen, zal de UEFA daar alleszins tevreden over zijn.”

Toch leeft de indruk dat in sommige landen, zoals Engeland, de financiële constructies zodanig kunstmatig zijn opgebouwd dat de boel elk ogenblik kan ontploffen?

“Nogmaals: ik spreek me niet uit over landen of clubs. Ik ben van oordeel dat de gegevens waarover we nu beschikken heterogeen en weinig of niet gecontroleerd zijn. Wij zullen werken met homogene gegevens, met cijfers die afkomstig zijn van de clubs en bevestigd zijn door financiële specialisten.”

Denkt u niet dat er in verschillende landen echt schandalige constructies zijn opgezet?

“Ik spreek me daar niet over uit.”

Zal de UEFA een team straffen dat 500 miljoen schulden heeft en 100 miljoen wil betalen om een nieuwe speler binnen te halen?

“Transferbedragen zullen we niet in de hand hebben. We willen er enkel voor zorgen dat clubs die spelers verkopen voor een bepaald bedrag, dat bedrag ook ontvangen.”

De commissie wil dus ook geen maatregelen nemen tegen de praktijken van sommige spelersmakelaars?

“Dat behoort in principe niet tot ons actieterrein, maar het is duidelijk dat dit thema een betere omkadering moet krijgen.”

Zal de commissie nagaan of geld waarmee de clubs worden betaald geen ‘vuil’ geld is?

“Een van de voordelen van de Europese licentie is dat de financiële gegevens goedgekeurd moeten worden door auditkantoren. Elke club moet over een erkende bedrijfsrevisor beschikken. Het is de taak van die mensen om dat soort controles uit te voeren.”

Bezorgt deze opdracht bij de UEFA u niet meer hoofdbrekens dan genoegdoening?

“Ik beleef er meer plezier aan dan bijvoorbeeld aan het voorzitterschap van Dexia.” ( lacht)

Maar dat plezier kan snel gedaan zijn als clubs die van deelname aan de Europacup worden uitgesloten naar de rechtbank stappen. Vreest u daar niet voor?

“Dat risico bestaat altijd. Maar ik hoop dat de financiële fair play het voetbal gezonder zal maken, want de huidige situatie ís niet gezond en treft onder meer het Belgisch voetbal.”

De play-offs

U werd meer dan eens genoemd als mogelijke sterke man bij de Belgische voetbalbond. Is dat ooit een concrete optie geweest?

“Ja. Ik heb het voorstel gekregen om voorzitter te worden van Profliga. Ivan De Witte is me daarover komen spreken vóór ik het voorzitterschap van de fairplaycommissie aanvaardde. Ik heb hem veel laten zeggen over mij, omdat het allemaal positief klonk ( lacht), maar ik heb geweigerd om dezelfde reden als die waarom ik nooit een post heb willen aanvaarden bij een club. Ik wil voetbal in de eerste plaats blijven zien als ontspanning. Ik heb al genoeg zorgen aan mijn hoofd.”

Weigerde u ook niet omdat de KBVB bekendstaat als een wespennest?

“Dat is niet de reden, al moet ik erkennen dat ik enigszins bezorgd ben om alles wat er gebeurt. Bij de bond en bij de Profliga zijn dringend structurele hervormingen nodig. Al die discussies over de organisatie van de competitie doen het Belgisch voetbal geen goed.”

Aan welke diepgaande hervormingen denkt u?

“Men moet beginnen met meer verantwoordelijken te benoemen die professioneel kunnen werken, zonder aan een club gebonden te zijn.”

Hoe reageert u als voorzitter van de Europese fairplaycommissie op het gebrek aan sportiviteit dat zich de jongste tijd manifesteert?

“Het gaat de laatste twee, drie jaar van kwaad naar erger. Ook omdat men zo veel rechtszaken aanspant. Iedereen blijft elkaar maar in de voet schieten. Het is meer dan ooit elk voor zich.”

Is dat niet de schuld van de televisierechten?

“O, maar het is niet alleen in ons land dat we dat probleem hebben. Overal spelen de televisiestations een erg belangrijke rol in de financiering van het voetbal.”

In andere landen hebben ze het hele voetbalgebeuren toch minder verstoord dan bij ons?

“Men is bij ons inderdaad te ver gegaan. Wat me daarin het meeste stoort, is dat de speeldata van de wedstrijden helemaal in het teken van de televisie staan. Ik kan in het begin van het seizoen niets meer plannen, omdat ik niet weet of Club nu op vrijdag, zaterdag, zondag, maandag of dinsdag zal spelen. Voor mensen met een strakke agenda zoals ik zorgt dat voor een hoop frustraties. Ook de play-offs zal men toch moeten herbekijken, want men kan niet alles op zijn kop zetten om meer televisierechten op te strijken. Men moet toch ook een beetje aan de fans denken. Er zijn overal televisierechten, maar niet overal play-offs.”

Is de Belgische eerste klasse financieel gezond in vergelijking met andere landen?

“Gemiddeld genomen scoren we niet zo slecht. We staan zeker in de eerste helft van de klassering.”

Denkt u soms na over de toekomst van ons voetbal in geval het tot een splitsing van ons land zou komen?

“Splitsing? Daarover maak ik me niet de minste zorgen. We zullen een oplossing vinden, zoals we er altijd een hebben gevonden. Wat we nu beleven op politiek vlak is helemaal niet nieuw. Iedereen lijkt vergeten te zijn dat we in de jaren zeventig en tachtig minstens even erge crisissen hebben meegemaakt. Het ging er toen tussen de politici zelfs veel heftiger aan toen dan nu. Salonmaniertjes zoals nu waren niet aan ons besteed. Toen ik vergaderingen had met André Cools en andere Franstaligen en als we een glas te veel op hadden, dan was er serieuze herrie hoor!”

DOOR PIERRE DANVOYE – BEELDEN ERIC HERCHAFT (REPORTERS)

“Ik beleef aan mijn UEFA-mandaat meer plezier dan aan het voorzitterschap van Dexia.”

“Over een splitsing van België maak ik me niet de minste zorgen.”

“Voetbal is altijd van cruciaal belang geweest voor mijn mentale evenwicht.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content