Goudkoorts deed mountainbiker Filip Meirhaeghe ijlen en naar verboden middelen grijpen. Het kost hem zijn naam en een mogelijke medaille op de Olympische Spelen.

Dinsdagavond twintig juli. De telefoon rinkelt. Filip Meirhaeghe aan de lijn. Hij zit nog wat langer dan voorzien in Amerika, had een gemiste oproep gezien en belt even terug. Attent toch ! Een week later zal hij in België zijn en ja, dan heeft hij wel tijd voor een interview, zoals afgesproken voor zijn vertrek. Toen had hij in extremis een afspraak voor een dubbelgesprek met Peter Van Petegem afgeblazen. Dinsdag 27 juli beantwoordt Meirhaeghe op de middag spontaan een oproep : hij is terug uit Amerika en ja, er is tijd om ’s anderendaags het geplande interview af te werken. Even ’s avonds terugbellen voor plaats en uur ? De mountainbiker neemt ook dan meteen op. Er is een klein probleem : woensdag lukt niet. Maar een van de dagen daarna kan zeker, geen enkel probleem. Misschien op woensdagavond nog eens bellen voor de details, dag, uur en plaats ?

Woensdagavond blijft de telefoon rinkelen. Na een aantal belletjes gaat het antwoordapparaat aan : dan maar een boodschap inspreken. Dit keer belt Meirhaeghe niet terug. Nog later op de avond slaat het antwoordapparaat meteen aan. Eigenaardig is dat. Om elf uur ’s avonds wordt veel duidelijk. Na de voetbaluitslagen meldt het radionieuws nog een pas binnengelopen bericht. Filip Meirhaeghe besliste zopas met topsport te kappen, hij gaat niet naar de Olympische Spelen.

Donderdagochtend weten BOIC noch wielerbond van iets. Om tien uur is een handvol journalisten verzameld in wegrestaurant De Valck in Nazareth, op de snelweg van Gent naar Kortrijk. In de krantenkiosk bij het conferentiezaaltje prijkt Meirhaeghes afscheid op alle voorpagina’s. Sommige kranten suggereren dat de mountainbiker bij een dopingcontrole betrapt zou zijn op het gebruik van epo, maar in de Gazet van Antwerpen ontkent de mountainbiker dat bericht.

Helemaal alleen neemt Filip Meirhaeghe om tien uur plaats achter de microfoons. Hij probeert er ontspannen uit te zien, borst vooruit en kin omhoog. Gaat op de stoel zitten naast de plek waar de microfoons staan. Grijnst, met een knipoog naar een paar journalisten : “Er zit iemand anders op mijn plaats.” Maar er zit niemand naast hem. Geen begeleiders, geen bondscoach. De insinuaties in de kranten waren hem te snel af. “Terwijl ik graag de eer aan mezelf had gehouden.”

Meirhaeghe praat kort, duidelijk, zonder omwegen. Hij zegt waar het op staat, verliest zich niet in hele of halve excuses, wijst niemand met de vinger. Na de verhalen van andere betrapten dwingt die houding respect af. De absolute obsessie voor goud lokte hem naar paden waar hij zich voorheen altijd van distantieerde. Hij is, begint hij, betrapt op het gebruik van epo op een training, buiten competitie in Canada, twee dagen voor de wereldbekerwedstrijd in Mont Saint Anne, ironisch net het evenement dat hij op zijn website zijn lievelingswedstrijd noemde.

“Ik wou niet falen, ik wou alles winnen, ik heb een verkeerde beslissing genomen. Ik geef mijn fout toe, ik ben ook maar een mens. Ik trek me terug uit de sport.” Korte pauze. “Ik heb het nieuws vernomen dinsdag toen ik terugkeerde uit Amerika na een stage.” Hij bedankt vrienden en kennissen voor de steun. “Ik ben als persoon niet veranderd. Ik zal ook niet meer ter beschikking staan voor verdere interviews.” Geen zes minuten is hij aan het woord geweest. Iemand vraagt of er vragen mogen gesteld worden. Meirhaeghe aarzelt : “Ik denk dat ik alles verteld heb.”

Wanneer hij beslist heeft epo te gebruiken ? “Op stage voor de wereldbekerwedstrijd in Oostenrijk, zeven weken geleden.” Daarvoor nooit ? “Nee. Ik heb het ook zelf beslist. Als er iets misloopt, neem ik zelf mijn verantwoordelijkheid. Het was mijn zaak. Zelfs mijn vriendin wist het niet.” Of hij niet wist welke de risico’s waren van dopinggebruik ? “Natuurlijk : ik kon betrapt worden.” Of er na de bekentenis van de Britse wielrenner David Millar een week daarvoor…. ? Meirhaeghe onderbreekt de vraag, staat op : “Ik ga geen antwoord meer geven. Game over.”

Iedereen, maar toch Meirhaeghe niet ? Het is ook de reactie bij bondscoach Rudy De Bie. Hij vernam het nieuws in Polen, waar hij met de nationale jeugdrenners het EK afwerkte. De Bie kreeg op zijn mobiele telefoon al meteen tekstberichtjes van verontruste ouders die hem vroegen of ze hun kinderen wel in zo’n sport konden laten opgroeien. Zelf hoorde hij Meirhaeghe nog niet, belde hem evenmin op : “Wat moet je op zo’n moment tegen zo’n man zeggen ?”

Algemeen bondscoach José De Cauwer zocht de renner wel op, hoorde De Bie die via een gemeenschappelijke kennis nog de groeten kreeg van Meirhaeghe. Hoe De Bie zou reageren als hij Meirhaeghe morgen tegen het lijf liep ? Natuurlijk zou hij met hem praten, maar makkelijk zou dat eerste contact niet zijn. “Enorm kwaad ben ik op hem. Omdat ik wéét dat hij die dingen niet nodig had om te presteren. Of hij er nog een medaille bij won of niet, dat maakte niet zo veel uit. Iedereen keek nu al naar hem op. Daar blijft nu niets van over.” Kwaad op de persoon Filip Meirhaeghe is hij niet : “Daarvoor heb ik te veel respect, bewonder ik hem voor al wat hij deed, voor de manier waarop hij trainde en leefde voor zijn sport.”

Meirhaeghe was een buitenbeentje in de Belgische sport. Een man met een mening, met een brede interesse, die al eens een interessant boek las, die ook bezig was met alternatieve voeding en kruiden. Meirhaeghe dacht na over wat hij deed en nog kon doen om beter te worden. Misschien is hij op zijn zoektocht naar wat beter kan voor lichaam en geest bij de verboden substanties terechtgekomen waar hij zich voordien nadrukkelijk van distantieerde. In een interview in december 2003 reageerde hij nog erg prompt op de suggestie dat in het moutainbiken geen doping gebruikt werd. “Ik gebruik niet en onder renners wordt heel weinig over doping gesproken. Maar ik ben niet naïef. Geen enkele sport is dopingvrij.”

Maar, oordeelde hij toen ook, wat niet verboden is, is toegelaten. “Als een product geen risico’s inhoudt, mogen ze het voor mij van de lijst van verboden producten halen, zelfs al is het prestatiebevorderend. Het staat dan iedereen vrij om het te gebruiken of niet.”

Als een ideale PR-man bracht hij zijn sport in België in de aandacht van iedereen. Tussen het moutainbiken door ging hij cyclocrossen, startte op de piste in een zesdaagse en reed hij op de weg. Maar het bleven maar tussendoortjes. Zijn passie voor het mountainbiken was te groot om naar de weg over te schakelen. “Ik kies zelf mijn schema’s, een wegrenner is eigendom van zijn ploeg, al ligt een wedstrijd als de Ronde van Vlaanderen me wel met al zijn hellingen.” Naar een wielergala ging hij gekleed in een maliënkolder om er als enige mountainbiker tussen wegrenners op te vallen : “Ik wil geen grijze muis zijn.”

Een grijze muis was hij niet. Dat kon ook niet vanuit zijn gedrevenheid. Die was daarvoor veel te groot. “Vanaf het moment dat ik aan de internationale top meedraaide, wou ik de perfecte palmares bijeenrijden.” In Sydney wist hij niet wat hij hoorde toen hij Belgische atleten trots hoorde zeggen dat met een olympische selectie hun doel bereikt was. “Ik kon mijn oren niet geloven. Als je eenmaal de Spelen bereikt hebt, begint het toch pas ?”

Goud werd al voor Sydney een obsessie. Maniakaal leefde hij naar die Spelen toe, stelden ook toevallige bezoekers bij hem thuis vast. Overal hingen prints met opschriften als ‘Ik ben nummer één’ of ‘Wie is de beste ? Ikke !’ Altijd had hij het gevoel dat hij voor zijn sport meer deed dan de anderen die met hem aan de start kwamen, zegde hij vorig jaar nog. “Op training ben ik 36 keer dood geweest. Dan denk ik : wie doet mij dat na ?” Op het podium zag hij er met slechts zilver aangeslagen uit, terwijl iedereen hem bejubelde.

In januari van dit jaar verkende hij samen met Roel Paulissen in Athene het olympisch parcours, tot twee keer toe. Bondscoach José De Cauwer zag een Meirhaeghe die alleen nog maar met de Spelen bezig was. We gaan hem moeten kalmeren, lachte de wielerbondscoach, al zou dat niet makkelijk zijn met iemand die zo gefocust is. “Als Filip iets wil, denkt hij er niet aan om van de uitgestippelde lijn af te wijken. Hij kan zichzelf pijn doen.”

In Oostenrijk bezweek hij voor de verleiding. Bondscoach Rudy De Bie snapt niet dat een atleet in volle competitie helemaal alleen op stage ging. “Dat is niet goed, dan ga je te veel nadenken.” Hij denkt niet dat Meirhaeghe ten onder ging aan de druk. “Voor Sydney was de druk die hij op zichzelf legde wél heel groot, nu kwam die druk meer van buitenaf, maar hij bleef daar goed mee omgaan.” Volgens de bondscoach was Meirhaeghe niet van plan na de Spelen te stoppen. Hij wilde nog naar het EK toeleven dat volgend jaar in België georganiseerd wordt en daarna nog een jaar uitbollen en rustig uitkijken naar een nieuwe uitdaging. Maar dat gaat dus niet door.

Wat moet Meirhaege nu doen ? Rudy De Bie weet het niet. “In het wielrennen zal hij niet meer welkom zijn. Ik hoor dat hij snel terugkeert naar Amerika, waar zijn vriendin Susan is achtergebleven. Hij zal zich daar wel moeten bezinnen hoe het leven verder moet, hij zit toch zonder inkomsten en de rekeningen zullen blijven toestromen. De eerste dagen zal hij zich nog sterk houden, maar het echte besef dat alles voorbij is, komt pas later. Dan zal hij iemand naast zich nodig hebben die hem goed opvangt. Want Filip is iemand van extremen, dat zou anders heel moeilijk kunnen worden.”

door Geert Foutré

‘Meirhaeghe moet zich nu bezinnen hoe het verder moet.’ (Rudy De Bie)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content