Zijn band met België is Branko Karacic nooit kwijtgeraakt. Misschien, hoopt hij, worden de contacten wel weer intenser. ‘Ik wil het voetbal zien dat ik zelf speelde.’

De haren zijn iets grijzer geworden ondertussen en zijn huid ziet er wat meer gelooid uit dan toen hij twintig jaar geleden naar België kwam, maar Branko Karacic oogt nog altijd scherp.

Zoals bijna elk jaar is hij ook nu weer even terug in België om de banden met zijn vrienden aan te halen. Kerstavond bijvoorbeeld zal hij daarom met zijn gezin bij Cedomir Janevski thuis vieren. Inmiddels is Karacic trainer van het Kroatische NHK Sibenik, maar in 1989 was het dat hij samen met Jerko Tipuric Hajduk Split voor Cercle Brugge verruilde. “Er waren toen maar drie profs bij Cercle. Jerko en ik waren de vierde en vijfde. De rest werkte en kwam ’s avonds naar de training.” Samen met Josip Weber, die er al was, vormden de drie de Kroatische as van de ploeg onder Han Grijzenhout. Weber de aanvaller, Tipuric de verdediger en hij, Branko Karacic, de stijlvolle middenvelder.

Fijne passes, heerlijke vrije trappen.

“Dat was mijn specialiteit”, zegt Karacic in nog altijd vlot Nederlands. “De techniek, de passing, niet de agressiviteit of het loopvermogen. Ik wou meer techniek brengen, niet het typisch Belgische voetbal. Dat heb ik Cercle gegeven. In vier jaar Cercle heb ik ook 44 doelpunten gemaakt.”

Acht jaar zou hij uiteindelijk in België wonen; tijdens vier daarvan voetbalde hij in Brugge. Dé wedstrijd die nog altijd in zijn geheugen gegrift staat, vond plaats de dag na de onafhankelijkheid van zijn vaderland, Kroatië. “We speelden toen tegen Antwerp en de drie Kroaten van de ploeg scoorden elk één keer: 3-1. De mooiste dag van mijn voetbalcarrière. Een niet al te mooie herinnering was het 10-0-verlies met Cercle tegen Club. Nadien wonnen we wel twee keer met 3-1. De wedstrijd tegen Anderlecht mag ik ook niet vergeten. We stonden 3-0 voor tot twintig minuten voor het einde en ik schoot nog eens op de paal, maar we verloren toch nog met 4-3. Onbegrijpelijk.”

Hey directeur!

Na Cercle Brugge kwam hij bij AA Gent terecht.

“Ik had eerder de kans gehad om voor een grote ploeg te spelen: Standard of Montpellier. Maar dat was in de periode van de oorlog in de Balkan. De broer van mijn vrouw is toen omgekomen en dat was een moeilijke periode voor mij. Ik was 30 of 31 en ik heb mijn contract bij Cercle met twee jaar verlengd. Mijn contacten met Montpellier en Standard waren nochtans heel goed. Toen ik daarna 33 was, was ik bijna fin de carrière.”

Dat bleek in Gent.

“De eerste wedstrijd met Gent was tegen Cercle en die was beladen met emoties. ( lachje) Maar ik had bij Gent toch meer verwacht van mijzelf.”

Het was de tijd van de ronkende namen en tegenvallende resultaten.

Foeke Booy, Frank Dauwen, Marc Van der Linden, Eric Viscaal en de trainers Walter Meeuws, Lei Clijsters

“Toch een mooie periode, maar niet zoals bij Cercle. Toen Didier Frenay van Cercle naar Linz ging, nodigde hij mij uit om ook naar ginder te gaan. Na een paar maanden bij Linz kreeg ik vervolgens telefoon van Serge Trimpont van Union Sint-Gillis. Ik wou net terug naar België, want mijn vrouw en kinderen woonden nog in Brugge, dus met mijn ervaring wilde ik zijn ploeg wel in tweede klasse helpen blijven. Maar toen ik eind mei gevraagd werd om sportief directeur te worden van Osijek, mijn ex-ploeg, wou ik die kans niet laten liggen. Alleen voelde ik me er na een jaar niet goed meer bij. Technisch directeur was een heel andere job dan ik gewend was. Daarna ben ik daarom trainer geworden.”

Zijn huidige ploeg, HNK Sibenik, doet het goed, zegt hij.

“Vier, vijf jaar geleden heeft Cercle onze spits, Ermin Zec, gevolgd en nu onlangs Anderlecht. In de laatste bekerwedstrijd zijn ze hem komen bekijken, maar normaal gaat hij naar Duitsland. Een kleine, rappe spits met een goede timing, een beetje een type zoals Sonck, maar met nog meer techniek.”

Telefoon.

“Hey directeur!”

Sibenik kent zijn tegenstander in de Kroatische beker.

“Varteks? Bravo! Bravo!”

Vartex tegen Sibenik, Hajduk tegen Dinamo.

“De club heeft in zijn geschiedenis nog nooit de halve finale van de beker bereikt”, vertelt Branimir, Karacic’ zoon, terwijl zijn vader aan de telefoon verder praat. Branimir, die perfect Nederlands spreekt, voetbalde als kind bij Cercle, maar koos eenmaal terug in Kroatië voor voetbal in derde klasse en universitaire studies. Economie, net als zijn zus.

De kennis van Meeuws

“Walter Meeuws was volgens mij de beste trainer die ik had”, gaat Branko Karacic even later verder. “Misschien moest hij zijn emotionele kant meer opzij kunnen zetten om echt trainer aan de top te worden, maar hij blijft voor mij de beste. Ik had het gevoel dat hij heel veel kende van voetbal, maar het probleem was misschien dat hij moeite had om het over te brengen op het veld.”

Is Branko een strenge trainer?

Branimir: “Hij is streng, maar hij voelt wanneer het tijd is voor ontspanning. Hij heeft zijn visie en hij houdt daar nogal aan. Maar als een speler een goeie actie heeft, laat hij dat wel toe, zolang het de ploeg niet schaadt. Talent zal hij nooit stoppen, maar ze moeten luisteren.”

Branko: “Als ze mijn ideeën niet volgen, waarom ben ik dan trainer?”

Sibenik voetbalt 300 kilometer van zijn woonplaats Zagreb, dus rijdt hij elke week maar voor twee dagen naar huis terug. Vóór De Boeck trainer van Cercle werd, praatte hij met het bestuur van Cercle, zegt Branko Karacic. België ziet hij nog altíjd als een optie.

“Mijn vrouw en kinderen komen altijd graag naar hier. Ik volg het voetbal nog altijd via tv en internet. Als ik een kans krijg in België, wil ik ander voetbal brengen. Niet met lange ballen. De bal is altijd sneller dan de speler. Ik heb niks tegen mensen die lopen, maar je moet weten waar, wanneer en waarom. Als trainer wil ik het voetbal zien dat ik zelf speelde: veel techniek, verzorgde, korte passing, geen lange ballen, telkens de derde speler in het spel betrekken. Ik heb een contract van een jaar met optie, tussen 15 mei en 15 juni moet ik beslissen of ik het verleng.”

Dus wie weet.

Het is tijd, zegt Branko Karacic als hij op zijn horloge kijkt, om zich met zijn zoon naar een andere afspraak in de stad te reppen, maar één herinnering nog wil hij niet onvermeld laten, want ze heeft indruk op hem gemaakt.

“Weet je, ik heb een keer gescoord op vrije trap tegen Preud’homme, bij KV Mechelen, van op dertig meter. Helemaal rond de muur en binnen. Preud’homme heeft altijd heel veel indruk op mij gemaakt. Toen het oorlog was in Kroatië heeft hij ons land gesteund. Hij heeft geld op een rekening gestort en kleren opgestuurd. Daar ben ik hem eigenlijk nog altijd dankbaar voor.”

door raoul de groote

Onlangs is Anderlecht onze spits komen bekijken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier