Na een kort, maar leerrijk intermezzo in Saudi-Arabië, een schorsing en een revalidatie keerde Soley Seyfo terug naar Genk. ‘Maar af en toe, als ze twee keer verloren hebben, belt een van de prinsen mij nog wel eens.’

Er was een tijd dat Soley Seyfo het zo rooskleurig niet zag in Genk. In de ruimere kern waarmee de club onder Sef Vergoossen werkte, werd zijn situatie vorig seizoen benauwd. In Hasselt, herinnert hij zich, was het dat zijn manager, Jos Vaessen en hijzelf elkaar ontmoetten voor een gesprek. Soley Seyfo moest voor zijn ontwikkeling spelen en kon dat niet in Genk, dus waarom niet eens Heusden-Zolder proberen ? Maar dát – voetballen bij een ploeg in degradatienood met het risico daarna in tweede klasse te verzeilen – zag Seyfo niet zitten.

“Ik verkoos dan maar Saudi-Arabië boven Heusden-Zolder, ook al wou ik eigenlijk gewoon bij Genk blijven, goed spelen en dan kijken hoe ik mijn carrière verder kon zetten. Maar achteraf bekeken moet ik Sef eigenlijk gelijk geven dat het beter was elders te spelen. In Saudi-Arabië hadden ze bijvoorbeeld Brazilianen, hele goeie voetballers. Aad de Mos zei de eerste wedstrijddag : ‘Het is beter dat je nog niet speelt, maar eerst eens kijkt.’ Wel, ik was verrast. Ik zag dat het niet zo makkelijk zou worden als iedereen vooraf zei : het was snel, technisch heel goed voetbal. Hier in België is het toch meer hard werken. Saudi-Arabië was perfect : het voetbal én alles errond.”

Hoewel ook de perfectie zijn beperkingen kent. De dertig minuten die Seyfo van de compound waarin hij woonde naar de training reed, werden door aanslagen links en rechts een beproeving. Paul Johnson, een ingenieur die hij er had leren kennen, verloor er het leven. “Dat heeft mij bang gemaakt. Het leven naast het voetbal was ook heel strikt. Ik was blij dat ik een moslim ben, zodat ik al veel regels kende, maar als je hier in België, zoals sommige moslims doen, alcohol drinkt, is er niemand die er iets van zegt. But there they kill you. Ze volgen alles strikt op. Ze bekijken daar ook alle films en beluisteren alle cd’s die je meebrengt voor je ze terugkrijgt. Want misschien zit er wel een pornofilm tussen ( lacht). Mij hadden ze cd’s afgenomen, maar toen ik dat een maand later aan de prins vertelde, kreeg ik ze binnen het uur terug ( grijnst). Ja, mijn ervaring in Saudi-Arabië heeft mijn kijk op moslim-zijn veranderd. Ik bedoel : elke dag om vijf uur opstaan om te bidden, dat is héél moeilijk. Zeker als je voetballer bent. Hier bid ik gewoon wanneer ik opsta. Maar ginder… Voor elke wedstrijd gingen we op hotel slapen en om vijf uur dus werd iedereen daar wakker gemaakt. Als ik dat hier moet doen… ( lacht).”

Maar hij was er, hoewel met tegenzin vertrokken, uiteindelijk graag, in het Al Hilal van Aad de Mos. Zo graag dat terugkomen naar Genk, waar hij nog onder contract lag, zwaar viel. “Ik was gewoon geraakt aan alles.” Ook het geld. “( Lacht.) Ja, het geld was goed. Maar elke Afrikaan wil in Europa spelen. Ik speelde ginder onder andere met een Ivoriaan. Hij wou nooit naar Europa komen : hij speelde alleen in Tunesië en Saudi-Arabië. Een héle goeie spits van 22 jaar. Maar hij volgt het geld, zijn carrière kan hem niet schelen. Je betaalt geen belastingen in Saudi-Arabië. Als je daar zes jaar speelt en je komt dan ineens naar Europa, waar je belastingen moet betalen… Neen, dat kan je dan nooit meer begrijpen. Maar Europa is belangrijk voor de nationale ploeg.

“Ik ben te jong om nu al het geld te volgen. Ze hadden wel al beslist mij een nieuw contract te geven, want ik had maar voor zes maanden getekend en weer terugkomen naar hetgeen waarvoor ik was weggelopen, leek mij niet fair. Daarom zei ik in eerste instantie : ik blijf. Maar van de andere kant : als ik een mooie carrière wou maken, kon ik beter terugkomen naar Genk. Maar af en toe, als ze twee keer verloren hebben, belt een van de prinsen mij nog wel eens. Of ik toch niet terug zou komen ( lacht). De supporters in Saudi-Arabië zijn gekker dan hier : zij begrijpen niet dat je eens kan verliezen. Ik herinner me dat we thuis tegen Ahli verloren : we konden toen gewoon niet naar huis omdat ze iedereen aanpakten die buiten durfde komen. Drie uur hebben we daarom binnen gewacht en de dag nadien hebben ze de trainer dan maar ontslagen.”

Nadat hij daarna in Libanon met Al Hilal de halve finales van de Arabische Champions League speelde, keerde hij naar Genk terug. “Aad de Mos speelde bij Al Hilal achterin hetzelfde systeem als René ( Vandereycken, nvdr), maar ik speelde bijna overal : rechts, links, centraal… Leekens is de man die mij van Sint-Niklaas, in derde klasse, naar eerste klasse en Lokeren haalde en mij de motivatie en het vertrouwen gaf om in deze competitie op verschillende posities mee te kunnen. Hij heeft mij op een andere positie uitgespeeld en dat beklaag ik mij tot vandaag nog niet : hij zette me bijvoorbeeld rechtsback, wat ik nog nooit had gedaan.

“Conditioneel voelde ik me in het begin van dit seizoen niet zo goed. ‘Hoeveel minuten kan je aan’, vroeg de trainer mij voor Dortmund in de intertoto. ‘Eén helft’, zei ik. Dus dat heb ik gespeeld. Maar daarna voelde ik me zwaar : na twintig minuten training was ik moe. Als ik in wedstrijden druk wou zetten, kwam ik altijd te laat. Ik wou wel, maar ik kon niet. Terwijl de verdedigende middenvelder heel belangrijk is in het systeem van René : hij geeft de verdediging de tijd om zich te organiseren. Wie de verdediging onder druk wil zetten, moet eerst voorbij Justice ( Wamfor, nvdr). Als hij er niet is, moet Eric ( Matoukou, nvdr) of ik uitstappen, waardoor de verdediging meer openligt. René zegt : neem eerst je positie in, je moet vóór alles weten waar je staat in het veld. René wil altijd simpel spelen – René, ja, maar ik zeg ’trainer’ als ik tegen hem praat, hoor ( lacht). Hij wil dat we de bal naar de zijkant spelen, de vrije man zoeken, wijd spelen, niet te kort, anders verlies je de bal te gemakkelijk. Als je wijd blijft, kunnen onze snelle spelers in de openingen duiken : Soetaers, Beslija, Chatelle, Daerden… Altijd perfect voor het team.”

Zoals hij tot zijn rode kaart tegen Westerlo en de daaropvolgende knieblessure speelde, zo, geeft Seyfo aan, speelde hij voor het eerst in Genk. “Nooit had ik me hier zo goed gevoeld. Het probleem dat ik voordien had, was dat ik wel goed speelde, maar telkens fouten maakte. Als ik nu bij mezelf nadenk en de wedstrijden overloop, heb ik een overzicht op wat ik fout heb gedaan. Vroeger kon ik de tel niet bijhouden van wat ik verkeerd deed, nu kan ik na vijf wedstrijden mijn fouten gewoon op één hand tellen. Dus ik word, vind ik, beter.”

Inmiddels zat Seyfo zijn drie speeldagen schorsing uit en is hij gerevalideerd van een blessure. “Toen ik tegen Westerlo rood kreeg, stonden we 1-2 achter en uiteindelijk wonnen we met 3-2, dan weet je dat de motivatie in de ploeg goed zit en dat je je plaats niet zomaar weer zal kunnen innemen.” Zijn contract bij Genk loopt nog tot 2007, “maar ik weet niet wat er nog zal gebeuren. Een week is lang in voetbal. De ene week speelde ik bij Genk, de week erna moest ik weg en dan moest ik weer terugkomen ( lacht). Dus… De Engelse competitie spreekt me wel aan. Ik hou van die stijl ginder.”

door Raoul De Groote

‘Saudi-Arabië heeft mijn kijk op het moslim-zijn veranderd.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content